II
13
I
I
Uit onze Raadzaal.
Nieuwstijdingen
Oüicieel ürgaau ter temnle Steek.
HoeiiNdng November
annex SHEERER OOURAHT en WYMBRITSERADEEL
311 No. bestaal uil 4 bladen.
Mc. 17 Eerste blad.
46 j Jaar<aiig
Uitgave KIEZEBRINK en Co.
Ik
JR
ns
I
I
NIEUWE SHEERER COURANT
SNEEK Telefoon No. 150
Vervolg Vierde Blad.
5
7
O
een
ver-
5
en
aangenomen.
*B
over-
en de
ga ziet deze mogelijkheid niet; de heer
I*
IS
Bothniakade 48; rozenkrans in étui, S. Jaasma,
Kloosterstraat 14. v
Verschijnt
DINSDAGS en VRIJDAGSAVONDS
bezoek aan de gemeenten Hemelumer Ol-
dcphaert en Noordwolde en Ijlst.
Verduistering van f 15000.
Naar de Haagsche Crt. meldt moet een
procuratiehouder van de Effecten- en Han
delsbank te Den Haag, aan welke bank
voorloopige surséance was verleend, in 5
jaar f 15000 van deze bank hebben ver
duisterd. De man Is voortvluchtig.
aanzien van den Groenedijk geenerlei verplichting zoolang
zij den eigendom niet heeft. Het schijnt ons ongewenscht
j dit standpunt te verlaten.
De heer Boonstra zegt dat die weg in een verschrikke-
lijken toestand verkeert op de S-bocht. B. en W. zien de nood-
zijn ook de commissaris te laag, doch hij vreest dat, wat hij
wenscht, de raad te duur zal zijn.
De naam klerk is niet gelukkig, het moet eigenlijk een in
specteur zijn, de rechterhand van den commissaris. Met een
gewone administratieve kracht, die gedicteerd moet worden, is
hij niet geholpen, de hulp moet technisch ingewerkt zijn in
de politiedienst. Als men waardeering heeft voor het werk van
dezen hoofdambtenaar, moet men hem deze kracht geven.
De heer Blok: Het is ons gegaan als de heer Breeuwsma,
de administratie eischt een kracht.
De V o o-r zifter: De gemeente breidt zich uit, een agent
viel af en een hulp voor de administratie is noodig, maar een
hulp buiten het corps is gewenscht, omdat dan een agent meer
de buitendienst kan verzorgen. Het salaris is niet hoog, maar
laat ons het eens probeeren met een ontwikkeld jongmensch.
De heer D o k k u m is blij, dat men nu meer inlichtingen
heeft gekregen. Als het echter inderdaad waar is, dat het feite
lijk moet zijn een inspecteur, is dit salaris niets. Wil men nu
uitzien ndar iemand die het daarvoor wil doen of wil men
iemand benoemen en later over het eigenlijke salaris praten?
f 1200 beteekent niets voor het werk, dat noodig geoordeeld
wordt.
De Voorz.: Men wil een administratieve kracht om dan
te zien of men met het corps toe kan, waarvoor alle agenten
dan weer beschikbaar komen. Deze proef is de goedkoopste.
Als Sneek zich blijft uitbreiden, moet het corps echter ook
uitgebreid worden. Voorloopig doet men het best dit verzoek
in te willigen, het wordt geen blijver gezien het salaris. Over
het corps politieagenten is spr. tevreden, de geest is goed, maar
door uitbreiding der gemeente laat het politietoezicht hier en
daar wel wat te wenschen over.
De heer Zuiderbaan zegt, dat nu een administratieve
hulp gevraagd wordt; laten we nu niet praten over een inspec
teur, doch het eerst op deze wijze eens aanzien.
De heer S m e d i n g ziet er voor de agenten een superieur
in en bij beter salaris zou men een vaste klerk buiten het corps
kunnen hebben.
De Voorz.: Het wordt geen inspecteur.
Z. h. s. wordt het-voorstel van B. en W. aangenomen.
Dokkum.
dezen i
De N. Kotterd. Crt. geeft in haar
kunstrubriek in de beoordeeling van de schil
derkunst der Onafhankelijken, welke thans
te Amsterdam in de Mllitiezaal exposeeren,
een foto van het werk „Huizen” van onze
vroegere stadgenoote mej. Anneke v. d
Peer en maakt met lof melding van haar
werk.
