Officieel orgaan d I der gemeente Sneek annex SNEEKER COURANT (73e Jaargang) Uit onze Raadzaal. Ctficiëel Gedeelte. NieuwstijdingBH Jit Ho. bestaat uit 4 bladen. I Whrtiarl sttao 46e Jaargang w r No 42 Eerste Blad uitgave, kijbzebrjlnk en co. Ls F - f i NIEUWE SNEEKER COURANT De SNEEKER COURANT <s een Wij hebben den Sneeker Bestuurdersbond, door wien aan i 3o. Politieke kwesties. De eerste poli- De heer Breeuwsma: Misschien beleven we het nog! De Voorz.: Als het een primaire weg wordt, vervalt ook die f 1000 en als we nu de tollen afschaffen gaan die f 1000 van de tram ook verloren. Laten we daarom nog een afwachtende houding aannemen en voorloopig alles laten als het is. We doen nog moeite iets te krijgen en is dat gelukt, dan zullen wij nauwkeurig becijferen dij eerste stemming verkrijgen oe neeren n. J. Haytink en T. Zijlstra elk 7 st.; de tweede vrije stemming geeft hetzelfde resultaat; de herstemming tusschen de h.h. Haytink en Zijlstra geeft opnieuw elk 7 st. Het lot beslist dan ten gunstp- die dus benoemd is. VASTSTELLING DER KIEZERSLIJST. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SNEEK brengen ter algemeene kennis, dat de op heden vastgestelde lijst voor het jaar 19301931, aanwijzende de personen, die in deze gemeente bevoegd zullen zijn tot het kiezen van de leden van de Tweede Ka mer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad van 23 Fe bruari tot en met 16 Maart a.s. ter Secre tarie, 2e Afd., voor een ieder ter inzage is nedergelegd en, tegen betaling der kosten, in afschrift en stemdistrictsgewijze, in uit treksel verkrijgbaar gesteld. Tot en met 9 Maart a.s. is een ieder be voegd bij het gemeentebestuur verbetering van de vastgestelde kiezerslijst te vragen, op grond, dat hij zelf of een ander, in strijd met de wet, daarop voorkomt, niet voor komt, niet behoorlijk voorkomt of al dan niet voor eenige verkiezing aangewezen is als bevoegd bij volmacht te stemmen. Het verzoekschrift kan op ongezegeld papier worden gesteld. SNEEK, 22 Februari 1930. 2o. De likwidatfe van den oorlog. Schitterend werk, onder Nansen, is bij de oor- logslikwidatie gedaan in den vorm van her transporteeren der ex-krijgsge vangenen naar hun eigen landen, voorts door de hulp aan ge deporteerden enz. enz. Dan hebben we de finan- cieele hulp aan Oostenrijk, aan Hongarije, Grie kenland, Bulgarije, Estland. Voorts valt onder dit werk de regeling der grenzen tusschen Duitschland en Polen (Oost-Silezië), het bestuur van het Saarbekken, tot de bevolking bij stem ming uitgemaakt heeft tot welk rijk het wil be- hooren, het hooge commissariaat van Danzig enz. Li f.lEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f 2.50, naar buiten fr. per post f 3.60 Advi tfentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien buis-aan-huis verspreid Dinsdags te Woudsend, Fieeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), II Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega, IJsbi .clitum, Wolsum, Harich, Fieraelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg. Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaasttneer, Balk, Stavoren, Rijs, Oudetnirdum, Wyckel. Con'röle op de oplaag toegestaan. Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen. Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting De Volkenbond. In het Gerechtsgebouw hield gisteravond voor het I. v. A. O. de heer P. Sikkes zijn tweede lezing over den Volkenbond en nu over het werk daarvan. Naar aanleiding van een gedane vraag staat spr. echter allereerst even stil bij de art. 1017 van het pact: de kwestie van gewapend optre den der Volkenbondsleden gezamenlijk tegen een overtreder. Inderdaad kan men uit die artir kelen lezen, dat men tot militaire hulp als lid verplicht is; er gaat van zoo’n bepaling een be langrijke preventieve werking uit, zoodat men er niet al te bang voor moet zijn. Dat men zekere verplichtingen op zich neemt is onweersprekelijk. Men kan er echter zelf ook van profiteeren bij een niet uitgelokte overval. De Volkenbond moet men zien als staande boven de belangen van een enkele staat en het belang van die gemeen schap der volken kan gaan boven dat van dien enkelen staat, die uiteraard door militaire hulp aan den Volkenbond te verleenen in moeilijk heden kan geraken. Het gezag van den Volken bond wordt juist door deze bepaling echter ver sterkt, het beschikt over een apparaat dat aan dat gezag groots steun verleent. Spr. komt nu tot het werk van den bond. Dit werk omvat conferenties, de likwidatie van den oorlog, politieke bemoeiingen, minderheidskwes- ties en de ontwapening en beperking der bewa pening. lo. De conferenties. Conferenties van den Volkenbond uitgaand zijn er vele gehouden; de financieele conferentie van 1920 heeft mee- gewerkt tot de stabilisatie der diverse valuta; in '21, ’23, ’27 hebben we verkeersconferenties gehad, die de moeilijkheden, het internationale verkeer in den weg gelegd, trachtten uit den weg te ruimen (douane-formaliteiten, pasverkeer, postverkeer enz.), de opiumconferenties zijn een poging om productie en gebruik van die stof te beperken en geleidelijk tot afschaffing te komen, tot nog toe met weinig succes. In 1925 kwam de conferentie bijeen betreffende de con trole op de wapenfabricage, die ook gering re sultaat had. In 1927, ’28 en ’29 waren er belang rijke economische conferenties, nl. ter overwe ging om niet tot uitbreiding der tarieven enz. te komen, waarachter het perspectief der af schaffing der tarieven lag. De heer Colijn was president van die conferentie en pleitte voor afschaffing van het protectionisme, terwijl zijn eigen partij hier het protectionisme het sterkst steunt. Ook deze conferenties hadden nog geen resultaat. van den heer* H. J. Haytink, Punt V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot benoeming van de leden en plaatsvervangende leden de stembureaux in deze gemeente voor de verkiezing van -o van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad. (Bijlage no. 16; dossierno. X 07.51(5)). Het voorstel van B. en W. vindt men in een vorig nummer. De samenstelling geschiedt geheel volgens het voorstel. Punt VI. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een heelkundige voor de armen verzorging. (Bijlage no. 20; dossierno. 208). Het voorstel vindt men in een vorig nummer. Aan dr. J. K. W. Kehrer wordt eervol ontslag verleend, terwijl in zijn plaats wordt benoemd dr. A. J. Kingma met 14 st. Punt VII. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een lid der coinnnssie van toezicht op het lager onderwijs. (Bijlage no. 21; dossierno. 1.851. 2.02.7-2(1)). De aanbeveling luidt alsvolgt de h.h.: 1. B. Jonkmans. 2. H. Feenstra. De heer B. Jonkmans wordt met 11 st. benoemd; de heer H. Feenstra had 2 st.; 1 st. was blanco. TOLLEN MAC-ADAMWEG SNEEK—BOLSWARD. Punt VIII. Advies van Burgemeester en Wethouders be treffende opheffing van de tollen op den mac-adamweg Sneek-Bolsward. (Bijlage no. 10; dossierno. 1.811.111(4)). Het advies van B. en W. vindt men in een vorig nummer. De heer Breeuwsma is in het advies van B. en W. teleur gesteld, omdat in een reeks van jaren, waarin de afschaffing dezer tollen hier aan de orde was, van de zijde van B. en W. en hen, die toen nog voor het behoud dier tollen stemden, deze overweging gold, dat zoolang er geen voldoende compensatie tegenover het verlies der tollen stond, men deze met kon af schaffen. Er was toen echter toch reeds een vrij sterke stroo- opgeheven. Het gaat niet aan te beweren dat wij te overhaast wat we kunnen doen. Bolsward wil nu al afschaffen, maar moet Wij hebben reeds jaren een afwachtende