F
MERIEL.
r
I
Avonturen van PIM on PUK>
EUE1LLETON
I
O'
Officie!
O
i
r
No
I
Moord in NeA-LacM.
St
zouden graag uw raad en hulp hebben.”
Vanfrey haalde de schouders op. „Er i
HOOFDSTUK XVIII.
Wordt vervolgd.
INGEZONDEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
De inbraak in de kluis te Berlijn.
De Vossische Zeitung meldt dat de poli
tie een heel eind verder gekomen is met de
oplossing van de inbraak bij de Disconto
Gesellschaft. De drie gebroeders Sass zijn
op onopvallende wijze naar de Kleiststraat
gebracht en zijn daar door huisbewoners en
passanten herkend als de verdachte personen
die zij in de betrokken nachten voor hei
huis op de binnenplaats gezien hebben. De
ze getuigenverklaringen winnen aan bewijs
kracht omdat de gebroeders niet aan de ge
tuigen als de vermoedelijke daders werden
voorgesteld maar door die getuigen uit een
geheele rij van in politiek gestoken politie
agenten aangewezen.
Wij zaten een oogenblik als door den don
der getroffen. Ieder op onze beurt lazen wi
de bewuste paragraaf en keken elkaar zwij
gend aan. Dr. Port was de eerste die de
onaangename stilte verbrak.
„Ik herinnerde me dien naam in de krant
gelezen te hebben; het schip moet Vrijdag,
den dag vóór dat jelui hier gekomen zijn,
in dien hevigen storm verongelukt zijn.”
„Wij waren juist in die vreeselijke bui en
moesten ons doornat laten regenen.”
Een geweldige gasontploffing heeft té Berlijn plaats gehad. Een gashouder is ontploft. Hierboven een foto van
de geweldige verwoesting welke werd aangericht.
schip naar den kelder was.”
„Dan moeten wij zorgen, dat hij de waar
heid te weten komt,” meende ik.
„Zeker, beaamde Vanfrey.
„Zoo gauw mogelijk.”
„Misschien wil jij morgenochtend het be
richt wel even gaan brengen?” vroeg Van
frey mij.
üRavwgintgtng. Kit doodeu.
In een toevluchtsoord voor dakloozen te
Parijs zijn elf menschen door uitstroomend
gas gedood. Er bleek een lek in een der toe
voerbuizen te zijn.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.
Paleis v. Justitie, Marktstraat, Tel. no. 231,
25
er
verongelukt is of niet. Ik moet bekennen dat
ik eerst meende iets heel geheimzinnigs tc
zullen ontdekken, maar nu geloof ik d-
Trakes de komst van dien persoon aan
boord als een bedreiging tegen mr. Trethe-
B
en
tuig
heb
lect
E
bra<
E
in
te c
C
trei
der
gev
illti
zijr
1
bui
te
1
me
Leger des Heils.
A.s. Zondag 24 Febr. hopen we het bezoek I
te hebben van Br. Veltman uit Drachten. Ge- I
noemde heer is evangelist te Drachten en I
geeft zijn vrijen tijd, in Gods Koninkrijk. Nu
a s. Zondag zullen we zijn bezoek hebben
Een ieder is hartelijk welkom!
„Neen, dank je, daar pas ik voor.”
„Als Vanfrey gelijk heeft en jij ook mr
Redd, dat Tretheway niets van het gebeurde
weet, dan moeten wij hem zoo gauw moge
lijk inlichten. Maar hoe dit te doen? Slechts
met een revolver gewapend zou men zich ir
dat huis durven wagen. Wij zouden met ons
drieën kunnen gaan. Maar hoe moeten wi
het iemand met gekrenkte geestvermogens
aan ’t verstand brengen? Hij zou kunner
weigeren ons te ontvangen, of ons niet be
grijpen, of wèl, en dat is zeer mogelijk, ons
niet willen gelooven. In elk geval zal Trakes
die hem al jaren onder den duim heeft, zijn
best doen hem van alles onkundig te laten
Wij staan voor het groote vraagstuk hoe
Tretheway aan het verstand te brengen dal
de Nemesis die hij vreest, zich door zeker
toeval van hem heeft afgewend.”
„Ik kan voorloopig geen oplossing in deze
netelige zaak vinden,” zeide Vanfrey.
„Ik ook niet,” beaamde ik.
„Wel dan,” stelde dr. Port voor, „dan
zullen wij een vierde in den raad moeten be
noemen; als wij geen oplossing kunnen vin
den, dan wed ik dat zij ’t wèl kan.”
„Zij?” vroeg ik verwonderd, want ik
Geopend: alle werkdagen van 1012 en
van 24 uur. Maandags, Dinsdags en Vrijdags
bovendien van 58 uur ’s avonds. Zaterdags
van 1012 uur.