Punt XVI. Behandeling van de gemeentebegrooting voor
1930. (De rapporten van de le en 2e Sectie en de Memorie
van antwoord van Burgemeester en Wethouders zijn op
genomen onder de nummers 125, 126 en 127 der bijlagen,
dossierno. X 07.352.11(16)), met de daarbij behoorende
voorstellen en adviezen).
De le Sectie vraagt:
Hoofdstuk 11, jrolgnos. 175, 177178. De Sectie zou
gaarne worden ingelicht, wanneer de verhooging der
salarissen van Burgemeester, Secretaris en Ontvanger zijn
ingegaan.
B. en W. antwoorden:
Volgno. 175, 177178. le Sectie. De verhooging der jaar
wedden van den Burgemeester, den Secretaris en den
Ontvanger is ingegaan op 1 Januari 1929.
Den heer Breeuwsma heeft het bevreemd dat B. en W.
den raad geen kennisgeving hebben verstrekt van het besluit
van Ged. Staten, noch een voorstel tot wijziging der begroeting
gedaan. Daarom was nu de vraag in de sectie gesteld.
Spr. is het wel eens opgevallen, dat in tal van raden de be
sluiten van Ged. Staten worden medegedeeld, wat in Sneek niet
het geval is. Is dat terwille van bekorting? Zelfs in Leeuwarden
worden de besluiten van Ged. Staten medegedeeld. Spr. gelooft
wel dat het wenschelijk is dat dit gebeurt, dan komt men vlug
ger op de hoogte. Zaken, die werkelijk van belang zijn, zou
spr. gaarne vernemen, met de andere behoeft dat niet.
De Voorz.: Over het algemeen lezen wij de goedkeuring
m de krant eerder dan wij het weten. Wij deelen den raad de
besluiten om der wille der eenvoudigheid niet mee. Dit speciale
besluit is in Augustus gekomen, tijdens spr.’s verlof en spr.
vindt dat de raad dit wel had kunnen worden medegedeeld.
De Secretaris: Ais de raad alle goedkeuringen wil ver
nemen kan dat, doch het is dubbel werk. Tot nog toe kreeg
de raad alleen kennis van eventueele niet-goedkeuring. Leeu
warden heeft wat meer omslachtiger administratie. Hier is de
afspraak al 10 a 12 jaar geleden gemaakt dat dergelijke be
sluiten niet worden medegedeeld.
De heer Breeuwsma bedoelt alleen de besluiten waarin
de raad meer speciaal belang stelt.
Z. h. s. aangenomen.
De le Sectie vraagt:
Hoofdstuk II, volgno. 210. Nu de Scheidsgerechten na
een 10-jarig bestaan, voor de functionarissen geen bijzon
dere werkzaamheden veroorzaakten, acht de Sectie niet
gewettigd, dat uitbetaling van de bezoldiging der Secre
tariaten, zoolang hiervoor geen werkzaamheden gevraagd
worden, langer plaats vindt.
Zij verzoekt van B. en W. de toezegging, te beginnen
met 1930 een regeling te willen ontwerpen, waarbij de be-
looning voor het waarnemen van de beide secretariaten
afhankelijk gesteld .wordt van het aantal gevallen, dié bij
de scheidsgerechten aanhangig gemaakt worden.
De post kan dan op hetzelfde bedrag uitgetrokken blij
ven.
B. en W. antwoorden:
Volgno. 210. le Sectie. Wij staan nog steeds op het
standpunt, weergegeven in de memorie van antwoord voor
de begrooting 1925, waarin wij schreven:
„De belooning van den secretaris der scheidsgerechten
is indertijd op een gering vast bedrag gesteld om schom-
J
in één klas zooveel elementaire kennis bij te brengen
nog wat in de maatschappij te doen worden? Spr. zou gaarne
zien dat B. en W. dit eens onderzochten.
De Voorz. zal daarover eens in B. en W. spreken
mogelijkheid eens overwegen.
De heer Boeijeng
Sijtema is zelf de oorzaak daarvan, hij spreekt nu immers al
smalend over de christelijke scholen. Laat ons dan maar spre
ken van bijzondere en openbare school. Maar zoo’n school als
de heer Sijtema wil wordt een openbare school en daarop komen
zakelijkheid van opheffing van het gevaar niet in. Op hen rust
geen verplichting, zeggen zij. Maar Wymbritseradeel staat op
een soortgelijk standpunt. Kan men voorloopig niet verbeteren
j onder overeenkomst dat wie straks den weg krijgt het zal be
talen?
