Uit onze Raadzaal. Woensdag 17 December 1930 OH No. beslaat uit 3 blaften. Uttel Orgaan der lieert tel Verschijnt DINSDAGS en VRIJDAGSAVONDS - annex SHEERER OOURAHT en WYHBRITSERADEEL No. 23 Eerste Blad 47e Jaargang. UitgaveK1ËZEBK1NK Co. Officiéél Gedeelte. W!8uwstijdmg»B I I SN EEK - Telefoon No. tM i r. ec'ie, en noodig. i juist het grooie gevaar voor de belastingdruk opleveren en de d. is in de laatste jaren niet veel rijksregeling is o. a. gekomen omdat verschillende gemeenten De heer D e THOMAS VAN DER VEER, dienstplichtige der lichting 1930 uit deze gemeente, met ingang van 15 December 1930 voorgoed vrijstelling van de dienstplicht is verleend wegens opleiding tot een geestelijk ambt. Tegen deze uitspraak kan uiterlijk de tiende dag na de dagteekening dezer be kendmaking beroep worden ingesteld. SN EEK, 16 December 1930. VRIJSTELLING DIENSTPLICHT. De BURGEMEESTER van SNEEK brengt ter algemeene kennis dat van heden aUter Secretarie, 2e Afd., ter inzage ligt de beschikking van den Minister van Defensie d.d. 10 December 1930, waarbij aan bij stil te staan. Dan is er de aanstelling van personeel; er wordt hier wel gemompeld, dat wie niet rechts is, niet meer komt voor een gemeentebetrekking, maar aannemen en meent dat B. en W. bij benoeming zich op en volgend jaar. Nu blijkt dat in 1931 de inkomsten ook nog f70.000 meer zullen zijn dan in 1930, een belangrijk bedrag, vooral -als men overweegt, dat de belastingdruk hier door de nieuwe regeling met f70.000 zou afnemen, wat voor 1931 echter nog niet volledig zou doorwerken; in dat jaar zou het f30.000 zijn. Maar nu betrekt spr. 1932 in zijn beschouwing. Als hier de draagkracht door de slechte toestand niet afneemt, staat toch reeds vast, dat er f30.000 minder zal inkomen dan in 1931, terwijl het cijfer der uitgaven wel niet zoo sterk zal terugloopen, dat dit die f30.000 zal compenseeren, waarom de memorie voor 1932 belastingverhooging niet tot de onmogelijkheden acht te behooren. Dat is te betreuren; de financieele politiek staat hier al eenige jaren in het teeken om de schok, die van de leeningen voor belangrijke' werken werd verwacht, op te vangen. Wan neer nu de wijziging der financieele verhouding eens niet ge komen was, in welke toestand, vraagt spr. zich af, zou de ge meente dan zijn geraakt. Zoü dan ook gezegd kunnen zijn: „Wij zijn klaar om die schok op te vangen?” En is nu die ver- hooging van belasting nog te ontgaan? Spr. ziet ze als onont koombaar,. maar hoopt dat B. en W. zijn verontrust gemoed gerust kunnen stellen. De Voorz.: Het betoog van den heer De Groot bewoog zich op politiek gebied waarop spr. niet ingaat. Spr. is gevoelig voor de dank van den heer Dokkum, doch meent dat de inleiding ditmaal overbodig was, men zou in herhaling vervallen en men wist dat het in 1931 waf zou meevallen door de extra bate. In de memorie vaq antwoord is echter nog een uitvoerige uiteen zetting gegeven. Wat de belastingverhooging betreft, het is moeilijk in de toekomst te zien, maar als er eenige kans bestaat, dat nadat we de resultaten der nieuwe financieele verhouding, die we eeist in 1931 zullen weten, kennen, belastingverhooging dreigt, zullen B. en W. met alle macht trachten die verhooging te voorkomen. Men moet echter de gevolgen der nieuwe finan- cieele verhouding eerst eens afwachten, want al betalen we in komstenbelasting minder, er zijn allerlei nieuwe heffingen door de diverse opcenten bijgekomen en eerst dient men te weten hoeveel die opbrengst daarvan is voor we ons een definitief oordeel kunnen vormen. Het zal trouwens straks ook aan de raad liggen om door medewerking aan de politiek van B. en W. belastingverhooging te voorkomen. Omstandigheden hebben ons gedwongen groote werken gelijktijdig uit te voeren, die we anders liever geleidelijk hadden uitgevoerd. De heer B o e ij e n g a: De algemeene beschouwingen van den heer De Groot komen vrij