495. Eindelijk kwamen boven het
menschendorp. In de straten was het stil,
omdat het maar een klein dorpje was, zie
je. Alleen op ’t veld werkten nog enkele
menschen. Ze zien ons lekker niet vlie
gen, lachte Puntmuts. We vlogen verder.
Beneden ons stonden aardige huisjes met
mooie tuinen er achter. Rechte rijen huis
jes en rechte rijen boompjes. Waar
gaan we naar toe? vroeg Puntmuts. Nog
een klein eindje, zei ik.
Gevraagd personeel.
Mannen: 1 autogeenlasscher (Tilburg),
beddenmaker (Dordrecht), blikslagers (’s
Gravenhage), borstelmakers (Breda), cras-
seurs (Utrecht), electriciens (Venlo), glas
in loodzetter (Amsterdam), glaspolijster
(Enschede), kapper (Leiden), kleermaker
(Amersfoort), monteurs (Alkmaar, Amers
foort, Amsterdam, Middelburg, Utrecht),
overdrukker (Amsterdam), schoenmaker
(Breda), smid (Assen).
Vrouwen: personeel voor huiselijke
diensten.
„Toen zij hoorde dat wij voor eenigen tijd
naar buiten wilden gaan,” ging Vanfrey
voort, „zond zij hem een advertentie, waarin
deze kamers werden aangeboden; zij leken
ons zeer geschikt; ik begrijp echter niet hoe
dit alles betrekking kan hebben op het
vraagstuk dar ons bezig houdt, en geloof
dat de invloed, dien Mrs. Helsington daarop
heeft uitgeoefend, louter toeval is.”
Ik was het niet met hem eens, alhoewel
ik haar niet in verband kon brengen met het
mysterie van Morte Manor. Het vreemde
van het geval maakte volstrekt geen indruk
op Dr. Port, die vervuld scheen met zijn
eigen gedachten
„Die naam van dat schip,” begon hij ein
delijk weer, „staat ergens in mijn hersens
opgeschreven, „De Clara!” Ik stel geen
belang in schepen, en zou geen enkelen
naam van een schip kunnen noemen, dat op
dit oogenblik op zee is. Op zee? Neen, het
was niet op zee; nu herinner ik me; pardon
en hij stond op om te schellen.
Toen Purling binnenkwam, zeide hij: „Wil
je aan Miss Elisabeth vragen of zij de Mer-
cur van verleden Zaterdag nog in huis
heeft?” 2
Een paar minuten later bracht Purling de
courant, waarop wij verlangend zaten te
wachten; de dokter ontvouwde haar met
bevende handen en legde haar toen voor ons
op tafel.
„Kijk eens, heeren, wat beteekent dit?” en
hij wees met den vinger naar een paragraaf
die hem dadelijk in het oog viel.
„Zware storm op de Engelsche kust. De
Clara, bark van Rio, is gedurende den
storm van Vrijdag ’s middags te vier uur
op de hoogte van Pol Dhee gestrand. Geen
van de opvarenden is gered.”
493. Dat was een kolfje naar onze hand.
Vooruit, met elkaar! Maar hoe? Het men
schendorp lag aan den anderen kant van
t groote bosch en te loopen zou ’t veel en
veel te ver zijn. Laten wij een paar
vleermuizen roepen, stelde Kwast voor en
er twee aan twee naar toe vliegen. We be
sloten dat maar te doen. Puntmuts stootte
even een eigenaardige schreeuw uit en
een oogenblik later kwamen er twee vleer
muizen aanvliegen.
ladden.
„Zeg, dat zij er ons een grooten dienst
nee bewijst,” vervolgde dr. Port, ongedul- I
lig met zijn vingers op de tafel trommelend.
Een andere vrouw zou zich misschien heb-
oen laten wachten, maar zij verscheen ter
stond, netjes en gewoon als altijd, en vroeg
.net een vriendelijk lachje waarmee ze ons
lelpen kon. Wij lieten het natuurlijk aan dr.
Port over om de zaak in te leiden en het viel
mij op dat hij, in tegenstelling met haar, niet
sp zijn gemak, maar zenuwachtig en ver- I
.egen was.
„Er is iets gaande in Morte Manor en wij
Zij keek hem even aan en vroeg zacht: I
Een spoorwegramp in een tunnel.
Uit New York wordt gemeld, dat door het
ontstaan van een brand in een wagen van
een trein in een tunnelspoorweg, die van
New York op weg was naar New Yersey,
welke tunnel onder den Hudson ligt, vijftig
reizigers zijn gekwetst. Bovendien kregen
200 anderen ernstig last van den rook, die
er in de tunnel hing.
