Officieel orgaan
d
I
der gemeente Sneek
annex SNEEKER COURANT (73e Jaargang)
Uit onze Raadzaal.
Ctficiëel Gedeelte.
NieuwstijdingBH
Jit Ho. bestaat uit 4 bladen.
I
Whrtiarl sttao
46e Jaargang
w
r
No 42 Eerste Blad uitgave, kijbzebrjlnk en co.
Ls
F
-
f i
NIEUWE SNEEKER COURANT
De SNEEKER COURANT <s een
Wij hebben den Sneeker Bestuurdersbond, door wien
aan
i
3o. Politieke kwesties. De eerste poli-
De heer Breeuwsma: Misschien beleven we het nog!
De Voorz.: Als het een primaire weg wordt, vervalt ook
die f 1000 en als we nu de tollen afschaffen gaan die f 1000 van
de tram ook verloren.
Laten we daarom nog een afwachtende houding aannemen
en voorloopig alles laten als het is. We doen nog moeite iets
te krijgen en is dat gelukt, dan zullen wij nauwkeurig becijferen
dij eerste stemming verkrijgen oe neeren n. J. Haytink en
T. Zijlstra elk 7 st.; de tweede vrije stemming geeft hetzelfde
resultaat; de herstemming tusschen de h.h. Haytink en Zijlstra
geeft opnieuw elk 7 st.
Het lot beslist dan ten gunstp-
die dus benoemd is.
VASTSTELLING DER KIEZERSLIJST.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van SNEEK brengen ter algemeene kennis,
dat de op heden vastgestelde lijst voor het
jaar 19301931, aanwijzende de personen,
die in deze gemeente bevoegd zullen zijn tot
het kiezen van de leden van de Tweede Ka
mer der Staten-Generaal, de Provinciale
Staten en den Gemeenteraad van 23 Fe
bruari tot en met 16 Maart a.s. ter Secre
tarie, 2e Afd., voor een ieder ter inzage is
nedergelegd en, tegen betaling der kosten,
in afschrift en stemdistrictsgewijze, in uit
treksel verkrijgbaar gesteld.
Tot en met 9 Maart a.s. is een ieder be
voegd bij het gemeentebestuur verbetering
van de vastgestelde kiezerslijst te vragen,
op grond, dat hij zelf of een ander, in strijd
met de wet, daarop voorkomt, niet voor
komt, niet behoorlijk voorkomt of al dan
niet voor eenige verkiezing aangewezen is
als bevoegd bij volmacht te stemmen. Het
verzoekschrift kan op ongezegeld papier
worden gesteld.
SNEEK, 22 Februari 1930.
2o. De likwidatfe van den oorlog.
Schitterend werk, onder Nansen, is bij de oor-
logslikwidatie gedaan in den vorm van her
transporteeren der ex-krijgsge vangenen naar
hun eigen landen, voorts door de hulp aan ge
deporteerden enz. enz. Dan hebben we de finan-
cieele hulp aan Oostenrijk, aan Hongarije, Grie
kenland, Bulgarije, Estland. Voorts valt onder
dit werk de regeling der grenzen tusschen
Duitschland en Polen (Oost-Silezië), het bestuur
van het Saarbekken, tot de bevolking bij stem
ming uitgemaakt heeft tot welk rijk het wil be-
hooren, het hooge commissariaat van Danzig
enz.
Li f.lEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f 2.50, naar buiten fr. per post f 3.60
Advi tfentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien buis-aan-huis verspreid
Dinsdags te Woudsend, Fieeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), II Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega,
IJsbi .clitum, Wolsum, Harich, Fieraelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg. Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaasttneer, Balk, Stavoren, Rijs, Oudetnirdum, Wyckel.
Con'röle op de oplaag toegestaan. Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen. Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting
De Volkenbond.
In het Gerechtsgebouw hield gisteravond voor
het I. v. A. O. de heer P. Sikkes zijn tweede
lezing over den Volkenbond en nu over het werk
daarvan.
Naar aanleiding van een gedane vraag staat
spr. echter allereerst even stil bij de art. 1017
van het pact: de kwestie van gewapend optre
den der Volkenbondsleden gezamenlijk tegen
een overtreder. Inderdaad kan men uit die artir
kelen lezen, dat men tot militaire hulp als lid
verplicht is; er gaat van zoo’n bepaling een be
langrijke preventieve werking uit, zoodat men
er niet al te bang voor moet zijn. Dat men zekere
verplichtingen op zich neemt is onweersprekelijk.
