f gadering meent, niet de bedoeling kan hebben, om de BESLUIT: Burgemeester en Wethouders van Sneek, De Staatsfinanciën. SNEEK, 17 September 1929. 1 I De Zuiderzeewerken in het komende jaar. Aldus enz. Modeshow Het Hooghuis. De A m i c i t i a-b i o s c o o p heeft een niet blijkt te hebben verloren, aangeboden. i*die je met je medepassagier te behandelen drag van f 1,750,000 is uitgetrokken. Burgemeester en Wethouders van Sneek, P. J. DE HOOP, Burgemeester. P. S1KKES, Secretaris. F. BLOK, loco-Burgemeester. P. S1KKES, Secretaris. speelt hem parten, maar ten slotte blijkt de hotellift een prachtig ding om ad libitum op en neer te gaan, vooral als je er zelf in zit, niet alleen natuurlijk, en er voorloopig in overweging het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 10 September 1929, no. X 07.351(7); Kerknieuws. Ned. Herv. Kerk. Aangenomen naar Wor- kum ds. J P. S. C. Eerhard, te Kethel. Chr. Geref. Kerk. Bedankt voor Sneek ds. S. v. d. Molen, te Lisse. BOZUM, 20 Sept. Hedennacht is alhier de groote boereplaats, bewoond door Ste- nekes, in de vlammen opgegaan. De man was pas een half uur van een ouderavond thuis toen hij gewekt werd omdat de plaats in brand stond. Men redde zich ternauwer nood en de geheele inboedel werd een, prooi van het vuur. De plaats was eigendom van „Stania”. Alles was verzekerd. Wat de oor zaak betreft denkt men aan kortsluiting of hooibroei. De Nijme gestel mina- opger ineeg: Bij van d tegen Schai Te alasti De gistei Delft te lal De D. J. heeft eenig schoc teur i groot zjj ir gend vacci He confe lijn, I „Tel. herst over;, men van hierv 1631 lm in vc denh een ke le met Kr. v Wij de vi drad pen. Dt bezit „het Aam tasie Wij onde inde een Hi de e van de l dacl hech niet l.i geer ontk pene ten O No. X 07.351.11(49). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het sluiten van een overeenkomst met D. Boomsma betreffende de afwatering van het perceel, Sectie C, no. 2588 en over neming van een gedeelte van de perceelen Sectie C, nos. 2588 en 2507 aan den Oppen- huizerweg. zen elkaar feitelijk. Tito vindt ook Simon weder en samen treden zij nu op als Flik en Een programma, dat wel eenige wekenFlok. Graaf Luigi wordt verliefd op Sjmo- Tito is zielsbedroefd en als Simonetta, die Luigi ook lief heeft, ontdekt wat de reden is, wil zij Luigi opgeven om Tito te huwen. Tito offert echter zich zelf op, hij gunt haar Luigi doch kan zonder haar niet leven, zoo- dat hij op een avond in het circus met opzet bij een gevaarlijke toer een misstap doet en gedood wordt. Tijdens de film wordt gezongen door den bekenden baritonzanger Henri Durand. bij H.M. de Koningin beroep in te stellen tegen het be sluit van de Gedeputeerde Staten van Friesland van September 1929 no. 37, 2e afdeeling W. Simon wil dat niet en vertrekt. Tito viert te Rome triomfen onder den is, maar bovendien Jacques, de kellner. Dit naam van de clown Flik, doch is niet geluk kig, daar hij verliefd geworden is op zijn pleegdochter, welke liefde hij haar niet durft bekennen. Hij is zoo neerslachtig geworden, dat hij zich onder behandeling stelt van een zenuwarts bij wi^ hij graaf Luigi Ravelli ontmoet, die door een lichtzinnig leven ook wordt zagen we ook op de modeshow van het Hooghuis, firma Carl Stockmann alhier. De minister van financiën heeft zijn inil- lioenennota weer aan de Kamer overgelegd. Daaruit lezen wij dat, nu nauwkeurige cij fers over 1926 bekend zijn, blijkt dat dat jaar op de gewone dienst een overschot is verkregen van 75 millioen gulden. Dat kan dus nog al. Over 1927 is er een overschot van 66 millioen, over 1928 waarschijnlijk een van 53 millioen. Over 1929 wordt ook op een overschot gerekend. De raming der uitgaven voor 1930 is 612 millioen, inkom sten 621 millioen, saldo 9 millioen. Deze 9 millioen worden door den minister