der gemeente Sneek Officieel orgaan IE N.V NEDERLANDSCHE HYPOTHEEKBANK 5 °lo PANDBIIEVEN a 100’1.1» (tot een beperkt bedrag) annex Uit onze Raadzaal. Nieuwstijdingen. RESERVES E 3 «DO ODD.- 5 Dit No. bestaat uit 3 bladen. 45e Jaargang Eerste Blad Mo. 85 I 2 Xaterane «I Juli awSS 01lg*T«: KIEZJEBRINK A to De SNEEKER COURANT ts een I 1 i 47i l I f f Geplaatst Kapitaal waarop gestort Hypotheken Pandbrieven B. en W. nebben den raad o. a de volgende voorstellen aangeboden: SNEEK, 16 Juli 1929. Aan den Gemeenteraad. BESLUIT: afwijzend op het verzoek te beslissen. Aldus enz. No. X 07.351.12 T(4). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot opheffing van de openbaarheid van den SneekerLeeuwarder trekweg en tot de kostelooze overdracht in eigendom van eenige gedeelten van dien weg aan de eige naren van aangrenzende perceelen. SNEEK, 25 Juni 1929. Aan den Gemeenteraad. Door den heer Ir. A. W. van der Poel en anderen is tot U het verzoek gericht ingevolge art. 7, 1ste lid, le der Drankwet, een verordening in het leven te roepen, waarbij wordt bepaald, dat aan de Stationsstraat vergun ningen voor den verkoop van sterken drank in het klein door ons niet mogen worden verleend. Wij gevoelen weinig voor inwilliging van het verzoek. De Stationsstraat zou, naar onze meening, door het in richten daaraan van een net hotel of café-restaurant op zich zelf niet in aanzien dalen, zooals in het adres wordt beweerd. Ook kunnen wij niet inzien, dat het feit dat de Stationsstraat een der hoofdtoegangswegen tot de gemeente vormt, moet medebrengen het weren aldaar van lokaliteiten waar sterke drank in het klein wordt verkocht. In tal van plaatsen zijn juist aan den hoofdtoegangsweg café’s gebouwd, die volstrekt niet ontsieren. In zooverre het verzoek op deze twee, door ons bestreden gronden rust, kunnen wij het derhalve niet als deugdelijk geargu menteerd beschouwen. Adressanten vreezen vermoedelijk, dat het in exploitatie nemen van het nieuwe veemarkt- terrein van ongunstigen invloed zal kunnen zijn op het karakter van de door hen bewoonde straat, in zooverre daardoor de mogelijkheid grooter zoude kunnen worden, dat meer inzonderheid op de exploitatie der markt inge richte café’s daar zouden kunnen verrijzen. Wij gelooven, dat deze vrees niet gegrond is. In de eerste plaats wordt aan de Smidsbuurt en aan de Almastraat voor voldoende café-ruimte gezorgd en in de tweede plaats zal een aan de Stationsstraat in te rich ten café naar onze meening nimmer eenige nering van beteekenis van de marktbezoekers ontvangen, zoolang niet een onmiddellijke verbinding tusschen markt en café tot stand is gebracht. Het eventueel verleenen van vergunning tot het maken van deze verbinding hangt geheel van Uwe beslissing af, zoodat ook uit dien hoofde bet vaststellen van een verordening als door adressanten bedoeld, niet noodzakelijk is. Wij adviseeren U tot afwijzing van het verzoek door het nemen van het volgende besluit: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het adres van Ir. A. W. van der Poel en anderen, houdende verzoek een verordening vast te stellen waarbij wordt bepaald, dat aan de Stationsstraat door Burge meester en Wethouders geen vergunningen voor den ver koop van sterken drank in het klein mogen worden ver leend; 5.750.000.- 1.102.600.— f 73.000.000.— f 70.000.000.— No. 1.761.11(4A). Advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van Ir. A. W. van der Poel en anderen, houdende verzoek een verordening vast te stellen waarbij wordt bepaald, dat aan de Stationsstraat door Burgemeester en Wethouders geen vergunning, voor den ver koop van sterken drank in het klein mogen worden verleend. ---- OPGERICHT TE VEENDAM IN 1690 gg Bij de uitgeschreven prijsvraag (ver vaardiging werkstuk) der Algemeene Ned. Uurwerkmakersbond, behaalde de heer W. Göhl, alhier, de eerste prijs. (waarmede gefusioneerd de N V. EERSTE NED. HYP. BRIEFBANK TE s ORAVENHAGE) Le NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad I 2.50, naar^buiten fr. per post f 3.60. Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Ultwellingerga, Oudega (W.), II Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega, IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg. Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Rijs, Oudemirdum, Wyckei. Contröle op de oplaag toegestaan. Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen. Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting. pen, als gevonden aangegeven op 2526 Juli 1929: boodschaptasch, de Jong, Oos- terdijk 63; bruin kinderschoentje, T. Auke- j ma, 3e Woudstraat 49; bruin dames zadel- dekje, F. van der Ploeg, Nieuwbuurt 26; bruin dames zadeldekje, S. Heijmans, Kloosterstraat 3; gummi pop, A. Smeding, N. Noorderhorne 3; hooiroede, H. de Boer, 3e Frittemahovenstraat 4. Zweminrichting. De temperatuur van het water in de Snee ker Zweminrichting was heden 18 Tot voor korten tijd werd jaarlijks voor het onderhoud van den SneekerLeeuwarder trekweg een bedrag van f 2000.— op de gemeentebegrooting uitgetrokken en voor het onderhoud van de in dien weg aanwezige bruggetjes een bedrag van ongeveer f 500. Deze bedragen waren bij lange na niet toereikend om het onderhoud ook maar op eenigszins voldoende wijze te doen plaats hebben. Om tot een bevredigenden toestand te geraken zouden onmiddellijk belangrijke kapitalen moe ten worden aangewend om weg en waltalud in behoorlijken staat te brengen, terwijl daarna jaarlijks een belangrijk hooger bedrag dan f 2000.— zou moeten worden gevoteerd voor onderhoud, indien althans voorkomen zou worden, dat de weg binnen afzienbaren tijd weder in denzelfden staat van verval zou komen te verkeeren. In een schrijven van den hoofdingenieur van den provincialen waterstaat van 22 November 1921, no. 3234, werd voor den eersten tijd als jaarlijksch bedrag voor herstel en onderhoud zelfs een som van f 10.000.genoemd. Dat het benoodigde bedrag voor onderhoud zoo hoog is, wordt in niet geringe mate veroorzaakt door de om standigheden, dat de trekvaart door stoom- en motor- booten wordt bevaren en dat de vaargeul, die door uit baggering vanwege de provincie op de noodige diepte wordt Een en ander heeft bij ons de vraag doen rijzen, of er Van deze 25 jaar werden de meeste in trekweg worden gediend, welke het aanwenden van hoo- van die som voor het onderhoud van den trekweg recht vaardigen. In 1646 werd aan Cornelis Haubois, magistraat van Sneek, „ten profijte” van die stad octrooi verleend tot het maken en leggen van de SneekerLeeuwarder trekvaart met trekweg, in welk octrooi de Staten van Friesland overwogen, dat de trekweg zal strekken ten gerieve van de ingezetenen dier provincie, zoomede van „de reisende man”, omdat langs den trekweg de schepen zullen kunnen worden getrokken „omme te spoediger en sekerder de voorgenomene reisen te voltrecken”. In het octrooi was met trekweg kennelijk bedoeld dat gene, dat van ouds onder een trekweg werd verstaan, nl. een weg, waarlangs de paarden konden worden geleid, die de trekschuiten voortbewogen, en dus niet een weg, die gebruikt zou kunnen worden voor het trekken van alle mogelijke schepen op iedere willekeurige wijze. Als trekweg in den zin van het octrooi heeft de weg in geen enkel opzicht beteekenis meer. De weg zou echter in den loop der jaren een andere beteekenis hebben kunnen verkrijgen; hij zou thans andere belangen kunnen dienen, ten bate waarvan hij redelijker wijze door deze gemeente in stand zou moeten worden gehouden en ten bate waarvan het gerechtvaardigd zou zijn jaarlijks de bedoelde aanzienlijke bedragen voor een voldoend onderhoud aan te wenden. Het is zonder meer duidelijk, dat de weg zijn beteekenis voor het verkeer verloren heeft. Hoogstens zou van een klein gedeelte, onmiddellijk bij Sneek gelegen, en van een klein gedeelte bij Schenkeschans gezegd kunnen worden, dat deze het verkeer ten goede komen, maar het overgroote deel van den weg bewijst aan