FEUILLETON Het bittere erfdeel I V I J De Avonturen van Snuffelgraag en Knagelijntje. Sportrilbrïek. Veemarkt Sneek. I t I I 't 1 -200.- -310— M 1 Klaas Kuiken, Nanke k over Wil nu Wordt vervolgd. ,1 i I ■I' "1 •n d. i' 's r 11 t< s door MARGARET PEDLER. U t het Engelsch vertaald door A. E. C. VUERHARD—BERKHOUT. - 70— 90.— fiat gaven, vanaf deze plaats nog hartelijk dank voor het in mij gestelde vertrouwen. Zooals ik reeds in Uwe vorige vergadering zeide, zal het mijn ernstig streven zijn om mij dit vertrouwen in de toekomst waardig te. ma ken. Schenke God, Die mij in deze werkkring heeft gesteld, mij al het daartoe noodige. Ik ben mij bewust een niet gemakkelijke taal: op de schouders te hebben genomen. Gelukkig, mag ik wel zeggen, verkeer ik in de bevoorrechte positie dagelijks met mijn hoog- geachten voorganger van gedachten te kunnen wisselen omtrent eventueele moeilijkheden en met diens ervaring mijn voordeel te doen. Stel ik deze steun zeer op prijs, niettemin wil ik ook een beroep doen op de medewerking van allen, met wie ik voorts in de vervulling van mijn ambt in aanraking kom. Niemand Uwer zal het mij kwalijk nemen als ik hier in ’t bijzonder noem de heeren Wethou ders eenerzijds, die ik in de vergaderingen van het Dagelijksch Bestuur geregeld ontmoet en het Secretarie-personeel anderzijds, in deze zaal wel eens genoemd de staf van den Secretaris. Tot dien staf heb ik vele jaren behoord en ik weet bij ondervinding, dat de verhoudingen ter secretarie steeds zeer vriendschappelijk waren, ook tusschen den Secretaris en de ambtenaren. Ik vertrouw volkomen, dat dit zoo zal blijven. Oi»d-Collega’s, indien noodig, zal ik, wanneer daartoe aanleiding bestaat, me gaarne beijveren om U bij Uw verdere carrière behulpzaam te zijn. Verder wil ik niet vergeten te noemen den Ontvanger-Kassier-Boekhouder van het G.E.B. en den Gemeente-Architect, wier werkzaamhe den hen vaak met mij in contact brengen. Het besef van aller medewerking te onder vinden zal in velerlei opzicht mijn taak verge makkelijken. Op grond van de ervaring behoef ik daarom trent echter geen zorg te hebben, ook omdat juist onderlinge samenwerking en eensgezindheid tot dusver den geest van het ambtenarencorps van Wymbritseradeel hebben gekenmerkt. Ik wil eindigen met den wensch, dat deze voortreffelijke geest ook onder mijn Secretariaat bestendigd moge blijven in het belang van de gemeente, welke wij dienen. (Applaus.) De heer Schaafsma spreekt aldus: Mijnheer de Voorzitter. U heeft mij met zeer vriendelijke woorden als gemeente-ontvanger, die straks in functie zal treden, begroet. U sprak ook van het groote vertrouwen, waarmee U mi ails zoodanig ontving. Ik wil wel zeggen, dat het meest dominee- rende gevoel bij mij op dit oogenblik is een groote mate van dankbaarheid jegens U en den raad. U hebt met een enkel woord gewezen op mijn relaties met Wymbritseradeel, die van ouderen tot f 0.23 - 0.23'A - 0.42 -0.45 -0.00 van 29 Juni 1931, waarin U werd benoemd tot Secretaris onzer gemeente, heb ik U persoonlijk reeds ge luk gewenscht met Uwe promotie. Nu U echter zooeven als Secretaris zijt be- eedigd en op 1 Augustus a.s. in functie hoopt te treden, meen ik aan den korten gelukwensch van 29 Juni jl. nog een enkel woord te moeten toe voegen. Ik doe dat gaarne, omdat ik dat van harte kan doen. Reeds een achttal jaren mocht ik I kennen als een stoere werker, bekwaam voor Uw taak, minzaam in den omgang. De uitnemende verstandhouding, welke er to dusver tusschen U en mij, die ook in het vervolg dagelijks met elkaar zullen hebben om te gaan, meente Wymbritseradeel, steeds