dan de kosten daarvan ook maar dragen. Spr. wijst er den heer Breeuwsma op, dat zijn voorstel moet luiden, dat de raad van Sneek bereid is mede te werken aan de. opheffing van de tollen. De heer Z u i d e r baa n: Met de provinciale eischen hebben we niets noodig; de weg krijgt als alle wegen op het prov. wegenplan f450 per weg-K.M., zoolang hij niet wordt verbeterd Het komt er niet op aan hoe de weg er uit ziet, als de tollen maar verdwijnen, krijgen we die f450. De Voorz.: En als we aan de eischen voldoen van den prov. waterstaat. De heer Zuiderbaan: Nu, vandaag heeft de zaak haai beslag gekregen, gewijzigd volgens het voorstel der commissie van rapporteurs. Men krijgt f450 zoo lang de weg niet verbeterd is, daarna wordt dat subsidie ingetrokken. De heer Dokkum constateert dat van h&t tekort over 19 ad f 11.900, Sneek betalen moet f4.625, waarbij dan komt het bedrag dat we eventueel verliezen als we de tollen opheffen; per jaar zullen we dus minstens f 5000 moeten betalen als we niet meegaan met het voorstel van B. en W. Nu moge Sneek niet veel wegen hebben, maar daarvoor hebben we onze kaden en straten, die enqrme bedragen vorderen. De heer Zuiderbaan: Heerenveen dan? De heer Dokkum: Dat betaalt niet zooveel daarvoor. De minister wil geen subsidie geven; uit de stukken blijkt, dat ïiii een tol is krachtens concessie, terwijl die minister het noemt een tol krachtens gemeentelijke verordening, is het ook mogelijk, den minister te overtuigen dat hij zijn besluit op een verkeerd argument baseerde? Ook daarom moeten we niet overijld han delen; de belanghebbenden kunnen ook nog eens aandrang op de regeering uitoefenen, opdat de tollen opgeheven worden zonder te zware offers voor ons. Spr. zal het voorstel van B. en W. daarom van harte steunen. De Voorz.: in ons antwoord aan den minister is er op ge wezen, dat de weg inderdaad een geconcessioneerde tolheffing neen, de brief gaat, als hij nog niet verzonden is, nog deze week' in zee. De heer Breeuwsma waardeert de pogingen om een sub sidie der regeering te krijgen, zoodat de opheffing de gemeente geen zware offers zal kosten. We behooren echter niet tot- de ongeduldigen als we nu eindelijk zeggen, dat we ons niet langet Kunnen laten leiden door een hoop, die nog jaren lang niet verwezenlijkt kan worden; we hebben al jaren de kat uit den boom gekeken, maar we hebben geen enkel houvast aan dat rijkswegenfonds; en als de weg niet op het primaire plan komt, wil men dan de tol ten eeuwigen dage handhaven? De tollen moeten er toch af als we een gemeentebestuur willen zijn dat zijn tijd begrijpt. Het is een kwestie van enkele jaren en daarom Komt het spr. voor dat men niet die paar jaar moet uitstellen; hij is het eens met de verkeerscom missie uit de Kamer var Koophandel, als deze zegt: „Neem alle belemmeringen, die er tioor de regeering zijn om den weg over te nemen, weg, dan zal zij gemakkelijker tot overneming komen, dan wanneer het gemeentebestuur op haar een piikkel tracht uit te oefenen dooi de tollen te handhaven. Aft wij- onze goede wil toonen, zullen wij gewilliger oor vinden bij Waterstaat dan wanneer wij de .oliën als onderpand behouden. Spr. had slechts het oog op een uitkeering uit het prov. wegenfonds, niet uit het rijkswegenfonds, toen hij zijn voorstel oeed. Ook de bewering dat de resultaten der procedure weg tarnden zijn als we de tollen opheffen kan niet juist' zijn; de N. T. M. zal bij een nieuwe veroordeeling moeten betalen van 1924 af tot het tijdstip dat wij de tol opheffen. Spr. vraagt zich af: wat kan er achter zitten dat men de tollen nu niet wil opheffen? Spr. vermoedt dat men door deze wijze van handelen .ot overname door het rijk wil dwingen, maar men maakt het de regeering gemakkelijker als men de tollen opheft en als de weg desondanks niet op