een spaarzaam stootkussen genoemd om den schok van 1931 op te vangen. De minister doelt hier op de inwerkingtreding van de nieuwe wet op de financieele verhouding tusschen rijk en gemeenten, welke van het rijk een offer ineens van 23 millioen gulden zal vergen, dat over twee jaar verdeeld wordt. Gezien deze toestand zal van verdere belastingverlaging niets komen. Wat de uitgaven voor 1930 betreft zij nog vermeld dat onderwijs met 9 millioen stijgt en op het nog nooit bereikte cijfer van 159 millioen gulden komt; de stijging is voor een. groot deel het gevolg van het herstel van het 7e leerplichtjaar en de wederinvoe ring van de leerlingenschaal van 1923. Voor nieuwe aanbouw voor de zeemacht wordt 9!4 millioen uitgetrokken. Vreemdelingen verkeer krijgt f 45.000 subsidie, voor zuige lingenbescherming wordt f59.500, voor ge zondheids- en vacantiekolonies f 100.000 meer aangevraagd dan het vorig paar. Wat de inkomsten betreft: de grondbe lasting is geraamd op 21 millioen ruim; per- soneele belasting f 27.500.000, inkomsten belasting 80 millioen, vermogensbelasting 14 millioen, dividend- en tantièmebelasting 20 millioen; invoerrechten 65 !A millioen, statistiekrecht 4’// millioen, zoutaccijns 1.8 millioen, op geslacht 12 millioen, op wijn 2.7 millioen, op gedistilleerd 37 millioen, op bier 15 millioen, op suiker 47.8 millioen, op tabak 26 millioen; registratierechten 30 mil- loen, zegelrechten 26!A millioen, successie rechten 42 millioen. Ons volk betaalt dus alleen op levensbe hoeften als zout, suiker, geslacht, ruim 60 millioen belasting, dat is van wat het aan inkomstenbelasting opbrengt. bontmanchet en onder langs de mantel een bontrand ontbraken zeer dikwijls niet. Ook eenige bontmantels werden getoond. Bij een en ander werden chapellerie en gegarneerde hoeden eveneens uit de eigen collectie der firma gedragen. Ververschingen werden de vele bezoeksters aan deze show, die dus haar aantrekkingskracht op het publiek nog nog niet uit wilt komen, omdat de zaketg of, indien wel bezwaren zijn ingediend, zoodra bij eind beslissing de wijziging van den ligger, al dan niet gewij zigd, is vastgesteld. 5. Gedeputeerde Staten kunnen het aanbrengen van wij zigingen, als in alinea 1 aangegeven, gelasten.” Jubileum. Vrijdag 27 Sept, gedenkt de lieer A. Smi- nia het feit dat hij 5Ó jaar geleden bij de fa. Jan Bakker Szn. in dienst'track Het zal den ijverigen jubilaris dien dag zeker niet aan bewijzen van belangstelling ontbreken. met uitvoering van verschillende ver- Directeur Sneeker Muziekcorps. In de Memorie van Toelichting tot de Be- grooting van het Zuiderzeefonds geeft de Minister van Waterstaat een uitvoerig over zicht van de berekeningen van de kosten van de Zuiderzeewerken. De kosten voor den afsluitdijk, die in 1926 op 90 millioen gulden waren geraamd, zullen naar de thans bekende gegevens, plus minus 128 millioen gulden bedragen met inbegrip van de kosten der werken verband houdende met de afsluiting. Evenals vorige ramingen kan ook deze niet als absoluut vaststaande worden beschouwd. De mate van betrouw baarheid der thans verstrekte cijfers ver schilt echter belangrijk bij de vroegere en voorshands valt niet te verwachten, dat de ramingen zullen worden overschreden. Voor de siuizeh beoosten Wieringen waarvan de bouw vermoedelijk in 1930 ge reed zal komen wordt een bedrag van f 6.800.000 noodig geacht, voor de sluizen op het Kornwerderzand, waarvan de vol tooiing in 1930 kan worden tegemoet ge zien, wordt f 5.400.000 aangevraagd. Het eiland op het Breezand zal in dit begroo- tingsjaar vermoedelijk gereed komen. In aansluiting daaraan zullen in 1930 op het Breezand een tweetal vakken van den af sluitdijk gemaakt kunnen worden, waarvoor f 6.400.000 wordt noodig geacht In 1930 zal dan ook voortgegaan moe ten worden met den aanleg van