naar behooren en tot volle tevredenheid van Uwe superieuren te vervullen. Mijnheer Schaafsma. Wij gevoelen ons gedron gen ook U vanaf deze plaats met Uwe benoe ming tot Ontvanger dezer gemeente geluk te wenschen. U zult door het uitoefenen van Uw nieuwe ambt voortaan meer met ons in aanra king komen dan tot heden het geval was. Wij vertrouwen, dat de aangename relaties die er tusschen U en de secretarie reeds bestaan, zoo mogelijk in de toekomst nog zullen worden versterkt. (Applaus.) Hierna sluiting. ’t Is een gewichtige betrekking, welke U is toevertrouwd. In den tegenwoordigen tijd met zijn steed: uitbreidende overheidsbemoeiing, is het voorwaar niet gemakkelijk om op de hoogte te blijven va- de wettelijke voorschriften, waarmede de ge meentelijke administratie in aamaking komt. Toegerust als U zijt met de noodige practische en theoretische bekwaamheid, spreek ik echter de gegronde verwachting uit, dat de toekoms. zal leuren, dat de Raad door U tot Secretaris te benoemen een goede keuze heeft gedaan. In eer. ge.ellig samenzijn op 29 Juni jl. is U door verschillende raadsleden reeds gecompli menteerd. Ik neem daarom de vrijheid U thans openlijk namens den geheelen Raad hartelijk ge luk te wenschen met Uw benoeming. VOETBAL. Vriendschappelijk. Vrijdagavond speelden aan de Lemmer weg alhier het elftal van de Arbeiderssport- bond en dat van de N. V. N. J. Wouda’s meelfabrieken. Eerstgenoemd elftal won met eindstand 21 doelpunten. Zondag trok een L.S.C.-ploeg uit naar De Kooi èn speelde aldaar tegen de geelzwar ten een „friendly game”. De Sneekers won nen met 15 doelpunten. Kaatscompetitie. Vrijdagavond zijn er geen wedstrijden voor de kaatscompetitie gespeeld. Heden avond wordt er een aanvang gemaakt met de parturen die voor de prijzen in aanmer king komen. Aan spanning zal het zeker niet ontbreken. Nog 9 partijen moeten er in to taal gespeeld worden. Permanente Commissie te Francker. Morgen zal er in het prachtig gelegen Sternse Slotland te FranelCer de groote jaar- lijksche kaatswedstrijd worden gehouden. Deze belooft zeer interessant te worden, daar een 16-tal formaties van 3 spelers in één partuur^waaronder tal van nieuwe hieraan zal’deelnemen. Deze zijn als volgt: Teade Zijlstra, Piet Helfrich, Klaas de Jager. Gerben Koster, Koopmans. R. Terpstra, D. de Bildt, S. Helfrich. H. Knol, G. Zaagmans, K. Kooistra. G. Jellema, B. Wassenaar, A. de Haan. J. Vlietstra, D. de Jong, J. Werkhoven. J. Bosma, S. de Haan, S. Vellinga. H. v. d. Molen, M. Koopal, S. Stelpstra. I. Roukema, A. Kramer, J. v. d. Leij. K. v. d. Heide, C. de Way, P, Oord. S. Bos, N. Staalstra, D. v. d. Heide. bestond, zal ongetwijfeld zoo mogelijk nog wor den versterkt. Ik ben er zeker van, dat de dagelijksche lei ding ter secretarie wordt toevertrouwd aan be kwame handen en dat U naar den eisch van den zooeven afgelegden eed, de belangen der ge meente geheel onpartijdig zult behartigen. 263. „Zoo droop de schatrijke Pé vol schaamte af. Buiten vond hij de schatten, die zijn vader geweigerd had en hij vond zijn dienaren en de diepbuigende bewoners van ’t dorp. Maar in zijn hart was schaam te.” I 7 f uitdrukking. „Jem, wist Je dat ik van morgen hier kwam schaatsenrijden?” vroeg ze, toen ze eindelijk stil ptond. „Of was het lou ter toéval, dat je vandaag hier kwam Beresford keek geamuseerd op haar neer. „Zulke gelukkige toevallen komen, volgens mij, niet voor,” antwoordde hij vroolijk. „Nee, de idea ex machina was Herrick. Ze belde me op en invL teerde me om te komen koffie drin ken.” „O.” (Zijn hand sloot zich vaster omi het tengere handje dat