plotseling; hij zelf kon de dingen rustig overdenken, doch de beantwoorder heeft nu den tijd niet gehad de vier-jarige periode na te gaan en het resultaat op te maken. Spr. kan zich indenken dat de toestand voor links een bittere pil was toerii de kiezers beslisten dat er een rechtsche meerder heid zou zijn, daarbij moet men zich echter neerleggen. Men betreurt dat de linksche wethouder heeft plaats moeten maken, maar rechts heeft toen reeds zijn waardeering geuit voor die wethouder, wiens heengaan eechter noodzakelijk was in verbant' met de verandering der raadsmeerderheid. Er is destijds over geen program gesproken, doch het onderscheid tusschen recht sche en linksche politiek is toen in het licht gesteld. Men ver onderstelt van links, dat nu rechts met een forsche zwaai de koers gewijzigd zou hebben, doch in de gemeenteraden tracht men veelal met alle partijen samen te werken om de belangen der gemeenta.te behartigen en meestal stuurt men op een com- prbinis aaü^’waarme'e allen zich kunnen vereenigen. Daar is daartoe meer de gelegenheid dan in het parlement, waar een rechtsche meerderheid steeds direct gevolgd wordt door een rechtsch kabinet, wat in de raden niet altijd het geval is, waar ook de minderheid vaak in B. en W. vertegenwoordigd is. Dui delijk heeft spr. destijds gezegd, dat slechts de bedbeling der meerderheid zou zijn het beleid eenigszins naar rechts om te buigen, immers geen partij heeft hier een meerderheid, bij beide groepen, rechts zoowel als links, moet een compromis gesloten. Wij nemen het links niet kwalijk, dat het tracht een wig te gevoteerd dan diagen B. en W. en raad samen de verantwoor delijkheid; elk raadslid heeft toch bewust mee kunnen werken tot die besluiten. Meer is daarover niet te zeggen. Overigens, in de memorie staat: „Het is niet onmogelijk, dat er kans op belastingverhooging is,” dat is een veel voorzichtiger uitlating dan de heer Breeuwsma er van maakt, die zegt dat de kans groot is. B. en W. hebben slechts een waarschuwing laten hooren. Het saldo 1929 beheerscht niet de begrooting 1932, doch 1931 De oprichting in het centrum van dat verstoken gebied is geen overbodige luxe. Friesland heeft er drie kweekscholen en de provincie Groningen, op minder inwoners tn betere communicatiemiddelen, heeft er vier. Het nijpend gebrek aan onderwijzers In ons land maakt uitbreiding van de op- lfidlngsgeleg- nhpden noodzakelijk, ook voor den RAAD der gemeente SNEEK op uur. 1930. Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld. Punt II. Ingekomen stukken: a. Schrijven van R. Frank, houdende mededeeling, dat hij met ingang van 1 Januari 1931 bedankt als lid van de Commissie van toezicht op het lager onderwijs. (1.851.2. 62.7-2). Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. b. Adres van het hoofdbestuur der Vereeniging tot be vordering van de vakopleiding voor handwerkslieden in Nederland, houdende verzoek om een bijdrage voor een in 1931 te houden Nationaal Congres. (X 0785(1)). Op voorstel van B. en W. wordt een bedrag van f 10.be schikbaar gesteld. Punt lil. Voorstel van Burgemeester en W ethouders om bij H. M. de Koningin in beroep te gaan van het besluit van het Bestuur van het- waterschap „De Sneeker Oud- vaart”, om afvoering van de liggers van perceelen der ge meente. (Bijlage 159; dossierno. X 07.351(7)). Het voorstel van B. en W. wordt z. h. s. aangenomen. Punt IVRapport van de Commissie voor rekeningen en begrotingen inzake onderzoek der begrooting van het Old Burger Weeshuis voor 1931. (Bijlage 157; dossierno 1. 