een dijk- wal tusschen het Gaatje en de Vlieter, waarmee reeds in 1929 werd begonnen. De beteugeling van de geul, genaamd de Mid- delgronden, zal waarschijnlijk in dit jaar gereedkomen; in 1930 zal dan moeten wor den voortgegaan met de beteugeling van geulen in de lijn der afsluitdijk, waarna dan in de eerste plaats het Gaatje en de geul bewesten de Middelgronden in aan merking komen. Verder worden gelden aan gevraagd voor de verhooging van zeedijken in Friesland en op de Noord-Hollandsche eilanden, uitbreiding der bezinking langs de Heldersche zeewering, verbetering der haventoegangen langs de af te sluiten Zui derzee, waaronder ook van het Zwolsche diep. De dijk WieringenMedemblik zal ver moedelijk in 1929 gereed komen. Voor af werking van den dijk langs het boezem- meer wordt nog op een uitgaaf van f 120.000 in 1930 gerekend. Voor het droogmalen van den polder, waarmede, naar gehoopt wordt, tegen het einde van 1929 zal kunnen worden begonnen en dat dan vóór het einde van 1930 voltooid zal kunnen zijn, is voor dat jaar gerekend op een uitgaaf van f 600.000, terwijl dan in dat jaar ook reeds kan worden begonnen Op grond van dit artikel hebben wij ons tot het bestuur van het waterschap gewend met het verzoek om de aan de gemeente Sneek toebehoorende perceelen kadastraal bekend sectie- D nos. 764 en 898 (later vernummerd tot 905) van de liggers van het waterschap af te voeren, als hebbende deze perceelen geen belang meer bij de ver plichting waarvoor de liggers gelden. Het bestuur heeft onder dagteekening van 15 April 1929 op dit verzoek afwijzend beschikt. Het voert aan, zonder zelfs maar te trachten daarvoor eenig bewijs bij te brengen, dat „de genoemde perceelen op den boezem van het waterschap afwateren en alszoodanig wegens bemaling zijn belast.” Tegenover deze bewering sta onze pertinente mededee- ling, dat deze perceelen in het geheel niet meer op den boezem van het waterschap loozen; geheel hun eigen rio- leering hebben die uitmondt in de Stadsgracht bij de Oos- terpoortsbrug, zoodat de overweging in het besluit van het waterschapsbestuur als een volstrekte onjuistheid moet worden beschouwd. Met betrekking tot de plaatsing van deze perceelen op den vaartenligger wordt door het bestuur overwogen: „dat ten aanzien van de indeeling der perceelen in de afdeeling „Vaarten”, de perceelen nummers 905 en 764, als grenzende aan de Oudvaart, welke in onderhoud is bij het waterschap, terecht zijn» ingedeeld; dat adressante tegen deze indeeling aanvoert, dat deze perceelen geen belang bij de vaarten hebben, omdat zij niet afwateren op den boezem van het waterschap, dit in geen geval een motief is om in die indeeling wijziging aan te brengen”; Ook van deze overwegingen valt weer te zeggen, dat zij óf met de feiten in volstrekte tegenspraak zijn, óf deze niet juist weergeven. In strijd met de feiten zijn deze overwegingen in zoo verre er in wordt gezegd, dat het perceel no. 764 grenst aan de Sneeker Oudvaart. Dit is niet het geval. Een niet juiste weergave vindt plaats in zooverre verzwegen wordt dat het gedeelte van perceel no. 905 dat aan de Oudvaart grenst openbare straat is (1ste Oosterkade) en dienten gevolge niet omslagplichtig. In het besluit van het waterschapsbestuur komen verder nog de volgende overwegingen voor: „dat het afwateren van de perceelen op den bemalings- boezem misschien minder vlug gaat, doch dat de oorzaak hiervan is gelegen in het dempen der slooten waarvan in het bezwaarschrift melding wordt gemaakt en door adres santen zelf is uitgevoerd; dat door adressante en een voorganger in den eigendom van het perceel nommer 764, blijkens eene in het archief van het waterschap berustende verklaring, geregistreerd te Sneek 22 December 1927, in bedoelde demping hebben toegestemd en verklaard af te zien van iedere actie