De Voorz.: Een schikking met het waterschap lijkt niet
mogelijk; het vraagt geen f500 maar f5000. We staan niet op
zoo erg vriendschappelijke!! voet met dat waterschap en als
we het eigendom niet hebben, onderhouden wij het ook niet.
De zaak is nu bij Ged. Staten.
De heer Zuiderbaan: Kan men het waterschap niet ver
plichten tot onderhoud?
De Voorz.: Op deze slaperdijk heeft Wymbritseradeel
Gevonden Voorwerpen.
Aanwezig aan het bureau van politie,
Nieuwe Veemarkt, en aldaar te bevragen op
alle werkdagen tusschen IU/2 en 12*/2 uur,
de navolgende voorwerpen als gevonden ge
deponeerd op 25 Nov. 1929: hondenpenning met
halsbandrijwielbelastingmerk.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 25 November Jen gezocht in onvoldoende waardeering voor het werk
1929: rijwielbelastingmerk in étui, J. Wilbers, va;1 t|en jn functie zijnden commissaris.
W. de Zwijgerstraat 64; haarspeld, Buursma, b. en w antwoorden:
Volgno. 223. 2e Sectie. De taak van een klerk bij de
melingen te voorkomen en om derhalve niet voor de nood-, bevestigend aqtwoord gev*n. Onze gemeente heeftten
zakelijkheid van verhooging te staan als onverhoopt de A'n
scheidsgerechten eens in een jaar vele of omvangrijke
gevallen te behandelen zouden hebben”. 1
Wij ondersteunen derhalve niet het door de sectie ge-
opperde denkbeeld.
De heer De Groot: Men achtte het raadzaam waar voor
deze post in 10 jaar f 1000 is uitgegeven terwijl er in latere
jaren. geen beroep op dit gerecht is gedaan, den secretaris per
geval te salarieeren.
De Voorz.: Wij willen liever een bedrag per jaar, dan dat
we per geval een belooning vast moeten stellen. Het blijft bij*
f 50 voor den secretaris, de rest is presentiegeld voor de leden
als die zitting nemen.
De heer Blok: Er behoeft weinig te gebeuren of het kost
meer dan f 50.per jaar.
De heer de Groot stelt voor de secretaris per geval te
beloonen met f25.dit spruit niet voor uit mindere) waar
deering voor de persoon van den functionaris en is een voorstel
der le Sectie.
Voor stemmen de leden: Zuiderbaan, v. d. Meulen, de Groot,
Siemensma, Hoekstra, Oppenhuizen, Boeijenga, Dokkum.
Breeuwsma, Boonstra en Sijtema.
Tegen de leden: Blok, Potma en Smeding.
Met 113 st. is dit voorstel dus aangenomen.
Volgno. der begrooting. 233. Punt XVla. Voorstel van
Burgemeester en Wethouders tot aanvulling van de ver
ordening, regelende de inrichting der politie. (Bijlage 113;
dossierno. V 07(1)).
De 2e Sectie vraagt:
Volgno. 223. Ter beter mogelijke beoordeeling van de
noodzakelijkheid tot aanstelling van een klerk voor het
politiebureau, vraagt de sectie nadere inlichtingen omtrent
de aan hem op te dragen werkzaamheden. i
Tevens kwam de vraag naar voren of met een belooning
van f 1200.— per jaar wel een geschikte kracht, met be
hoorlijke ontwikkeling, is te krijgen.
Mocht deze post niet worden aangenomen als is voor
gesteld, dan wordt verz^erd, dat de reden niet moet wor-
De heer De Groot: Dat was mijn taak niet.
De heer Breeuwsma stelt voor de post met f 208 te
hooogen.
Voor stemmen de leden Sijtema, Smeding, Zuiderbaan, Van
i en
Met 95 st. is dit voorstel dus aangenomen.
De heer Boonstra zegt voor te hebben gestemd op grond
der mededeelingen van den heer De Groot.
Openbaar buitengewoon lager onderwijs.
