der gemeente Sneek Officieel orgaan I i ITALIANO SNEEKER COURANT (72e Jaargang) Woensdag 6 Maart annex Dit No. bestaat uit 2 bladen. Ofliciëei Gedeelte. Nieuwstijdingen. I geneeskrachtig I en lekker! 45e Jaargang No. 44 Eerste bla Keclauiekuiuw I De SNEEKER COURANT te een i de valsche documenten van I e s. van SI I r Uitgave KIEZE8RINK Go. stukken vervalscht heeft, dit lijkt zelfs waarschijnlijk, maar dan komen blijkbaar enkele onzer Nederlandsche autoriteiten in een leelijk daglicht te staan. Er wordt ook op gezinspeeld, vooral in de Duitsche bla den, dat Heine, die ongunstig bekend staat, door de Belgische diplomatie omgekocht is om maar te vertellen dat hij de stukken heeft vervalscht om zoodoende de tegen spraak zijner regeering te dekken. De onrust en het wantrouwen worden zoo niet weggenomen, daarom was een on derzoek door een onpartijdig lichaam als de Volkenbond kan instellen, allergewenscht. De NIEUWE SNEEKER COURANT^ is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs In de stad f 2.50, naar buiten^fr. perjpost f 3.60. Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega. Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Rijs, Oudemirdum, Wyckel, Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen. Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting. Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg. Contrdle op de oplaag toegestaan. Het Fransch-Belgische Verdrag. Nadat de chef van den Belgischen gene- ralen staf, de generaal Galet, reeds Zater dag had medegedeeld dat ook de notulen van de vergadering van de Fransche en Bel gische staf uit de duim gezogen waren en in de Belgische bladen reeds werd medege deeld dat zekere Frank Heine de vervalscher was, is deze Zaterdag op Zondagnacht door 35 agenten aan het Gare du Midi te Brussel gearresteerd. De man moet een kleinzoon van den Duitschen dichter Heinrich Heine zijn; hij bekende de vervalsching en het do cument moet gefabriceerd zijn naar het model van het oude Fransch-Russische ver drag uit den tijd voor 1914. Herremans, de redacteur van de Schelde, moet als tusschen- persoon gediend hebben bij de verkoop aan het Utrechtsch Dagblad, nadat de Duitsche spionnage centrale te Millheim het stuk had geweigerd. Het blijkt, zoo meldt de Courant het N. v. d. D., jdat de documenten te Brussel zijn ge typt. Frank Heine gaf ze met papier van het departement van Landsverdediging aan een typiste, met het verzoek, den haar overhan digden tekst op dit papier over te typen. Hierbij bevond zich behalve de later door ’t Utrechtsch Dagblad gepubliceerde docu menten ook een stuk, dat tot dusver niet het licht heeft gezien. Om de typiste gerust te stellen omtrent het feit, dat hij haar zulk een zonderlinge opdracht gaf, verklaarde Frank Heine, Belgisch officier te zijn en hij liet haar een valsch identiteitsbewijs zien. Den volgenden dag haalde Frank Heine de stuk ken terug. Toen nu de pers de onthullingen van het Utrechtsch Dagblad bracht, deelde de typiste een en ander mede aan een amb tenaar van het departement van Buitenland- sche Zaken. De politie deed daarop een huiszoeking in de woning van Frank Heine, waar zij ver scheidene documenten in beslag nam, en onderwierp diens echtgenoote aan een lang durig verhoor. Zij deelde mede, dat haar man zich in Holland bevond en nog denzelf- den nacht weer te Brussel zou arriveeren. Inderdaad kwam Frank Heine ’s nachts om 12 uur 34 aan het Zuiderstation aan, waar zijn vrouw, die natuurlijk door de po litie in het oog werd gehouden, hem op wachtte. Zij had haar hond aan een ketting bij zich. Toen het dier zijn baas zag nade ren, rukte het zich los en snelde zijn mees ter tegemoet, zoodat de politie niet de min ste moeite had, den gezochte te vinden en te arresteeren. Aanvankelijk scheen ’t, alsof hij zich wilde verzetten, doch toen hij be sefte, dat hem dit niet zou baten, ging hij gewillig mede. Ik geloof niet, zoo moet Frank Heine ver klaard hebben, dat ik een groot misdrijf be gaan heb. Ik verried België noch Frankrijk. Ik heb slechts mijn kooper beet gehad, en dat is ten slotte slechts gewone oplichting. Frank Heine overhandigde den officier van justitie Louage spontaan het origineel