FEUILLETON
Het bittere erfdeel
I
V
I
J
De Avonturen van Snuffelgraag en Knagelijntje.
Sportrilbrïek.
Veemarkt Sneek.
I
t
I
I
't
1
-200.- -310—
M
1
Klaas Kuiken, Nanke
k
over
Wil
nu
Wordt vervolgd.
,1
i
I
■I'
"1
•n
d.
i'
's r
11
t<
s
door
MARGARET PEDLER.
U t het Engelsch vertaald door
A. E. C. VUERHARD—BERKHOUT.
- 70—
90.—
fiat gaven, vanaf deze plaats nog hartelijk dank
voor het in mij gestelde vertrouwen.
Zooals ik reeds in Uwe vorige vergadering
zeide, zal het mijn ernstig streven zijn om mij
dit vertrouwen in de toekomst waardig te. ma
ken.
Schenke God, Die mij in deze werkkring heeft
gesteld, mij al het daartoe noodige.
Ik ben mij bewust een niet gemakkelijke taal:
op de schouders te hebben genomen.
Gelukkig, mag ik wel zeggen, verkeer ik in
de bevoorrechte positie dagelijks met mijn hoog-
geachten voorganger van gedachten te kunnen
wisselen omtrent eventueele moeilijkheden en
met diens ervaring mijn voordeel te doen.
Stel ik deze steun zeer op prijs, niettemin wil
ik ook een beroep doen op de medewerking van
allen, met wie ik voorts in de vervulling van
mijn ambt in aanraking kom.
Niemand Uwer zal het mij kwalijk nemen als
ik hier in ’t bijzonder noem de heeren Wethou
ders eenerzijds, die ik in de vergaderingen van
het Dagelijksch Bestuur geregeld ontmoet en het
Secretarie-personeel anderzijds, in deze zaal
wel eens genoemd de staf van den Secretaris.
Tot dien staf heb ik vele jaren behoord en ik
weet bij ondervinding, dat de verhoudingen ter
secretarie steeds zeer vriendschappelijk waren,
ook tusschen den Secretaris en de ambtenaren.
Ik vertrouw volkomen, dat dit zoo zal blijven.
Oi»d-Collega’s, indien noodig, zal ik, wanneer
daartoe aanleiding bestaat, me gaarne beijveren
om U bij Uw verdere carrière behulpzaam te zijn.
Verder wil ik niet vergeten te noemen den
Ontvanger-Kassier-Boekhouder van het G.E.B.
en den Gemeente-Architect, wier werkzaamhe
den hen vaak met mij in contact brengen.
Het besef van aller medewerking te onder
vinden zal in velerlei opzicht mijn taak verge
makkelijken.
Op grond van de ervaring behoef ik daarom
trent echter geen zorg te hebben, ook omdat
juist onderlinge samenwerking en eensgezindheid
tot dusver den geest van het ambtenarencorps
van Wymbritseradeel hebben gekenmerkt.
Ik wil eindigen met den wensch, dat deze
voortreffelijke geest ook onder mijn Secretariaat
bestendigd moge blijven in het belang van de
gemeente, welke wij dienen. (Applaus.)
De heer Schaafsma spreekt aldus:
Mijnheer de Voorzitter. U heeft mij met zeer
vriendelijke woorden als gemeente-ontvanger,
die straks in functie zal treden, begroet. U sprak
ook van het groote vertrouwen, waarmee U mi
ails zoodanig ontving.
Ik wil wel zeggen, dat het meest dominee-
rende gevoel bij mij op dit oogenblik is een
groote mate van dankbaarheid jegens U en den
raad.
U hebt met een enkel woord gewezen op mijn
relaties met Wymbritseradeel, die van ouderen
tot f 0.23
- 0.23'A
- 0.42
-0.45
-0.00
van 29
Juni 1931, waarin U werd benoemd tot Secretaris
onzer gemeente, heb ik U persoonlijk reeds ge
luk gewenscht met Uwe promotie.
Nu U echter zooeven als Secretaris zijt be-
eedigd en op 1 Augustus a.s. in functie hoopt te
treden, meen ik aan den korten gelukwensch van
29 Juni jl. nog een enkel woord te moeten toe
voegen.
