Officieel orgaan
der gemeente Sneek
Uit onze Raadzaal.
(73e Jaargang)
Dit No. bestaat uit 2 bladen.
Nieuwstijdingen.
Ne 77 Eer«te Blad
463 Jaargang
M ornNiiHqg Juni
Uitgave K1EZEHK1NJK. eu 60.
I
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs In
De SNEEKER COURANT is een
Regelprijs 9 cent, abonnementen belangrijke korting
SNEEK, 17 Juni 1930.
Aan den Gemeenteraad.
Artikel 40a.
Artikel 40c.
Artikel 40d.
bepaalde bij dat lid van toepassing is, zulks behoudens
2
d.
t
Terzool
Wyckel,
achter artikel 40 vijf nieuwe artikelen worden in
gevoegd, luidende als* volgt:
Artikel 40b.
1. De afvoerleidingen van hemel-, huishoud- of bedrijfs-
water, faecaliën en urine moeten op zoodanige diepte
worden gelegd, dat de bovenkant, ter plaatse waar de
leiding de straat bereikt, minstens 0.50 M. onder den bo
venkant van de straat of het trottoir ligt.
2. Vanwege de gemeente wordt op kosten van den aan
vrager de aansluiting gemaakt. De aansluiting op het
gemeenteriool geschiedt door een T- of bochtstuk van
gresbuis in de kruin van het riool. De aansluiting aan
openbaar water geschiedt ter hoogte van Friesch Zomer-
peil.
1.
e.
1.
Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhulzen, Uitwelllngerga, Oudega (W.),
IJsbi .chtum, Wolsutn, Harich, Hemelutn, Bakhuizen, Nijemirdutn, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannenburg,
ropplngawier, Warns, Rauwerd -
Contröle op de oplaag toegestaan.
Gedeputeerde Staten hebben hun beslissing op het hun
ter goedkeuring toegezonden raadsbesluit d.d. 18 Februari
jl. no. 9 tot wijziging van de bouwverordening verdaagd
en het besluit aan ons teruggezonden met uitnoodiging het,
met het oog op enkele bedenkingen daartegen bij hen ge
rezen, aan U ter nadere overweging aan te bieden. Aan
deze uitnoodiging gevolg gevende, meenen wij er aanstonds
op te moeten wijzen, dat niet de hoofdzaken, in het besluit
geregeld, als zoodanig bezwaar hebben ontmoet, doch
slechts enkele detailpunten, voornamelijk de waterloozing
en den faecaliënafvoer betreffende.
Blijkens door den Directeur der Gemeentewerken uit
gebracht rapport, dat, met het desbetreffend schrijven van
Gedeputeerde Staten, hierbij is gevoegd, en waarmede wij
ons, wat den zakelijken inhoud betreft, kunnen vereenigen,
kan aan de bedenkingen van Gedeputeerde Staten zonder
bezwaar worden tegemoet gekomen. Aan de hand van dit
rapport hebben wij een nieuw besluit ontworpen, dat wij U,
zooals het hieronder is geformuleerd, ter vaststelling aan
bieden.
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
d.d. 17 Juni 1930, no. 1.778.51(1), om in verband met
enkele daartegen bij Gedeputeerde Staten gerezen beden
kingen, zijn besluit van 18 Februari jl. no. 9 tot wijziging
der Bouwverordening in te trekken en te nemen een nieuw
besluit, waarin aan die bezwaren wordt tegemoet gekomen;
Gelet op het advies der Gezondheidscommissie met den
zetel Sneek, d.d. 22 November 1929;
Artikel 23.
Het is verboden gebouwen te bouwen van hout of
met houten voor-, achter- of zijgevels. Burgemeester
Wethouders kunnen in bijzondere gevallen vrijstelling
5. De eigenaren van, de rechthebbenden op, of de be
heerders van bestaande gebouwen moeten toestaan, dat,
ter voorziening in de ventilatie der gemeenteriolen, meta
len, luchtdicht bewerkte kokers of buizen, tot tenminste 1
M. boven de dakgoot of het dakvlak opgetrokken, aan
hunne gebouwen worden en blijven bevestigd.
ontheffing van Burgemeester en Wethouders overeenkom
stig artikel 21, 2e lid.
