der gemeente Sneek Officieel orgaan DE MOORDENDE STRAAL door „SAPPE R”. 8 Dit No. bestaat uit 3 bladen. Nieuwstijdingen. FEUILLETON T V 9 October 1999 (72e Jaargang) Pijn in rug en lendenen Kloosterbalsem 46? Jaargang 1 Ma. 3 Eerste Blad SiSgav»; KI EZ EB RINK De SNEEKER COURANT is een Afscheid van Kapelaan Verhoef. „Ons Noorden” schrijft: voor een ver- (Wordt vervolgd). „Om het behoorlijk te doen, zullen wij mischien drie of vier dagen noodig hebben en de-noordelijke kust is vol rotsholen. Zoo- dra iemand iets ontdekt, wordt er onmiddel lijk bericht gezonden naar ’t hotel. Voor alle zekerheid moeten wij allen iederen avond naar hier terugkeeren.” Wij lootten om ons vak, en ik trok het middelste, dat in het Noorden bij de kust lijn ter weerszijden van Gurnard’s Head eindigde. Daar ik eenig talent voor schilde ren had, besloot ik mij als landschapschil der voor te doen. Ik kocht dus de noodige schildersbehoeften, hing een Zeiss veldkij ker over mijn schouder, en begaf mij op weg. Ik had mij voorgenomen mijn strook .te bewerken van het Noorden naar het Zui- bende zich hier bevond, zij de voorkeur ge geven zou hebben aan het eenzame Noor den of midden, boven het betrekkelijk dicht bevolkte gedeelte in de nabijheid van Pen zance zelf. Het weder was schitterend, en een lief hebber van wandelen zijnde, meende ik een zeer aangenamen vacantiedag in het voor uitzicht te hebben. Ik moet eerlijk bekennen, dat ik het optimisme van de anderen niet deelde. Het kwam mij. voor dat wij, in aan merking genomen dat er vier maanden ver- loopen waren, te veel op een los daarheen geworpen gezegde vertrouwden. Daar dit geen reisgids is, zal ik mijn le zers niet met lofredenen op het landschap vervelen. De granietklippen waren door den tijd gedurende tallooze eeuwen grillig ge slepen en getand; de woeste, ruige heuvels, die zich overal verhieven dat alles is te goed bekend om een nadere beschrijving door mijn pen te vereischen. En hoe ver laten was het er! Hier en daar een oude mijnschacht tin, vermoedde ik, of koper. Geen voordeel meer uit te halen; zelfs de moeite niet meer waard, de oude machine- riën af te takelen. Door het bestuur der Middenstands Onderlinge (Bedrijfsverzekering ter uitvoe ring van de Ziektewet) is aangesteld als Geautoriseerde vertaling uit het Engelsch door Jhr. R. H. G. NAHUYS. in Londen naar dien man heb uitgekeken. Ach, hemel! Al die borrels, die ik in „De Drie Koeien” door mijn keel gegoten heb!” „Wat zeg je!” riep ik uit. „Zijt ge daar mede bezig geweest?” „Daarmede en met niets anders. En toen kwam ik hem vanmorgen toevallig in de nabijheid van je kamers in Clarges Street tegen. Evenwel, het loont de moeite; einde lijk hebben wij een uitgangspunt. „Hoe bedoel je dat?” vroeg ik, een weinig overbluft. „Lands End, man Lands End,” riep hij. „Ik schopte bijna mijn bureau omver, toen hij dat voor de eerste maal noemde. Then verzocht ik jou om hier te komen; ik wilde vertegenwoordiger voor Friesland de heer L. J. Schweigmann alhier. Gevonden Voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van politie, Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen IP/2 en 12/2 uur, de navolgende voorwerpen als gevonden ge deponeerd op 7 en 8 Oct. 1929: rijwielbe- lastingmerk; mantelceintuur. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 7 en 8 Oct. 1929: regenscherm, J. Hiemstra, J. W. Frisostraat 35; haargesp, Wouda, Looxma- straat 46; duif, KI. Faber, Lijnbaansbuurt. Nijpend plaatsgebrek in het Academisch Zieken huis te Groningen. Op de vergadering van de afd. Groningen vJh de Vereen, voor Nederlandsche ge meenten kwam o.a. te berde het nijpend plaatsgebrek in het Academisch Ziekenhuis te Groningen. Kankerpatiënten wachten soms maanden op opname, breuklijders moeten minstens een jaar wachten. In spoedeischende geval len wordt meestal direct geholpen, maar in het algemeen is er zoo’n tekort aan plaats ruimte, dat vele dokters uit de provincie, met de patiënten die geopereerd moeten worden, maar liever direct naar een andere inrichting gaan, omdat toch niet op opna me kan worden gerekend. Pijnlijk was bepaald te moeten hooren, dat eenige keeren na langen tijd pas bericht kwam van den directeur van het ziekenhuis, dat er „nu” plaats was, als de patiënt(e) echter inmiddels reeds overleden was. Besloten werd een overzicht van de in gekomen klachten ter kennis te brengen van de besturen der stad Groningen, der pro vincie Groningen, de commissie van beheer van het ziekenhuis en de regeering. Tien October moet de kachel staan! In October, of eigenlijk bij den eersten bedenkelijken temperatuurval, zal de gemid delde mensch des avonds hartelijk naar een vuurtje verlangen, als de thermometer over dag geen 54 gr. F. (12 gr. C.) meer heeft kunnen halen. Wil men ongerief voorkomen, dan moet de kachel op 10 Oct. staan, want na dezen datum kan men verwachten, dat er verschei dene dagen komen, waarop die tempera tuur van 54 gr. Fahr., welke veilig voor ieder als het stookpunt kan worden be schouwd, niet „gehaald” wordt. Aldus schrijft de N. Rt. Ct. naar Lands End gingen, dat weet de hemel alléén. En wat zij daar weten, wil ik ook te weten komen. Ik heb de andere jongens reeds gewaarschuwd; Toby, Peter en Ted gaan met ons mede. Algy blijft achter om de wacht over het fort te houden.” „En McIver dan?” vroeg ik. Drummond vertrok zijn gezicht tot een grijns. „Mclver gaat niet graag uit Londen,” zei hij. „En mochten wij dien boschjesman ont moeten, dan weet ik zeker, dat Mac mijn ■genoegen bederven zou. Wanneer kun je vertrekken?” „Nu begon ik, in twijfel. „Na de lunch?” „Ik zit in een tamelijk belangrijk proces.” „Laat dat proces naar de maan loopen.” den, overtuigd als ik was, dat indien de Ik volgde zijn raad, en na de lunch ver trokken wij. Wij gingen in den Hispano en brachten den nacht te Exeter door. „Toeristen zijn wij, jongens”, deelde Drummond ons mede. „Daar geven wij ons voor uit. Voor een bezoek aan Penzance. Daar zullen wij ons hoofdkwartier opslaan”. Aldus kwamen er den 6en September te vier uur ’s middags vijf toeristen te Pen zance aan en namen hun intrek in een ho tel. Doch mocht egp van mijn lezers die in dat bekoorlijke plaatsje woont, den lust in zich voelen opkomen, de hotelregisters na te pluizen om onze namen op te zoeken, dan zal hij die niet vinden. Verder, wil ik opmerken, dat onze brave waard te Exeter, de vijf mannen, die te Penzance uit den Hispano stapten, niet herkend zou hebben. Wij mochten geen enkele kleinigheid over het hoofd zien, en althans Drummond en ik zouden met zekerheid door de bende her kend worden, zelfs al deed zij het de ande ren niet. Den volgenden dag verdeelden wij ons. Het plan waarvan wij besloten hadden uit te gaan, omvatte het afzoeken van de ge- heele streek ten Westen van een lijn, ge trokken van St. Ives tot Mount’s Bay. Wij verdeelden dit terrein in vijf nagenoeg ge lijke strooken, met behulp van een stafkaart op groote schaal, terwijl