der gemeente Sneek
Officieel orgaan
I
i
ITALIANO
SNEEKER COURANT (72e Jaargang)
Woensdag 6 Maart
annex
Dit No. bestaat uit 2 bladen.
Ofliciëei Gedeelte.
Nieuwstijdingen.
I
geneeskrachtig
I en lekker!
45e Jaargang
No. 44
Eerste bla
Keclauiekuiuw
I
De SNEEKER COURANT te een
i
de
valsche
documenten
van
I
e s.
van
SI
I r
Uitgave KIEZE8RINK Go.
stukken vervalscht heeft, dit lijkt zelfs
waarschijnlijk, maar dan komen blijkbaar
enkele onzer Nederlandsche autoriteiten in
een leelijk daglicht te staan. Er wordt ook
op gezinspeeld, vooral in de Duitsche bla
den, dat Heine, die ongunstig bekend staat,
door de Belgische diplomatie omgekocht is
om maar te vertellen dat hij de stukken
heeft vervalscht om zoodoende de tegen
spraak zijner regeering te dekken.
De onrust en het wantrouwen worden zoo
niet weggenomen, daarom was een on
derzoek door een onpartijdig lichaam als de
Volkenbond kan instellen, allergewenscht.
De NIEUWE SNEEKER COURANT^ is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs In de stad f 2.50, naar buiten^fr. perjpost f 3.60.
Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid
Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega.
Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Rijs, Oudemirdum, Wyckel,
Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen. Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting.
Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.),
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg.
Contrdle op de oplaag toegestaan.
Het Fransch-Belgische
Verdrag.
Nadat de chef van den Belgischen gene-
ralen staf, de generaal Galet, reeds Zater
dag had medegedeeld dat ook de notulen
van de vergadering van de Fransche en Bel
gische staf uit de duim gezogen waren en in
de Belgische bladen reeds werd medege
deeld dat zekere Frank Heine de vervalscher
was, is deze Zaterdag op Zondagnacht door
35 agenten aan het Gare du Midi te Brussel
gearresteerd. De man moet een kleinzoon
van den Duitschen dichter Heinrich Heine
zijn; hij bekende de vervalsching en het do
cument moet gefabriceerd zijn naar het
model van het oude Fransch-Russische ver
drag uit den tijd voor 1914. Herremans, de
redacteur van de Schelde, moet als tusschen-
persoon gediend hebben bij de verkoop aan
het Utrechtsch Dagblad, nadat de Duitsche
spionnage centrale te Millheim het stuk had
geweigerd.
Het blijkt, zoo meldt de Courant het N. v.
d. D., jdat de documenten te Brussel zijn ge
typt. Frank Heine gaf ze met papier van het
departement van Landsverdediging aan een
typiste, met het verzoek, den haar overhan
digden tekst op dit papier over te typen.
Hierbij bevond zich behalve de later door ’t
Utrechtsch Dagblad gepubliceerde docu
menten ook een stuk, dat tot dusver niet het
licht heeft gezien. Om de typiste gerust te
stellen omtrent het feit, dat hij haar zulk een
zonderlinge opdracht gaf, verklaarde Frank
Heine, Belgisch officier te zijn en hij liet
haar een valsch identiteitsbewijs zien. Den
volgenden dag haalde Frank Heine de stuk
ken terug. Toen nu de pers de onthullingen
van het Utrechtsch Dagblad bracht, deelde
de typiste een en ander mede aan een amb
tenaar van het departement van Buitenland-
sche Zaken.
De politie deed daarop een huiszoeking in
de woning van Frank Heine, waar zij ver
scheidene documenten in beslag nam, en
onderwierp diens echtgenoote aan een lang
durig verhoor. Zij deelde mede, dat haar
man zich in Holland bevond en nog denzelf-
den nacht weer te Brussel zou arriveeren.
Inderdaad kwam Frank Heine ’s nachts
om 12 uur 34 aan het Zuiderstation aan,
waar zijn vrouw, die natuurlijk door de po
litie in het oog werd gehouden, hem op
wachtte. Zij had haar hond aan een ketting
bij zich. Toen het dier zijn baas zag nade
ren, rukte het zich los en snelde zijn mees
ter tegemoet, zoodat de politie niet de min
ste moeite had, den gezochte te vinden en
te arresteeren. Aanvankelijk scheen ’t, alsof
hij zich wilde verzetten, doch toen hij be
sefte, dat hem dit niet zou baten, ging hij
gewillig mede.