842.73(14)). Z. h. s. wordt de begrooting vastgesteld. Punt V. Rappott van de Commissie voor rekeningen DE ALGEMEENE BESCHOUWINGEN VOOR DE GEMEENTE-BEGROOTING het beleid van B. en W. is over het geheel niet naar behooren konden vervullen. er is geen reden tot klagen. Spr. ontkent dat er tot nog toe alleen optimisme bij B. en W. In de verkiezingsdagen worden de dingen wel eens scherp geheerscht heeft, juist het gestichte reservefonds beoogde het gesteld en als spr. de strooibiljetten van 1927 eens bij zich had i gevaar van belastingverhooging te neutraliseeren. Is er te veel zou blijken dat links toen een meerderheid van rechts als een ramp beschouwde en wat is daarvan terecht gekomen? Sneek weet nu dat niet alleen mannen van links maar ook van rechts de leiding der zaken verdienen. Spr. stelt een rechtsch D. B. ook zeer op prijs in deze tijd, omdat het gezag nog al eens in het gedrang komt en dit gezag beter verzekerd is bij rechts dan links, dat is ook de meening van het kiezerscorps. Dat remits teleurgesteld zou zijn ontkent spr. Spr. hoopt dat wij he: rechtsche D. B. hier zullen houden en dat de reeds vrij goede samenwerking der rechtsche partijen nog beter zal worden op’ en is overgebracht naar het reservefonds, maar dat zegt niet dat die punten waarover nog verschil is. Het doet spr. genoegen te onder alle omstandigheden dergelijke saldi daarheen zullen gaan; constateeren dat in onze gemeente over de heele linie de mee-tenslotte kan de wal het schip keeren. Een voorzichtige finan- ning veld wint dat we van de kermis af moeten. Van links cieele politiek is steeds een opportunistische politiek en de ver- verzette men zich vooral, omdat rechts haar weg wilde hebben,1 ordening op het reservefonds laat daarvoor ruimte. Men kan rechts moet nu eenmaal terecht of ten onrechte worden be-'een incidenteel tekort wel dekken uit zOo’n reservefonds, maar gram” en spr. bemerkt daarvan nu riog niets en consekwenties zullen worden getrokken uit wat hij zeide. De heer Do k k u m dankt B. en W. voor de uitvoerige be antwoording van vragen wel eens vaag waren. Spr. heeft daarvoor alle waardee- ling en sluit zich aan bij de meening, dat in de schriftelijke voor bereiding alle punten moeten opgenomen, die bij de debatten zullen worden behandeld. Spr. meent zelfs dat dergelijke op merkingen als die van den heer De Groot eerst in de secties had den kunnen worden behandeld, opdat men later met vrucht hier over kon spreken in de raad. Spr. zou nog even willen terug komen op wat B. en W. antwoorden inzake de financieele toe stand. In 1931 verkeeren we in een gunstiger positie dan in volgende jaren, omdat daarin ruim f33.000 meer ontvangen wordt aan belasting dan in 1932. Spr. betreurt dat we juist nu geen inleidende beschouwingen hadden bij de memorie, omdat het jaar 1931 juist doordat het keerpunt inzake de financieele verhouding tusschen rijk en gemeenten in dat jaar valt, zich wel zeer bijzonder voor een inleiding had geleend. Een begrooting hangt niet in de lucht, maar houdt verband met voorgaand gezichten zullen zijn en nagaan aan de hand van wat er in 4 jaar gebeurd is, wat er terechtgekomen is van de voornemens en plannen der raads meerderheid, geopperd toen deze zittingsperiode een aanvang nam. De verkiezingen van 1927 brachten de raadsmeerderheid van links naar rechts, het werd 87, terwijl het daarvoor 78 was Het gevolg is geweest, dat de linksche wethouder moest ver dwijnen en wel om principieele redenen; er stonden belangen op het spel, zoo heette het, die niet verwezenlijkt zouden wor den als die wethouder bleef, dat kon alleen als het college van B. en W. in overeenstemming was gebracht met dat van den raad, er evenwicht tusschen uitvoerende en verordenende macht heerschte. Eerst dan kon men principieele politiek beoefenen. Na zooveel jaren van miskenning en misschien wel onderdruk king van de rechtsche rechten, moest er verandering komen, drijven in de partijen van rechts, maar de praktijk in de lande Verschillende leden van links, die nu in de oppositie kwamen, heeft bewezen dat dit niet gaat; die partijen stoelen op dezelfde stonden tegenover dit alles vrij sceptisch, omdat de meerderheid bestond uit 6 protestantsch-christelijke en 2 R.