De le Sectie vraagt:
Hoofdstuk Vlll, par. 5. Een paar jaar geleden werd door
de Comm, van Toezicht op het lager onderwijs een rap
port uitgebracht betreffende dit onderwijs. De Sectie zou
gaarne vernemen of er bij B. en W. een oordeel is gevormd
omtrent de wenschelijkheid van Openbaar buitengewoon
Jager onderwijs.
B. en W. antwoorden:
Hoofdstuk VIII 5. le Sectie. Uit een voor eenigen tijd
door ons ingesteld onderzoek is gebleken dat zich op de
lagere scholen in de gemeente volgens het oordeel van de
hoofden der scholen, in totaal 27 leerlingen bevonden die
voor het ontvangen van buitengewoon onderwijs in aan
merking zouden komen Dit aantal was verdeeld als volgt:
openbare scholen 10
R.-K. scholen 9
Chr. scholen 8
Deze getallen zijn o. i. te gering om het oprichten van
drie afzonderlijke klassen te rechtvaardigen.
De heer S ij te m a: „De openbare scholen zijn blijkbaar niet
christelijk!” Deze spr. gelooft dat dit soort kinderen zoo mis
deeld is, dat men zich wel wat kosten er voor mag getroosten
en moet de maatschappelijke scheidingslijn nu zoo doorgedreven
dat er geen middelen kunnen gevonden om deze 27 kinderen
om ze
Ijsclub Friso.
In de Gouden Leeuw hield gisteravond de
ijsclub Friso haar ledenvergadering onder voor
zitterschap van den heer H. F. Ringnalda, die
in z’n openingswoord de wensch uitsprak, dat
over een jaar, als Friso zijn 60-jarig bestaan zal
vieren, dit op even waardige wijze zal geschie
den als destijds het geval was met het 25-jarig
bestaan en Friso dan even welvarend als des
tijds mag zijn.
De secretaris de heer D. Volkers las de no
tulen, welke onveranderd werden vastgesteld en
bracht het jaarverslag uit, waarin uitvoerig bij
de rijderijen gedurende de strenge winter 1928-
29 gehouden werd stilgestaan. Vermelding ver
diént nog dat streng gegispt werd de onspor
tieve houding van een afgevaardigde van de ijs
club te Heeg, die, toen Friso hier zijn vrouwen
wedstrijd hield, bij de aangifte verscheen om
enkele goede rijdsters over te halen naar Heeg
te gaan, waar dezelfde dag gereden werd en
welke toeleg gedeeltelijk slaagde. Tegen derge
lijke feiten dient gewaakt.
Ook stond het verslag even stil bij de IJs-
baankwestie.
De penningmeester de heer Joh. Zwart bracht
het financieel verslag uit, de financiën hadden
als die der meeste clubs geleden door de lange
winter. Namens de kascommissie bracht de heer
E. W. Schaap verslag uit, die adviseerde tot
goedkeuring, waartoe werd besloten.
Tot bestuurslid werd herbenoemd de heer Sj.
v. d. Meer.
Het bestuur deelde mede dat voor dit seizoen
een rijderij voor vrouwen nr. 1 op het program
ma is, de tweede zal zijn een van mannen of
van mannen en vrouwen. Men hoopt in overleg
met het bestuur der Zweminrichting de beschik
king te krijgen over het Kanaal bij de Zwem
inrichting, en daar samen te werken met de
Friesche Jeugd.
De h.h. Tjallema en F. v. d. Meer gaven in
overweging ook voor de leden iets te doen, ei
deden verschillende ideeën aan de hand, o. a.
om een ledenwedstrijd te houden, drie aan de
stok, door elkaar loten van dames en heeren.
Dit idee zal door het bestuur worden overwo
gen, doch eerst kunnen worden verwezenlijkt na
de groote rijderijen.
De heer Tjallema bracht hierna een keurig
verslag uit van de vergadering van den bond
van ijsclubs; o. a. bleek dat Friso ditmaal bij
de op die vergadering gehouden verloting eige
naar is geworden van een chronometer.
De rondvraag maakte de tongen los. Gepleit
werd voor het starten op schot, het moet niet
meer voorkomen als deze winter dat een paar
rijders 17 maal een mislukte start heeft. Er
werd op gewezen dat het reglement na drie
malen valsche start het schot voorschrijft.