Wolff meldt hierover nader uit New York:
Volgens de jongste berichten zijn er bij
het ongeluk in den Hudson-tunnel in het
geheel 10 personen ernstig gewond. Naar
ooggetuigen berichten nam de paniek, welke
onder de ongeveer duizend passagiers van
den brandenden trein ontstaan was, onmid
dellijk een zeer ernstigen vorm aan. Velen
die trachtten op eigen gelegenheid te vluch
ten, sloegen een verkeerde richting in en
renden angstig in de tunnel rond. Tenslotte
slaagde de politie er in alle afgedwaalden
bij elkaar te krijgen. Doch ook nu was het
allesbehalve gemakkelijk een uitweg te ba
nen, daar er zich achter den in brand staan-
den trein een groot aantal treinen, van New.
York komend, opgehoopt had.
Door de nauwte van de tunnel moesten de
reizigers nu hun weg door de zijgangen van
de stilstaande treinen nemen.
De oorzaak van den brand is nog onop
gehelderd.
De politie denkt aan kortsluiting, terwijl
reizigers beweren, dat de trein door een
groote brandende olieplas is gereden.
496. We vlogen door tot we bij een mooi
wit huisje kwamen. Er lag een mooie tuin
omheen. Voor en op zij. Hierheen, zei
ik en onze „vliegmachines” vlogen dade
lijk naar beneden. Bij de deur stegen
voorzichtig af en keken toen om ons heen.
De voordeur was dicht. We moeten op
zij naar binnen, zei Kwast. Ik heb daar
een deur gezien, die een klein eindje open
staat.
494. De twee wilden ons er wel even bren
gen. Kwast en Roodbroek klommen op de
eene vleermuis, Puntmuts en ik op de an
dere en voort ging het, heel vlug vlogen
wij voort. Een prachtig gezicht was dat
onder ons. Je kunt je ’t eenvoudig niet
voorstellen hoe mooi! In een rechte lijn
vlogen wij naar het menschendorp en on
derweg hadden Puntmuts en ik al een
reuzenpret over al de grappen die wij met
den menschen zouden uithalen.
Kostelooze bemiddeling voor Werkgevers en
Werkzoekenden.
Jat hij toen het meisje bedoelde, dat Roger
Tretheway had verleid. Op dat oogenblik
xhoot het mij niet te binnen en stemde ik
jereedelijk toe, dat Miss Elisabeth gewis de
geschiktste persoon zou zijn om te raadple- j
jen. Wij belden en gaven Purling de bood- I
schap voor Miss Elisabeth, of zij ons een
oogenblik met haar gezelschap wou veree-
en, daar wij haar iets gewichtigs te vragen i
Ontzettend ongeluk.
Te Walschleben nabij Erfurt zijn twee
jongelieden van 18 jaar op vreeselijke wijze
om het leven gekomen. Zij waren, tijdens het
koffie-uur in de suikerfabriek aldaar in een
trommel gaan zitten, die voor het drogen
van suiker was bestemd, en hadden de trom
mel aan ’t draaien gebracht. Toen de trom
mel met steeds grooter snelheid omwentelde,
slaagden zij er niet meer in, den schakelaar
te grijpen. Na ’t koffie-uur werden de beide
ongelukkigen in ontzettend verminkten toe
stand in de trommel gevonden.
De rechter-commissaris heeft een onder
zoek ingesteld in de zaak van een moord
op de onderneming Ampoe Gadang, in de
Ophir-districten.
Op zekeren dag in Februari 1928 ver
dween daar spoorloos de hoofdkrani Soe-
wito. Een Europeesche assistent rappor
teerde, dat Soewito weggeloopen was.
Thans, na een jaar, heeft het inlandsch be
stuur echter helderheid in deze geheimzin
nige verdwijning weten te krijgen. Een week
nadat Soewito verdwenen was, vond de
vrouwelijke mandoer Soepirah in de buurt
van de onderneming het lijk van Soewito en
rapporteerde dit aan den hoofdmandoer
Oeksan, die haar tot zwijgen dwong. Thans
heeft Oeksan verklaard, dat hij, geholpen
door den huisjongen en den tuinjongen,
Soewito vermoord heeft op instigatie van
den assistent, die Soewito uit den weg wilde
ruimen, omdat hij connecties onderhield met
de huishoudster van den assistent.
(Aneta.)
„Niet natter dan de arme stumpers die op
de Clara waren.”
„Neen,” antwoordde ik peinzend, „die
zijn natuurlijk verdronkenjJiLdat geval
Het was me eigenlijk niet recht duidelijk,
wat in dit geval veranderen zou; maar il way gebruikt, alhoewel hij weet dat hij niet
voelde wel dat het raadsel, dat wij zoo goed meer komen zal.”
als opgelost hadden, onze aandacht niet „Denk je dan dat Trakes’t weet?” vroeg
meer waard was. dr. Port.