van 't door hem vervalschte stuk. De cijfers omtrent kanonnen, tanks enz. had hij zoo maar uit zijn duim gezogen. De namen van de’ officieren vond hij in het militair jaar boekje. De handteekeningen schreef hij zon der meer onder het stuk; een studie van de nabootsing had hij niet gemaakt. Met dezen Frank Heine had de speciale correspondent van de Soir te Amsterdam een langdurig onderhoud, in den loop waar van de vervalscher zijn euveldaad volmon dig erkende. Hij zeide steeds voorstander geweest te zijn van een nauwe Duitsch-Bel- gische vriendschap en vertelde: Ik ben nog steeds deze denkbeelden toegedaan, al vind ik wel, dat hetgeen er thans is voorgevallen ernstige gevaren heeft doen ontstaan waar door de gewenschte toenadering in de waag schaal kan worden gebracht. Toen in De cember 1927 zekere Kurt B. aan de Nouveau lour een subsidie van Hugenberg (de leider der Duitsch nationale partij) voorstelde, ben ik daarop niet ingegaan. Toen ik vernam dat tusschen de beide Duitsche spionnen Unger en Reiser en vooraanstaande frontis- ten als Ward Herremans, M. en F. geheime besprekingen plaats vonden, oordeelde ik. dat de correspondent van Der Tag in Bel gië rijkelijk ver ging. Er bestaat echter een diepe kloof tusschen politieke propaganda die in vredestijd het recht heeft zich naar alle zijden te ontwikkelen en spionnendien sten, die een schending beteekenen van het recht. Einde 1928 ontving ik een brief uit Keu len van zekeren Konrad Hauser. Deze ver zocht mij, zoo spoedig mogelijk naar Keulen te komen voor het organiseeren van een actie „in het belang van ons gemeenschap pelijk ideaal”. Lichtelijk verwonderd ging ik er heen. Men bood mij aan, in België en Frankrijk een spionnagedienst in te richten. Dit gemis aan psychologisch inzicht bracht mij van de wijs! Dus omdat ik bekend stond als Duitschgezind journalist, meende men het recht te hebben, mij als een spion te be schouwen. Men vergat dus blijkbaar, dat ik mij op het standpunt stelde, dat Duitsch- land, al kon het verschillende eischen stel len, blijk moest geven van vredesgezindheid. Het deed mij dan ook pijnlijk aan, te moeten constateeren, dat geheime organisaties den revanche-oorlog voorbereiden. Frank vertelt dan van de spionnage-voor- stellen en hoe hij gekomen was tot zijn eer ste vervalsching. Met de inlichtingen, welke ik verkregen had uit het officiéél militair journaal, van de bevoegde diensten, uit Belgische publicaties op het gebied van militaire wetenschappen, en uit buitenlandsche militaire tijdschriften, alsmede met behulp van de verdragen en protocollen der ontmoetingen van de gene rale staven van vóór den oorlog, alsook van kaarten, op schalen van 125.000, 140.000 en 150.000, naar gelang van de belangrijk- i Gevonden Voorwerpen. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 4 en 5 Maart 1929; portemonnaie met inhoud, L. Londema, Kloosterstr. 60; koperen kraan- sleutel, J. Cnossen, 2e Boschdw.str. 11in signe, J. Molenmaker, Prinsengracht 17; sleutel, Aukema, 3e Woudstraat 49; pop, wed. A. de Boer, Oude Koemarkt 23; wantje, T. van der Veer, Oppenhuizerweg 46; hand- beschermer, W. Woudstra, Singel 73; hand schoen en damessjaal, P. Broodwinder, le Frittemahovenstr. 40; doekspeld, O. Hoek stra, Jan v. Nassaustraat 13; bruine hond, A. K. Quartel, St. Nicolaasga. ij zetting stoffel ij k overschot baronesse van Harinxma thoe Slooten. Zaterdagmiddag heeft te Beetsterzwaag de bijzetting in het familiegraf plaats gehad van het stoffelijk overschot van baronesse van Harinxma thoe Slooten, echtgenoote van den commissaris der Koningin in Friesland, in tegenwoordigheid van eenige honderden belangstellenden, zoowel uit de provincie als uit and’re provinciën. Opgemerkt werden behalve tal van deputaties van vereenigingen, Ged. Staten, leden van de Provinciale Staten, bijna alle Friesche burgemeesters, en ver tegenwoordigers van het gemeentebestuur van Leeuwarden. Dr. R. Vorenkamp, die den vorigen avond in het sterfhuis een lijkdienst had geleid, sprak thans aan het graf nog een korte rede uit. De commissaris der Koningin dankte voor de bewezen eer en voor de vele be wijzen van meeleven, die hij de laatste dagen had ontvangen. Onder