-K. leden en men heeft zich dan ook destijds reeds afgevraagd waarin die prin cipieele politiek moest bestaan. Welke aanleiding kon er voor de r.-k. bestaan, om, waar groot verschil van principes tusschen hen en de andere rechtsche leden bestond, mee te werken eer linksche wethouder weg te werken, die zich wijdde aan de belangen der gemeente op een wijze welke moeilijk te over treffen was. Spr. weet niet wat er aan de wethoudersbenoeming toen voorafging en nu, na drie jaar, tast spr. nog steeds in het ouister. Als spr. de, balans opmaakt wat er gebeurd is, vraagt hij wat er bedoeld is met het voeren van principieele politiek. Daar is de kermis! Principieele politek der a.-r. en misschien der c.-h. was het, deze te trachten af te schaffen, en men had voor deze en dergelijke maatregelen een programma noodig. Maar die afschaffing is aan de orde geweest, doch afgestemd en uitge- loopen op een nederlaag voor de principieele politiek. Er was een interpellatie-v. d. Meulen over het circus Strassburger, dat op last der meerderheid van B. en W. niet mocht komen, en met medewerking der R.-K. leden kregen B. en W. een motie van afkeuring. Ook dit was een slag in ’t gezicht der principieele politiek, evenals met de kwestie van het gebruik der turntoe- stellen op Zondag. Van alle principieele politiek heeft spr. hier niets gemerkt. Ook op ander gebied hebben B. en W. wel j nederlagen geleden, doch de hoofdzaak is dat juist datgene 'waarop bij de verkiezing van een wethouder de nadruk is ge legd, niet uitgevoerd is, en juist daarom was die mutatie in B. en W. noodig! Er kwam een kleine verordening inzake het vloeken in ’t slachthuis tot stand, maar als dat het geheele I lesultaat der principieele politiek is, is het te belachelijk om er NIEUWE SNEEKER COURANT hen, wier smalle beurs niet toelaat de kinderen naar verafgelegen plaatsen te zenden. Hij vertrouwt, dat door eendrachtige samen- Groot zegt dat dit de vierde en laatste be grooting van het college in deze samenstelling is. Als de vol gende begrooting aan de orde is zal er een verkiezing aan voorafgegaan zijn en niet ónmogelijk is het, dat er dan nieuwe oude verdwenen. Spr. wil daarom VERGADERING van MAANDAG 15 DECEMBER 1930, ’s voormiddags 10 Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester. Secretaris de heer P. Sikkes. Aanwezig 14 leden.,Afwezig de heer U. Sijtema (m. k.). Aan de orde is: Punt I. Notulen van de vergadering van 8 December Rijkskweekschool in Westelijk en Zuidwestelijk Friesland. Door het bestuur van de afdeeling Sneek van de Vereeniging Volksonderwijs was aan de secretarissen van de afdeelingen Balk, Goënga, Hindeloopen, Koudum, Rau- werd, Sint Nicolaasga, Stavoren, Warns, Workum, Wommels en Woudsend, en aan de oudercommissies en de hoofden van scholen met verder personeel van de scho len te Rauwerd, Wommels aan de noord zijde en Lemmer, Stavoren aan de zuidzijde, bet verzoek gericht een vergadering bij te wonen op Zaterdagmiddag j.l. te Sneek, die onder leiding stond van den voorzitter der afdeeling Sneek, den heer J. Lust. In zijn openingswoord uitte de voorzit’er zijn voldoening, dat ondanks het slechte weer toch zoo velen zich de reis naar Sneek hadden getroost, waarin hij het bewijs zag, dat er voor de zaak, die ons hier samen- b’engt, too een groote belangstelling be staat. Vervolgens deelde hij mee, wat er aan deze vergadering was voorafgegaan. In het kort was het dit: Van den secretaris van de afdeeling Hindeloopen ontving het bestuur de vraag, of het iets van de plannen van Bolsward, waar een comité was opgericht, de com missie „Kweekschool”, afwist. Hij toch meende, dat Sneek voor de vestiging van een kweekschool veel gunstiger gelegen was, dan Bolsward, en dus door belang hebbenden de vraag zou kunnen beant woorden, welke plaats het meest voor de oprichting in aanmerking zou moeten komen. Na de ontvangst van dit schrijven werd in de