Artikel 23 wordt gelezen als volgt:
en
J ver-
leenen van dit verbod. In dit geval gelden de door hen
te stellen nadere eischen.
2. Van deze bepaling kan door Burgemeester en Wethou
ders vrijstelling worden verleend: a. in bijzondere gevallen;
b. bij huizen met een verdieping; c. bij huizen met een kel
der, waarvan de vloer beneden peil ligt.
B. en W. nebben den raad o. a de volgende voorstellen
aangeboden:
No. 1.778.51(1).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot intrekking van het raadsbesluit d.d. 18
Februari 1930, no. 9 en tot het nemen van
een nieuw besluit tot wijziging der Bouw
verordening.
Sijbrandaburen, Offingawier,
Gaastmeer, Balk, Stavoren,
1. Burgemeester en Wethouders kunnen van het be
paalde in het 3e lid van artikel 40 vrijstelling verleenen.
3. De onderlinge verbinding van socketbuizen voor val-
pijpen moet geschieden door vulling van de sockets veer
ongeveer de helft met schiemansgaren en voorts met lood,
asphalt, of ander gelijkwaardig dichtingsmateriaal.
4. De valpijpen van de privaten, waarop boven elkaar
meer dan één privaat zijn aangesloten, moeten tot 1 M.
boven de dakgoot of het dakvlak of zooveel hooger als het
in bijzondere gevallen in het belang van de gezondheid
door Burgemeester en Wethouders noodig wordt geacht,
worden verlengd met buizen van lood of van geasphalteerd
gegoten ijzer, waarvan de doorsnede niet minder mag
bedragen dan die van de valpijp, tenzij vergunning wordt
verleend een andere wijze van afvoer van rloolgassen toe
te passen.
en dergelijke in de bedoelde leidingen
2. In dat geval heeft de verwijdering der faecaliën
plaats volgens het in deze gemeente bestaande tonnen
stelsel, overeenkomstig artikel 40e.
2. Burgemeester en Wethouders kunnen van het be
paalde in het le lid ontheffing verleenen, onder nader
door hen te stellen eischen ter verzekering van een goede
drinkwatervoorziening.
c. aan de afdeeling V van hoofdstuk I een nieuw artikel
wordt toegevoegd, luidende als volgt:
Artikel 216.
Ten opzichte van iedere woning, als bedoeld in artikel
21a zal alsnog aan het bepaalde in het le lid van artikel
21 moeten worden voldaan binnen twee maanden nadat
van gemeentewege een hoofdbuis der waterleiding zooda
nig is gelegd, dat ten opzichte der betrokken woning het
15. De onderdeden van grpndleidingen, welke buiten
de gebouwen liggen, moeten van gresbuizen worden ge
maakt en aan elkander worden verbonden door aanvulling
van de sockets door cementmoftel of door asphalt.
1. Valpijpen van privaten, urinoirs, badkuipen, goot
steenen en andere .inrichtingen tot afvoer van huishoud
en bedrijfswater moeten bestaan uit gegoten of getrokken
ijzeren socketbuizen, in- en uitwendig deugdelijk geasphal
teerd, of uit looden buizen. Zij moeten binnen het gebouw
worden aangebracht.
b. artikel 21 wordt gelezen als volgt:
1. Elke woning, liggende aan een straat, waarin zich
een hoofdbuis der waterleiding bevindt, moet van een aan
sluiting aan de drinkwaterleiding met tenminste één aftap-
kraan binnenshuis worden voorzien, terwijl voor de levering
van water, zoolang de woning bewoond is, doorloopend
gecontracteerd moet zijn overeenkomstig de „Tarieven en
voorwaarden, waarnaar water kan worden betrokken uit
de gemeentelijke waterleiding te Sneek”.
BESLUIT:
I. in te trekken zijn besluit d.d. 18 Februari 1930, no. 9
tot wijziging der bouwverordening;
2. De inwendige middellijn van valpijpen van privaten
mag niet mnder bedragen dan 0.10 Meter.
Afscheidingen tusschen de verschillende vertrekken, I stoppingsstukken
worden geëischt.