het primaire plan komt, dan kan men de tollen toch niet tolereeren. Overal elders heft men tollen ten koste van groote offers op; waar wij nog jaren die heffing in stand hielden, meent spr. dat de tijd gekomen is tot opheffing over te gaan. Nu de compensatie, -waarop men wachtte, kan worden ver kregen, acht men die blijkbaar niet voldoende; wil men da i alles terug wat men voor den weg betaalt? Dat gebeurt nooit, de lasten kunnen slechts verlicht worden voor de gemeente, die toch ook een groot belang bij den weg Jieeft, niet volkomen opgeheven. Gezien de financieele vooruitzichten der gemeente, .icht spr. een bedrag van f 5000 voor dezen Weg niet afschrik- wekkend. Bij de begrooting is door B. en W. gezegd, dat men de tol handhaafde om de regeering te prikkelen tot overname, doch alles wat men bereiken kan, is nu bereikt. Spr. ziet niet in, dat men door handhaving de overname bespoedigt. Spr. handhaaft dus zijn voorstel, doch wijzigt het aldus: „Aan Commissarissen van den Mac-Adamweg SneekBols ward te berichten, dat de Raad der gemeente Sneek bereid is mede te werken tot opheffing van de tollen op dien weg.” De heer Zuiderbaan: Als de weg niet op het primaire jian komt, wordt hij in het provinciaal wegenplan opgenomen en hij wordt dan allicht binnen 5 jaar verbeterd. In de eerste 3 jaar moeten 100 K.M. door de provincie aangepakt, en als wij nu de tollen afschaffen, zal dat bij Ged. Staten eten goeden indruk maken. Juist die wegen wil men direct verbeteren, waar met de minste kosten zooveel mogelijk K.M. kunnen worden verbeterd. Spr. zal gaarne het voorstel-Breeuwsma steunen; het gaat ook niet over f5000 maar over f800; de rest moeten we toch betalen: De Voorz.: Gemeente noch commissarissen verwachten dat de weg ons op den duur niets meer zal kosten. Maar wij wen- schen dat de subsidie het verlies der tollen zal compenseeren. De heer Hoekstra: De tollen moeten aan kant. De Voorz.: Dat zegt U omdat U met een auto rijdt; die auto’s bederven de wegen. De heer Blok: Het lijkt wel of er enorme levensbelangen mee gemoeid zijn dat auto’s tol betalen. Het is nauwelijks 25 jaar geleden, dat de hondenkarren alleen tol betaalden. Die hondenkarren vonden geen verdedigers, maar nu de heeren met auto’s rijden, is Leiden in last; en die auto’s bederven de wegen, doch die heeren hebben veel meer in de melk te brokken dan de bezitters van hondenkarren. Als die heeren hun zin niet zouden handelen, houding aangenomen, gebaseerd op de argumenten hierboven genoemd; als het prov. wegenfonds er zou zijn, had spr. ge dacht dat de geheele raad tot opheffing zou medewerken. Spr. weet, dat men wil afwachten of de weg op het rijkswegenplan komt, doch 4 jaar geleden wachtte men dat ook af. En spr. boekte hier al te veel teleurstellingen, dan dat hij nu nog veel hoop koestert en dat hij hiervan nog veel verwachting heeft; als hij het geïntrigeer ten opzichte van den afsluitdijk nagaat, zou spr. zich tot de lichtgeloovigen rekenen als hij aan zou nemen aat deze weg op het primaire plan komt. Spr. hoopt dat hij het te donker inziet en dat deze voor Sneek enorm belangrijke weg, waaromtrent inderdaad verwachtingen zijn gewekt, toch nog op dat primaire plan zal komen. Maar spr. ziet dat in ieder geval niet in afzienbaren tijd ge beuren en daarom had hij gaarne gezien dat B. en W. genoegen hadden genomen met de uitkeeiing uit het provinciaal wegen fonds. Men heeft financieele bezwaren, zóoals uit het voorstel blijkt. Het gaat hier echter maar om een meerdere financieele last van f800, die toch deze gemeente nog wel kan dragen. Gok de ingezetenen van Sneek hebben een enorm belang dezen weg en als die een belangrijk offer vergt, is dat toch we verdedigbaar. Als men siet dat tal van plattelandsgemeenten enorm veel K.M. wegen te hunnen laste hebben en deze