in zijn groote palm rustte. „Ben je niet boos vroeg hij. Ze glimlachte, onverwacht en lief. Malle jongen. Hoe |ou ik boos kun nen zijn?.. Nee, dat is het niet. Maar ik ben geloof ik een beetje bang.” „Waarvoor „O, omdat het jiet is of ik ajl de zonden van de tien geboden ineens heb begaan. Schaatsenrijden is taboe en jij. bent taboe en ik heb het gevoeji, alsof ik eentvreeseïijke straf zal krijgen. Als als die verschrikkelijke Hum* phneys ons zag „Maar dat kan hij niet,” zei Jem ge ruststellend. „Je bent hier veilig voor de loer-oogen van dien vervelenden ke- nel. En ik zal je thuis brengen door het bosch, zoodat je niet door deSt tuin of de oprijlaan behoeft te gaan. Liefste," ging hij voort en er klonk passie in zijn stem, „we moeten elkaar nu en dan alleen ontmoeten. We bena- deelen er niemand mee berooven niemand door een paar uurtjes samen te zijn. Als Mortimer van je hield zou het wat alnders zijn misschien -Hii heeft zekere rechten begon nieter zou nooit geluk voor onj mogelijk zijh, als ik het deed. Soms denk ik, dat A^ac gelijk heeft als hij zegt, dat we elkaar niet meer moesten zien dat je hier weg moest gaan.” „Zegt hij dat Jem lachte kort. „Als Mac ooit zelf weet wat het zeggen wil om van een vrouw te houden zal hij ook ontdekken, dat het niet zoo gemakkelijlj is om weg te gaan.” „Als ooit.” Carol keek hem met vrou welijke toegevendheid in haar oogen aan. „Heb je 'dan niets opgemerkt, niets geraden? O,” haar lippen vertrok ken in een vermoeid glimlachje, „dan moet je toch wel erg blind zijn.” j,,Of ik wat niet heb geraden? je zeggen dat Mac Ze knikte. „Juist, dat bedoel ik.” Jem keek haar twijfelend aan. Toen verhelderde een licht van begrijpen zijn gezicht. „Is het Herrick?” vroeg hij. „Ja, het is Herrick.” Hij glimlachte. '„Dus daarom begrijpt ze die dingen zoo goed. Wanneer gaat het engage ment er door? Er bestaan geen twee menschen die ik meer van harte zal feliciteeren. Zij en Mac zijn jzoor elkaar geschapen „O, houd op,” riep Carol, half lachend ondanks zichzelf. „Je trekt veel te gauw conclusies. Er wordt geen engagement publiek omdat er geen bestaat.” „Wat?” Jem stond met open mond. ,,Je wilt toch niet zeggen, dat ze hem bedankt heeft Zijn eigen genegenheid voor Kenyon was zoo groot, dat het hem ongelooflijk voorkwam,dat de vrouw, op wie hij verliefd was gewor den, daar niet op zou reageeren. Carol sloeg haar 'bezorgde blauwe oogen naar hem op. „Ik weet het niet. Ik kan er niet goed achter komen wat er tusschen hen is voorgevallen. Ik weet ik voej, dat Mac niet gelukkig is en ik tob er over.” „Niet tobben liefste. Waarschijnlijk komt het allemaal wel terecht metter tijd. Zij zijn ten minste geen van beiden aan een ander gebonden,” voegde hij! er met een klank van bittere jalouzie in zijn stem bij. „Hallo.” Hij gaf een uitroep van verbazing en maakte go» baren naar den rand van het meerj waar de eenzame gedaante van een man juist in het zicht was gekomen en met gebogen hoofd, «alsof hij in ge dachten verdiept was, aan kwam loo- pen. „Daar is Mac juist net we over hem praten.” Jem liet een welkomstkreet over het ijs schallen en met een ruk, alsof hij plotseling werd opgeschrikt keek Ke nyon op;. Er gleed een eigenaardige uitdrukking over zijn gezicht, toen hij zag, wie de, twee gedaanten waren, die daar rond hadden gereden en hem nu naderden, een uitdrukking die half spontane blijdschap, half weifelende verbazing was. ,Wat beteekent dat?” vtoeg hij, zijn zuster glimlachend aankijkend, nadat zie elkaar begroet hadden. ..Zijn ‘de wetten van Meden en Perzen betref fende schaatsenrijden gebroken?” i,,O, nee.” Er