Algemeen bleek men ter vergadering ontevre
den dat het gemeentebestuur nog geen defini
tieve plannen voor de nieuwe ijsbaan heeft. De
tweede plaats in Friesland kan de ijsbaan niet
ontberen en de hoop werd uitgesproken, dat de
plaatselijke ijsclubs in de keuze van het terrein
zullen worden gekend.
Naar aanleiding van vragen uit de vergade
ring deelde de voorzitter mede dat direct na het
ijsseizoen een ledenvergadering zal worden ge
houden ter bespreking van de viering van het
60-jarig bestaan. Men hoopte dat de Sneekei
burgerij door versterking van het ledental haar
waardeering voor deze oude ijsclub zal toonen,
een waardeering welke het bestuur zich nog
meer hoopt waardig te maken, als ’t gemeente
bestuur deze club en haar zusterclub in staat
stelt mede te werken aan de totstandkoming
van een nieuwe Ijsbaan.
De 2e Sectie vraagt:
Volgno. 291Bij dezen post werd de vraag gesteld of
door B. en W. wei voldoende gebruik wordt gemaakt van
hare bevoegdheid om particulieren te noodzaken straten,
bestemd voor particulier verkeer en bij particulieren in
eigendom en onderhoud, in behoorlijken toestand te doen
brengen.
B. en W. antwoorden:
Volgno. 2912e Sectie. Wij meenen deze vraag bevesti
gend te kunnen beantwoorden. Juist dezer dagen is een
aanschrijving betreffende de Zomerrakbuurten verzonden.
De heer Smeding: Er is al 13 weken .een adres der be
woners over de sleuf die den weg bederft. Kan men tijdelijk
hier geen verbetering treffen?
De heej Blok: Het geldt een particuliere straat; al|een door
aanschrijving en dwang kunnen de eigenaren gedwongen wor
den. We moeten deze straat niet in orde brengen. Het zal niet
lang meer duren voor ingegrepen kan.
De 2e Sectie vraagt:
Volgno. 293. Is het College van B. en W. bereid om,
hangende, de kwestie inzake het gedeelte Groenedijk, mede
j te werken tot de opheffing van het daar bestaande ver-
i keersgevaar tengevolge van den desolaten toestand van
dien weg?
B. en W. antwoorden:
Volgno. 293. 2e Sectie. Wij kunnen op deze vraag geen
Abonnement per jaar f 2.50 fr. p
post I 3.60.
Advertentiën 9 ct. p. regel Ing.
zonden mededeelingen hooger.
Abonnement belangrijke korting
Advertentlën worden tevens gratis ge-
oiutei in de SNEEKER COURANT
School te Harkema-Opeinde is benoemd
de heer P. ten Cate alhier.
De Commissaris der Koningin in de
prov. Friesland bracht heden (Dinsdag) een ziin- doch vindt de belooning te laag,
ii.j_/-ii De heer Breeuwsma zegt, dat hij in 1926 uit volle
tuiging, dat de kracht noodig was, gestemd heeft voor de
klerk, en nu spreekt de noodzakelijkheid nog sterker bij het
toenemend werk der politie. Een uitvoerig schriftelijk overzicht
van het werk te geven is moeilijk. Spr. heeft zich echter in
1926 persoonlijk op de hoogte gesteld van dat werk en ook nu
is hem gebleken dat de commissaris die hulp moet hebben.
Talrijke dossiers komen in een jaar aan de orde, er moeten
adviezen aan B. en W. uitgebracht; het is onmogelijk voor
de commissaris alle correspondentie zelf te doen als hij zijn
leidende taak zal vervullen. De voorgestelde salaris-grenzen
seiadeek heeft den weg in eigendom overgedragen aan Sneek
en ti. d... oj
Wij wilden een compromis sluiten met het waterschap en f500 I
maar men vraagt f 5000.
Het zit nu in handen van Ged. Staten. Laten we maar afwachten, i
De le Sectie vraagt:
Hoofdstuk VI, volgno. 298. De Sectie stelt voor
post niet f 208.te verhoogen, omdat het loon van 4 werk-
lieden nl. P. Lantinga, H. v. d. Meer, G. E. Vink en W.
Hoekstra, behoorende volgens ’t oordeel der Sectie tot
klasse C, niet in overeenstemming is met de loonen in die
klasse.
B. en W. antwoorden:
Volgno. 298. le Sectie. Het voorstel der Sectie is onjuist.