ge meente, behalve deze weg, nog maar enkele kleine stukjes, ge|ooft spr., dat Sneek toch niet ontlast zal worden van alle kosten voor die wegen. In 1924 wees onze voorzitter, die tevens voorzitter van het college van commissarissen over den weg is, er hier op, dat als men de tollen opgaf, ook de f 1000, die de Ned. Tramweg jaar lijks moet betalen, verloren zouden zijn; in 1925 achtte de N. T. M. zich door een reglementswijziging bevoegd deze f 1000 niet meer te geven, en toch is er later geen klacht vernomen. Hoe slaat hei met die procedure oyer de f 1000, die nu al zes jaar duurt? Een en ander bij elkaar genomen, brengt spr. tot de over tuiging dat het in het belang van Sneek en ons vreemdelingen verkeer is, dat men ten spoedigste de tollen opheft. De bezwaren wegen lang niet op tegen de bezwaren van tollen als verkeers obstakels. We mogen ons gelukkig achten dat we uit het prov. wegenfonds een uitkeering krijgen, zoodat het ons slechts f800 niöët kosten dm hët moderne vetkeer tegemoet te komen. Spi stelt dus voor adhaesie te betuigen aan de motie-Bolsward en commissarissen te adviseeren tot opheffing der tollen over L gaan. De heer Z u i d e r b aa n vraagt zich af hoeveel keer men nog hier zal moeten spreken voor de afschaffing dezer tollen haai beslag krijgt. Dit punt is zoo in den breede m geheel Nederlam behandeldj dat men er eigenlijk niet meer over hoeft te spre ken, geheel Nederland voelt dat we in de tollen iets middel eeuwsch hebben, en het is jammerlijk dat we dan hier nog moeten delibereeren over de afschaffing. Spr. kan zich eigenlijk niet begrijpen, dat men in dezen tijc die obstakels nog wil handhaven, omdat er inkomsten verbonden zijn, die men beweert niet te kunnen derven. Wij zijn zoo gelukkig dat we weinig K.M. weg hebben te onder houden; in tegenstelling met onze Friesche plattelandsgemeenten komen wij er hier zeer genadig af. Vier gemeenten, waarondei de 2e plaats in Friesland, zullen toch wel in staat zijn 10 K.M. weg te onderhouden buiten deze tolheffing om? Schoterlana heeft pas 18 K.M. weg verbeterd a f20.000 per K.M., zondei 1 cent subsidie! Wij moeten ons schamen lang over een som van f800 te praten en daarvoor 2 tolhekken te willen hand haven. Hier staan deze twee tollen om de 5 K.M.; denk eens hoe dat het zou gaan als dat over geheel Nederland het geval was, dat zou immers niemand dulden! We mogen niet profiteeren van het feit dat er nog maar een enkele weg is, waarop tollen geheven worden, Tn waarom het verzet niet zoo hevig is. Spr. wil het voorkomen, dat waar de minister het gewenscht acln dat men de tollen opheft, het bij de regeering waardeering zaï vinden als we dat doen. Spr. sluit zich aan bij het voorstel- Breeuwsma en dringt er bij den raad op aan dat voorstel aan te nemen. De heer Ho e k s t r a ziet van het woord af na de krachtige argumentatie der vorige heeren, en steunt gaarne het voorstel- Breeuwsma. De Voorz. zegt dat commissarissen moeite hebben gedaan tot opheffing der tollen te komen. Men heeft zich gewend toi rijk en provincie, om dan door samenwerking met de betrokken gemeenten tot die opheffing te komen. Het rijk wilde wel eenige hulp verleenen, als de provincie het ook deed, doch deze wei gerde en zoo komt er niets van, hoewel het rijk vraagt de tollen ep te heffen. Het tekort op'dezen weg is de laatste jaren be langrijk, in 1929 weer f 11.900. Wij kunnen niet trekken uil het rijkswegenfonds en ook niet uit het prov. wegenfonds, tenzij bepaalde eischen van den prov. waterstaat betreffende oen weg worden ingewilligd; die eischen zullen ons veel meer kosten dan het bedrag dat we eventueel van de provincie zouden ontvangen. Als de heer Breeuwsma zekerheid kan geven dat dit niet gebeurt, zal ‘spr. gaarne meewerken tot opheffing der tollen. Maar het feit is dat