Ik geloof niet, zoo moet Frank Heine ver
klaard hebben, dat ik een groot misdrijf be
gaan heb. Ik verried België noch Frankrijk.
Ik heb slechts mijn kooper beet gehad, en
dat is ten slotte slechts gewone oplichting.
Frank Heine overhandigde den officier
van justitie Louage spontaan het origineel
van 't door hem vervalschte stuk. De cijfers
omtrent kanonnen, tanks enz. had hij zoo
maar uit zijn duim gezogen. De namen van
de’ officieren vond hij in het militair jaar
boekje. De handteekeningen schreef hij zon
der meer onder het stuk; een studie van de
nabootsing had hij niet gemaakt.
Met dezen Frank Heine had de speciale
correspondent van de Soir te Amsterdam
een langdurig onderhoud, in den loop waar
van de vervalscher zijn euveldaad volmon
dig erkende. Hij zeide steeds voorstander
geweest te zijn van een nauwe Duitsch-Bel-
gische vriendschap en vertelde: Ik ben nog
steeds deze denkbeelden toegedaan, al vind
ik wel, dat hetgeen er thans is voorgevallen
ernstige gevaren heeft doen ontstaan waar
door de gewenschte toenadering in de waag
schaal kan worden gebracht. Toen in De
cember 1927 zekere Kurt B. aan de Nouveau
lour een subsidie van Hugenberg (de leider
der Duitsch nationale partij) voorstelde, ben
ik daarop niet ingegaan. Toen ik vernam
dat tusschen de beide Duitsche spionnen
Unger en Reiser en vooraanstaande frontis-
ten als Ward Herremans, M. en F. geheime
besprekingen plaats vonden, oordeelde ik.
dat de correspondent van Der Tag in Bel
gië rijkelijk ver ging. Er bestaat echter een
diepe kloof tusschen politieke propaganda
die in vredestijd het recht heeft zich naar
alle zijden te ontwikkelen en spionnendien
sten, die een schending beteekenen van het
recht.
Einde 1928 ontving ik een brief uit Keu
len van zekeren Konrad Hauser. Deze ver
zocht mij, zoo spoedig mogelijk naar Keulen
te komen voor het organiseeren van een
actie „in het belang van ons gemeenschap
pelijk ideaal”. Lichtelijk verwonderd ging ik
er heen. Men bood mij aan, in België en
Frankrijk een spionnagedienst in te richten.
Dit gemis aan psychologisch inzicht bracht
mij van de wijs! Dus omdat ik bekend stond
als Duitschgezind journalist, meende men
het recht te hebben, mij als een spion te be
schouwen. Men vergat dus blijkbaar, dat ik
mij op het standpunt stelde, dat Duitsch-
land, al kon het verschillende eischen stel
len, blijk moest geven van vredesgezindheid.
Het deed mij dan ook pijnlijk aan, te moeten
constateeren, dat geheime organisaties den
revanche-oorlog voorbereiden.
Frank vertelt dan van de spionnage-voor-
stellen en hoe hij gekomen was tot zijn eer
ste vervalsching.
Met de inlichtingen, welke ik verkregen
had uit het officiéél militair journaal, van de
bevoegde diensten, uit Belgische publicaties
op het gebied van militaire wetenschappen,
en uit buitenlandsche militaire tijdschriften,
alsmede met behulp van de verdragen en
protocollen der ontmoetingen van de gene
rale staven van vóór den oorlog, alsook van
kaarten, op schalen van 125.000, 140.000
en 150.000, naar gelang van de belangrijk-
i
Gevonden Voorwerpen.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 4 en 5
Maart 1929; portemonnaie met inhoud, L.