„Je bedoelt,” hernam Dr. Port, als om mij Vanfrey haalde de schouders op. „Er i
aan te moedigen ronduit te spreken, „in dat I voor Trakes te veel aan gelegen om niet
geval zou de onbekende, wie hij ook wezen op de hoogte te zijn. Voor Tretheway is de
mochtzaak van nog meer belang zal je zeggen,
„Niet meer bestaan,” eindigde ik. i maar zelfs als die genoeg Dij zijn verstand
„En dan zou Tretheway’s angst geheel! is om de kranten te kunnen lezen, heeft hij
overbodig zijn.” j geen vrijheid van handelen, hij heeft op de
„Maar hij weet het niet. Hij en Trakes woorden van Trakes vertrouwd, die hem
meenen, dat het schip een dezer dagen moet heeft wijs gemaakt, dat het schip vertraging
binnenloopen, ik hoorde het Trakes zeg-1 heeft veroorzaakt, terwijl hij wist dat het
gen.”
„Om mr. Tretheway te dwingen zijn toe- I
stemming tot een huwelijk te geven, waar hij
tegen is,” bracht Vanfrey eindelijk in het1
midden.
„En dat binnen de week,” voegde ik er bij I
„Daarna," begon Vanfrey weer, „komt ’t
i er volstrekt niet meer op aan, of de Clara
Werkzoekenden.
Mannen: 1 bankwerker, 1 banketbak
ker, 3 betonwerkers, 1 boekbinder, 1 boeren
arbeider, 2 broodbakkers, 1 electricien, 7
fabrieksarbeiders, 1 glas in loodzetter, 31
grondwerkers, 2 handlangers, 2 kantoorbe
dienden, 1 kantoorbddiende-reiz., 1 kellner,
1 klinker, 1 kleermaker, 1 koffermaker, 13
landarbeiders, 1 letterzetter, 1 loodgieter,
2 machine-bankwerkers., 1 machinist-heier, I
1 metaaldraaier, 2 metaalslijpers, 18 met
selaars, 28 opperlieden, 1 opperman-straat-
maker, 1 pakhuisknecht, 1 ^revolverklinker,
20 schilders, 4 scheepstimmerlieden, 1 steen-
Jrukker, 1 stoker, 5 straatmakers, 9 stuca-
Joors, 4 schippersknechten, 1 smid, 31
timmerlieden, 3 tuinlieden, 1’ touwslager, 2
varensgezellen, 1 winkelbediende, 2 ijzer
sterkers, 1 zeilmaker, 1 zilversmid, 1 zuivel-
arbeider, 89 zonder bepaalde vakkennis.
Vrouwen: 1 winkelbediende.
meende dat hij het oog op een advocaat of
rechtsgeleerde had.
„Miss Elisabeth,” zeide dr. Port, „ik weet I
riet of u haar al genoeg hebt leeren kennen, I
maar ik verzeker u dat zij een verstandige, I
enappe vrouw is, één uit duizend.”
Het trof me, toen dr. Port dit zeide, dat
ik hem dezelfde lofrede over een ander had
moren uitspreken en herinnerde mij later,
„Zoo?”
„Ik zou u niet lastig vallen,” vervolgde
Jr. Port verontschuldigend, „maar de zaak
is ernstig en wij weten niet wat te doen. Mr.
Jedd heeft een complot ontdekt om Meriel
te dwingen met den jongen Trakes te trou-
•ven, en dat moeten wij verhinderen.”
Miss Elisabeth fronste de wenkbrauwen.
„Dat mag niet gebeuren,” zeide zij, met
ienzelfden vluchtigen, vragenden blik op j
den dokter, „ik weet niet wat u me wilt ver
tellen, maar zijn deze heeren van alles i
op de hoogte?”
„Neen,” antwoordde de dokter, „dat is j
liet noodig.”
„Als het beter ware,” zei ze zacht.
„Neen, als ik dat gemeend had zou ik u 1
liet hebben laten roepen; want als de man,
lie juist op het rechte tijdstip met het schip j
omkwam, misschienmaar dat is onmo
gelijk Heeren,” en de dokter wendde zich
tot ons, „vergeef me dat ik zoo raadselach-
tig spreek, maar dit is iets dat geen betrek- I
king op onze zaak heeft; ik kan dat nu niet j
verklaren.”
„Dat behoeft volstrekt niet, we zijn niet
nieuwsgierig.”
7H
DINS
U.J
18.
s
4’i
lij
di
i
nei
de
mé
wc
te
all
so
he
ffl
i
A