der gemeente Sneek
Officieel orgaan
DE MOORDENDE STRAAL
door
„SAPPE R”.
8
Dit No. bestaat uit 3 bladen.
Nieuwstijdingen.
FEUILLETON
T
V
9 October 1999
(72e Jaargang)
Pijn in rug
en lendenen
Kloosterbalsem
46? Jaargang
1
Ma. 3 Eerste Blad
SiSgav»; KI EZ EB RINK
De SNEEKER COURANT is een
Afscheid van Kapelaan Verhoef.
„Ons Noorden” schrijft:
voor een ver-
(Wordt vervolgd).
„Om het behoorlijk te doen, zullen wij
mischien drie of vier dagen noodig hebben
en de-noordelijke kust is vol rotsholen. Zoo-
dra iemand iets ontdekt, wordt er onmiddel
lijk bericht gezonden naar ’t hotel. Voor alle
zekerheid moeten wij allen iederen avond
naar hier terugkeeren.”
Wij lootten om ons vak, en ik trok het
middelste, dat in het Noorden bij de kust
lijn ter weerszijden van Gurnard’s Head
eindigde. Daar ik eenig talent voor schilde
ren had, besloot ik mij als landschapschil
der voor te doen. Ik kocht dus de noodige
schildersbehoeften, hing een Zeiss veldkij
ker over mijn schouder, en begaf mij op
weg. Ik had mij voorgenomen mijn strook
.te bewerken van het Noorden naar het Zui-
bende zich hier bevond, zij de voorkeur ge
geven zou hebben aan het eenzame Noor
den of midden, boven het betrekkelijk dicht
bevolkte gedeelte in de nabijheid van Pen
zance zelf.
Het weder was schitterend, en een lief
hebber van wandelen zijnde, meende ik een
zeer aangenamen vacantiedag in het voor
uitzicht te hebben. Ik moet eerlijk bekennen,
dat ik het optimisme van de anderen niet
deelde. Het kwam mij. voor dat wij, in aan
merking genomen dat er vier maanden ver-
loopen waren, te veel op een los daarheen
geworpen gezegde vertrouwden.
Daar dit geen reisgids is, zal ik mijn le
zers niet met lofredenen op het landschap
vervelen. De granietklippen waren door den
tijd gedurende tallooze eeuwen grillig ge
slepen en getand; de woeste, ruige heuvels,
die zich overal verhieven dat alles is te
goed bekend om een nadere beschrijving
door mijn pen te vereischen. En hoe ver
laten was het er! Hier en daar een oude
mijnschacht tin, vermoedde ik, of koper.
Geen voordeel meer uit te halen; zelfs de
moeite niet meer waard, de oude machine-
riën af te takelen.
Door het bestuur der Middenstands
Onderlinge (Bedrijfsverzekering ter uitvoe
ring van de Ziektewet) is aangesteld als
Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door
Jhr. R. H. G. NAHUYS.
in Londen naar dien man heb uitgekeken.
Ach, hemel! Al die borrels, die ik in „De
Drie Koeien” door mijn keel gegoten heb!”
„Wat zeg je!” riep ik uit. „Zijt ge daar
mede bezig geweest?”
„Daarmede en met niets anders. En
toen kwam ik hem vanmorgen toevallig in
de nabijheid van je kamers in Clarges Street
tegen. Evenwel, het loont de moeite; einde
lijk hebben wij een uitgangspunt.
„Hoe bedoel je dat?” vroeg ik, een weinig
overbluft.
„Lands End, man Lands End,” riep hij.
„Ik schopte bijna mijn bureau omver, toen
hij dat voor de eerste maal noemde. Then
verzocht ik jou om hier te komen; ik wilde
vertegenwoordiger voor Friesland de heer
L. J. Schweigmann alhier.
Gevonden Voorwerpen.
Aanwezig aan het bureau van politie,
Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op
alle werkdagen tusschen IP/2 en 12/2 uur,
de navolgende voorwerpen als gevonden ge
deponeerd op 7 en 8 Oct. 1929: rijwielbe-
lastingmerk; mantelceintuur.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 7 en 8
Oct. 1929: regenscherm, J. Hiemstra, J. W.