het verkeer geen dienst. Uit dien hoofde behoeft voor instandhouding van den weg derhalve niet te worden gezorgd. Wel is de weg van belang voor de schippers, die hun schepen aan een lijn voorttrekken. Ook voor dit doel is de weg echter niet onontbeerlijk. Indien dit wel het geval was, zou langs elk kanaal van eenige beteekenis in de provincie een trekpad aanwezig moeten zijn, wat, het i bijkans onnoodig het te zeggen, niet het geval is. Zelfs kan worden geconstateerd, dat langs de belangrijkste en drukst bevaren kanalen trekpaden ontbreken. De aan wezigheid van een weg langs de SneekerLeeuwarder trekvaart is dus meer een toevallige omstandigheid, die aan een aantal schippers ten goede komt, dan een bewijs voor een eventueele bewering, dat langs de scheepvaar1 kanalen trekwegen aanwezig behooren te zijn. Uit het feit, dat schippers nut van den weg hebben bij het trekken van schepen, is onzes inziens bezwaarlijk een verplichting tot een dusdanig onderhoud, dat de instandhouding van den weg wordt verzekerd, af te leiden. De weg is mede van belang voor de eigenaren der achter liggende landen, die door zijn aanwezigheid bevrijd blijven van de zorg voor de verdediging tegen het water van de oevers hunner landen of van de daarop aanwezige water- keeringen. De gemeente Sneek behoeft zich echter voor dat belang geen uitgaven te getroosten. Een zorg in eenige richting drukt ten aanzien van dit punt niet op haar. Aangezien derhalve vaststaat, dat de trekweg niet meer voor zijn oorspronkelijke bestemming wordt gebruikt, dat andere belangen, in de richting van de oorspronkelijke gaande, niet zijn te behartigen, en dat het niet op den weg van de gemeente Sneek ligt te zorgen voor instandhouding van den weg ten bate van de schipperij in haar tegenwoor- digen vorm en van de eigenaren der aangrenzende landen, zijn wij tot de conclusie gekomen, dat het uit een oogpunt van goed financieel beheer niet toelaatbaar is bedragen van eenige beteekenis aan het onderhoud van den trekweg te besteden. Bij brief van 30 December 1926, no. X 07.351.5 T(2), waarvan het concept vóór de verzending voor U ter inzage heeft gelegen, hebben wij ons standpunt ter kennis van de Gedeputeerde Staten gebracht. In de besloten raadsvergadering van 25 April 1927 werd door U met onze handelwijze instemming betoond. Uitvloeisel van het ingenomen standpunt is geweest, dat voor het eerst in 1928 gebroken is met de gewoonte om op de begrooting een bedrag van f 2000.uit te trekken voor het onderhoud van den trekweg. In 1928 en ook in 1929 is voor dat onderhoud aan ons een crediet verleend van f 1000.welk bedrag uitsluitend was be stemd om aangewend te worden voor het onderhoud van de reeds genoemde gedeelten trekweg bij Schenkeschans en onmiddellijk bij Sneek, die voor het verkeer nog eenige beteekenis hebben. Wij hebben over de onderwerpelijke aangelegenheid op 13 Juli 1928 een conferentie gehad met een commissie uit de Gedeputeerde Staten. Bij die bespreking is overeen stemming in dezen zin bereikt, dat wij onderhandelingen zouden aanknoopen met de besturen van de waterschappen „De Sneeker Oudvaart” en „Het Huizumer- en Goutumei Nieuwland” en met particulieren over de kostelooze over dracht in eigendom door de gemeente aan dezen van de aan hun rechtsgebied en aan hun eigendommen grenzende gedeelten van den trekweg. De onderhandelingen met het waterschap „Het Huizu mer- en Goutumer Nieuwland” hebben nog niet tot eenig resultaat geleid. Het bestuur van het waterschap „De Sneeker Oudvaart” heeft ons medegedeeld niet bereid te zijn tot kostelooze overneming in eigendom van een gedeelte van den weg. Inmiddels was bij ons een verzoek ingekomen van het bestuur der „Vereeniging voor Dorpsbelangen”, te Schar negoutum, om verbetering te willen brengen in den toe stand van verval, waarin de trekweg verkeerde ter plaatse van de rij huizen ten noorden van de ophaalbrug over de looze overneming in eigendom van gedeelten trekweg dan trekvaart