Men kan er echter zelf ook van profiteeren bij
een niet uitgelokte overval. De Volkenbond moet
men zien als staande boven de belangen van
een enkele staat en het belang van die gemeen
schap der volken kan gaan boven dat van dien
enkelen staat, die uiteraard door militaire hulp
aan den Volkenbond te verleenen in moeilijk
heden kan geraken. Het gezag van den Volken
bond wordt juist door deze bepaling echter ver
sterkt, het beschikt over een apparaat dat aan
dat gezag groots steun verleent.
Spr. komt nu tot het werk van den bond. Dit
werk omvat conferenties, de likwidatie van den
oorlog, politieke bemoeiingen, minderheidskwes-
ties en de ontwapening en beperking der bewa
pening.
lo. De conferenties. Conferenties van
den Volkenbond uitgaand zijn er vele gehouden;
de financieele conferentie van 1920 heeft mee-
gewerkt tot de stabilisatie der diverse valuta;
in '21, ’23, ’27 hebben we verkeersconferenties
gehad, die de moeilijkheden, het internationale
verkeer in den weg gelegd, trachtten uit den weg
te ruimen (douane-formaliteiten, pasverkeer,
postverkeer enz.), de opiumconferenties zijn
een poging om productie en gebruik van die
stof te beperken en geleidelijk tot afschaffing te
komen, tot nog toe met weinig succes. In 1925
kwam de conferentie bijeen betreffende de con
trole op de wapenfabricage, die ook gering re
sultaat had. In 1927, ’28 en ’29 waren er belang
rijke economische conferenties, nl. ter overwe
ging om niet tot uitbreiding der tarieven enz.
te komen, waarachter het perspectief der af
schaffing der tarieven lag. De heer Colijn was
president van die conferentie en pleitte voor
afschaffing van het protectionisme, terwijl zijn
eigen partij hier het protectionisme het sterkst
steunt. Ook deze conferenties hadden nog geen
resultaat.
van den heer* H. J. Haytink,
Punt V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
benoeming van de leden en plaatsvervangende leden
de stembureaux in deze gemeente voor de verkiezing
van
-o van
de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van
de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad. (Bijlage
no. 16; dossierno. X 07.51(5)).
Het voorstel van B. en W. vindt men in een vorig nummer.
De samenstelling geschiedt geheel volgens het voorstel.
Punt VI. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een heelkundige voor de armen
verzorging. (Bijlage no. 20; dossierno. 208).
Het voorstel vindt men in een vorig nummer.
Aan dr. J. K. W. Kehrer wordt eervol ontslag verleend, terwijl
in zijn plaats wordt benoemd dr. A. J. Kingma met 14 st.
Punt VII. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een lid der coinnnssie van toezicht
op het lager onderwijs. (Bijlage no. 21; dossierno. 1.851.
2.02.7-2(1)).
De aanbeveling luidt alsvolgt de h.h.:
1. B. Jonkmans.
2. H. Feenstra.
De heer B. Jonkmans wordt met 11 st. benoemd; de heer
H. Feenstra had 2 st.; 1 st. was blanco.
TOLLEN MAC-ADAMWEG SNEEK—BOLSWARD.
Punt VIII. Advies van Burgemeester en Wethouders be
treffende opheffing van de tollen op den mac-adamweg
Sneek-Bolsward. (Bijlage no. 10; dossierno. 1.811.111(4)).
Het advies van B. en W. vindt men in een vorig nummer.
De heer Breeuwsma is in het advies van B. en W. teleur
gesteld, omdat in een reeks van jaren, waarin de afschaffing
dezer tollen hier aan de orde was, van de zijde van B. en W.
en hen, die toen nog voor het behoud dier tollen stemden, deze
overweging gold, dat zoolang er geen voldoende compensatie
tegenover het verlies der tollen stond, men deze met kon af
schaffen. Er was toen echter toch reeds een vrij sterke stroo-
opgeheven. Het gaat niet aan te beweren dat wij te overhaast wat we kunnen doen. Bolsward wil nu al afschaffen, maar moet
Wij hebben reeds jaren een afwachtende dan de kosten daarvan ook maar dragen.
Spr. wijst er den heer Breeuwsma op, dat zijn voorstel moet
luiden, dat de raad van Sneek bereid is mede te werken aan
de. opheffing van de tollen.