tegen het waterschap wegens onvoldoende bemaling.” Welke de beteekenis van deze beide overwegingen is, is ons ten eenenmale een raadsel. Het had op den weg van het waterschapsbestuur gelegen kort en klaar met feiten aan te toonen, dat de genoemde perceelen der ge meente belang hebben bij eenige werkzaamheid van het waterschap, waarvoor een aanslag is opgelegd, opdat ook aan ons het gerechtvaardigde van deze aanslag zou zijn gebleken. In plaats van dit te doen neemt het een beslis sing waarin elk wezenlijk argument ontbreekt, die daaren boven nog volstrekt onjuiste mededeelingen behelst en die ten slotte in haar opzet zoo verward is, dat de bedoeling niet kan worden vermoed. Alleen in één opzicht is de be schikking duidelijk, het waterschapsbestuur wil geen af stand doen van de ontvangsten die het tot dusverre voor de betrokken perceelen ontving. Wij hebben tegen deze beslissing beroep ingesteld bij de Gedeputeerde Staten. Bij besluit van 2 September 1929 is dit beroep afgewezen. De overwegingen waarop deze afwijzing is gegrond luiden als volgt: 1. Overwegende, dat de adressanten hun verzoek gron den op de overweging, dat hunne perceelen hun belang bij het waterschap resp. bij de bemaling en bij de vaarten, verloren hebben; 2. Overwegende, dat door de oprichting van het water schap de Sneeker Oudvaart door de Staten in beginsel besloten werd, dat zoowel de bemaling der landen als het onderhoud der vaarten in het vervolg uit één hand zoude geschieden, waardoor de bestaande waterschappen, ge legen binnen de grenzen van het nieuw-opgerichte water schap, worden opgeheven en de binnen die grenzen gelegen particuliere polders tevens vervielen; 3. dat zij die destijds tegen opname van eene of meer hun toebehoorende perceelen in het waterschap waren, in de gelegenheid zijn gesteld, zich daartegen te verzetten, terwijl, indien men dit verzuimd heeft of de ingebrachte bezwaren niet gegrond zijn bevonden de betreffende per ceelen .daaronder ook die van adressanten, zijn gebracht onder waterschapsverband, dat alzoo in zooverre als een dwangverband moet worden aangemerkt; 4. dat ontslag uit dat verband alleen kan geschieden op reglementair vastgestelde wijzen; 5. dat, hoe ook de feitelijke toestand, ten opzichte van het belang der perceelen van adressanten bij de water- schapswerken, sinds de plaatsing van die perceelen op de liggers, veranderd moge zijn, die verandering heeft plaats gevonden, zonder dat van tevoren door reglementswijziging de betrokken perceelen aan het waterschapsverband waren onttrokken, en zonder dat daarbij de reglementaire voor schriften zijn in acht genomen; 6. dat hoe ruim men de strekking van art. 93a van het waterschapsreglement ook wil nemen, het, naar deze ver- mede het aan de gemeente toebehoorende perceel, kadas traal bekend gemeente Sneek, Sectie C no. 2589 is be zwaard ten behoeve en ten nutte van het perceel, kadas traal bekend gemeente Sneek, Sectie C, no. 2588, wordt opgeheven en de gemeente zich verbindt op te hoogen tot 1 F. Z. P. een gedeelte van het perceel Sectie C. no. 2588, op aangehechte teekening door kruisar^eering aangeduid. II. van D. Boomsma te Sneek in eigendom over te nemen een strookje grond, behoorende tot de perceelen, kadas traal bekend gemeente Sneek, Sectie C, nos. 2588 en 2507, lang 11 Meter, breed 3 Meter, grenzende aan den Oppen- huizerweg, voor den prijs van f2.50 per M? en onder voorwaarde, dat het aanwezige hek van gemeentewege wordt teruggeplaatst tot op 10 Meter afstand uit de as van den weg en wordt verlengd met 4 Meter. Aan den Gemeenteraad. In Uwe vergadering van 9 September 1929 werd onder no. 20 o.a. besloten tot het doen opspuiten ter hoogte van 1 Meter F. Z. P. van een gedeelte, groot ongeveer 1800 M2 van het perceel, kadastraal bekend gemeente Sneek, Sectie C, no. 