Frisostraat 35; haargesp, Wouda, Looxma-
straat 46; duif, KI. Faber, Lijnbaansbuurt.
Nijpend plaatsgebrek in het Academisch Zieken
huis te Groningen.
Op de vergadering van de afd. Groningen
vJh de Vereen, voor Nederlandsche ge
meenten kwam o.a. te berde het nijpend
plaatsgebrek in het Academisch Ziekenhuis
te Groningen.
Kankerpatiënten wachten soms maanden
op opname, breuklijders moeten minstens
een jaar wachten. In spoedeischende geval
len wordt meestal direct geholpen, maar in
het algemeen is er zoo’n tekort aan plaats
ruimte, dat vele dokters uit de provincie,
met de patiënten die geopereerd moeten
worden, maar liever direct naar een andere
inrichting gaan, omdat toch niet op opna
me kan worden gerekend.
Pijnlijk was bepaald te moeten hooren,
dat eenige keeren na langen tijd pas
bericht kwam van den directeur van het
ziekenhuis, dat er „nu” plaats was, als de
patiënt(e) echter inmiddels reeds overleden
was.
Besloten werd een overzicht van de in
gekomen klachten ter kennis te brengen van
de besturen der stad Groningen, der pro
vincie Groningen, de commissie van beheer
van het ziekenhuis en de regeering.
Tien October moet de kachel staan!
In October, of eigenlijk bij den eersten
bedenkelijken temperatuurval, zal de gemid
delde mensch des avonds hartelijk naar een
vuurtje verlangen, als de thermometer over
dag geen 54 gr. F. (12 gr. C.) meer heeft
kunnen halen.
Wil men ongerief voorkomen, dan moet
de kachel op 10 Oct. staan, want na dezen
datum kan men verwachten, dat er verschei
dene dagen komen, waarop die tempera
tuur van 54 gr. Fahr., welke veilig voor
ieder als het stookpunt kan worden be
schouwd, niet „gehaald” wordt. Aldus
schrijft de N. Rt. Ct.
naar Lands End gingen, dat weet de hemel
alléén. En wat zij daar weten, wil ik ook te
weten komen. Ik heb de andere jongens
reeds gewaarschuwd; Toby, Peter en Ted
gaan met ons mede. Algy blijft achter om
de wacht over het fort te houden.”
„En McIver dan?” vroeg ik.
Drummond vertrok zijn gezicht tot een
grijns.
„Mclver gaat niet graag uit Londen,” zei
hij. „En mochten wij dien boschjesman ont
moeten, dan weet ik zeker, dat Mac mijn
■genoegen bederven zou. Wanneer kun je
vertrekken?”
„Nu begon ik, in twijfel.
„Na de lunch?”
„Ik zit in een tamelijk belangrijk proces.”
„Laat dat proces naar de maan loopen.” den, overtuigd als ik was, dat indien de
Ik volgde zijn raad, en na de lunch ver
trokken wij. Wij gingen in den Hispano en
brachten den nacht te Exeter door.
„Toeristen zijn wij, jongens”, deelde
Drummond ons mede. „Daar geven wij ons
voor uit. Voor een bezoek aan Penzance.
Daar zullen wij ons hoofdkwartier opslaan”.
Aldus kwamen er den 6en September te
vier uur ’s middags vijf toeristen te Pen
zance aan en namen hun intrek in een ho
tel. Doch mocht egp van mijn lezers die in
dat bekoorlijke plaatsje woont, den lust in
zich voelen opkomen, de hotelregisters na
te pluizen om onze namen op te zoeken,
dan zal hij die niet vinden. Verder, wil ik
opmerken, dat onze brave waard te Exeter,
de vijf mannen, die te Penzance uit den
Hispano stapten, niet herkend zou hebben.
Wij mochten geen enkele kleinigheid over
het hoofd zien, en althans Drummond en
ik zouden met zekerheid door de bende her
kend worden, zelfs al deed zij het de ande
ren niet.
Den volgenden dag verdeelden wij ons.