Ik doe dat gaarne, omdat ik dat van harte
kan doen. Reeds een achttal jaren mocht ik I
kennen als een stoere werker, bekwaam voor
Uw taak, minzaam in den omgang.
De uitnemende verstandhouding, welke er to
dusver tusschen U en mij, die ook in het vervolg
dagelijks met elkaar zullen hebben om te gaan,
meente Wymbritseradeel, steeds naar behooren
en tot volle tevredenheid van Uwe superieuren
te vervullen.
Mijnheer Schaafsma. Wij gevoelen ons gedron
gen ook U vanaf deze plaats met Uwe benoe
ming tot Ontvanger dezer gemeente geluk te
wenschen. U zult door het uitoefenen van Uw
nieuwe ambt voortaan meer met ons in aanra
king komen dan tot heden het geval was.
Wij vertrouwen, dat de aangename relaties die
er tusschen U en de secretarie reeds bestaan,
zoo mogelijk in de toekomst nog zullen worden
versterkt. (Applaus.)
Hierna sluiting.
’t Is een gewichtige betrekking, welke U is
toevertrouwd.
In den tegenwoordigen tijd met zijn steed:
uitbreidende overheidsbemoeiing, is het voorwaar
niet gemakkelijk om op de hoogte te blijven va-
de wettelijke voorschriften, waarmede de ge
meentelijke administratie in aamaking komt.
Toegerust als U zijt met de noodige practische
en theoretische bekwaamheid, spreek ik echter
de gegronde verwachting uit, dat de toekoms.
zal leuren, dat de Raad door U tot Secretaris te
benoemen een goede keuze heeft gedaan.
In eer. ge.ellig samenzijn op 29 Juni jl. is U
door verschillende raadsleden reeds gecompli
menteerd. Ik neem daarom de vrijheid U thans
openlijk namens den geheelen Raad hartelijk ge
luk te wenschen met Uw benoeming.
VOETBAL.
Vriendschappelijk.
Vrijdagavond speelden aan de Lemmer
weg alhier het elftal van de Arbeiderssport-
bond en dat van de N. V. N. J. Wouda’s
meelfabrieken. Eerstgenoemd elftal won met
eindstand 21 doelpunten.
Zondag trok een L.S.C.-ploeg uit naar De
Kooi èn speelde aldaar tegen de geelzwar
ten een „friendly game”. De Sneekers won
nen met 15 doelpunten.
Kaatscompetitie.
Vrijdagavond zijn er geen wedstrijden
voor de kaatscompetitie gespeeld. Heden
avond wordt er een aanvang gemaakt met
de parturen die voor de prijzen in aanmer
king komen. Aan spanning zal het zeker niet
ontbreken. Nog 9 partijen moeten er in to
taal gespeeld worden.
Permanente Commissie te Francker.
Morgen zal er in het prachtig gelegen
Sternse Slotland te FranelCer de groote jaar-
lijksche kaatswedstrijd worden gehouden.
Deze belooft zeer interessant te worden,
daar een 16-tal formaties van 3 spelers in
één partuur^waaronder tal van nieuwe
hieraan zal’deelnemen. Deze zijn als volgt:
Teade Zijlstra, Piet Helfrich, Klaas de
Jager.
Gerben Koster,
Koopmans.
R. Terpstra, D. de Bildt, S. Helfrich.
H. Knol, G. Zaagmans, K. Kooistra.
G. Jellema, B. Wassenaar, A. de Haan.
J. Vlietstra, D. de Jong, J. Werkhoven.
J. Bosma, S. de Haan, S. Vellinga.
H. v. d. Molen, M. Koopal, S. Stelpstra.
I. Roukema, A. Kramer, J. v. d. Leij.
K. v. d. Heide, C. de Way, P, Oord.
S. Bos, N. Staalstra, D. v. d. Heide.
bestond, zal ongetwijfeld zoo mogelijk nog wor
den versterkt.
Ik ben er zeker van, dat de dagelijksche lei
ding ter secretarie wordt toevertrouwd aan be
kwame handen en dat U naar den eisch van den
zooeven afgelegden eed, de belangen der ge
meente geheel onpartijdig zult behartigen.