De heer Z u i d e r baa n: Met de provinciale eischen hebben
we niets noodig; de weg krijgt als alle wegen op het prov.
wegenplan f450 per weg-K.M., zoolang hij niet wordt verbeterd
Het komt er niet op aan hoe de weg er uit ziet, als de tollen
maar verdwijnen, krijgen we die f450.
De Voorz.: En als we aan de eischen voldoen van den
prov. waterstaat.
De heer Zuiderbaan: Nu, vandaag heeft de zaak haai
beslag gekregen, gewijzigd volgens het voorstel der commissie
van rapporteurs. Men krijgt f450 zoo lang de weg niet verbeterd
is, daarna wordt dat subsidie ingetrokken.
De heer Dokkum constateert dat van h&t tekort over 19
ad f 11.900, Sneek betalen moet f4.625, waarbij dan komt het
bedrag dat we eventueel verliezen als we de tollen opheffen;
per jaar zullen we dus minstens f 5000 moeten betalen als we
niet meegaan met het voorstel van B. en W. Nu moge Sneek
niet veel wegen hebben, maar daarvoor hebben we onze kaden
en straten, die enqrme bedragen vorderen.
De heer Zuiderbaan: Heerenveen dan?
De heer Dokkum: Dat betaalt niet zooveel daarvoor. De
minister wil geen subsidie geven; uit de stukken blijkt, dat ïiii
een tol is krachtens concessie, terwijl die minister het noemt
een tol krachtens gemeentelijke verordening, is het ook mogelijk,
den minister te overtuigen dat hij zijn besluit op een verkeerd
argument baseerde? Ook daarom moeten we niet overijld han
delen; de belanghebbenden kunnen ook nog eens aandrang op
de regeering uitoefenen, opdat de tollen opgeheven worden
zonder te zware offers voor ons. Spr. zal het voorstel van B.
en W. daarom van harte steunen.
De Voorz.: in ons antwoord aan den minister is er op ge
wezen, dat de weg inderdaad een geconcessioneerde tolheffing
neen, de brief gaat, als hij nog niet verzonden is, nog deze week'
in zee.
De heer Breeuwsma waardeert de pogingen om een sub
sidie der regeering te krijgen, zoodat de opheffing de gemeente
geen zware offers zal kosten. We behooren echter niet tot- de
ongeduldigen als we nu eindelijk zeggen, dat we ons niet langet
Kunnen laten leiden door een hoop, die nog jaren lang niet
verwezenlijkt kan worden; we hebben al jaren de kat uit den
boom gekeken, maar we hebben geen enkel houvast aan dat
rijkswegenfonds; en als de weg niet op het primaire plan komt,
wil men dan de tol ten eeuwigen dage handhaven? De tollen
moeten er toch af als we een gemeentebestuur willen zijn dat
zijn tijd begrijpt. Het is een kwestie van enkele jaren en daarom
Komt het spr. voor dat men niet die paar jaar moet uitstellen;
hij is het eens met de verkeerscom missie uit de Kamer var
Koophandel, als deze zegt: „Neem alle belemmeringen, die er
tioor de regeering zijn om den weg over te nemen, weg, dan
zal zij gemakkelijker tot overneming komen, dan wanneer het
gemeentebestuur op haar een piikkel tracht uit te oefenen dooi
de tollen te handhaven. Aft wij- onze goede wil toonen, zullen
wij gewilliger oor vinden bij Waterstaat dan wanneer wij de
.oliën als onderpand behouden.
Spr. had slechts het oog op een uitkeering uit het prov.
wegenfonds, niet uit het rijkswegenfonds, toen hij zijn voorstel
oeed. Ook de bewering dat de resultaten der procedure weg
tarnden zijn als we de tollen opheffen kan niet juist' zijn; de
N. T. M. zal bij een nieuwe veroordeeling moeten betalen van
1924 af tot het tijdstip dat wij de tol opheffen. Spr. vraagt zich
af: wat kan er achter zitten dat men de tollen nu niet wil
opheffen? Spr. vermoedt dat men door deze wijze van handelen
.ot overname door het rijk wil dwingen, maar men maakt het
de regeering gemakkelijker als men de tollen opheft en als de
weg desondanks niet op het primaire plan komt, dan kan men
de tollen toch niet tolereeren. Overal elders heft men tollen ten
koste van groote offers op; waar wij nog jaren die heffing in
stand hielden, meent spr. dat de tijd gekomen is tot opheffing
over te gaan.