wij staan voor steeds toenemenc onderhoud van den weg, door het verkeer met auto’s, die eersi de laatste jaren bijdragen in de tol. Als het eën primaire weg wordt, moeten de tollen weg; anders wordt het misschien een secundaire weg, maar men moet dan eerst weten welke eischen men dan heeft in te willigen. De heer Zuiderbaan als Statenlic weet, dat de provincie aan deze eischen vasthoudt. Op die gronden willen wij de tollen weer voor 1 jaar besten digen; ze brengen f7000 op, wat aan het onderhoud tegemoet komt. In het laatst van het vorige jaar is de N. T. M. veroor deeld om f 1000 per jaar te betalen met terugwerkende kracht ming voor die afschaffing; in 1922 bleef het voorstel-Breeuw- tot 1925 en met rente. Maar de tram is in hooger beroep gegaan, sma tot afschaffing slechts 1 st. in de minderheid; in 1926 dus het kan nog wat duren, werd eenzelfde voorstel-Zuiderbaan ook verworpen met 87 st. Nu, in 1930, nu het wegenfonds bestaat en uit het provin- ciaal wegenfonds door de commissie kan geput en zij f3880 kan ontvangen als zij de tollen afschaft, verwondert het spr. dat B. en W. nog niet voorstellen tot opheffing over te gaan. Die houding is teleurstellend. Overbodig is het aan te toonen, waarom deze verkeersobstakels zoo spoedig mogelijk dienen VERGADERING van den RAAD der gemeente SNEEK, op DINSDAG 18 FEBRUARI 1930, s avonds 7J4 uur. Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester. Secretaris de heer P; Sikkes. Aanwezig 14 leden. Afwezig de heer Boonstra (m. k.). Aan de orde is: Punt I. Notulen vdn de vergadering van 20 januari 1930. Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld. Punt II. Ingekomen stukken: a. Schrijven van H. J. Haytink, houdende mededeeling, dat hij ontslag neemt ais lid van het college van Regenten van het Old Burger Weeshuis. (1.842.73(16)). Dit schrijven is voor kennisgeving aangenomen. b. Verslag van de Commissie tot wering van school verzuim over 1929. (1.851.2.04-6(1)). Dit verslag wordt opgenomen in het gemeente-verslag. c. , Proces-verbaal van kasopneming bij den gemeente ontvanger op 3 Februari 1930. (X 07.352.651.(2)). Dit proces-verbaal wordt voor kennisgeving aangenomen. Punt lil. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een lid-werkman der Commissie, welke Burgemeester en Wethouders van advies dient bij de uitvoering van het „werkloosheidsbesluit 1917” en aan welke is opgedragen het bestuur der gemeente-arbeids- beurs. (Bijlage no. 9; dossierno. 1.848.44(6)). B. en W. adviseeren: De heer H. van der Werf, bij Uw besluit van 23 Decem ber 1929, no. 14, benoemd tot lid-werkman der Commissie, welke ons van advies dient bij de uitvoering van het „werk loosheidsbesluit 1917” en aan welke is opgedragen het bestuur der gemeente-arbeidsbeurs, ter vervulling van de vacature, ontstaan door de periodieke aftreding van P. van der Veen, heeft voor deze benoeming bedankt. Wij hebben den Sneeker Bestuurdersbond, door wien de heer Van der Werf als lid-werknemer was aanbevolen, gevraagd ons een nieuwe aanbeveling van 2 persqnen, ter vervulling van de ontstane vacature, te doen toekomen. De door dien Bond ingezonden aanbeveling leggen wij hierbij over. Overeenkomstig dit schrijven bevelen wij, ter voorziening in de vorenbedoelde vacature voor een benoeming bij U aan: 1. A. Brandsma. 2. B. Modderman. De heer A. Brandsma wordt met 8 st. benoemd; de heer B. Modderman had 6 st. Punt IV. Voordracht van Regenten van het Old Burger Weeshuis voor de benoeming van een secretaris-boek- houder van die instelling. (Bijlage no. 15; dossierno. 208). De voordracht vindt men in een vorig nummer. Er komen op voor de hh. H. J. Haytink, P. Boomsma en T. Zijlstra. Bij eerste stemming verkrijgen de heeren H. J. Haytink 1

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1930 | | pagina 1