aldar. Wij hebben geantwoord, dat door deze degenen, die in het concept-besluit onder II zijn vermeld, gemeente aan het onderhoud van den trekweg niets meer zich mochten aanmelden, verzoeken wij U ons te machtigen ten koste wordt gelegd, zoodat aan het verzoek niet kon worden voldaan, doch dat de gemeente bereid was mede te werken aan een kostelooze overdracht van de desbe- 1 Het uitbreidingsplan. Naar wij vernemen hebben de Ged. Staten in hun gister gehouden vergadering het uit breidingsplan dezer gemeente aangenomen. Gevonden Voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 ’/2 en 12*/2 uur, de navolgende voorwerpen als gevonden ge deponeerd op 2526 Juli 1929: dames- rijwiel. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer- treffende gedeelten van den trekweg aan de eigenaren van de belendende perceelen. Door tusschenkomst van de genoemde vereeniging hebben nagenoeg alle eigenaren van de woningen en gedeelten open grond, behoorende tot de bebouwde strook ten noorden van de ophaalbrug bij Schar- ne goutum, alsmede de eigenaren van eenige woningen ten zuiden van die brug en van het perceel, kadastraal bekend gemeente Scharnegoutum, Sectie A, no. 1092, bewilligd in de kostelooze overneming in eigendom van de aan hun perceelen grenzende gedeelten van den trek weg. Wij stellen U voor tot die kostelooze overdracht in eigendom te besluiten. Een specificatie van deze gedeelten trekweg is opgenomen in het hierna volgende concept besluit. Oorspronkelijk waren wij van gevoelen, dat met het oog op het bepaalde in artikel 230 van de Gemeentewet deze vervreemding niet zou kunnen plaats hebben dan na de onttrekking aan den publieken dienst van de betreffende gedeelten trekweg door den Gemeenteraad van Wymbrit- seradeel. Bij nader inzien zijn wij echter tot een andere meening gekomen. De in het bedoelde artikel 230 voorkomende woorden „aan de gemeente behoorende wegen c. a.” zijn voor tweeërlei uitleg vatbaar. Door sommige schrijvers van naam (Prof. Mr. J. Op penheim in „Het Nederlandsch Gemeenterecht”, deel 1, blz. 721723, 5de druk) worden daaronder verstaan alle wegen enz., die tot het grondgebied der gemeente be hooren en door haar worden beheerd, dus ook die, waar van de gemeente niet den privaten eigendom heeft, terwijl door anderen (J. W. A. C. van Loenen in „De Gemeente wet en hare toepassing”, deel III, blz. 248249; redactie van de Gemeentestem o. a. in no. 2851-1) die woorden zoodanig worden uitgelegd, dat zij alleen doelen op die wegen enz., die tot het territoir der gemeente behooren en waarvan de gemeente tevens in burgerrechtelijken zin eigenaresse is. Het oordeel van deze deskundigen, hoewel op zich zelf van veel belang, heeft toch slechts een theoretische waarde. Met het oog op de omstandigheid, dat rechtskwestie’s, betreffende de al of niet openbaarheid van een weg als geschillen over eigendom en daaruit voortspruitende rechten ingevolge het bepaalde in artikel 154 der Grond wet bij uitsluiting tot de kennisneming van de rechterlijke macht behooren, is ten deze practisch van meer belang het feit, dat de Hooge Raad in zijn constante jurisprudentie de beperkte opvatting van artikel 230 der Gemeentewet dus dat de vorenaangehaalde woorden slechts slaan op die wegen enz. die zich over het grondgebied der ge meente uitstrekken en waarvan zij bovendien den privaten eigendom heeft voorstaat (o.a. arresten van 3 Mei 1875, 23 Maart 1906 en 15 October 1906, opgenomen in de Gemeentestem, onderscheidenlijk nos. 1245, 2849 en 2878) Duidelijk blijkt het standpunt van den Hoogen Raad uit de volgende overwegingen van zijn arrest van 15 October 1906: „Overwegende, dat art. 230 der gemeentewet echter alleen handelt over wegen, straten enz., aan de gemeente toebehoorende, en alleen het onderhoud van die werken bij art. 231 dier wet tot een gemeentelast wordt gemaakt; dat deze opvatting over de beteekenis van art. 230 niet alleen steun vindt in de daarin voorkomende woorden „aan