Nu de compensatie, -waarop men wachtte, kan worden ver
kregen, acht men die blijkbaar niet voldoende; wil men da i
alles terug wat men voor den weg betaalt? Dat gebeurt nooit,
de lasten kunnen slechts verlicht worden voor de gemeente, die
toch ook een groot belang bij den weg Jieeft, niet volkomen
opgeheven. Gezien de financieele vooruitzichten der gemeente,
.icht spr. een bedrag van f 5000 voor dezen Weg niet afschrik-
wekkend. Bij de begrooting is door B. en W. gezegd, dat men
de tol handhaafde om de regeering te prikkelen tot overname,
doch alles wat men bereiken kan, is nu bereikt. Spr. ziet niet
in, dat men door handhaving de overname bespoedigt. Spr.
handhaaft dus zijn voorstel, doch wijzigt het aldus:
„Aan Commissarissen van den Mac-Adamweg SneekBols
ward te berichten, dat de Raad der gemeente Sneek bereid is
mede te werken tot opheffing van de tollen op dien weg.”
De heer Zuiderbaan: Als de weg niet op het primaire
jian komt, wordt hij in het provinciaal wegenplan opgenomen
en hij wordt dan allicht binnen 5 jaar verbeterd. In de eerste
3 jaar moeten 100 K.M. door de provincie aangepakt, en als
wij nu de tollen afschaffen, zal dat bij Ged. Staten eten goeden
indruk maken. Juist die wegen wil men direct verbeteren, waar
met de minste kosten zooveel mogelijk K.M. kunnen worden
verbeterd. Spr. zal gaarne het voorstel-Breeuwsma steunen;
het gaat ook niet over f5000 maar over f800; de rest moeten
we toch betalen:
De Voorz.: Gemeente noch commissarissen verwachten dat
de weg ons op den duur niets meer zal kosten. Maar wij wen-
schen dat de subsidie het verlies der tollen zal compenseeren.
De heer Hoekstra: De tollen moeten aan kant.
De Voorz.: Dat zegt U omdat U met een auto rijdt; die
auto’s bederven de wegen.
De heer Blok: Het lijkt wel of er enorme levensbelangen
mee gemoeid zijn dat auto’s tol betalen. Het is nauwelijks 25
jaar geleden, dat de hondenkarren alleen tol betaalden. Die
hondenkarren vonden geen verdedigers, maar nu de heeren met
auto’s rijden, is Leiden in last; en die auto’s bederven de wegen,
doch die heeren hebben veel meer in de melk te brokken dan
de bezitters van hondenkarren. Als die heeren hun zin niet
zouden handelen,
houding aangenomen, gebaseerd op de argumenten hierboven
genoemd; als het prov. wegenfonds er zou zijn, had spr. ge
dacht dat de geheele raad tot opheffing zou medewerken. Spr.
weet, dat men wil afwachten of de weg op het rijkswegenplan
komt, doch 4 jaar geleden wachtte men dat ook af. En spr.
boekte hier al te veel teleurstellingen, dan dat hij nu nog veel
hoop koestert en dat hij hiervan nog veel verwachting heeft; als
hij het geïntrigeer ten opzichte van den afsluitdijk nagaat, zou
spr. zich tot de lichtgeloovigen rekenen als hij aan zou nemen
aat deze weg op het primaire plan komt. Spr. hoopt dat hij het
te donker inziet en dat deze voor Sneek enorm belangrijke
weg, waaromtrent inderdaad verwachtingen zijn gewekt, toch
nog op dat primaire plan zal komen.
Maar spr. ziet dat in ieder geval niet in afzienbaren tijd ge
beuren en daarom had hij gaarne gezien dat B. en W. genoegen
hadden genomen met de uitkeeiing uit het provinciaal wegen
fonds. Men heeft financieele bezwaren, zóoals uit het voorstel
blijkt. Het gaat hier echter maar om een meerdere financieele
last van f800, die toch deze gemeente nog wel kan dragen.
Gok de ingezetenen van Sneek hebben een enorm belang
dezen weg en als die een belangrijk offer vergt, is dat toch we
verdedigbaar. Als men siet dat tal van plattelandsgemeenten
enorm veel K.M. wegen te hunnen laste hebben en deze ge
meente, behalve deze weg, nog maar enkele kleine stukjes,
ge|ooft spr., dat Sneek toch niet ontlast zal worden van alle
kosten voor die wegen.