vergadering van de afdeeling Sneek van den Vrijzinnig Democratischen Bond door een der leden dezelfde vraag tot het bestuur gericht. Op de algemeene vergadering van dien Bond te Hengelo werd door de afgevaar digden van Sneek aan de heeren KL de Vries en mr. Oud de vraag gedaan, of hun iets bekend was van een mogelijke vermeer dering van het aantal kweekscholen in Fries land. Beide heeren wisten van niets. Kort daarna zijn de heeren Statema en Bakker van Bolsward in Sneek geweest, en hebben met mr. Andreae een samenkomst gehad, waarin zij vroegen, of Sneek bereid was de actie tot stichting van een kweek school te Sneek te staken, waarop door mr. Andreae geantwoord is, dat Sneek nog geen actie had gevoerd, wel de wenschelijkheid van een kweekschool in deze streek van onze provincie beaamde, en dat Sneek zich gaarne met Bolsward zou willen verstaan, om tot de keuze van de meest geschikte plaats te besluiten. Tot een afspraak is het niet gekomen. Daarop ontving de afdeeling d.d. 24 November j 1. een schrijven van de af- j deeling Bolswa-d, waarin gevraagd werd 1. de actie te staken, en 2 een vertegen woordiger van Sneek in het Bolswarder comité aan te wijzen, dat zou overwegen, de kweekschool gevestigd zou moeten worden. Tot zoover de voorgeschiedenis. Over de zaak zelf nog ditHet be vreemdt den voorzitter, dat door Bolsward too’n groot deel van Friesland is uitge sloten, met name de afdeelingen ten zui den en ten oosten van Sneek. Willen we tot de oprichting van een kweekschool komen, dan is een krachtige vooral van het platteland, zeer wortel; het is de laatste jaren voldoende gebleken, dat de recht sche partijen, A.-R., C.-H. en R.-K., bij elkaar behooren op grond van hun beginsel en daartegenover staat alles wat links is, ook bij alle verschil onderling tusschen die linksche partijen. We hebben een linksche en een rechtsche politiek, de linksche poli tiek was vroeger overheerschend en onderdrukte de rechter zijde, men denke aan de schoolkwestie. Door krachtige arbeid van rechts hebben we een meer bevredigende toestand gekregen, ook in de raad hier. Vroeger hadden we hier 1 a.-r. en 1 r.-k., later kreeg rechts meer en nam ook de rechtsche invloed gelei delijk toe en gingen tal van rechtsche wenschen in vervulling, ook toen links hier nog regeerde, daarom kon niet worden verwacht dat het roer forsch zou worden omgegooid. Wat de Zondagsrust betreft, spr. geeft toe dat inderdaad in dezen de r.-k. minder rechts zijn dan de andere rechtsche groe pen, maar men houde rekening met de praktijk en spr. moet tot zijn spijt de burgemeester even in dit debat betrekken. Als we een rechtsche *burgemeester hadden zou er meer terecht komen van die rust, dan zouden we geen demonstraties op Zondag hebben van s.-d. en ontwapenaars, wat voor rechts hinderlijk is. De heer Hoekstra: Verdraagzaamheid is er ook nog. De heer Boe ij en ga: Als een oud-liberaal over de ver draagzaamheid spreekt, trekt men de schouders op en glim lacht. Als het geheele D. B. rechts was zou de Zondag beter be schermd zijn, dat is niet aan ons te wijten. Wat de bioscopen betreft daarover was rechts het vrijwel eens, doch dat is nu rijkszaak en wat het vloeken betreft, hier is eenheid, zooals bij het slachthuis bleek. Er is een groot verschil tusschen links en rechts inzake armen zorg; links wil die vooral aan de overheid overlaten en zou eigenlijk zelfs de kerkelijke armenzorg gaarne onder toezicht de kwestie betreft hoe men de schok in 1931 zou hebben op- van de overheid stellen! De rechtsche samenwerking beoogt te gevangen als er geen nieuwe rijksregeling ware gekomen, die in aanmerking behouden wat bereikt is en verkeerde invloed van links te vraag moge men endosseeren aan B. en W., maar de raad mag spr. durft dat ni.