de bloemstukken waren er van de Koningin en de Koningin-Moeder. Door mist verdwaald. De 19-jarige Wolter en de 16-jarige Frida Vos waren Zondag om 12 uur per fiets van Naarden vertrokken teneinde over het ijs naar Marken te rijden. Nadat zij Marken bereikt hadden vingen zij den terugtocht aan doch door den mist die kwam opzetten, verdwaalden ze en heb ben ze uren lang op’t ijs geloopen. Toen ze moe werden zijn ze op een jas op het ijs gaan liggen. Toen het lichter werd ontdek- ien de beiden het licht van een vuurtoren, wat later bleek afkomstig te zijn van de vuurtoren van Urk. Soms tot de kuiten door het water wa dend kwamen zij te middernacht op Urk aan, waar ze totaal verkleumd als ze waren, werden opgenomen. Gistermorgen zijn broer en zuster weer per fiets vertrokken. De Duitsche dienstmeisj Er zijn er nog altijd verscheidene Duit sche dienstmeisjes in ons land. In 1928 werden, volgens de statistiek in Amsterdam nieuw bijgeschreven 2827 en afgeschreven 2421 HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SNEEK maken bekend: dat ter secretarie ter inzage ligt üen ver zoek met bijlagen van K. HIEMSTRA, aannemer en timmerman, aldaar, om vergunning tot het oprichten van een timmerfabriek, inwerking te brengen door 2 electromotoren van 5 P.K. en 1 electro motor van 1 P. K. in het gebouw aan den Verlengden Westersingel no. 17, kadastraal bekend gemeente Sneek, Sectie A, no. 1767; dat op Woensdag den 20 Maart 1929, des middags te 12 uur, ten gemeentehuize aldaar gelegenheid zal worden gegeven om tegen het verzoek bezwaren in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lich ten en dat zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen voor evengemeld tijdstip ter se cretarie, in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen bescheiden kennis kun nen nemen. De aandacht wordt er inzonderheid op gevestigd, dat, volgens de heerschende op vatting, slechts tot hooger beroep gerechtigd zijn zij, die voor het Gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. SNEEK, 6 Maart 1929. DIENSTPLICHT. Vrijstelling wegens broederdienst. De BURGEMEESTER van SNEEK brengt ter algemeene kennis dat van heden af ter secretarie, 2e afd., gedurende tien dagen ter inzage ligt de beschikking van den Com missaris der Koningin d.d. 27 Februari 1929, le afd. B, no. 298, waarbij 57 inge schrevenen der lichting 1930 uit deze ge meente, voorgoed zijn vrijgesteld wegens broederdienst. Tegen deze beschikking kan uiterlijk den tienden dag na de dagteekening dezer be kendmaking beroep worden ingesteld bij een met redenen omkleed verzoekschift, het welk moet worden ingediend bij den Burge meester. Door H.M. de Koningin wordt op het verzoek beslist, gehoord den Raad van State, afd. Geschillen van bestuur. SNEEK, 5 Maart 1929. grap heb uitgehaald, den Duitschers en Hol landers zand in de oogen te strooien! Het is waarlijk een grap, den kapitein-schoen- maker van Köpenick waardig. Tot zoover het verhaal van de man, die bekent de vervalschingen verricht te hebben. Het woord is thans aan het Utrechtsch Dag blad, dat gistermorgen kortweg ontkende ooit contact met een der genoemde perso nen te hebben gehad, en voorts mededeelt nimmer één cent voor de documenten te heb ben betaald. Er kan thans spoedig volledige klaarheid komen, als dit blad nu al z’n troe ven op tafel legt. Heine noemt een aantal data, het U. D. kan daartegenover de zijne stellen en bovendien afdrukken van de hand teekeningen geven, waarmee de valschheid zonneklaar zou kunnen worden aangetoond, immers de vervalscher zeide zich geen moeite gegeven te hebben deze na te maken. De zaak is met deze arrestatie, noch met de uitdrukkelijke verzekering van Kamiel Huysmans in de vergadering der S. D. A. P., Zondag te Amsterdam gehouden, dat alle stukken valsch waren, blijkbaar van de baan; want gisteravond voegde de hoofd redactie van het Utrechtsch Dagblad bij haar bericht van gisterochtend nog het vol gende: De hoofdredactie van het Utrechtsch Dag blad heeft besloten tot de publicatie van het genoemde document naar aanleiding van eene opening, haar gedaan door een hoog staande Nederlandsche persoonlijkheid, die wegens zijn persoonlijk karakter