2589, gelegen aan den Oppenhuizer- weg en de Houkesloot. Dit perceel is bezwaard met de erfdienstbaarheid van waterafloop ten behoeve en ten nutte van het aangrenzen de perceel secctie C, no. 2588, in eigendom toebehoorende aan D. Boomsma, alhier. De voorgenomen opspuiting maakt het noodig dat het bezwaarde perceel van deze erfdienstbaarheid wordt ontheven en dat op andere wijze in de afwatering van het terrein van D. Boomsma wordt voorzien. De Gemeente-architect is in verband hiermede met den eigenaar in overleg getreden. Deze bleek bereid zijn medewerking aan de opheffing te verleenen, mits de gemeente een gedeelte van zijn perceel (op de bijgevoegde kaart nader aangeduid) ophoogt. Hierdoor zou dit, even als het overige deel, op het buitenwater kunnen loozen. Deze ophooging, welke tegelijk met de opspuiting van het naastgelegen perceel kan geschieden, eischt slechts enkele tientallen kubieke meters zand. Deze oplossing komt ons aannemelijk voor. Bij den verkoop van een deel van het perceel sectie C, no. 2589, aan de firma W. Borneman’s vernis- en verf- fabrieken, ingevolge het in den aanhef genoemd raads besluit, werd bepaald dat de overdracht zich aan de zijde van den Oppenhuizerweg niet verder uitstrekt dan tot op een afstand van 10 Meter uit de as van den weg. De be doeling, die bij het stellen van deze voorwaarde voorzat, was om voor een eventueele wegverbreeding de beschik king over voldoende terrein te hebben. Een dergelijke breedte is reeds toegepast voor de perceelen van de firma Joustra en den heer Dijkstra. Voor het aangrenzend per ceel van den heer Boomsma geldt het aangevoerde motief natuurlijk in gelijke mate. Nu toch met den eigenaar daar van onderhandelingen werden gevoerd, is ook'dit punt daarin betrokken. De heer Boomsma is genegen aan de gemeente in eigendom over te dragen een strookje grond, behoorende tot de perceelen sectie C, nos. 2588- en 2507, lang 11 en breed 3 Meter, voor den prijs van f2.50 per M’, in totaal dus voor f 82.50. De gemeente moet dan echter zorgdragen voor verplaatsing en verlenging mei 4 Meter van het aanwezige hek. Het belang dat met deze overdracht wordt gediend, rechtvaardigt naar onze meening, wel de vrij geringe uit gaaf, welke van de gemeente wordt gevraagd. Onder overlegging van het rapport van den gemeente- architect stellen wij U navolgend besluit voor: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 September 1929, no. X 07.351.11(49); BESLUIT: De titel pakt en de film pakt. Ais larry Liedtke een rol vertolkt, waar in h j isselend smoor verliefd, wanhopig te vullen. Wat er zoo al weer aangeboden bedroefd, diep beleedigd en zeer gevleid kan doen, dan is de film als op hem geschreven. .nsugiiuio, .ini.a van oiuvniiiaiiu amici. De overgang van diepen ernst tot uitbun- gro°t succesnummer in „Lach Clown, lach Getoond werd een groote reeks japonnen, dige pret teekent zich op zijn gezicht af met met niemand minder dan Lon Chaney in de waarbij het velours chiffon en velvet im- mathematische nauwkeurigheid en je zouhnnfHrni van Tito de clown, die. als hu met primé overheerschten; eenige modellen op (haast geneigd zijn de tussciieiisiemmingeiv-<=>-■ --- - eigen atelier vervaardigd trokken zeer de 1 met cijfers aan te geven, zoo regelmatig isBij Rome een vondelinge vindt, aandacht, niet het minst om de lage prijs; j het verloop. 