ieder vak ongeveer tien vierkante mijlen besloeg. liefde. Dank moeten wij brengen aan r. gesteld. Nogmaals breng ik dank aan U allen voor alles en breng ik tevens mijn dank aan den Goeden God en wil hier mijn dank samenvatten in de woorden: Geloofd zij Jezus Christus! De Parochianen werden nu in de gele genheid gesteld persoonlijk Pastoor Ver hoef de hand te drukken ten afscheid, van welke gelegenheid alle aanwezigen gebruik maakten. Zooals we dat van Kapelaan Ver hoef gewend zijn, had Z.Eerw. voor ieder zonder uitzondering nog een hartelijk woordje en een gullen lach. Z.Eerw. wenschte dit niet als een afscheid voor goed te beschouwen, maar hoopte allen nog eens in Makkum terug te zien! Naar wij vernemen werd de cassette met tafelzilver door de parochie den pastoor aangeboden, geleverd door den heer Henri van Esch. „Geen goud zoo goed" hoogachting doen verwerven. Het was voor ons allen prettig met hem om te gaan en hij wist op prettige wijze ernstige zaken te bespreken. Daarvoor zijn we hem dank ver schuldigd. Ik hoop dat hij, die hier zoo aan genaam en nuttig heeft gewerkt, ook in zijn nieuwe parochie met blijdschap zijn taak zal volbrengen. Moge in zijn nieuwe paro chie zijn werk staan in het teeken van blijd schap en vruchtbaarheid. Ik hoop, dat wij hem hier nog vele malen mogen zien en dat hij in zijn nieuwen werkkring steeds een prettige herinnering aan Sneek mag behou den. Hierna nam de heer Brinkman het woord. ’t Is nu aldus spreker ruim 3 jaar geleden, dat Kapelaan Verhoef in ons mid den kwam. We hadden toen haast wel ge dacht, dat hij niet lang zou blijven, maar de parochie zegt thans: konden we hem nóg maar 3 jaar houden. We verheugen ons echter om U, waar het voor U een zeer be- geerenswaardige promotie is. We hebben U, Kapelaan Verhoef, leeren kennen als een eenvoudig, gul en hartelijk man, die met een ieder op de meest een voudige wijze omging. Wij hebben U leeren waardeeren als Priester, die in zijn hart plaats heeft voor ieder. Voor U was alle grootdoenerij en het najagen van eer en roem vreemd. Steeds lag het zielenheil van allen U het naast. Heel de parochie heeft dat ondervonden. Behalve voor jie geeste lijke belangen, stondt Gij ook voor andere belangen steeds op de bres. Toen zoo plot seling het bericht van Uwe benoeming ,uit de lucht viel, gingen er direct stemmen op om U niet stilletjes te laten vertrekken. Er werd een Comité gevormd om uiting te geven aan een gevoelde begeerte om U een stoffelijk blijk van dank en waardeering mee te geven. In 3 dagen tijds is een groot resultaat bereikt. Ieder parochiaan heeft met blijdschap hieraan medegewerkt. Na mens de geheele parochie bied ik U hierbij een groote Cassette met tafelzilver als cadeau aan en hoop, dat dit geschenk bij U eene voortdurende prettige herinnering mag opwekken aan de 3 jaren, welk U in Sneek hebt doorgebracht. En wanneer U morgen staat temidden van Uwe nieuwe aan Uwe zorgen toevertrouwde kudde, zullen wij in ’t 40-Uren Gebed en ook na dien voor U bidden. Moge Uw Priesterleven in de toekomst zoo gezegend zijn als het hier in Sneek is geweest. De heer Brinkman wenschte ook nog even te sprt^en namens de Patronaatscom- missie: De werkzaamheden daar verricht Donderdagavond nam de parochie Sneek afscheid van haren Kapelaan Verhoef, die zooals men weet benoemd is tot Pas toor te Makkum. De bijeenkomst had plaats in de St. Josephzaal, welke tot in de uiterste hoeken met belangstellende en dankbare