12. Binnen een gebouw moet de grondleiding bestaan
uit in- en uitwendig geasphalteerde gegoten ijzeren socket
buizen.
II. voorbehoudens goedkeuring van de Gedeputeerde
Staten de bouwverordening dier gemeente te wijzigen in
dien zin, dat:
16. Voorzoover de grondleiding buiten de gebouwen in
het grondwater ligt, kan de in het vorig lid omschreven
verbinding met lijvige klei geschieden, indien daartegen
bij Burgemeester en Wethouders geen bezwaar bestaat.
17. De grondleiding moet, behoudens vrijstelling, zoo
danig zijn ingericht, dat zij met een buisleiding, niet wijder
dan 0.15 M., op het gemeenteriool of openbaar vaarwater
kan worden aangesloten.
13. Het dichten van de sockets moet geschieden voor
ongeveer de helft van de diepte van de sockets met schie
mansgaren’en vervolgens met lood of met asphalt.
Onze vroegere stadgenoot de heer
K. Dijkstra oud leerling der M. T. S.,
thans te Wageningen, slaagde voor het
examen Techn sch ambtenaar Bouw- en
Woningtoezicht.
Zaterdagochtend ontstond er een
begin van brand In een woning aan de v.
d. Horstbuurt.
De bewoonster had een pan met vet op
het vuur gezet en was toen een boodschap
gaan doen
F enige buren wisten met emmers water
den brand te blussthen.
De brandweer, die gealarmeerd werd,
behoefde niet op te treden.
De schade is niet belangrijk.
Vreemdelingenverkeer heeft besloten
voor de bloemversieringen in de stad ge
durende dezen zomer de volgende prijzen
beschikbaar te stellenVoor de mooiste
bloemversiering door middel van een buurt-
ve/eeniglrg een eersten prijs van f 25 en
een tweeden prijs van f 15 en voor bloem
versiering aan particuliere woningen als
eerste prijs een vergulde medaille, tweede
prijs een bronzen medaille.
Bovendien stelde zij een medaille beschik
baar voor de op a.s. Zaterdag te Sneek te
houden zwemwedstrijden.
De commissie voor het beoordeelen der
bloemversieringen zal bestaan uit de heeren
P. Henstra, voorzitterA. Goodijk, F. W.
Schaap en den heer Middendorp, stadstui
nier.
Het ongeluk in het Geuldal.
Naar wij vernemen, worden 2 gewonden
bij de instorting van de mergelrotsen bij
Oeulhem, toen een aantal leerlingen van
de Kweekschool te Haarlem daar een be
zoek brachten, bij welke gelegenheid de
leerling Visser uit Zandvoort op slag werd
gedood, nog steeds verpleegd in het zie
kenhuis te Maastricht, waarheen ze na het
ongeluk waren gebracht. Men is er dadelijk
na het ongeval toe overgegaan om van één
der zwaar gewonden, een jongeman uit
Haarlem, een deel van het verbrijzelde been
te amputeeren, maar de geneesheeren heb
ben tot nu toe niet kunnen besluiten met
het oog op den gezondheidstoestand van
den gewonde om het andere deel te ver
wijderen. De tweede gewonde herstelt ge
leidelijk, ofschoon langzaam. Een andere
leerlinge, die bij het ongeluk tegenwoordig
was, maar geen letsel kreeg, is nog niet
in staat, haar lessen te hervatten, tenge
volge van een zenuwstoring.
In een hachelijke positie.
Vrijdagmorgen omstreeks half 9 waren,
naar het „Centrum” meldt, eenige spoor
wegarbeiders aan het herstellen tusschen
de rails in de directe nibijheid van den
overweg aan den Vleutenschenweg te
Utrecht.
Plotseling geraakte een der wegwerkers
met de hak van zijn schoen tusschen de
rails bekneld, tegelijkertijd, dat de wissel
verzet werd.
Heftige pogingen werden door den man
en zijn collega’s aangewend om zijn voet
los te rukken, want eensklaps kwam een
D-treln van de lijn Dén Haag Rotterdam
aanstormen. Gelukkig waren eenige hon
derdtallen meters daarvoor de seinpalen
pas even van te voren op veilig gezet,
zoodat de trein iets in vaart verminderd
was.