was een ondeugende tinteling in Carols oogen. „Bij afwe zigheid van den wetgever, worden ze tijdelijk buiten werking gesteld, dat is alles.” Mac’s gezicht werd ernstig. („Niet erg verstandig wel?” zei hij langzaam. Carol, denkend aan den onverbreek- baren koop, dien ze gesloten had aan de overeenkomst, die haar voor haar geheele leven in boeien sloeg. „Wat voor rechten,” riep Jem heftig. „Het eenige recht dat een man een vrouw heeft is het recht om haar lief te hebben en te dienen. En God gave dat je me dat recht gaf me voor je liet zorgen en je beschermen. Ik zweer je, dat je er nooit berouw van zpudt hebben, Carol lieveling!” Zijn oogen brandden in de hare. Zijn zelf- beheersching, die ijzeren zelfbeheer- sching, die hem in staat had gesteld om zoolang haar vriend te zijn, begon lang zamerhand te verdwijnen onder de enor me spanning („O, stil toch.” Ze legde haar vrije hand haastig op zijn mond. „Jem, be lóóf me, dat nooit meer te vragen. Je moet het niet doen, liefste, je moet het niet doen,” drong ze een weinig wanho-i pig aan. „Omdat het zoo hard is neen te blijven zeggen, als alles in je hun kert om „ja” te zeggen.” Ze keek hem smeekend aan. „O Jem, help me toch maak het niet nog moeilijken voor me,” smeekte ze. Blijf mijn vriend.” Hij1 beet zijn tanden op elkaar en liet haar langzaam los, en een oogen blik was er een gespannen stilte, terwijl hij het heftige verlangen van al wat man en minnaar in hem was, neer vocht. „Goed,” zei hij’ eindelijk, zijn stem hard door de dwang die hij zichzelf oplegde. „Goed, je hoeft niet bang te zijn. Ik zal je nooit nemen, tenzij je zelf wilt komen. Maar als je ooit bij me komt, zal geen macht op aarde kunnen maken dat ik je weer los laat.” „Ik zal nooit komen,” zei ze bedaard, „ik zou niet kunnen. Je begrijpt het A. v. Koningsveld, C. v. d. Woude, J. v d. Plaats, M. v. d. Hem, D Ganzinga, R. Kuperus. II. de Jonr, R. IJetsinga, 1. Venema. O. Vellinga, J. Althof, L. Sterdsma. G. de Vries, H. Bogaard, S. Zijlstra. Voorwaar het puikje onder de Friesche kaatsers. Jongenskaatspartij te Oosterlittens. Door elkaar loten partij. Deelname 30 parturen van 3 spelers in één partuur. De le prijs werd o. a. gewonnen door A. Terp stra, Sneek, P. v. d. Kooi, Oosterlittens en G. Bottenga, Leeuwarden. Kermiskaatspartij Terzocl. Door elkaar loten partij. Deelname 18 parturen van 3 spelers in één partuur. De 2e prijs werd o. a. gewonnen door L. Koopal, Sneek, C. de Waij, Bolsward en H. Swier-I stra, Poppingawier. Overtocht Groote Wielen. De jaarlijksche zwemtocht te Leeuwarden over de Groote Wielen is Zaterdag gehou den onder begunstiging van heerlijk weer. Wel dreigde de lucht toen de Sneekers in twee auto’s aldaar arriveerden, doch het bleef daarbij. Onze Sneeker zwemmers(sters) hebben allen de tocht volbracht. Vooral de dames hebben zich kranig geweerd en maakten goede tijden, en in de wedstrijd werden de drie dames-prijzen gewonnen door Sneek. Mej. D. Oppenhuizen legde beslag op de verg. zilv. medaille, de zilveren viel ten deel aan mej. W. Boschma en de bronzen was voor mej. A. Muurling. Voor dit drietal wa ren de tijden resp. 19 min. 8 sec., 20 min. 25 sec. en 20 min. 30.8 sec. Van de heeren was D. Visser de 2e prijs winnaar in 18 min. 47 sec., waarvoor hij een zilv. med. ontving. Verder volbrachten de tocht de dames F. Beitschat, J. Postma, J. van Manen, J. Boer- sma, J, BoersmaHoekstra, Sj. Oppenhui zen, E. Dijkstra, A. Muurling, S. Oppenhui zen, M. Oppenhuizen, A. de Leeuw, D. Op penhuizen, W. Boschma, H. van Manen, H. Abbenga, A. ten CateOppenhuizen, T. Beetstra, A. Beetstra, A. Punter G. Nauta, S. Schiller, J. v. d. Meulen, B. fiendriksma, H. Volkers en J. Anema. Heeren: D. Visser, H. Reis, S. Hettinga, H. Buwalda, J. Buwalda, S. de Vries, R. Zijl stra, B. van Manen, O. de Leeuw, T. Vreede A. Koster, H. Holman, F. v. d. Heide, B’ Wester, J. Bakker, A. Slob, L. Kooistra. Er waren pl. m. 300 deelnemers(sters) uit alle oorden des lands. 