Londema, Kloosterstr. 60; koperen kraan-
sleutel, J. Cnossen, 2e Boschdw.str. 11in
signe, J. Molenmaker, Prinsengracht 17;
sleutel, Aukema, 3e Woudstraat 49; pop,
wed. A. de Boer, Oude Koemarkt 23; wantje,
T. van der Veer, Oppenhuizerweg 46; hand-
beschermer, W. Woudstra, Singel 73; hand
schoen en damessjaal, P. Broodwinder, le
Frittemahovenstr. 40; doekspeld, O. Hoek
stra, Jan v. Nassaustraat 13; bruine hond,
A. K. Quartel, St. Nicolaasga.
ij zetting stoffel ij k overschot
baronesse van Harinxma
thoe Slooten.
Zaterdagmiddag heeft te Beetsterzwaag de
bijzetting in het familiegraf plaats gehad
van het stoffelijk overschot van baronesse
van Harinxma thoe Slooten, echtgenoote van
den commissaris der Koningin in Friesland,
in tegenwoordigheid van eenige honderden
belangstellenden, zoowel uit de provincie
als uit and’re provinciën. Opgemerkt werden
behalve tal van deputaties van vereenigingen,
Ged. Staten, leden van de Provinciale Staten,
bijna alle Friesche burgemeesters, en ver
tegenwoordigers van het gemeentebestuur
van Leeuwarden.
Dr. R. Vorenkamp, die den vorigen avond
in het sterfhuis een lijkdienst had geleid,
sprak thans aan het graf nog een korte rede
uit. De commissaris der Koningin dankte
voor de bewezen eer en voor de vele be
wijzen van meeleven, die hij de laatste dagen
had ontvangen.
Onder de bloemstukken waren er van de
Koningin en de Koningin-Moeder.
Door mist verdwaald.
De 19-jarige Wolter en de 16-jarige Frida
Vos waren Zondag om 12 uur per fiets
van Naarden vertrokken teneinde over het
ijs naar Marken te rijden.
Nadat zij Marken bereikt hadden vingen
zij den terugtocht aan doch door den mist
die kwam opzetten, verdwaalden ze en heb
ben ze uren lang op’t ijs geloopen. Toen ze
moe werden zijn ze op een jas op het ijs
gaan liggen. Toen het lichter werd ontdek-
ien de beiden het licht van een vuurtoren,
wat later bleek afkomstig te zijn van de
vuurtoren van Urk.
Soms tot de kuiten door het water wa
dend kwamen zij te middernacht op Urk
aan, waar ze totaal verkleumd als ze waren,
werden opgenomen. Gistermorgen zijn broer
en zuster weer per fiets vertrokken.
De Duitsche dienstmeisj
Er zijn er nog altijd verscheidene Duit
sche dienstmeisjes in ons land. In 1928
werden, volgens de statistiek in Amsterdam
nieuw bijgeschreven 2827 en afgeschreven
2421
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van SNEEK maken bekend:
dat ter secretarie ter inzage ligt üen ver
zoek met bijlagen van
K. HIEMSTRA,
aannemer en timmerman, aldaar,
om vergunning tot het oprichten van een
timmerfabriek, inwerking te brengen door
2 electromotoren van 5 P.K. en 1 electro
motor van 1 P. K. in het gebouw aan den
Verlengden Westersingel no. 17, kadastraal
bekend gemeente Sneek, Sectie A, no. 1767;
dat op Woensdag den 20 Maart 1929,
des middags te 12 uur, ten gemeentehuize
aldaar gelegenheid zal worden gegeven om
tegen het verzoek bezwaren in te brengen
en deze mondeling en schriftelijk toe te lich
ten en dat zoowel de verzoeker, als zij die
bezwaren hebben in te brengen, gedurende
drie dagen voor evengemeld tijdstip ter se
cretarie, in de gewone bureau-uren, van de
ter zake ingekomen bescheiden kennis kun
nen nemen.
De aandacht wordt er inzonderheid op
gevestigd, dat, volgens de heerschende op
vatting, slechts tot hooger beroep gerechtigd
zijn zij, die voor het Gemeentebestuur of een
of meer zijner leden zijn verschenen, ten
einde hunne bezwaren mondeling toe te
lichten.
SNEEK, 6 Maart 1929.
DIENSTPLICHT.