parochianen gevuld was. De heer Brinkman heette alle aanwezigen namens het voor deze gelegenheid gevormde comité welkom, en gaf hierop het woord aan den HoogEerw. Heer Deken, die ongeveer het volgende sprak: Wij zijn hier thans samengekomen om afscheid te nemen van Kapelaan Verhoef, die morgen reeds Pastoor Verhoef zal zijn. Ongeveer één jaar geleden ’t was ook aan den vooravond van het veertiguren-gebed moest ik in Bakhuizen den nieuwen Pastoor installeeren en had ik niet gedacht, dat ik een jaar later weder om aan den vooravond van het Veertiguren- Gebed Kapelaan Verhoef zou moeten installeeren als Pastoor te Makkum. Iedere Kapelaan hoopt eenmaal Pastoor te worden en voor Kapelaan Verhoef is deze hoop nu in vervulling gegaan. Ik verheug me hier over en feliciteer hem met deze benoeming in de hoop, dat het hem goed moge gaan in zijn nieuwen werkkring. Wij hadden Ka pelaan Verhoef hier nog gaarne enkele jaren gehad, maar Z.D.H. de Aartsbisschop heeft anders beslist en wij gehoorzamen en onderwerpen ons aan dit besluit. Kort ge leden nog had er door droevige omstandig heden een Kapelaansbenoeming voor Sneek plaats en hadden we de benoeming van Kapelaan Verhoef tot Pastoor nog niet ver wacht. Maar het feit is er nu en al spijt het ons, dat hij ons nu reeds gaat verlaten, wij verheugen ons ook met zijne benoeming en dat hij in Makkum komt, waardoor hij in onze naaste omgeving1 blijft en wij hem nog dikwijls kunnen zien en spreken. In die 3 jaren, welke hij bij ons vertoefde, hebben wij hem leeren kennen en waardeeren. Zijn vriendelijkheid en gulle lach trokken ons aan. Ook zijn ernstige toewijding heeft hem niet alleen onze sympathie maar ook onze En toen schold iemand hem vloekte stommeling uit.” „Dat weet gij zeker, niet waar, mijnheer Perton?” Ik kon de opgewondenheid in de stem van Drummond hooren. „Ik bedoel, omtrent dat Lands End?” „Zoo waar als ik hier zit, mijnheer.” Hij nam een groote teug bier, en Drum mond stond op. „Welnu, ik ben u zeer verplicht, mijnheer Perton. Ik heb uw adres voor het geval ik het noodig mocht hebben, en f een slechten tijd gehad hebt, zal ik Van de worden door ons hoog aangeschreven. De meest hartelijke en innige samenwerking heeft*ons getoond, dat dit werk U zeer na aan het hart lag. U hebt daar werk ver richt Uwer waardig en hoeft het in geenen deele onder te doen voor het werk van Uwe voorgangers. U hebt steeds blijk gegeven van de grootst mogelijke opoffering en ge durende 3 jaren met vollen ijver gewerkt. Namens de Ouders, de Commissieleden en niet het minst namens de Patronaatsjon- gens zeg ik U hartelijk dank voor al dat gene, wat U als leider van het Patronaat voor onze Roomsche Jongens hebt gedaan. Thans was het woord aan parochianen zich kunnen hechten aan het werk van den Priester, kan een Priester zich stichten aan het werk der parochianen. Het medewerken van U allen heeft mijn werken bevrucht. Hier zie ik mij omringd van menscheh, die mij eer aandoen en mij liefde en belangstelling toonen in Mak kum zijn weer anderen, die met beLangstel- ling mijn komst afwachten: wat is het dan toch een heerlijke roeping om Priester te zijn en welk een kostbare gave, de gave van het Priesterschap, kostbaar voor hen op wie het wordt uitgeoefend. Laten we dank- baar zijn voor ons Katholiek Geloof, dat de den Zeer-Priesters plaatst onder U en dat U de Eerwaarden Pastoor Verhoef, die ongeveer Priesters dqet omringen met dankbaarheid het volgende sprak: jen'"' - - Het