Het plan waarvan wij besloten hadden uit
te gaan, omvatte het afzoeken van de ge-
heele streek ten Westen van een lijn, ge
trokken van St. Ives tot Mount’s Bay. Wij
verdeelden dit terrein in vijf nagenoeg ge
lijke strooken, met behulp van een stafkaart
op groote schaal, terwijl ieder vak ongeveer
tien vierkante mijlen besloeg.
liefde. Dank moeten wij brengen aan
r.
gesteld. Nogmaals breng ik dank aan U
allen voor alles en breng ik tevens mijn
dank aan den Goeden God en wil hier mijn
dank samenvatten in de woorden: Geloofd
zij Jezus Christus!
De Parochianen werden nu in de gele
genheid gesteld persoonlijk Pastoor Ver
hoef de hand te drukken ten afscheid, van
welke gelegenheid alle aanwezigen gebruik
maakten. Zooals we dat van Kapelaan Ver
hoef gewend zijn, had Z.Eerw. voor ieder
zonder uitzondering nog een hartelijk
woordje en een gullen lach. Z.Eerw.
wenschte dit niet als een afscheid voor
goed te beschouwen, maar hoopte allen
nog eens in Makkum terug te zien!
Naar wij vernemen werd de cassette met
tafelzilver door de parochie den pastoor
aangeboden, geleverd door den heer Henri
van Esch.
„Geen goud
zoo goed"
hoogachting doen verwerven. Het was voor
ons allen prettig met hem om te gaan en
hij wist op prettige wijze ernstige zaken te
bespreken. Daarvoor zijn we hem dank ver
schuldigd. Ik hoop dat hij, die hier zoo aan
genaam en nuttig heeft gewerkt, ook in zijn
nieuwe parochie met blijdschap zijn taak
zal volbrengen. Moge in zijn nieuwe paro
chie zijn werk staan in het teeken van blijd
schap en vruchtbaarheid. Ik hoop, dat wij
hem hier nog vele malen mogen zien en dat
hij in zijn nieuwen werkkring steeds een
prettige herinnering aan Sneek mag behou
den.
Hierna nam de heer Brinkman het woord.
’t Is nu aldus spreker ruim 3 jaar
geleden, dat Kapelaan Verhoef in ons mid
den kwam. We hadden toen haast wel ge
dacht, dat hij niet lang zou blijven, maar de
parochie zegt thans: konden we hem nóg
maar 3 jaar houden. We verheugen ons
echter om U, waar het voor U een zeer be-
geerenswaardige promotie is.
We hebben U, Kapelaan Verhoef, leeren
kennen als een eenvoudig, gul en hartelijk
man, die met een ieder op de meest een
voudige wijze omging. Wij hebben U leeren
waardeeren als Priester, die in zijn hart
plaats heeft voor ieder. Voor U was alle
grootdoenerij en het najagen van eer en
roem vreemd. Steeds lag het zielenheil van
allen U het naast. Heel de parochie heeft
dat ondervonden. Behalve voor jie geeste
lijke belangen, stondt Gij ook voor andere
belangen steeds op de bres. Toen zoo plot
seling het bericht van Uwe benoeming ,uit
de lucht viel, gingen er direct stemmen op
om U niet stilletjes te laten vertrekken. Er
werd een Comité gevormd om uiting te
geven aan een gevoelde begeerte om U een
stoffelijk blijk van dank en waardeering
mee te geven. In 3 dagen tijds is een groot
resultaat bereikt. Ieder parochiaan heeft
met blijdschap hieraan medegewerkt. Na
mens de geheele parochie bied ik U hierbij
een groote Cassette met tafelzilver als
cadeau aan en hoop, dat dit geschenk bij
U eene voortdurende prettige herinnering
mag opwekken aan de 3 jaren, welk U in
Sneek hebt doorgebracht. En wanneer U
morgen staat temidden van Uwe nieuwe
aan Uwe zorgen toevertrouwde kudde,
zullen wij in ’t 40-Uren Gebed en ook na
dien voor U bidden. Moge Uw Priesterleven
in de toekomst zoo gezegend zijn als het
hier in Sneek is geweest.