Vrijstelling wegens broederdienst.
De BURGEMEESTER van SNEEK brengt
ter algemeene kennis dat van heden af ter
secretarie, 2e afd., gedurende tien dagen
ter inzage ligt de beschikking van den Com
missaris der Koningin d.d. 27 Februari
1929, le afd. B, no. 298, waarbij 57 inge
schrevenen der lichting 1930 uit deze ge
meente, voorgoed zijn vrijgesteld wegens
broederdienst.
Tegen deze beschikking kan uiterlijk den
tienden dag na de dagteekening dezer be
kendmaking beroep worden ingesteld bij
een met redenen omkleed verzoekschift, het
welk moet worden ingediend bij den Burge
meester. Door H.M. de Koningin wordt op
het verzoek beslist, gehoord den Raad van
State, afd. Geschillen van bestuur.
SNEEK, 5 Maart 1929.
grap heb uitgehaald, den Duitschers en Hol
landers zand in de oogen te strooien! Het
is waarlijk een grap, den kapitein-schoen-
maker van Köpenick waardig.
Tot zoover het verhaal van de man, die
bekent de vervalschingen verricht te hebben.
Het woord is thans aan het Utrechtsch Dag
blad, dat gistermorgen kortweg ontkende
ooit contact met een der genoemde perso
nen te hebben gehad, en voorts mededeelt
nimmer één cent voor de documenten te heb
ben betaald. Er kan thans spoedig volledige
klaarheid komen, als dit blad nu al z’n troe
ven op tafel legt. Heine noemt een aantal
data, het U. D. kan daartegenover de zijne
stellen en bovendien afdrukken van de hand
teekeningen geven, waarmee de valschheid
zonneklaar zou kunnen worden aangetoond,
immers de vervalscher zeide zich geen
moeite gegeven te hebben deze na te maken.
De zaak is met deze arrestatie, noch met
de uitdrukkelijke verzekering van Kamiel
Huysmans in de vergadering der S. D. A. P.,
Zondag te Amsterdam gehouden, dat alle
stukken valsch waren, blijkbaar van de
baan; want gisteravond voegde de hoofd
redactie van het Utrechtsch Dagblad bij
haar bericht van gisterochtend nog het vol
gende:
De hoofdredactie van het Utrechtsch Dag
blad heeft besloten tot de publicatie van het
genoemde document naar aanleiding van
eene opening, haar gedaan door een hoog
staande Nederlandsche persoonlijkheid, die
wegens zijn persoonlijk karakter en wegens
zijn officieele positie recht had op onvoor
waardelijk vertrouwen.
Dc hoofdredactie heeft, gelijk reeds door
haar op. 26 Februari jl. is medegedeeld, het
bedoelde document met eigen oogen gezien
en bestudeerd, teneinde zich „in eigen ge
weten” van de authenticiteit te overtuigen.
Zij heeft, alvorens tot publicatie over te
gaan, omtrent de echtheid der op het docu
ment geplaatste waarmerkende handteeke-
ning het advies ingewonnen van een hand-
schriftkundige van erkende vakkennis, en
zich bovendien verzekerd, dat de echtheid
van het document door hoogstaande colle
ga’s van ongerepten naam in zóó hooge
mate waarschijnlijk werd geacht, dat zij,
werd het document onder hunne berusting
gebracht, niet zouden aarzelen, tot publi
catie over te gaan.
De hoofdredactie achtte voorts de publi
catie gerechtvaardigd door de wetenschap:
a. dat de bevoegde Nederlandsche overheid
vóór de publicatie in de gelegenheid is ge
steld, om zich, desgewenscht, van de authen
ticiteit van het document te vergewissen ot
te doen vergewissen; b. dat aan de verwer
ving van dit document van zeer hoogstaande
officieele zijde groote waarde werd gehecht
c. dat betrouwbare organen der overheid,
die ten deze ten volle bevoegd moeten wor
den geacht, de juistheid van den inhoud
als zeer waarschijnlijk aanmerken en dat
één dier organen de volstrekte authentici
teit van het document vóór de publicatie
gewaarborgd heeft en ook zoowel na de
buitenlandsche démenti’s als na het bekend
worden der zgn. bekentenis, als volstrekt
onaantastbaar op de stelligste wijze tegen
over haar heeft gehandhaafd.”