De functies door de in het rapport met name genoemde
personen bekleed, zijn in het werkliedenreglement gerang
schikt in loonklasse D. Zoolang dit reglement onveranderd
geldt, kan aan de genoemde personen geen andere beloo
ning dan die volgens klasse D worden uitgekeerd, ook al
zou de raad de begrootingspost verhoogen. Wij achten
het gewenscht mede te deelen, dat wij, ook na meermalen
deze aangelegenheid te hebben overwogen, de indeeling
in loonklasse D nog steeds een juiste achten. Naast de
andere daar genoemde functies zijn de in geding zijnde
o. r. volstrekt niet misplaatst.
De heer Breeuwsma is door het formeel juiste antwoord
niet bevredigd. De sectie heeft overwogen de menschen van
klasse D naar C te plaatsen door deze post te verhoogen. In
de toelichting worden door B. en W. 2 mannen reeds in C ge
plaatst en de sectie wilde de post met f208 verhoogen, wat
inhield, dat alle 4 overgeplaatst zouden worden van D naar C.
1 y2 jaar geleden is in de commissie voor georganiseerd over
leg door de bonden de kwestie aan de orde gesteld enkele
werklieden over te brengen van D naar C. Het georganiseerd
overleg was bijna eenstemmig dat deze zaken in dienstcom
missie en commissie van, bijstand aan de orde behoorden ge
steld. Bij de bedrijven is dat geschied en geadviseerd 2 dier
menschen over te brengen naar een hoogere klas, wat is ge
beurd. Bij openbare werken is het moeilijker gegaan; blijkbaar
is het voorstel niet geweest in de commissie van bijstand, daar
•s tenminste geen formeel besluit gevallen. B. en W. schreven
'ie organisaties echter dat zij de parkwachter en tuinlieden niet
konden overplaatsen naar C in verband met het feit dat zij niet
als vaklieden konden worden beschouwd. De organisaties waren
W. de Zwijgerstraat 64; haarspeld, Buursma,
W. Frederikstraat 17; zakmesje, H. Spoelstra,
IJlsterkade 30; vulpotlood, A. Rozendal, Prins politie zal zijn het voeren van administratie op het bureau,
Hendrikkade 27; rozenkrans, R. Kasimier, Groot- die thans voor een deel door den commissaris en door een
zand; rijwjelbelastingmerk in étui, Jac.Visser, hoofdagent wordt bijgehouden.
Naar de meening van den commissaris van politie is
voor een bedrag van f 1200.tot f 1400.— per jaar wel
Tot kweekellng met acte aan de Chr. eed geschikte kracht te vinden.
De heer Boonstra zegt, dat het antwoord ons even ver
laat. We wilden gaarne een specificatie van het werk, door den
1 klerk te verrichten.
De heer S m ed i n g zegt, dat er wel een klerk noodig zal
zeer teleurgesteld, omdat zij meenden dat deze functionarissen
wel gelijk mochten gesteld met timmerlieden, smeden en ver
vers. Er is toch wel zoo’n vaardigheid voor dit vak noodig dat
zij ais zelfstandige vaklieden moeten beschouwd. De taak welke
deze menschen vervullen, kan ook niet overgenomen door een
vakman uit een ander bedrijf; behandeling van planten, heesters
en boomen eischt deskundigheid, daar deze menschen niet onder
toezicht werken als maaiers en harkers. Deze menschen heb
ben het bloem- en kweekersvak volledig onder de knie. Enkele
gemeenten salarieeren inderdaad de tuinlieden lager dan de
vaklieden, maar van 36 gemeenten van ons land hebben 26 de
tuinlieden als vaklieden erkend, sommige salarieeren ze zelfs’
hooger dan gewone vaklieden. Spr. acht het een recht van deze
menschen als vakman erkend te worden; zij zijn nu onderge
bracht bij de brugwachters en doodgraver. Zonder aan de
werkzaamheden der laatste tekort te doen, meent spr. dat aan
deze tuinlieden andere eischen worden gesteld; zij hooren dus
bij C, vaklieden als timmerman enz.
De Voorz.: Het is een foutje in deze begrooting, dat ze
schreef, dat twee menschen in C vielen. Allen behooren in D.