- I weren. Een der kenmerkende verschillen is dat links de staat zich die ook zelf stellen; hij werkte toch mede aan alle voor-’ z00.1 wil laten doen wat de maatschappelijke krachten moeten doen, stellen. Een vorig jaar zijn uitvoerige overzichten gegeven be- danig hoog standpunt zullen stellen, dat zij het gemeentebelang Spr. zou de wedervraag kunnen stellen: Hebt U te klagen ge- treffende de leeningen, ook voor improductieve uitgaven, welke boven het partijbelang zullen stellen. j had in deze 4 jaar, dan hadt U het kunnen zeggen. Van een iuist het groote gevaar voor de belastingdruk opleveren en de Ten opzichte der principieele politiek is dus eigenlijk niets forsche frontaanval der s. d. is in de laatste jaren niet veel rijksregeling is o. a. gekomen omdat verschillende gemeenten gebeurd; de heer Boeijenga zeide in 1927: „Er is nog geen pro- bemerkt, zoodat sprekers indruk is dat het rechtsche bewind in het gedrang dreigden te geraken en zij zonder een extra hij hoopt dat de nog niet zoo kwaad werd gevonden. Men moge democratisch steun van het rijk hun taak inzake de gemeentelijke huishouding I of behoudender zijn, goed geweest en er de opmerkingen der secties, ook waar die j streden, doch het behoud der kermis is een blaam voor links. Goed gezien is het daarom dat men is samengekomen om te trachten de kermis te vervangen. Men spreekt links veel over cultuur, maar de kermis heeft maling aan alle cultuur. De critiek van den heer de Groot had niet veel om ’t lijf en wij voelen ons veilig onder het vaste beleid van het tegenwoordig D. B. is spf’s eindconclusie. De heer Breeuwsma zegt, dat de heer Dokkum toch in de sectie ook niet stilstond bij de onderwerpen die hij hier m ter sprake bracht, zoodat het spr. bevreemdt, dat hij het juist nu is, die vindt dat al die punten eerst schriftelijk dienen aan geroerd. Spr. zou overigens gaarne zien dat een vaste lijn werd getrokken en in het vervolg alle kwestie eerst in de sectie wor den aangeroerd. Spr. is het overigens in veel eens met den heer Dokkum. Spr. zou nog wel iets willen vragen. Speelt in de f33.750 meevaller in 1931 ook niet een rol de uitkeering van het gemeentefonds van Mei tot December? Voor 1931 heeft men immers maar recht op 8/l2 van f 187.000, doch de gemeente ontvangt °/12, dat is f 14.000 meer, die we ook de“wolgende jaren niet zullen ontvangen, doch dit bedrag is zeker verdis conteerd- in de f 33.750? En hoe zou het 't gemeentebestuur zijn gelukt de begrooting zonder belastingverhooging te sluiten als de nieuwe regeling niet in 1931 gekomen was? In vorige in leidingen was men ten dezen opzichte vrij optimistisch, maar nu blijkbaar niet zoo erg. Toch betwijfelt spr. of B. en W. serieus aan de belastingverhooging hebben gedacht, want hoe konden zij anders het saldo 1929 bestemmen voor het reservefonds en hoe kwamen zij er dan toe f 12.000 uit de gewone middelen van 1930 aan 't gasbedrijf te leenen, waardoor dit blijvend kapitaal bezit wordt? Juist de resultaten dezer begrooting beïnvloeden die van 1932 en alles zou dan moeten zijn gedaan om de over schotten van 1929 en 1930 te bestemmen voor de gewone dienst van 1932 om die belastingverhooging te voorkomen. Spr zal zich voor de toekomst nu eenige reserve moeten voorbe houden ten opzichte der politiek uit de gewone middelen .aan de bedrijven te leenen. Tot nog toe hebben meevallers B. en W. in staat gesteld in de loop van een jaar over vrij wat meer mid delen te beschikken dan bij de opmaking der begrooting ver moed werd, maar als men nu reeds belastingverhooging voor 1932 in uitzicht stelt, kan spr. niet goedkeuren dat men deze politiek van leenen uit de gewone middelen aan de bedrijven voortzet. We hebben nu een reservefonds dat o. a. ook zal dienen om de belastingdruk te nivelleeren en daarom begrijpt spr. niet dat het B. en W. ernst is met hun betoog belasting verhooging in uitzicht te stellen. Ten opzichte van het politiek gedeelte der beschouwingen zal jspr. zich onthouden; de heer De Groot is volkomen capabel de opmerkingen