Hieruit blijkt dus niet meer of minder dan
dat Nederlandsche officieele personen bij
de publicatie betrokken zijn en dat één Ne-
derlandsch overheidsorgaan de echtheid van
het gepubliceerde stuk gegarandeerd heeft
tegenover het blad en die garantie ook nu
nog handhaaft! Welk orgaan is dit? Is het
een der afdeelingen van onze generale staf,
het eenige lichaam dat feitelijk in dezen
eenige bevoegdheid kan hebben. Maar hoe
zit het dan met de houding onzer eigen re
geering, die toch deze staf geraadpleegd
moet hebben, en na de eerste tegenspraak
van Frankrijk en België reeds als antwoord
op vragen van ’1 Kamerlid Heemskerk heeft
medegedeeld, dat na deze tegenspraken er
geen reden voor verder optreden was? E
toch garandeert een harer organen nu nog
de echtheid der publicatie.
Het is toch wel heel duister! De bekende
Rotterdammer, de heer D. G. van Beunin-
gen, door de N. Rott. Crt. geïnterviewd over
zijn aandeel in de affaire, zeide dat hij de
stukken had verkregen, de regeering inge
licht, doch geen aandeel heeft gehad in de
publicatie van het Utrechtsch Dagblad. Er
is niet de allergeringste twijfel aan de echt
heid der stukken, en de heer van Beuningen,
die ze nog bezit, is bereid een onpartijdig
onderzoek in dezen te aanvaarden. Er
staan onder de stukken de handteekeningen
van de Belgische officieren, Galet de
Belgische chef van de staf, die even hard
nekkig ontkent iets dergelijks gedaan te
hebben en van kolonel Michem.
Er is dus allerminst klaarheid. Het is
natuurlijk zeer goed mogelijk dat Heine de
Griep te Enschede.
De griep maakt te Enschede tal
slachtoffers, tot nog toe gelukkig zonder
veel ernstige gevolgen. Vooral de fonds
apotheken hebben het verbazend druk. Het
ziekenfonds voor Enschede en Lonneker
heeft deafgeloopen week meer dan f 10.000
ziekengeld uitgekeerd. Ook eenige doctoren
zijn ongesteld.
Wolven.
In het district Chodziejowitsj, dicht bij
de Poolsche grens, heeft een groote troep
wolven uit een paar dorpen 16 schapen, 9
kalveren en 2 koeien weggehaald. De boe
ren hebben een klopjacht georganiseerd,
waaraan acht wolven tan offer vielen.
heid van het land, en van de militaire atlas
sen uit de 17e en 18e eeuw (voor de inun
daties) slaagde ik er in, een vervalsching te
vervaardigen van een uiteenzetting van ge
neraal Galet voor de gemengde commissie
in 1928. Van dit stuk verklaarden de hoog
geplaatste officieren, die het gedurende een
maand te Berlijn bestudeerden, in Januari
1929, dat het ongetwijfeld het werk was van
een groep officieren, die daaraan jarenlang
gewerkt hadden. Welnu: acht dagen waren
voldoende voor mij geweest.
Daarna leverde ik nog twee stukken van
hetzelfde kaliber aan de Duitschers, die het
verkochten aan het consortium van Hugen
berg.
En
Utrecht?
Ik had, aldus Frank, de Nouveau Jour
verlaten op 19 Maart 1928. Sindsdien had
ik H. niet méér ontmoet. Het is een brave
jongen, „deadly in earnest”, een fantast, en
vol oude grieven tegen den Belgischen staat.
In October 1928 kwam hij mij opzoeken en
ik vernam zoowel van hem als van de Duit
schers, dat hij herhaaldelijk reizen over den
Rijn maakte en nauwe betrekkingen onder
hield met de revanche-organisaties Stahl-
helm, Jonge Conservatieven, Wehrwolf enz.