'ritn v,nH h" bij prachtige avondtoiletten zagen wij de 1 Harry Liedtke als Jacques de kellner en Carmensjaal, Isabella- en Zandvos gedra- als graaf Leiski, ex-officier van de Russi- voor zooveel noodig onder voorbehoud der goedkeuring van de Gedeputeerde Staten: I. met D. Boomsma te Sneek een overeenkomst te slui ten, waarbij de erfdienstbaarheid van waterafloop, waar- ingelanden vrijheid te geven, den in verband met de op- I richtingsprocedure in het leven geroepen rechtstoestand eigenmachtig te niet te doen; 7. dat deze vergadering dan ook van oordeel is, dat gemeld artikel voor een geval als waarin de perceelen van adressanten verkeeren, niet van toepassing kan zijn; 8. dat dus de verzoeken om afvoering van genoemde perceelen van de waterschapsliggers om bovenstaande redenen moeten worden afgewezen; 9., dat de hoofdingenieur het gewenscht acht, deze per ceelen door grenswijziging buiten het waterschap te sluiten; 10. dat deze vergadering niet bereid is, tot zoodanige grenswijziging) hare medewerking te verleenen, zoolang niet door de eigenaren met het waterschapsbestuur over eenstemming is verkregen omtrent de voorwaarden waar onder dit zal kunnen plaats vinden.” Alvorens op deze afwijzende beschikking meer in bij zonderheden in te gaan, willen wij twee punten voorop stellen. En wel ten eerste dit, dat in de beschikking van Gedeputeerde Staten geen enkel der zgn. argumenten van het bestuur is overgenomen. Aangenomen mag derhalve worden, dat de feiten zooals die door ons zijn gesteld, juist zijn, waaruit dan voortvloeit dat de poging tot „weer legging” van het waterschapsbestuur is mislukt. En ten tweede dit: Art. 93a van het waterschapsregle ment zegt zonder eenig voorbehoud, dat een perceel in het waterschap, dat zijn belang verliest bij de verplichting waarvoor een ligger geldt, van deze ligger moet worden afgevoerd. De Gedeputeerde Staten erkennen, dat dit hier het ge val is. Niettemin blijven zij plaatsing op den ligger hand haven. Een reclamant mag, naar wij meenen, in zoo’n geval pretendeeren, dat hem volkomen duidelijk wordt gemaakt waarom deze tweestrijdigheid toch „recht” is. Gedeputeerde Staten achten zich als rechtsprekend college verantwoord, door aan dit, de geheele situatie beheer- schende punt, simpel de overweging te wijden die wij hiervoor met 6 hebben genummerd, een overweging die blijkbaar opzettelijk zoo in de ruimte is gehouden, dat men er alle kanten mee uit kan en die in haar slotbewoordin- gen wij komen daarop nog terug bovendien onjuist is. Is het verwonderlijk dat een dergelijke overweging iemand doet denken aan het bekende „kluitje in het riet”? Er wordt wat o. i. de eerste taak van het College zoude moeten zijn geweest in de beschikking geen enkele op argumenten gegronde poging gedaan om het belang der perceelen bij waterschapsbemoeiïng aan te toonen. Wij wenschten dit nog eens met nadruk te consta- teeren. Welke zijn dan de gronden, die de Gedeputeerde Staten er toe hebben geleid, hun afwijzende beschikking te nemen? Wij meenen deze als volgt kort te kunnen samen vatten. De betrokken perceelen zijn eenmaal op wettige wijze onder waterschapsverband gebracht, uit wdlk verband slechts ontslag kan plaats hebben op reglementaire wijze. Een poging daartoe is niet gedaan. Slechts zou zijn ge tracht den naar de regelen der wet in het leven geroepen rechtstoestand eigenmachtig te niet te doen. Naar onze meening berust deze geheele redeneering op een onvoldoende onderscheiding tusschen rechtstoestand en belang. Het is zeer wel mogelijk het reglement van „De Sneeker Oudvaart” veronderstelt het in art. 93a met zooveel woorden dat een perceel ligt binnen het rechts gebied van het waterschap en toch bij de bemoeiingen geen belang heeft en dus niet op een ligger mag worden gebracht. De grenzen van het waterschap „De Sneeker Oudvaart” loopen in onze gemeente o. a. langs de le en 2e Oosterkade en langs de Leeuwarderkade. Dit stuk van het rechtsgebied van het waterschap omvat een deel van de bebouwde kom der gemeente, terwijl toch voor de aan deze straten liggende perceelen geen aanslag wegens waterschapslasten is opgelegd. Zoo goed een perceel na de totstandkoming van een ligger daarop kan worden gebracht indien beldng bij wa terschapsbemoeiïng ontstaat, zoo goed kan