valt mij moeilijk hedenavond het I Christus, die het H. Priesterschap heeft in- woord tot U te richten. Zooveel gedachten dwarrelen door mijn hoofd en zooveel ge voelens bevinden zich in mijn hart, dat het me fnoeilijk valt een' en ander te ordenen. Vanaf het oogenblik van mijne benoeming tot Pastoor te Makkum ben ik overstelpt met blijken van hartelijkheid en waardee ring, zoodat ik me klein voel worden. Waaraan ik dat te danken heb, weet ik niet. Op de eerste.plaats bedank ik U HoogEerw. Heer Deken voor de prettige jaren, welke ik onder U mocht doorbrengen en dat U vanaf den preekstoel op zulk een buitengewone wijze de belangstelling der parochianen hebt willen aanwakkeren. Voor alles wat ik onder Uwe leiding in de parochie en in de pastorie heb mogen meemaken, dank ik U en ik hoop, dat ik als Pastoor in Uw De kenaat U niet ééns per jaar welkom mag heeten, maar dat U me menigmaal zult komen bezoeken en mij in de gelegenheid zult stellen U met de grootste hartelijkheid in mijne pastorie te ontvangen. Ik dank alle parochianen voor de groote belangstelling met mijne pastoorsbenoe ming. Ik heb die belangstelling ondervon den bij de kinderen en bij de ouderen. Gaarne had ik persoonlijk van allen af scheid genomen maar de verschillende be slommeringen van de laatste dagen ver hinderden mij in mijn voornemen. Het prachtige geschenk heden van U ontvan gen is voor mij van groote waarde, ’t is mij dierbaar, maar het dierbaarste is mij, dat het mij van harte is gegeven, dat velen er aan hebben medegewerkt en dat het een geschenk is van alle parochianen. De vorige sprekers hebben mij danig in het zonnetje gezet. De lofprijzingen mij toegezwaaid voor mijn priesterlijken arbeid, komen op de parochianen terug. Gelijk de hij het het onwaarschijnlijkst achtte dat wij het gelooven zouden. Komaan dus; aange nomen dat die boschjesman die opmerking maakte, dan moet er eenige beteekenis in gelegen hebben. En welke andere beteekenis kan dat zijn dan de meest voor de hand liggende? namelijk die, dat de bende zich naar Lands End begeven zou. Waarom zij „Hoe zou ik dit kunnen weten, mijnheer. Zij zeiden tegen mij: „Jij bent een goed lok aas, man, jij zult het lokaas zijn.” Zij snoer den mij den mond, die schobbejakken, en stonden voor het venster op den uitkijk. „Daar komen zij aan!” riep er een, „hijsch hem op.” Dus heschen zij mij op, en gaven mij een duw, zoodat ik hing te bengelen. Toen namen allen de vlucht naar het aan grenzende huis.” „Hoe weet ge dat allen in het aangren zende huis vluchtten?” vroeg Drummond. „Och, mijnheer, er was een geheime deur, ja en uit datzelfde huis hadden zij mij daar gebracht.” Hij wierp een gejaagden blik op ons, als was hij ongerust hoe zijn verhaal door ons opgenomen zou worden. „Hoe lang waart gij in het aangrenzende huis geweest, mijnheer Perton,” vroeg Drummond op geruststellenden toon, „al vorens zij u door de geheime deur brachten om opgehangen te worden?” „Drie of vier uren, mijnheer; gekneveld en een prop in den mond. In een hoek ge smeten als een zak aardappels. Geheel zoo als ik u zeide, mijnheer.” „Dat weet ik; doch ik wenschte mijn vriend ook te laten hooren, wat gij te zeg gen hadt. Tijdens die drie of vier uren laagt gij dus in dien hoek. En gij hoordet wat zij met elkander spraken, niet waar?” „Och, ik lette er niet erg op, mijnheer,” antwoordde mijnheer Perton verontschuldi gend. „Ik verkeerde te veel in angst over hetgeen met mij geschieden zou. Doch er was