264. „De oude Tji Tjong Pi trok met zijn jzoon en den koopman mee naar Kin Fo’s huis om er zijn laatste levensjaren rus tig te slijten. Hij verheugde zich er over, dat Poe zulk een goed tehuis had gevonden.” 29. Jetm keek opgelucht. „O, is dat, alles antwoordde hij. „We komen al lemaal vroeg of 4aat tot die conclusie.’' „Ik wou dat de dingen eenvoudiger waren en dat er geen sleutel noodig was,” zei Carol droevig. Hij wierp haar een snellen blik toe en scheen op (het punt om een haastig antwoord te geven <doch hij hiéld zich in en zijn mond sloot zich in een harde, rechte lijn. Toen ’hij weer sprak was het over totaal onverschillige onderwer pen en bracht |hij met opzet het gesprek op eenige nieuwtjes Uit de buurt. '„Hoe is het ij's vandaag?” vroeg hij eindelijk. Toen ik hierheen liep kwam het me voor of hej -een beetje dooide.” „Ga het dan even probeeren,” ant woordde Herrick onmiddellijk. „En neem Carol met je mee. Ik ga den koffieboel omwasschen.” „Ik zal je.helpen,” stelde Carol voor. Herrick schudde gedecideerd het hoofd. „Neen, dat doe je niet. Vergeet niet dat het vandaag jouw „uitgaansdag’’ is,” voegde ze er lachend bij. Een paar minuten later was ze alleen in de hut, terwijl Jem en Carol hand in hand over de glinsterende ijsvlakte Corole crpvicht bad bez.orexie Op voorstel van den V o o r z. wordt overeen komstig deze conclusie besloten. Punt XI. Beëediging van den nieuw be noemden Secretaris en Ontvanger. Nadat de heeren Visser en Schaafsma door een daartoe benoemde commissie, bestaande ui* de heeren Van Gooi en Jellema, zijn binnenge leid, legt de heer Visser den eed, de heer Schaafsma de belofte in handen van den Voor zitter af. De V o o r z. spreekt daarna als volgt: Mijnheer Visser. In de raadsvergadering - 20— - 40— 8— - 14— 20— - 31 - 11— - 23— - 45— - 110— - 8— - 15— datum dan heden zijn. U had ook kunnen zeg gen: We kennen elkaar. Toen ik kassier-boekhouder van het electrici- teitsbedrijf werd en den raad verliet, heb ik den wensch uitgesproken, de achting en het vertrou wen van den raad te mogen behouden. Ik geloof dat wat ik toen wenschte thans nog aanwezig is. Dat vertrouwen zal een groote steun zijn bij de aanvaarding van mijn nieuwen werkkring. Ik wil U niet verhelen, dat ik met schroom deze combinatie van betrekkingen aanvaard heb, omdat ik niet wist welk werk en welke hoeveel heid werk ik op mij nam en welke verantwoor delijkheid ik zou dragen. Maar als ik hoor dat U vertrouwen in mij stelt, kan ik niet anders zeg gen, dan dat ik dat vertrouwen buitengewoon waardeer en hoop het niet teleur te stellen. ln»aansluiting aan Uw wensch eindig ik daar om met den wil uit te spreken dat ik de belan gen van Wymbritseradeel steeds zal dienen. (Ap plaus.) De heer Van Hout spreekt nog namens het secretarie-personeel aldus: Mijnheer de Voorzitter. Gaarne maak ik van de mij door U geboden gelegenheid gebruik, waarvoor ik U intusschen dank zeg, om mede namens mijn collega’s in deze 'vergadering een enkel woord tot onzen nieuw benoemden secretaris te richten. Mijnheer Visser. Wij kunnen niet nalaten U van deze plaats nogmaals van harte geluk te wenschen met de'U ten deel gevallen promotie; het is een onderscheiding, die U ten bewijze mag strekken, dat