ook gelijk in het onderwerpelijke geval het tegendeel plaats heb ben. Met eenige verandering in rechtstoestand heeft dat niets te maken. Kan dan elke ingeland die eenmaal binnen waterschaps verband is gebracht, op welke wijze die hem goeddunkt, trachten onafhankelijk van de bemoeiingen van het water schap te worden en dan afvoering van den ligger preten deeren? Zoo in het algemeen gesteld zouden wij deze vraag niet bevestigd durven te beantwoorden. Maar zoo ligt de zaak hier opk niet aan. Het behoort tot de normale taak van de gemeente te zorgen voor stelselmatige uitbreiding van haar bebouwde kom; het behoort tot haar taak, door een goede water afvoer te bewerkstelligen, zorg te dragen voor goede hygiënische verhoudingen. Welke toestanden er geboren worden als een deel der bebouwde kom zijn huiswater loost op een waterschapsboezem, daarvan levert onze eigen gemeente sprekende voorbeelden. De gemeente is met te doen, wat zij deed, volkomen gebleven binnen de perken harer normale bevoegdheid en heeft daardoor veroorzaakt, dat de vraag van het „belang”, zooals art. 93a van het waterschapsreglement die stelt, onder dat normale licht moet worden bezien, wat de Gedeputeerde Staten niet hebben gedaan. Van eenige „eigenmachtigheid” in den zin* als Gedeputeerde Staten dit bedoelen, is geen sprake. Wij meenen, dat op den wenk, waarbij in overweging is gegeven, om te trachten met het waterschapsbestuur overeenstemming te verkrijgen omtrent de voorwaarden waarop grenswijzi ging zou kunnen plaats hebben, niet moet worden inge gaan. Daardoor zou de kwestie waarom het hier gaat slechts worden vertroebeld. Op de gronden in dit voorstel ontwikkeld geven wij U Bioscoopnieuws. De Bioscoop bij de Waag opent Het weer schijnt zich nu te hebben aan- het seizoen met de schlager „Ich küsse ihre gepast aan de modeshows hier. Pas hebben 'hand Madame”. De Telegraaf schrijft: we die immers achter den rug of het weer is zoo, dat de dames zich zullen haasten haar garderobe voor herfst en winter aan kavelingswerkzaamheden op de het eerst drooggevallen gronden, zooals het afwer- Benoemd tot directeur van „Het Sneeker ken van kanalen en tochten, het maken van Muziekcorps” de heer B. H. Vastennout, kavelslooten, wegen, bruggen enz., welke muziekleeraar alhier, in de plaats van den werken reeds in den loop van 1930 moeten heer P. Gaillard, die wegens gezondheids-1 worden voorbereid, waarvoor reeds een be- redenen is afgetreden. hebt, te urgent en te belangrijk zijn om uit zenuwziek is. Zij worden vrienden en gene- te stellen of in het bijzijn van anderen af te doen. Een programma, uai wei eenige weKen riuK. uraai imigi vvuiui vcmciu „p omiu- repertoire zal houden, want het aantal Am- netta en vraagt haar ten huwelijk. De clown sterdamsche bewonderaars (en -sters) van Harry Liedtke loopt in de tienduizenden.” urigheid en je zou i hoofdrol van Tito de clown, die, als hij met tusschenstemmingenh’.n collega Simon door het land trekt dicht k l-v«. z-xzn-1 zirtl <nrrn CCfl rxlClIl meisje. Tito houdt het kind bij zich en Si mon gaat daarmee accoord als het kindje naar hem Simonetta^ wordt genoemd. Jaren Harry Liedtke als Jacques de kellner en carmensjaal, isaoena- en zandvos gedra- ais graat Leiski, ex-otticier van de Kussi- l,aa' "C1H gen. Uit de voorgedragen mantels bleek dat sche garde te St. Petersburg is in beide gaan voorbij en als Simonetta volwassen is bont niet kan worden gemist; op de groote rollen in staat de harten der dames te ver- w‘' de circusdirecteur dat zij met de twee kragen vaak een bontgarneering, ook de overen en doet dat ook. Als echter-de ware ^optreden in een nummer, doch Josephine opdaagt, heeft hij vergeten te ver tellen, dat hij niet alleen Russische graaf j 2 «SC-..3 f f

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1929 | | pagina 2