de gemeente behoorende”, maar vooral ook in het, in het artikel voorkomend, verbod tot vervreemding, be- zwaring of verpanding, hetgeen geen andere zaken kan betreffen dan die, welke het eigendom zijn der gemeente naar het burgerlijk recht”. Met het oog op het vorenstaande zijn wij van meening, dat de kostelooze overdracht in eigendom van de be doelde gedeelten trekweg kan geschieden zonder dat deze weg gedeelten van tevoren door den Gemeenteraad van Wymbritseradeel aan den openbaren dienst behoeven te worden onttrokken. Wij kunnen nog een stap verder gaan en zeggen, dat de Gemeenteraad van Wymbritseradeel daartoe onbevoegd is. Aangezien de vervreemding van de gedeelten trekweg medebrengt, dat deze niet meer voor het publiek verkeer gebruikt zullen mogen worden, lijkt het ons wenschelijk, dat door U uitdrukkelijk wordt verklaard, dat die gedeel ten van den trekweg, alsmede de overige gedeelten daar van tusschen de grens der gemeenten Wymbritseradeel en Sneek en de spoorbrug bij Schenkeschans niet meer voor den openbaren dienst bestemd zullen zijn. Het bedoelde, overgroote gedeelte van den weg zal dan door de Ge meenteraden der gemeenten, waardoor de weg loopt, moe ten worden afgevoerd van den staat van openbare tot den gemeenen dienst van allen bestemde waterstaatswerken in die gemeenten. Wij merken reeds thans op, dat indien één of meer der Gemeenteraden medewerking daartoe mochten weigeren hetgeen niet waarschijnlijk is, daar de leggers den feitelijken toestand moeten weergeven dit voor de ge meente Sneek geen moeilijkheden kan medebrengen, omdat de leggers slechts een administratieve waarde hebben. Indien door U overeenkomstig het vorenstaande wordt besloten, meenen wij, dat de gemeente Sneek, gevrijwaard zal zijn tegen eventueele schade-actie’s, als bedoeld in artikel 1401 van het Burgerlijk Wetboek, terzake van een onrechtmatige daad, welke ten deze beweerd zou kunnen worden te bestaan in het geheel verwaarloozen van het onderhoud van den trekweg. Voor het geval nog andere gegadigden voor de koste- degenen,_ die in het concept-besluit "onder ÏI zijn vermeld, ook met die gegadigden daaromtrent te contracteeren. j Wij geven U in overweging het volgende besluit te nemen: Tot concierge van het stadhuis hebben B. en W. uit 174 sollicitanten benoemd R. Feenstra, gemeentewerkman alhier. Goedkoope cokes. Naar aanleiding van het verzoek van den Sneeker Bestuurdersbond is door Burge meester en Wethouders onzer gemeente be sloten de voorwaarden, waarop dit jaar goedkoope cokes zal worden verstrekt, in zooverre te wijzigen, dat op de thans in gekomen aanvragen ter bekoming van goed koope cokes 10 H.L. zal worden verstrekt, af te leveren in hoeveelheden van 5 H.L., in 2 der maanden Augustus, September en October 1929. Te zijner tijd zal door het gasbedrijf een nieuwe oproep voor het ver strekken van goedkoope cokes in de plaat selijke bladen worden gedaan met betrek king tot de overige 10 H.L., die in 1929 wordt verstrekt, deze 10 H.L. moet worden afgenomen in de maanden November en December 1929. Naar wij vernemen zal het bestuur van de Sneeker Zweminrichting vermoede lijk in Augustus naast de onderlinge wed strijd, tusschen haar leden en die van de zwem- en poloclub „Neptunus” een wed strijd in afstandzwemmen over 1000 M. houden. IJLST, 26 Juli. De heer S. Meinsma, gehouden, bijna overal dicht langs den weg loopt, besteller bij de posterijen, herdenkt Don- F - derdag 1 Aug. zijn zilveren ambtsjubileum, inderdaad nog belangen door de aanwezigheid van den het stadje doorgebracht. I gere jaarlijksche bedragen dan f 2000.of zelfs maar PANDBRIEVEN a 31'1, en GELDEN BESCHIKBAAR voor le hypotheek op billijke voorwaarden V rt m zxzv zv O C z> z> z4 zx M 1 zJzamzJ t— Z- .1 1 MVZ>V VrVIMVll UV 4HVVUVV Hl L1V11VTVK TT VI UVÜ KV VAIVI1V* f TVV1IXV liVl Cl Cl 1 1 W IIEUWE SNEEKER COURANT annex SNEEKER COURANT (72e Jaargang)

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1929 | | pagina 1