en wegens zijn officieele positie recht had op onvoor waardelijk vertrouwen. Dc hoofdredactie heeft, gelijk reeds door haar op. 26 Februari jl. is medegedeeld, het bedoelde document met eigen oogen gezien en bestudeerd, teneinde zich „in eigen ge weten” van de authenticiteit te overtuigen. Zij heeft, alvorens tot publicatie over te gaan, omtrent de echtheid der op het docu ment geplaatste waarmerkende handteeke- ning het advies ingewonnen van een hand- schriftkundige van erkende vakkennis, en zich bovendien verzekerd, dat de echtheid van het document door hoogstaande colle ga’s van ongerepten naam in zóó hooge mate waarschijnlijk werd geacht, dat zij, werd het document onder hunne berusting gebracht, niet zouden aarzelen, tot publi catie over te gaan. De hoofdredactie achtte voorts de publi catie gerechtvaardigd door de wetenschap: a. dat de bevoegde Nederlandsche overheid vóór de publicatie in de gelegenheid is ge steld, om zich, desgewenscht, van de authen ticiteit van het document te vergewissen ot te doen vergewissen; b. dat aan de verwer ving van dit document van zeer hoogstaande officieele zijde groote waarde werd gehecht c. dat betrouwbare organen der overheid, die ten deze ten volle bevoegd moeten wor den geacht, de juistheid van den inhoud als zeer waarschijnlijk aanmerken en dat één dier organen de volstrekte authentici teit van het document vóór de publicatie gewaarborgd heeft en ook zoowel na de buitenlandsche démenti’s als na het bekend worden der zgn. bekentenis, als volstrekt onaantastbaar op de stelligste wijze tegen over haar heeft gehandhaafd.” Hieruit blijkt dus niet meer of minder dan dat Nederlandsche officieele personen bij de publicatie betrokken zijn en dat één Ne- derlandsch overheidsorgaan de echtheid van het gepubliceerde stuk gegarandeerd heeft tegenover het blad en die garantie ook nu nog handhaaft! Welk orgaan is dit? Is het een der afdeelingen van onze generale staf, het eenige lichaam dat feitelijk in dezen eenige bevoegdheid kan hebben. Maar hoe zit het dan met de houding onzer eigen re geering, die toch deze staf geraadpleegd moet hebben, en na de eerste tegenspraak van Frankrijk en België reeds als antwoord op vragen van ’1 Kamerlid Heemskerk heeft medegedeeld, dat na deze tegenspraken er geen reden voor verder optreden was? E toch garandeert een harer organen nu nog de echtheid der publicatie. Het is toch wel heel duister! De bekende Rotterdammer, de heer D. G. van Beunin- gen, door de N. Rott. Crt. geïnterviewd over zijn aandeel in de affaire, zeide dat hij de stukken had verkregen, de regeering inge licht, doch geen aandeel heeft gehad in de publicatie van het Utrechtsch Dagblad. Er is niet de allergeringste twijfel aan de echt heid der stukken, en de heer van Beuningen, die ze nog bezit, is bereid een onpartijdig onderzoek in dezen te aanvaarden. Er staan onder de stukken de handteekeningen van de Belgische officieren, Galet de Belgische chef van de staf, die even hard nekkig ontkent iets dergelijks gedaan te hebben en van kolonel Michem. Er is dus allerminst klaarheid. Het is natuurlijk zeer goed mogelijk dat Heine de Griep te Enschede. De griep maakt te Enschede tal slachtoffers, tot nog toe gelukkig zonder veel ernstige gevolgen. Vooral de fonds apotheken hebben het verbazend druk. Het ziekenfonds voor Enschede en Lonneker heeft deafgeloopen week meer dan f 10.000 ziekengeld uitgekeerd. Ook eenige doctoren zijn ongesteld. Wolven. In het district Chodziejowitsj, dicht bij de Poolsche grens, heeft een groote troep wolven uit een paar dorpen 16 schapen, 9 kalveren en 2 koeien weggehaald. De boe ren hebben een klopjacht georganiseerd, waaraan acht wolven tan offer vielen. heid van het land, en van de militaire atlas sen uit de 17e en 18e eeuw (voor de inun daties) slaagde ik er in, een vervalsching te vervaardigen van een uiteenzetting van ge neraal Galet voor de gemengde commissie in 1928. Van dit stuk verklaarden de hoog geplaatste officieren, die het gedurende een maand te Berlijn bestudeerden, in Januari 1929, dat het ongetwijfeld het werk was van een groep officieren, die daaraan jarenlang gewerkt hadden. Welnu: acht dagen waren voldoende voor