Overigens verschillen B. en W. van den heer Breeuwsma. De
zaak is in den breede besproken, de vooropleiding van timmer
man is een heel andere dan van tuinman, zij eischt meer in
spanning en ontwikkeling en dat is overwogen bij de vast
stelling van het werkliedenreglement. Ook op advies van de
leiding zijn B. en W. tot de conclusie gekomen dat de ver
houding moet gehandhaafd. Ieder meent dat zijn uil vaak een
valk is.
De heer Breeuwsma zegt dat als in den loop der jaren
blijkt dat enkele groepen niet juist geclassificeerd zijn, de
toestand daarom niet gehandhaafd moet. De praktijk heeff ge
leerd dat dit met deze menschen het geval is. Er zijn timmer
lieden, die een ambachtsschool doorloopen hebben en andere
niet, we hebben ook hier menschen bij de plantsoenen met een
diploma, dat zijn toch ook vaklieden, wier vak niets minder is
dan dat van schilder of timmerman. Spr. noemt een reeks ge
meenten waar deze tuinlieden erkend worden als vaklieden.
De Voorz.: Als deze menschen naar C gaan komen ze
gelijk te staan met de le fitterl
De heer Blok acht de huidige verhouding goed, anders
zouden de timmerlieden al weer opschuiving naar een hoogere
klas kunnen vragen. Stucadoors staan in de maatschappij
hooger in loon dan timmerlieden en metselaars en zouden dus
in een hoogere klas van het reglement moeten komen als we
ze hier hadden. Spr. ziet nog niet in, dat deze zaak nu anders
gezien moet dan toen het reglement werd vastgesteld.
De heer Boonstra gelooft* dat het 't beste is de meening
van de commissie voor openbare werken te hooren. We kunnen
zonder haar meening moeilijk een beslissing nemen. Er zijn
wel meer gevallen, bv. de tuinman-bloemist hoort volgens spr.
bij het* ambtenaren-reglement en niet bij het werklieden-regle-
ment; dat zal getracht worden langs organisatorischen weg op
te lossen en zoo moet dit ook.
De heer Smeding gelooft dat een tuinman veel meer voor
opleiding moet hebben dan een timmerman. Spr. steunt het
voorstel-Breeuwsma.
De heer Breeuwsma zegt tot den heer Boonstra, dat deze
zaak organisatorisch afgehandeld is; al l'/2 jaar geleden is ze
in het georganiseerd overleg geweest. Deze zaak kan nu wel
overzien worden na een inleiding in de secties. Als de zaak
weer alle instanties doorloopt krijgen de menschen hetzelfde
antwoord.
De heer Blok: Als de raad wel een andere beslissing kan
nemen als de dienstcommissie, heeft men geen werkliedenregle
ment meer noodig als men er telkens partiëele veranderingen
in wil aanbrengen.
De heer Breeuwsma: Bij de bedrijven is dat toch ook
geschied; de raad is volkomen bevoegd de zaak te behandelen.
De Voorz. is dit niet met den heer Breeuwsma eens. Men
moet het werkliedenreglement volkomen behandelen, om te
vergelijken waar deze menschen thuis hooren. X
De heer Boonstra: Het is heel iets anders fe®doen wat
de commissie van bijstand wil dan tegen haar besluiten te han
delen. Als er onrecht is kunnen de organisaties de zaak weer
aan de orde stellen.
De heer De Groot: Deze zaak is de commissie voor open
bare werken op zeer eigenaardige wijze gepasseerd. Men kwam
met een portefeuille rond, waarin een schrijven was, behelzende
dat deze zaak eigenlijk niet thuis behoorde bij de commissie.
Terwijl de heer Hoekstra eigenlijk voor overplaatsing naar C
was, heeft spr. onder dat stuk geschreven dat hij zich niet
met zoo’n afhandeling kon vereenigen.
De heer Blok: De zaak is bij de begrooting voor Openbare
Werken in de commissie niet meer door den heer De Groot
aan de orde gesteld.
weg aangelegd, die hem dus moest onderhouden en Wymbrit- I
toen bleek dat hij geen eigendom was van Wymbritseradeel. 1
V..J .UW 77 n -.J.oncumg, z-uiueruaan,
geven voor derving van grasgewas, maar men vraagt f5000. Boonstra e*' C Gr00t’ -,enlensnla. Hoekstra, Breeuwsma
Tegen de leden Blok, Potma, Oppenhuizen, Boeijenga