Hitler’s nationaal-socialisten hadden hem
geld beloofd en materiaal voor zijn kleine
vliegende colonne, waarmede hij de tentoon
stelling van 1930 wilde saboteeren. Jaren
lang maakte hij onder den naam H. Kerlin-
ga deel uit van de irredentistische organi
satie van Robert Ernst, die te Straatsburg
bij verstek tot 20 jaar dwangarbeid is ver
oordeeld. Deze organisatie van Robert Ernst
echter is slechts een onderdeel van den
Ring, waarin Spahn, A. H. en Rosemayer
opereeren. De Ring zorgt ,voor de agitatie
in het „niet-geannexeerde Duitschland”
Oud-minister Von Keudell behoort er toe,
evenals staatssecretaris Von Rheinbaben.
Anderzijds heeft de Ring ook den spion
nagedienst onder zijn gezag, die geleid
wordt door dr. Wilhelm Stengel, Hagerfeld
80 te Mülheim (Ruhr) en dr. Istert, p. a.
Ziekenhuis te Elberfeld. Deze dienst, de
tweede die bij ons heeft geopereerd, heeft
begin 1928 jonge frontisten in zijn organi
satie opgenomen, met het oog op een ge
zamenlijke spionnage. H. en F. staan in
voortdurend contact met Istert, Stengel en
Rosemayer.
In de laatste dagen van November 1928
had H. toevallig bij mij het befaamde docu-
ment-Galet gezien, dat eenige dagen te vo
ren naar Duitschland was gezonden. Hij
had reeds twee of drie weken voordien bij
mij aangedrongen op een afschrift van het
militair Fransch-Belgisch verdrag van 1920
of van den brief dien Vandervelde dienaan
gaande aan de Brouckère geschreven zou
hebben.
H. drong zoo sterk bij mij aan, dat ik, na
eenig advies te hebben ingewonnen, besloot,
hem ter wille te zijn. In de laatste tien da
gen van Januari heb ik in allerijl de docu
menten, welke te Utrecht zijn gepubliceerd,
in elkaar gezet. Die documenten heb ik aan
H. doen toekomen op 29 Januari 1929 in het
café Theo te Mechelen. H. heeft daaraan
niet meer dan 5000 of 6000 francs verdiend
Hij is dan ook een idealist!
- En de fameuse zegels?
- Alleen het document-Galet is voorzien
van een zgn. droog zegel van den generalen
staf. Dit was trouwens een echt zegel. Het
stuk, dat onlangs te Utrecht is gepubliceerd,
werd getypt op papier van het departement
van Landsverdediging en draagt geen enkel
zegel. Op een bijgevoegd document echter
bracht ik met drukinkt een afdruk aan van
een 25-centimes stuk uit den oorlogstijd. Er
bevinden zich geen andere zegels op, tenzij
H. of de koopers ze erop hebben aange
bracht. Wat de handteekeningen betreft, zij
gelijken evenveel op de echte handteekenin
gen als dr. Ritter op een man met een helder
inzicht. Neen, wat de waarde van die stuk
ken uitmaakt, dat is, zooals het met merk
waardig inzicht door den voormaligen chef
van den Nederlandschen generalen staf, ge
neraal Snijders, Donderdag jl. is verklaard:
van militair wetenschappelijk standpunt zijn
de ontwikkelde projecten te beschouwen als
volkomen logisch en aanpassend bij ’t stra
tegisch doel, dat wordt beoogd. Ge ziet het:
ik wil eer bewijzen aan generaal Boem.
Nu wil ik bekennen, dat noch mijn rela
ties, noch ikzelf in den aanvang vermoed
hebben, dat Van Beuningen en zijn spion-
nenclique voornemens waren, het stuk te pu-
bliceeren.
Wat dunkt u van al het gerucht, dat
er om die publicaties is gemaakt?
Ik heb er geducht om gelachen. Stel u
voor: interpellaties in vier parlementen, ki
lometers artikelen, interviews met premiers,
diplomatieke démarches, oorlogsleuzen en
sabelgekletter, tandenknersende burgers, en
dat alles, omdat ik op een goeden dag de
E
NIEUWE SNEEKER COURANT
■■■umigNNawHaMiBRME fflarp—imiwi iiwi ■rwi
?ócr..P« pol