mij geweest. Daarna leverde ik nog twee stukken van hetzelfde kaliber aan de Duitschers, die het verkochten aan het consortium van Hugen berg. En Utrecht? Ik had, aldus Frank, de Nouveau Jour verlaten op 19 Maart 1928. Sindsdien had ik H. niet méér ontmoet. Het is een brave jongen, „deadly in earnest”, een fantast, en vol oude grieven tegen den Belgischen staat. In October 1928 kwam hij mij opzoeken en ik vernam zoowel van hem als van de Duit schers, dat hij herhaaldelijk reizen over den Rijn maakte en nauwe betrekkingen onder hield met de revanche-organisaties Stahl- helm, Jonge Conservatieven, Wehrwolf enz. Hitler’s nationaal-socialisten hadden hem geld beloofd en materiaal voor zijn kleine vliegende colonne, waarmede hij de tentoon stelling van 1930 wilde saboteeren. Jaren lang maakte hij onder den naam H. Kerlin- ga deel uit van de irredentistische organi satie van Robert Ernst, die te Straatsburg bij verstek tot 20 jaar dwangarbeid is ver oordeeld. Deze organisatie van Robert Ernst echter is slechts een onderdeel van den Ring, waarin Spahn, A. H. en Rosemayer opereeren. De Ring zorgt ,voor de agitatie in het „niet-geannexeerde Duitschland” Oud-minister Von Keudell behoort er toe, evenals staatssecretaris Von Rheinbaben. Anderzijds heeft de Ring ook den spion nagedienst onder zijn gezag, die geleid wordt door dr. Wilhelm Stengel, Hagerfeld 80 te Mülheim (Ruhr) en dr. Istert, p. a. Ziekenhuis te Elberfeld. Deze dienst, de tweede die bij ons heeft geopereerd, heeft begin 1928 jonge frontisten in zijn organi satie opgenomen, met het oog op een ge zamenlijke spionnage. H. en F. staan in voortdurend contact met Istert, Stengel en Rosemayer. In de laatste dagen van November 1928 had H. toevallig bij mij het befaamde docu- ment-Galet gezien, dat eenige dagen te vo ren naar Duitschland was gezonden. Hij had reeds twee of drie weken voordien bij mij aangedrongen op een afschrift van het militair Fransch-Belgisch verdrag van 1920 of van den brief dien Vandervelde dienaan gaande aan de Brouckère geschreven zou hebben. H. drong zoo sterk bij mij aan, dat ik, na eenig advies te hebben ingewonnen, besloot, hem ter wille te zijn. In de laatste tien da gen van Januari heb ik in allerijl de docu menten, welke te Utrecht zijn gepubliceerd, in elkaar gezet. Die documenten heb ik aan H. doen toekomen op 29 Januari 1929 in het café Theo te Mechelen. H. heeft daaraan niet meer dan 5000 of 6000 francs verdiend Hij is dan ook een idealist! - En de fameuse zegels? - Alleen het document-Galet is voorzien van een zgn. droog zegel van den generalen staf. Dit was trouwens een echt zegel. Het stuk, dat onlangs te Utrecht is gepubliceerd, werd getypt op papier van het departement van Landsverdediging en draagt geen enkel zegel. Op een bijgevoegd document echter bracht ik met drukinkt een afdruk aan van een 25-centimes stuk uit den oorlogstijd. Er bevinden zich geen andere zegels op, tenzij H. of de koopers ze erop hebben aange bracht. Wat de handteekeningen betreft, zij gelijken evenveel op de echte handteekenin gen als dr. Ritter op een man met een helder inzicht. Neen, wat de waarde van die stuk ken uitmaakt, dat is, zooals het met merk waardig inzicht door den voormaligen chef van den Nederlandschen generalen staf, ge neraal Snijders, Donderdag jl. is verklaard: van militair wetenschappelijk standpunt zijn de ontwikkelde projecten te beschouwen als volkomen logisch en aanpassend bij ’t stra tegisch doel, dat wordt beoogd. Ge ziet het: ik wil eer bewijzen aan generaal Boem. Nu wil ik bekennen, dat noch mijn rela ties, noch ikzelf in den aanvang vermoed hebben, dat Van Beuningen en zijn spion- nenclique voornemens waren, het stuk te pu- bliceeren. Wat dunkt u van al het gerucht, dat er om die publicaties is gemaakt? Ik heb er geducht om gelachen. Stel u voor: interpellaties in vier parlementen, ki lometers artikelen, interviews met premiers, diplomatieke démarches, oorlogsleuzen en sabelgekletter, tandenknersende burgers, en dat alles, omdat ik op een goeden dag de E NIEUWE SNEEKER COURANT ■■■umigNNawHaMiBRME fflarp—imiwi iiwi ■rwi ?ócr..P« pol

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1929 | | pagina 1