Uw werken in dienst dezer gemeente door Uwe superieuren hoogelijk is ge waardeerd. Ook wij als secretarie-ambtenaren hebben het besluit van den Raad waarbij U tot Secreta ris dezer gemeente werd benoemd, met groote ingenomenheid begroet. Immers het is, zooals U eenigen tijd geleden, ter gelegenheid van de installatie van Burge meester Martens zelf nog hebt gezegd, den amb tenaar lang niet onverschillig wie hem als zijn chef wordt toegewezen. Welnu, wij vertrouwen dat de vriendschap pelijke verhouding, die er altijd tusschen U en ons heeft bestaan, niettegenstaande Uwe bevor dering tot een hoogere positie, bestendigd zal blijven. Wij danken U voor Uwe toezegging om onze eventueele pogingen tot verbetering van onze maatschappelijke positie, te willen steunen. Wij van onzen kant beloven U gaarne, dat wi steeds onze beste krachten zullen geven bij he: verrichten van de ons onder Uw leiding opge dragen werkzaamheden. Dat Hij, Wiens Naam gij zooeven hebt aange roepen, U de kracht schenke, om het gewichtig en vaak moeilijk ambt van secretaris der ge- Aanvoer op 28 Juli 1931. 82 Melk- en Kalfkoelen f 180— tot f 325— 43 Vette Koeien 3 Stieren 22 Vette Kalveren 121 Graskalveren 74 Nuchteren Kalveren - 38 Schapen 65 Lammeren 1448 Varkens 421 Kleine Biggen 3 Paarden 8 Bokken en Geiten 2328 stuks totaal. Prijzen Vette Varkens per pond f 0.20 Zouters 0.22 Koeien - 0.35 Kalveren 0.40 Biggen Londen - 0.00 Stemming handel Melk- en kalfkoeien kalm. Vette koeien niet hooger. Vette kalveren prijsh. Graskalveren langzaam. Nuchteren kalveren prijshoudend. Schapen en Lammeren vrijwel prijsh. Varkens en Zouters hooger. Biggen beter. Mijnheer Schaafsma, mij opnieuw tot tolk ma kend van den geheelen Raad, feliciteer ik ook U vanaf deze plaats van harte met Uw benoeming tot Ontvanger onzer gemeente. Door de nieuwe betrekking, welke U straks hoopt te bekleeden, zullen wij nog nauwer met elkaar in aanraking komen dan tot dusver. Wij koesteren van U goede verwachtingen. Toen U indertijd raadslid waart verwierf U reeds spoedig de sympathie Uwer medeleden. in Uw kwaliteit van Kassier-Boekhouder van he: ge., eentelijk electriciteitsbedrijf hebben wij U leeien kennen als een humaan man, en als een accuraat en plichtsgetrouw ambtenaar. Uw verleden geeft ons den waarborg, dat de financiëile administratie op een uitnemende wijze verzorgd zal blijven. Mijne heeien, zij het U beiden gegeven lange jaren to: volle tevredenheid van het gemeente bestuur. ieder op zijn eigen plaats, met ons Wy:- l-r; eradeel trouw te dienen. (Applaus.) De h -i Visser, die met toestemming der vergadi. ng hierna het woord verkrijgt, zegt: Mijnheer de Voorzitter. echten dank voor de vriendelijke woorde: - elke U tot mij hebt gericht. Nu il uoeven in Uw handen de vereischte eeden 1 afgelegd en ik na enkele dagen het ambt van Secretaris dezer gemeente hoop te aanvaarden, voel ik mij gedrongen U als burge meester hier in ’t openbaar mijn groote erkente lijkheid te betuigen voor het niet gering^ aan deel, dat U hebt gehad in mijn benoeming en wat daarmee overigens samenhing. Zonder eenlg voorbehoud wil ik U de ver zekering geven, dat ik naast de persoonlijke vriendschap mij gaarne zal beijveren de ambte lijke band tusschen U en mij zoo hecht mogelijk te doen zijn, waardoor het belang dezer gemeen te niet anders dan gebaat kan worden. Ook de heeren Wethouders, die bij het ge heele reorganisatieplan hun zeer gewaardeerde medewerking verleenden en de overige heeren Leden van den Raad, die daarop unaniem hun

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1931 | | pagina 4