263. „Zoo droop de schatrijke Pé vol
schaamte af. Buiten vond hij de schatten,
die zijn vader geweigerd had en hij vond
zijn dienaren en de diepbuigende bewoners
van ’t dorp. Maar in zijn hart was schaam
te.”
I
7
f
uitdrukking.
„Jem, wist Je dat ik van morgen hier
kwam schaatsenrijden?” vroeg ze, toen
ze eindelijk stil ptond. „Of was het lou
ter toéval, dat je vandaag hier kwam
Beresford keek geamuseerd op haar
neer.
„Zulke gelukkige toevallen komen,
volgens mij, niet voor,” antwoordde hij
vroolijk. „Nee, de idea ex machina was
Herrick. Ze belde me op en invL
teerde me om te komen koffie drin
ken.”
„O.”
(Zijn hand sloot zich vaster omi het
tengere handje dat in zijn groote palm
rustte.
„Ben je niet boos vroeg hij.
Ze glimlachte, onverwacht en lief.
Malle jongen. Hoe |ou ik boos kun
nen zijn?.. Nee, dat is het niet. Maar
ik ben geloof ik een beetje bang.”
„Waarvoor
„O, omdat het jiet is of ik ajl de
zonden van de tien geboden ineens heb
begaan. Schaatsenrijden is taboe en
jij. bent taboe en ik heb het gevoeji,
alsof ik eentvreeseïijke straf zal krijgen.
Als als die verschrikkelijke Hum*
phneys ons zag
„Maar dat kan hij niet,” zei Jem ge
ruststellend. „Je bent hier veilig voor
de loer-oogen van dien vervelenden ke-
nel. En ik zal je thuis brengen door
het bosch, zoodat je niet door deSt
tuin of de oprijlaan behoeft te gaan.
Liefste," ging hij voort en er klonk
passie in zijn stem, „we moeten elkaar
nu en dan alleen ontmoeten. We bena-
deelen er niemand mee berooven
niemand door een paar uurtjes samen
te zijn. Als Mortimer van je hield
zou het wat alnders zijn misschien
-Hii heeft zekere rechten begon
nieter zou nooit geluk voor onj
mogelijk zijh, als ik het deed. Soms
denk ik, dat A^ac gelijk heeft als hij
zegt, dat we elkaar niet meer moesten
zien dat je hier weg moest gaan.”
„Zegt hij dat Jem lachte kort. „Als
Mac ooit zelf weet wat het zeggen wil
om van een vrouw te houden zal hij ook
ontdekken, dat het niet zoo gemakkelijlj
is om weg te gaan.”
„Als ooit.” Carol keek hem met vrou
welijke toegevendheid in haar oogen
aan. „Heb je 'dan niets opgemerkt,
niets geraden? O,” haar lippen vertrok
ken in een vermoeid glimlachje, „dan
moet je toch wel erg blind zijn.”
j,,Of ik wat niet heb geraden?
je zeggen dat Mac
Ze knikte. „Juist, dat bedoel ik.”
Jem keek haar twijfelend aan. Toen
verhelderde een licht van begrijpen zijn
gezicht.
„Is het Herrick?” vroeg hij.
„Ja, het is Herrick.”
Hij glimlachte.
'„Dus daarom begrijpt ze die dingen
zoo goed. Wanneer gaat het engage
ment er door? Er bestaan geen twee
menschen die ik meer van harte zal
feliciteeren. Zij en Mac zijn jzoor elkaar
geschapen
„O, houd op,” riep Carol, half lachend
ondanks zichzelf. „Je trekt veel te gauw
conclusies. Er wordt geen engagement
publiek omdat er geen bestaat.”
„Wat?” Jem stond met open mond.
,,Je wilt toch niet zeggen, dat ze hem
bedankt heeft Zijn eigen genegenheid
voor Kenyon was zoo groot, dat het
hem ongelooflijk voorkwam,dat de
vrouw, op wie hij verliefd was gewor
den, daar niet op zou reageeren.
Carol sloeg haar 'bezorgde blauwe
oogen naar hem op.