De heer Brinkman wenschte ook nog
even te sprt^en namens de Patronaatscom-
missie: De werkzaamheden daar verricht
Donderdagavond nam de parochie Sneek
afscheid van haren Kapelaan Verhoef, die
zooals men weet benoemd is tot Pas
toor te Makkum. De bijeenkomst had plaats
in de St. Josephzaal, welke tot in de uiterste
hoeken met belangstellende en dankbare
parochianen gevuld was.
De heer Brinkman heette alle aanwezigen
namens het voor deze gelegenheid gevormde
comité welkom, en gaf hierop het woord aan
den HoogEerw. Heer Deken, die ongeveer
het volgende sprak: Wij zijn hier thans
samengekomen om afscheid te nemen van
Kapelaan Verhoef, die morgen reeds Pastoor
Verhoef zal zijn. Ongeveer één jaar geleden
’t was ook aan den vooravond van het
veertiguren-gebed moest ik in Bakhuizen
den nieuwen Pastoor installeeren en had ik
niet gedacht, dat ik een jaar later weder
om aan den vooravond van het Veertiguren-
Gebed Kapelaan Verhoef zou moeten
installeeren als Pastoor te Makkum. Iedere
Kapelaan hoopt eenmaal Pastoor te worden
en voor Kapelaan Verhoef is deze hoop nu
in vervulling gegaan. Ik verheug me hier
over en feliciteer hem met deze benoeming
in de hoop, dat het hem goed moge gaan
in zijn nieuwen werkkring. Wij hadden Ka
pelaan Verhoef hier nog gaarne enkele
jaren gehad, maar Z.D.H. de Aartsbisschop
heeft anders beslist en wij gehoorzamen en
onderwerpen ons aan dit besluit. Kort ge
leden nog had er door droevige omstandig
heden een Kapelaansbenoeming voor Sneek
plaats en hadden we de benoeming van
Kapelaan Verhoef tot Pastoor nog niet ver
wacht. Maar het feit is er nu en al spijt het
ons, dat hij ons nu reeds gaat verlaten, wij
verheugen ons ook met zijne benoeming en
dat hij in Makkum komt, waardoor hij in
onze naaste omgeving1 blijft en wij hem nog
dikwijls kunnen zien en spreken. In die 3
jaren, welke hij bij ons vertoefde, hebben wij
hem leeren kennen en waardeeren. Zijn
vriendelijkheid en gulle lach trokken ons
aan. Ook zijn ernstige toewijding heeft hem
niet alleen onze sympathie maar ook onze
En toen schold iemand hem
vloekte stommeling uit.”
„Dat weet gij zeker, niet waar, mijnheer
Perton?” Ik kon de opgewondenheid in de
stem van Drummond hooren. „Ik bedoel,
omtrent dat Lands End?”
„Zoo waar als ik hier zit, mijnheer.”
Hij nam een groote teug bier, en Drum
mond stond op.
„Welnu, ik ben u zeer verplicht, mijnheer
Perton. Ik heb uw adres voor het geval ik
het noodig mocht hebben, en f
een slechten tijd gehad hebt, zal ik Van de
worden door ons hoog aangeschreven. De
meest hartelijke en innige samenwerking
heeft*ons getoond, dat dit werk U zeer na
aan het hart lag. U hebt daar werk ver
richt Uwer waardig en hoeft het in geenen
deele onder te doen voor het werk van Uwe
voorgangers. U hebt steeds blijk gegeven
van de grootst mogelijke opoffering en ge
durende 3 jaren met vollen ijver gewerkt.
Namens de Ouders, de Commissieleden en
niet het minst namens de Patronaatsjon-
gens zeg ik U hartelijk dank voor al dat
gene, wat U als leider van het Patronaat
voor onze Roomsche Jongens hebt gedaan.
Thans was het woord aan
parochianen zich kunnen hechten aan het
werk van den Priester, kan een Priester
zich stichten aan het werk der parochianen.