In 1924 wees onze voorzitter, die tevens voorzitter van het
college van commissarissen over den weg is, er hier op, dat als
men de tollen opgaf, ook de f 1000, die de Ned. Tramweg jaar
lijks moet betalen, verloren zouden zijn; in 1925 achtte de N. T.
M. zich door een reglementswijziging bevoegd deze f 1000 niet
meer te geven, en toch is er later geen klacht vernomen. Hoe
slaat hei met die procedure oyer de f 1000, die nu al zes jaar
duurt?
Een en ander bij elkaar genomen, brengt spr. tot de over
tuiging dat het in het belang van Sneek en ons vreemdelingen
verkeer is, dat men ten spoedigste de tollen opheft. De bezwaren
wegen lang niet op tegen de bezwaren van tollen als verkeers
obstakels. We mogen ons gelukkig achten dat we uit het prov.
wegenfonds een uitkeering krijgen, zoodat het ons slechts f800
niöët kosten dm hët moderne vetkeer tegemoet te komen. Spi
stelt dus voor adhaesie te betuigen aan de motie-Bolsward en
commissarissen te adviseeren tot opheffing der tollen over L
gaan.
De heer Z u i d e r b aa n vraagt zich af hoeveel keer men nog
hier zal moeten spreken voor de afschaffing dezer tollen haai
beslag krijgt. Dit punt is zoo in den breede m geheel Nederlam
behandeldj dat men er eigenlijk niet meer over hoeft te spre
ken, geheel Nederland voelt dat we in de tollen iets middel
eeuwsch hebben, en het is jammerlijk dat we dan hier nog
moeten delibereeren over de afschaffing.
Spr. kan zich eigenlijk niet begrijpen, dat men in dezen tijc
die obstakels nog wil handhaven, omdat er inkomsten
verbonden zijn, die men beweert niet te kunnen derven. Wij
zijn zoo gelukkig dat we weinig K.M. weg hebben te onder
houden; in tegenstelling met onze Friesche plattelandsgemeenten
komen wij er hier zeer genadig af. Vier gemeenten, waarondei
de 2e plaats in Friesland, zullen toch wel in staat zijn 10 K.M.
weg te onderhouden buiten deze tolheffing om? Schoterlana
heeft pas 18 K.M. weg verbeterd a f20.000 per K.M., zondei
1 cent subsidie! Wij moeten ons schamen lang over een som
van f800 te praten en daarvoor 2 tolhekken te willen hand
haven. Hier staan deze twee tollen om de 5 K.M.; denk eens hoe
dat het zou gaan als dat over geheel Nederland het geval was,
dat zou immers niemand dulden! We mogen niet profiteeren van
het feit dat er nog maar een enkele weg is, waarop tollen
geheven worden, Tn waarom het verzet niet zoo hevig is. Spr.
wil het voorkomen, dat waar de minister het gewenscht acln
dat men de tollen opheft, het bij de regeering waardeering zaï
vinden als we dat doen. Spr. sluit zich aan bij het voorstel-
Breeuwsma en dringt er bij den raad op aan dat voorstel aan
te nemen.
De heer Ho e k s t r a ziet van het woord af na de krachtige
argumentatie der vorige heeren, en steunt gaarne het voorstel-
Breeuwsma.
De Voorz. zegt dat commissarissen moeite hebben gedaan
tot opheffing der tollen te komen. Men heeft zich gewend toi
rijk en provincie, om dan door samenwerking met de betrokken
gemeenten tot die opheffing te komen. Het rijk wilde wel eenige
hulp verleenen, als de provincie het ook deed, doch deze wei
gerde en zoo komt er niets van, hoewel het rijk vraagt de tollen
ep te heffen. Het tekort op'dezen weg is de laatste jaren be
langrijk, in 1929 weer f 11.900. Wij kunnen niet trekken uil
het rijkswegenfonds en ook niet uit het prov. wegenfonds,
tenzij bepaalde eischen van den prov. waterstaat betreffende
oen weg worden ingewilligd; die eischen zullen ons veel meer
kosten dan het bedrag dat we eventueel van de provincie
zouden ontvangen. Als de heer Breeuwsma zekerheid kan geven
dat dit niet gebeurt, zal ‘spr. gaarne meewerken tot opheffing
der tollen. Maar het feit is dat wij staan voor steeds toenemenc
onderhoud van den weg, door het verkeer met auto’s, die eersi
de laatste jaren bijdragen in de tol. Als het eën primaire weg
wordt, moeten de tollen weg; anders wordt het misschien een
secundaire weg, maar men moet dan eerst weten welke eischen
men dan heeft in te willigen. De heer Zuiderbaan als Statenlic
weet, dat de provincie aan deze eischen vasthoudt.