„Ik weet het niet. Ik kan er niet
goed achter komen wat er tusschen hen
is voorgevallen. Ik weet ik voej,
dat Mac niet gelukkig is en ik tob er
over.”
„Niet tobben liefste. Waarschijnlijk
komt het allemaal wel terecht metter
tijd. Zij zijn ten minste geen van beiden
aan een ander gebonden,” voegde hij!
er met een klank van bittere jalouzie
in zijn stem bij. „Hallo.” Hij gaf een
uitroep van verbazing en maakte go»
baren naar den rand van het meerj
waar de eenzame gedaante van een
man juist in het zicht was gekomen en
met gebogen hoofd, «alsof hij in ge
dachten verdiept was, aan kwam loo-
pen. „Daar is Mac juist net
we over hem praten.”
Jem liet een welkomstkreet over het
ijs schallen en met een ruk, alsof hij
plotseling werd opgeschrikt keek Ke
nyon op;. Er gleed een eigenaardige
uitdrukking over zijn gezicht, toen hij
zag, wie de, twee gedaanten waren, die
daar rond hadden gereden en hem nu
naderden, een uitdrukking die half
spontane blijdschap, half weifelende
verbazing was.
,Wat beteekent dat?” vtoeg hij, zijn
zuster glimlachend aankijkend, nadat
zie elkaar begroet hadden. ..Zijn ‘de
wetten van Meden en Perzen betref
fende schaatsenrijden gebroken?”
i,,O, nee.” Er was een ondeugende
tinteling in Carols oogen. „Bij afwe
zigheid van den wetgever, worden ze
tijdelijk buiten werking gesteld, dat is
alles.”
Mac’s gezicht werd ernstig.
(„Niet erg verstandig wel?” zei hij
langzaam.
Carol, denkend aan den onverbreek-
baren koop, dien ze gesloten had
aan de overeenkomst, die haar voor
haar geheele leven in boeien sloeg.
„Wat voor rechten,” riep Jem heftig.
„Het eenige recht dat een man
een vrouw heeft is het recht om haar
lief te hebben en te dienen. En God
gave dat je me dat recht gaf me
voor je liet zorgen en je beschermen.
Ik zweer je, dat je er nooit berouw van
zpudt hebben, Carol lieveling!” Zijn
oogen brandden in de hare. Zijn zelf-
beheersching, die ijzeren zelfbeheer-
sching, die hem in staat had gesteld om
zoolang haar vriend te zijn, begon lang
zamerhand te verdwijnen onder de enor
me spanning
(„O, stil toch.” Ze legde haar vrije
hand haastig op zijn mond. „Jem, be
lóóf me, dat nooit meer te vragen. Je
moet het niet doen, liefste, je moet het
niet doen,” drong ze een weinig wanho-i
pig aan. „Omdat het zoo hard is neen
te blijven zeggen, als alles in je hun
kert om „ja” te zeggen.” Ze keek hem
smeekend aan. „O Jem, help me toch
maak het niet nog moeilijken voor
me,” smeekte ze. Blijf mijn vriend.”
Hij1 beet zijn tanden op elkaar en
liet haar langzaam los, en een oogen
blik was er een gespannen stilte, terwijl
hij het heftige verlangen van al wat
man en minnaar in hem was, neer
vocht.
„Goed,” zei hij’ eindelijk, zijn stem
hard door de dwang die hij zichzelf
oplegde. „Goed, je hoeft niet bang te
zijn. Ik zal je nooit nemen, tenzij je
zelf wilt komen. Maar als je ooit bij me
komt, zal geen macht op aarde kunnen
maken dat ik je weer los laat.”
„Ik zal nooit komen,” zei ze bedaard,
„ik zou niet kunnen. Je begrijpt het
A. v. Koningsveld, C. v. d. Woude, J. v d.
Plaats,
M. v. d. Hem, D Ganzinga, R. Kuperus.
II. de Jonr, R. IJetsinga, 1. Venema.
O. Vellinga, J. Althof, L. Sterdsma.
G. de Vries, H. Bogaard, S. Zijlstra.
Voorwaar het puikje onder de Friesche
kaatsers.
Jongenskaatspartij te Oosterlittens.