Het medewerken van U allen heeft mijn
werken bevrucht. Hier zie ik mij omringd
van menscheh, die mij eer aandoen en mij
liefde en belangstelling toonen in Mak
kum zijn weer anderen, die met beLangstel-
ling mijn komst afwachten: wat is het dan
toch een heerlijke roeping om Priester te
zijn en welk een kostbare gave, de gave
van het Priesterschap, kostbaar voor hen op
wie het wordt uitgeoefend. Laten we dank-
baar zijn voor ons Katholiek Geloof, dat de
den Zeer-Priesters plaatst onder U en dat U de
Eerwaarden Pastoor Verhoef, die ongeveer Priesters dqet omringen met dankbaarheid
het volgende sprak: jen'"' - -
Het valt mij moeilijk hedenavond het I Christus, die het H. Priesterschap heeft in-
woord tot U te richten. Zooveel gedachten
dwarrelen door mijn hoofd en zooveel ge
voelens bevinden zich in mijn hart, dat het
me fnoeilijk valt een' en ander te ordenen.
Vanaf het oogenblik van mijne benoeming
tot Pastoor te Makkum ben ik overstelpt
met blijken van hartelijkheid en waardee
ring, zoodat ik me klein voel worden.
Waaraan ik dat te danken heb, weet ik niet.
Op de eerste.plaats bedank ik U HoogEerw.
Heer Deken voor de prettige jaren, welke ik
onder U mocht doorbrengen en dat U vanaf
den preekstoel op zulk een buitengewone
wijze de belangstelling der parochianen
hebt willen aanwakkeren. Voor alles wat ik
onder Uwe leiding in de parochie en in de
pastorie heb mogen meemaken, dank ik U
en ik hoop, dat ik als Pastoor in Uw De
kenaat U niet ééns per jaar welkom mag
heeten, maar dat U me menigmaal zult
komen bezoeken en mij in de gelegenheid
zult stellen U met de grootste hartelijkheid
in mijne pastorie te ontvangen.
Ik dank alle parochianen voor de groote
belangstelling met mijne pastoorsbenoe
ming. Ik heb die belangstelling ondervon
den bij de kinderen en bij de ouderen.
Gaarne had ik persoonlijk van allen af
scheid genomen maar de verschillende be
slommeringen van de laatste dagen ver
hinderden mij in mijn voornemen. Het
prachtige geschenk heden van U ontvan
gen is voor mij van groote waarde, ’t is
mij dierbaar, maar het dierbaarste is mij,
dat het mij van harte is gegeven, dat velen
er aan hebben medegewerkt en dat het een
geschenk is van alle parochianen.
De vorige sprekers hebben mij danig in
het zonnetje gezet. De lofprijzingen mij
toegezwaaid voor mijn priesterlijken arbeid,
komen op de parochianen terug. Gelijk de
hij het het onwaarschijnlijkst achtte dat wij
het gelooven zouden. Komaan dus; aange
nomen dat die boschjesman die opmerking
maakte, dan moet er eenige beteekenis in
gelegen hebben. En welke andere beteekenis
kan dat zijn dan de meest voor de hand
liggende? namelijk die, dat de bende zich
naar Lands End begeven zou. Waarom zij
„Hoe zou ik dit kunnen weten, mijnheer.
Zij zeiden tegen mij: „Jij bent een goed lok
aas, man, jij zult het lokaas zijn.” Zij snoer
den mij den mond, die schobbejakken, en
stonden voor het venster op den uitkijk.
„Daar komen zij aan!” riep er een, „hijsch
hem op.” Dus heschen zij mij op, en gaven
mij een duw, zoodat ik hing te bengelen.
Toen namen allen de vlucht naar het aan
grenzende huis.”
„Hoe weet ge dat allen in het aangren
zende huis vluchtten?” vroeg Drummond.
„Och, mijnheer, er was een geheime deur,
ja en uit datzelfde huis hadden zij mij
daar gebracht.”
Hij wierp een gejaagden blik op ons, als
was hij ongerust hoe zijn verhaal door ons
opgenomen zou worden.
„Hoe lang waart gij in het aangrenzende
huis geweest, mijnheer Perton,” vroeg
Drummond op geruststellenden toon, „al
vorens zij u door de geheime deur brachten
om opgehangen te worden?”
„Drie of vier uren, mijnheer; gekneveld
en een prop in den mond. In een hoek ge
smeten als een zak aardappels. Geheel zoo
als ik u zeide, mijnheer.”