Op die gronden willen wij de tollen weer voor 1 jaar besten
digen; ze brengen f7000 op, wat aan het onderhoud tegemoet
komt. In het laatst van het vorige jaar is de N. T. M. veroor
deeld om f 1000 per jaar te betalen met terugwerkende kracht
ming voor die afschaffing; in 1922 bleef het voorstel-Breeuw- tot 1925 en met rente. Maar de tram is in hooger beroep gegaan,
sma tot afschaffing slechts 1 st. in de minderheid; in 1926 dus het kan nog wat duren,
werd eenzelfde voorstel-Zuiderbaan ook verworpen met 87
st. Nu, in 1930, nu het wegenfonds bestaat en uit het provin-
ciaal wegenfonds door de commissie kan geput en zij f3880
kan ontvangen als zij de tollen afschaft, verwondert het spr.
dat B. en W. nog niet voorstellen tot opheffing over te gaan.
Die houding is teleurstellend. Overbodig is het aan te toonen,
waarom deze verkeersobstakels zoo spoedig mogelijk dienen
VERGADERING van den RAAD der gemeente SNEEK, op
DINSDAG 18 FEBRUARI 1930, s avonds 7J4 uur.
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester.
Secretaris de heer P; Sikkes.
Aanwezig 14 leden.
Afwezig de heer Boonstra (m. k.).
Aan de orde is:
Punt I. Notulen vdn de vergadering van 20 januari 1930.
Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld.
Punt II. Ingekomen stukken:
a. Schrijven van H. J. Haytink, houdende mededeeling,
dat hij ontslag neemt ais lid van het college van Regenten
van het Old Burger Weeshuis. (1.842.73(16)).
Dit schrijven is voor kennisgeving aangenomen.
b. Verslag van de Commissie tot wering van school
verzuim over 1929. (1.851.2.04-6(1)).
Dit verslag wordt opgenomen in het gemeente-verslag.
c. , Proces-verbaal van kasopneming bij den gemeente
ontvanger op 3 Februari 1930. (X 07.352.651.(2)).
Dit proces-verbaal wordt voor kennisgeving aangenomen.
Punt lil. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een lid-werkman der Commissie,
welke Burgemeester en Wethouders van advies dient bij
de uitvoering van het „werkloosheidsbesluit 1917” en aan
welke is opgedragen het bestuur der gemeente-arbeids-
beurs. (Bijlage no. 9; dossierno. 1.848.44(6)).
B. en W. adviseeren:
De heer H. van der Werf, bij Uw besluit van 23 Decem
ber 1929, no. 14, benoemd tot lid-werkman der Commissie,
welke ons van advies dient bij de uitvoering van het „werk
loosheidsbesluit 1917” en aan welke is opgedragen het
bestuur der gemeente-arbeidsbeurs, ter vervulling van de
vacature, ontstaan door de periodieke aftreding van P.
van der Veen, heeft voor deze benoeming bedankt.
Wij hebben den Sneeker Bestuurdersbond, door wien
de heer Van der Werf als lid-werknemer was aanbevolen,
gevraagd ons een nieuwe aanbeveling van 2 persqnen, ter
vervulling van de ontstane vacature, te doen toekomen.
De door dien Bond ingezonden aanbeveling leggen wij
hierbij over.
Overeenkomstig dit schrijven bevelen wij, ter voorziening
in de vorenbedoelde vacature voor een benoeming bij U
aan:
1. A. Brandsma.
2. B. Modderman.
De heer A. Brandsma wordt met 8 st. benoemd; de heer B.
Modderman had 6 st.
Punt IV. Voordracht van Regenten van het Old Burger
Weeshuis voor de benoeming van een secretaris-boek-
houder van die instelling. (Bijlage no. 15; dossierno. 208).
De voordracht vindt men in een vorig nummer. Er komen op
voor de hh. H. J. Haytink, P. Boomsma en T. Zijlstra.
Bij eerste stemming verkrijgen de heeren H. J. Haytink
1