Door elkaar loten partij. Deelname 30
parturen van 3 spelers in één partuur. De
le prijs werd o. a. gewonnen door A. Terp
stra, Sneek, P. v. d. Kooi, Oosterlittens en
G. Bottenga, Leeuwarden.
Kermiskaatspartij Terzocl.
Door elkaar loten partij. Deelname 18
parturen van 3 spelers in één partuur. De
2e prijs werd o. a. gewonnen door L. Koopal,
Sneek, C. de Waij, Bolsward en H. Swier-I
stra, Poppingawier.
Overtocht Groote Wielen.
De jaarlijksche zwemtocht te Leeuwarden
over de Groote Wielen is Zaterdag gehou
den onder begunstiging van heerlijk weer.
Wel dreigde de lucht toen de Sneekers in
twee auto’s aldaar arriveerden, doch het
bleef daarbij.
Onze Sneeker zwemmers(sters) hebben
allen de tocht volbracht. Vooral de dames
hebben zich kranig geweerd en maakten
goede tijden, en in de wedstrijd werden de
drie dames-prijzen gewonnen door Sneek.
Mej. D. Oppenhuizen legde beslag op de
verg. zilv. medaille, de zilveren viel ten deel
aan mej. W. Boschma en de bronzen was
voor mej. A. Muurling. Voor dit drietal wa
ren de tijden resp. 19 min. 8 sec., 20 min. 25
sec. en 20 min. 30.8 sec.
Van de heeren was D. Visser de 2e prijs
winnaar in 18 min. 47 sec., waarvoor hij een
zilv. med. ontving.
Verder volbrachten de tocht de dames F.
Beitschat, J. Postma, J. van Manen, J. Boer-
sma, J, BoersmaHoekstra, Sj. Oppenhui
zen, E. Dijkstra, A. Muurling, S. Oppenhui
zen, M. Oppenhuizen, A. de Leeuw, D. Op
penhuizen, W. Boschma, H. van Manen, H.
Abbenga, A. ten CateOppenhuizen, T.
Beetstra, A. Beetstra, A. Punter G. Nauta,
S. Schiller, J. v. d. Meulen, B. fiendriksma,
H. Volkers en J. Anema.
Heeren: D. Visser, H. Reis, S. Hettinga, H.
Buwalda, J. Buwalda, S. de Vries, R. Zijl
stra, B. van Manen, O. de Leeuw, T. Vreede
A. Koster, H. Holman, F. v. d. Heide, B’
Wester, J. Bakker, A. Slob, L. Kooistra.
Er waren pl. m. 300 deelnemers(sters) uit
alle oorden des lands.
264. „De oude Tji Tjong Pi trok met
zijn jzoon en den koopman mee naar Kin
Fo’s huis om er zijn laatste levensjaren rus
tig te slijten. Hij verheugde zich er over, dat
Poe zulk een goed tehuis had gevonden.”
29.
Jetm keek opgelucht. „O, is dat,
alles antwoordde hij. „We komen al
lemaal vroeg of 4aat tot die conclusie.’'
„Ik wou dat de dingen eenvoudiger
waren en dat er geen sleutel noodig
was,” zei Carol droevig.
Hij wierp haar een snellen blik toe
en scheen op (het punt om een haastig
antwoord te geven <doch hij hiéld zich
in en zijn mond sloot zich in een harde,
rechte lijn. Toen ’hij weer sprak was
het over totaal onverschillige onderwer
pen en bracht |hij met opzet het gesprek
op eenige nieuwtjes Uit de buurt.
'„Hoe is het ij's vandaag?” vroeg hij
eindelijk. Toen ik hierheen liep kwam
het me voor of hej -een beetje dooide.”
„Ga het dan even probeeren,” ant
woordde Herrick onmiddellijk. „En
neem Carol met je mee. Ik ga den
koffieboel omwasschen.”
„Ik zal je.helpen,” stelde Carol voor.
Herrick schudde gedecideerd het
hoofd.
„Neen, dat doe je niet. Vergeet niet
dat het vandaag jouw „uitgaansdag’’
is,” voegde ze er lachend bij.