Met een groote tegenwoordigheid van
geest rende de overwegwachter den trein
tegemoet, luide stooten op zijn hoorn ge
vend. De machinist, opmerkzaam gemaakt
door het hoorngeblaas en de bewegingen
van den man, die hartstochtelijk met de
armen zwaaide, remde uit volle macht
Precies één meter voor den vastgeknelden
man stond de D-trein stil.
Een woord van hulde aan den overweg
wachter, die een groote tegenwoordigheid
van geest toonde, en aan den scherp op-
lettenden machinist der expresse, is wel op
zijn plaats.
2.
gangen, portalen en dergelijke ruimten, inbegrepen die van
slaapkamers, mogen niet van schot- of latwerk of eenig
ander brandbaar materiaal worden samengesteld. Solied
en dicht houten schotwerk is alleen toegestaan voor kleine
afscheidingen, bij voorbeeld onder trappen, voor kasten,
voor een klein zolderkamertje een dergelijke, een en ander
ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders.
3. In gebouwen met afzonderlijke bovenwoningen
mogen de wanden langs de trappen, voerende naar die
woningen, alleen gemaakt worden van gebakken steen,
tenzij Burgemeester en Wethouders het gebruik van een
ander brandvrij materiaal vergunnen.
4. In gebouwen met afzonderlijke bovenwoningen moet
tegen de onderzijde der bintlagen, die de scheiding uit
maken tusschen de bovenwoning en de daaronder gelegen
ruimten, alsmede tegen de onderzijden der trappen, voe
rende naar die woningen, zoo deze niet uit brandvrij
materiaal bestaan, plafonds van pleisterwerk of een ander
onbrandbaar materiaal worden aangebracht.
artikel 20 wordt gelezen als volgt:
In iedere woning of op den daarbij behoorenden
grond, moet tenminste één door middel van een venster of
een luchtkanaal, groot tenminste 0.04 M.2, rechtstreeks met
de buitenlucht gemeenschap hebbend, privaat worden aan-
gebrdcht, dat behoorlijk betimmerd, en van binnen afsluit
baar moet zijn.
2. Het is verboden een privaat te hebben in een woon-
of slaapvertrek of op een plaats, die daarmede gemeen
schap heeft, tenzij het privaat door een portaal van die
kamer is gescheiden.
3. Voorzoover in andere gebouwen dan woningen of
op den daarbij behoorenden grond privaten voorkomen,
moeten deze, tenzij daaromtrent andere wettelijke regelen
gelden, voldoen aan de eischen, in het eerste lid om
schreven.
4. Het hebben van privaten aan de openbare straat is
verboden.
14. Bij richtingsveranderingen en bij opneming in de
grondleiding van vertakkingen en valpijpen, moeten
bochtstukken worden ingebouwd van vormen en afmetin
gen, waartegen bij Burgemeester en Wethouders geen be
zwaren bestaan. De inwendige afmeting van de grondlei
ding mag niet minder zijn dan 0.125 M.
8. In bijzondere gevallen kunnen door hen afwijkingen
worden toegestaan van het in het zesde lid van dit artikel
voor beerputten voorgeschreven model en van de eischen,
waaraan die inrichtingen overigens volgens de letters a.
tot en met j. van dat lid moeten voldoen.
9. Het is verboden de lediging der beerputten anders
te doen plaats hebben dan door den Gemeentelijken Reini
gingsdienst.
10. De in dit artikel bedoelde leidingen moeten zooveel
mogelijk vorstvrij en behoorlijk bereikbaar worden aan
gebracht.
11. Waar zulks door Burgemeester en Wethouders noo
dig geacht wordt, kunnen kolken, stankafsluitingen, ont-
Artikel 40e.
1. Voor woningen en andere gebouwen, niet vallende
onder het bepaalde bij artikel 40, heeft de vrwijdering van
faecaliën plaats volgens het in deze gemeente bestaande
tonnenstelsel.
1. De eigenaar van, de rechthebbende op, of de be
heerder van een gebouw is verplicht, terstond na de vol
tooiing van dat gebouw, bij den gemeente-architect aan
te vragen, de rioleering aan te sluiten op het gemeente
riool of op het openbaar vaarwater.
7. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ten aan
zien van beerputten, voor wat betreft de onder a. tot en
met j. van het vorige lid genoemde voorwaarden, nadere
eischen te stellen.
1 de stad f 2.50, naar buiten fr. per post f 3.60
Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Snaeker Courant en bovendien huis-aan-huls verspreid
V r ij d a g s te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goênga, Gauw,
AbbegaOosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis,
Langweer, Bozum
Alle advertentiën worden in beide bladen opgenomen
artikel 40 wordt gelezen als volgt:
Elk gebouw moet voorzien worden van een behoor
lijke, volkomen water- en luchtdichte en goed loozende
leiding voor den afvoer van hemel- en huishoudwater en,
eventueel, van bad- en (of) bedrijfswater naar het naastbij
gelegen gemeenteriool of naar een openbaar vaarwater.
2. Voor gebouwen’met een beerput geschiedt de afvoer
van het huishoud- en badwater wel, die van het regen- en
van het bedrijfswater niet over dien put.
3. De afvoer van faecaliën geschiedt voor woningen en
andere gebouwen, liggende aan straten, waarin zich een
gemeenteriool van voldoende capaciteit en een hoofdbuis
der waterleiding bevindt of liggende aan een openbaar
vaarwater, waarlangs een hoofdbuis der waterleiding
gelegen is, door middel van waterspoeling op closets
en van beerputten en leidingen naar het gemeenteriool,
respectievelijk naar het openbaar vaarwater.
4. De waterspoeling op het closet moet zoodanig zijn
ingericht, dat zich tusschen closet en waterleiding een
zelfsluitend tusschenreservoir, of een andere naar het
oordeel van Burgemeester en Wethouders voldoende zelf-
sluitende installatie, bevindt.
5. De closets moeten voorzien zijn van een stankaf
sluiter tusschen privaat en beerput, terwijl de spoeling
moet geschieden door middel van de gemeente-waterlei-
ding.
6. De beerputten, welke'moeten zijn samengesteld vol
gens het door de Hoofdcommissie voor de Normalisatie
in Nederland ontworpen cylindrische of rechthoekige mo
del, zullen:
a. volkomen afgesloten en waterdicht moeten worden
gemaakt van beton;
b. voorzien moeten zijn van in- en uitvloei-openingen
met bochtstukken, reikend tot 0.50 M. beneden den onder
kant van de in- en uitvloei-opening. In de bochtstukken
zal een ontstoppingsstuk moeten worden aangebracht;
c. voor één woning of één ander gebouw ten minste 2.5
M.3, voor twee tenminste 3.5 M.3, voor drie tenminste 4.5
M.3, voor vier tenminste 5.5 M.3 inhoud moeten hebben.
Meer dan vier woningen of andere gebouwen mogen niet
op denzelfden beerput worden aangesloten, met dien ver
stande, dat Burgemeester en Wethouders voor den bouw
van groote woningcomplexen, eventueel onder nader door
hen te stellen voorwaarden, van dit verbod ontheffing
kunnen verleenen.
d. een mangat moeten hebben van 0.40 M. in mid
dellijn;
e. gesloten moeten zijn met een betonnen, ijzeren of
steenen deksel van ten hoogste 50 c.M. in middellijn, zoo
danig dat daaruit geen dampen kunnen opstijgen;
met aarde tot een hoogte van tenminste 0.25 M.
overdekt moeten zijn en telkens na het ledigen weder
overdekt moeten worden;
g. niet onder een gebouw mogen liggen;
h. geen muren mogen hebben welke dienen als funda
menten van andere muren;
i. alleen mogen worden gebouwd op een door Burge
meester en Wethouders aan te wijzen plaats, in geen geval
minder dan 5 M. van eenig deel van een regenbak ver
wijderd;
j. voorzien moeten zijn van een of meer afvoerbuizen
voor de rioolgassen, van tenminste 5 c.M. middellijn, welke
tenminste 1 Meter boven de hoogste dakgoot van het per
ceel moeten uitsteken.
I.
1.
Cl.
t
1IEÜWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT
A