zoo’n gemeene kerel met een langen zwarten baard, die afschuwelijk vloekte. En twee anderen zaten aan een tafel whisky te drinken. Zij schenen over iets opgewonden te zijn. Toen kwam die andere kerel binnen de kerel, die des morgens in Clarge Street geweest was, en die mij van „De Drie Koeien” naar het huis gebracht had. Zij hielden op met vloeken, doch het was hun aan te zien dat zij nog ontevreden waren. „Jelui weten hetgeen je doen moet met dat daar,” zeide de nieuwaangekomen man. Hij wees naar mij, en ik zette mijn ooren open. „Dat weten wij,” zegt die kerel met dien t baard, „maar het is de grootste domheid.” hem ter bevestiging zijn verhaal nog eens „Dat staat aan mij om te beslissen,” A- u:: 4 -A bromt die nieuwe kerel. „Ik ga hiernaast orders halen, en zal het noodige verrichten indien zij daar eenmaal zijn.” Er werd toen niet van gesproken dat zij mij moesten laten bengelen, en dus, weet gij „Jawel, mijnheer Perton,” viel Drummond in. „Doch zij zeiden iets anders, niet waar?” „O, dat over Lands End? Kom, wat zeide die behaarde kerel ook weer? O ja, nu weet ik het. „Wij zullen allen in het einde van de hel zijn, als wij zoo voortgaan,” zeide hij, de stad f*2,5G, naar buiten fr. per post f 3.60. L a NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs In Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), II Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tims, Ooënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega, IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelutn, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg. Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Rijs, Oudemirdum, Wyckel. Contröle op de oplaag toegestaan. Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen. Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting zeer verplicht, mijnheer daar gij zulk I was, weten wij en juist dat deel waarvan vijf pond tien maken.” Hij duwde het man netje twee banknoten in de hand en liet Denny komen om hem uit te laten. Daarna keerde hij tot mij terug, en zijn gezicht straalde. „Het is gelukt, Stockton; het is gelukt, nadat ik dag aan dag en nacht aan nacht over laten doen. En hij deed het woord voor woord. De nevel is een weinig aan het optrekken, kerel; één los einde hebben wij ten minste nu in de hand. Ik heb altijd wel gedacht dat zij dien kleinen rakker ophin gen om als het ware zittende een schot op ons te lossen. Zooals zij hem zeiden een lokaas. Doch, hoe dan ook, dat is alles voorbij, en een kleinigheid. Hij heeft tien pond in zijn zak en twee glazen bier in zijn maag en wij kunnen hem van het tooneel laten verdwijnen. Wij, daarentegen, naar ik „in plaats van aan het einde van het land.” hoop en vertrouw, zijn aan de beurt om op te komen.” „Denk je dan werkelijk,” vroeg ik een wei nig ongeloovig, „dat het waarschijnlijk is dat wij bij Lands End iets zullen vinden?” „Ik zal er tenminste alle krachten toe in spannen, Stockton,” antwoordde hij be daard. „Volgens zijn eigen zeggen had die kleine schavuit in dat oogenblik zijn ooren goed open gezet, en het lijkt ongelooflijk, dat hij iets dergelijks uit zijn duim zou zui gen. Dat het overige van zijn verhaal waar 43. NIEUWE SNEEKER COURANT annex SNEEKER COURANT 1 Blijf daarmee toch niet loopen. Akker’s Kloosterbalsem zal Uw pijn onmiddellijk tot bedaren 1 brengen, U snel behaaglijke ver- 1 lichting, kalmte en rust bezorgen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1929 | | pagina 1