van den heer Boeijenga te beantwoorden; de rede van den heer De Groot in eerste instantie had sprekers instem ming. De heer De Groot heeft hetzelfde wat de heer Boeijenga nu ondervindt ook ondervonden met het onderwerp armenzorg, dat een vorig jaar onverhoeds door den heer Boeijenga ter sprake werd gebracht. Spr. wil wel meewerken tot een andere werkwijze, maar dan zal één sectie-avond onvoldoende zijn. Inderdaad was het een bittere pil dat wij onze wethouder, die volgens onze instemming mee regeerde, moest verdwijnen om o. i. niet Cardinale redenen. Spr. toch heeft van den heer Boeijen ga niet gehoord waarin de principieele politiek in deze 4 jaar bestond. Juist deze politiek had nu ktmnen worden gevoerd en het is niet geschied, er ontbreekt dus blijkbaar nog een pro gramma. Armenzorg brengt juist in rechts de verdeeldheid; want er is in dezen nog iets van een bepaalde groep rechts te verwachten, dat de a.-r. niet welkom zal zijn. Ook bij de kwestie van subsidie voor het voorbereidend 1. o. bleektusschen de rechtsche partijen verschil, hoewel op dat gebied juist prin cipieele politiek ware te voeren. Rechts is geen geheel evenmin als links; links zou staatssocialisme willen, de heer Hoekstra misschien ook? Socialistische aanvallen zijn er genoeg geweest men denke aan de crisis-uitkeering in 1927, de kwestie der schoonmaakmiddelen, de voorstellen inzake de personeele be lasting en vacantiebijslag, alles wat wij voorstelden werd afge wezen. Wij laten ons op dat gebied meestal niet onbetuigd. Zeker is er wat gebeurd, groote werken zijn uitgevoerd, maar geen principieele dingen, doch werken, gedeeltelijk ons door de wet of de omstandigheden opgedrongen. Spr. weet niet of het voor rechts een aangenaam punt is de kwestie der verkie- zingsreclame aan te roeren, vooral de a.-r. reclame was zoo, dat men er zich voor moest schamen. De heer Boeijenga: Toont U dat aan. De heer Breeuwsma: „Onze mannen zijn bekwaam”. De heer De Groot: Ik heb ze niet bij mij, maar er was een plaat, waarop een kerk en daarnaast een kerk die in brand ge stoken is door de s.-d. Dat was een schandaal; nimmer wordt de kerk door de s.-d. aangevallen. Gij hebt het aan de s.-d. te danken, dat U gebruik kunt maken van de subsidies aan de bijzondere scholen geschonken. Spr. kan zich niet voorstellen dat bij een linksch college de rust in de stad verontrust zou worden. Spr. begreep deze op merking niet. De kermis is niet te verdedigen, misschien een ander feest ook niet. Het ageeren er tegen door rechts zal wel betreffen het drankmisbruik. Wil men er iets goeds voor geven dat op hooger peil staat, dan is spr. er voor. Spr. betwijfelt echter of het ge lukken zal en een beter middel is: schaf de kroeg af, of voed de menschen beter op. Stellen de a.-r. dat voor, dan kan men verzekerd zijn dat de s.-d. aan hun zijde zullen staan. De Secretaris geeft nadere inlichtingen van technisch- financieelen aard. In de begrooting 1931 zijn inderdaad 9 maan den rijksuitkeering verantwoord inplaats van 8; er zit dus een klein voordeeltje in, maar dat maakt voor 1932 geen verschil, omdat dan de geheele rijksuitkeering wordt ontvangen. Wat Abonnement per jaar f 2.50 (t p post I 160 Adverteotien 0 ct. p. regel Ing tonden mededeeHngen hooger, Abonnement belangrijke korting Advertentlèn worden levens gratis ge staat»! in de SNEEKER COURANT runt v. trap port van ae commissie voor rekeningen en begrootingen betreffende een plan tot wijziging van de begrooting van het Burgerlijk Armbestuur voor 1930. (Bij lage 158; dossierno. VI 07.352.1(1)). Z. h. s. wordt deze wijziging goedgekeurd. Punt VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging der gemeente-begrocting voor 1930. (Bijlage 122; dossierno. X 07.352.11(16)). Z. h. s. wordt deze wijziging goedgekeurd. Besloten wordt eerst te houden

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1930 | | pagina 1