„Dat weet ik; doch ik wenschte mijn
vriend ook te laten hooren, wat gij te zeg
gen hadt. Tijdens die drie of vier uren laagt
gij dus in dien hoek. En gij hoordet wat zij
met elkander spraken, niet waar?”
„Och, ik lette er niet erg op, mijnheer,”
antwoordde mijnheer Perton verontschuldi
gend. „Ik verkeerde te veel in angst over
hetgeen met mij geschieden zou. Doch
er was zoo’n gemeene kerel met een langen
zwarten baard, die afschuwelijk vloekte. En
twee anderen zaten aan een tafel whisky te
drinken. Zij schenen over iets opgewonden
te zijn. Toen kwam die andere kerel binnen
de kerel, die des morgens in Clarge
Street geweest was, en die mij van „De Drie
Koeien” naar het huis gebracht had. Zij
hielden op met vloeken, doch het was hun
aan te zien dat zij nog ontevreden waren.
„Jelui weten hetgeen je doen moet met
dat daar,” zeide de nieuwaangekomen man.
Hij wees naar mij, en ik zette mijn ooren
open.
„Dat weten wij,” zegt die kerel met dien t
baard, „maar het is de grootste domheid.” hem ter bevestiging zijn verhaal nog eens
„Dat staat aan mij om te beslissen,” A- u:: 4 -A
bromt die nieuwe kerel. „Ik ga hiernaast
orders halen, en zal het noodige verrichten
indien zij daar eenmaal zijn.” Er werd toen
niet van gesproken dat zij mij moesten
laten bengelen, en dus, weet gij
„Jawel, mijnheer Perton,” viel Drummond
in. „Doch zij zeiden iets anders, niet waar?”
„O, dat over Lands End? Kom, wat zeide
die behaarde kerel ook weer? O ja, nu weet
ik het. „Wij zullen allen in het einde van de
hel zijn, als wij zoo voortgaan,” zeide hij,
de stad f*2,5G, naar buiten fr. per post f 3.60.
L a NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs In
Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid
Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), II Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tims, Ooënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega,
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelutn, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg. Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Rijs, Oudemirdum, Wyckel.
Contröle op de oplaag toegestaan. Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen. Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting
zeer verplicht, mijnheer
daar gij zulk I was, weten wij en juist dat deel waarvan
vijf pond tien maken.” Hij duwde het man
netje twee banknoten in de hand en liet
Denny komen om hem uit te laten. Daarna
keerde hij tot mij terug, en zijn gezicht
straalde.
„Het is gelukt, Stockton; het is gelukt,
nadat ik dag aan dag en nacht aan nacht
over laten doen. En hij deed het woord
voor woord. De nevel is een weinig aan het
optrekken, kerel; één los einde hebben wij
ten minste nu in de hand. Ik heb altijd wel
gedacht dat zij dien kleinen rakker ophin
gen om als het ware zittende een schot op
ons te lossen. Zooals zij hem zeiden een
lokaas. Doch, hoe dan ook, dat is alles
voorbij, en een kleinigheid. Hij heeft tien
pond in zijn zak en twee glazen bier in zijn
maag en wij kunnen hem van het tooneel
laten verdwijnen. Wij, daarentegen, naar ik
„in plaats van aan het einde van het land.” hoop en vertrouw, zijn aan de beurt om op
te komen.”
„Denk je dan werkelijk,” vroeg ik een wei
nig ongeloovig, „dat het waarschijnlijk is
dat wij bij Lands End iets zullen vinden?”
„Ik zal er tenminste alle krachten toe in
spannen, Stockton,” antwoordde hij be
daard. „Volgens zijn eigen zeggen had die
kleine schavuit in dat oogenblik zijn ooren
goed open gezet, en het lijkt ongelooflijk,
dat hij iets dergelijks uit zijn duim zou zui
gen. Dat het overige van zijn verhaal waar
43.
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT
1 Blijf daarmee toch niet loopen.
Akker’s Kloosterbalsem zal Uw
pijn onmiddellijk tot bedaren
1 brengen, U snel behaaglijke ver- 1
lichting, kalmte en rust bezorgen.