Een paar minuten later was ze alleen
in de hut, terwijl Jem en Carol hand
in hand over de glinsterende ijsvlakte
Corole crpvicht bad bez.orexie
Op voorstel van den V o o r z. wordt overeen
komstig deze conclusie besloten.
Punt XI. Beëediging van den nieuw be
noemden Secretaris en Ontvanger.
Nadat de heeren Visser en Schaafsma door
een daartoe benoemde commissie, bestaande ui*
de heeren Van Gooi en Jellema, zijn binnenge
leid, legt de heer Visser den eed, de heer
Schaafsma de belofte in handen van den Voor
zitter af.
De V o o r z. spreekt daarna als volgt:
Mijnheer Visser. In de raadsvergadering
- 20—
- 40—
8— - 14—
20— - 31
- 11— - 23—
- 45— - 110—
- 8— - 15—
datum dan heden zijn. U had ook kunnen zeg
gen: We kennen elkaar.
Toen ik kassier-boekhouder van het electrici-
teitsbedrijf werd en den raad verliet, heb ik den
wensch uitgesproken, de achting en het vertrou
wen van den raad te mogen behouden.
Ik geloof dat wat ik toen wenschte thans nog
aanwezig is.
Dat vertrouwen zal een groote steun zijn bij
de aanvaarding van mijn nieuwen werkkring.
Ik wil U niet verhelen, dat ik met schroom
deze combinatie van betrekkingen aanvaard heb,
omdat ik niet wist welk werk en welke hoeveel
heid werk ik op mij nam en welke verantwoor
delijkheid ik zou dragen. Maar als ik hoor dat
U vertrouwen in mij stelt, kan ik niet anders zeg
gen, dan dat ik dat vertrouwen buitengewoon
waardeer en hoop het niet teleur te stellen.
ln»aansluiting aan Uw wensch eindig ik daar
om met den wil uit te spreken dat ik de belan
gen van Wymbritseradeel steeds zal dienen. (Ap
plaus.)
De heer Van Hout spreekt nog namens het
secretarie-personeel aldus:
Mijnheer de Voorzitter.
Gaarne maak ik van de mij door U geboden
gelegenheid gebruik, waarvoor ik U intusschen
dank zeg, om mede namens mijn collega’s in
deze 'vergadering een enkel woord tot onzen
nieuw benoemden secretaris te richten.
Mijnheer Visser. Wij kunnen niet nalaten U
van deze plaats nogmaals van harte geluk te
wenschen met de'U ten deel gevallen promotie;
het is een onderscheiding, die U ten bewijze
mag strekken, dat Uw werken in dienst dezer
gemeente door Uwe superieuren hoogelijk is ge
waardeerd.
Ook wij als secretarie-ambtenaren hebben
het besluit van den Raad waarbij U tot Secreta
ris dezer gemeente werd benoemd, met groote
ingenomenheid begroet.
Immers het is, zooals U eenigen tijd geleden,
ter gelegenheid van de installatie van Burge
meester Martens zelf nog hebt gezegd, den amb
tenaar lang niet onverschillig wie hem als zijn
chef wordt toegewezen.
Welnu, wij vertrouwen dat de vriendschap
pelijke verhouding, die er altijd tusschen U en
ons heeft bestaan, niettegenstaande Uwe bevor
dering tot een hoogere positie, bestendigd zal
blijven.
Wij danken U voor Uwe toezegging om onze
eventueele pogingen tot verbetering van onze
maatschappelijke positie, te willen steunen.
Wij van onzen kant beloven U gaarne, dat wi
steeds onze beste krachten zullen geven bij he:
verrichten van de ons onder Uw leiding opge
dragen werkzaamheden.
Dat Hij, Wiens Naam gij zooeven hebt aange
roepen, U de kracht schenke, om het gewichtig
en vaak moeilijk ambt van secretaris der ge-
Aanvoer op 28 Juli 1931.
82 Melk- en Kalfkoelen f 180— tot f 325—
43 Vette Koeien
3 Stieren
22 Vette Kalveren
121 Graskalveren
74 Nuchteren Kalveren -
38 Schapen
65 Lammeren
1448 Varkens
421 Kleine Biggen
3 Paarden
8 Bokken en Geiten
2328 stuks totaal.
Prijzen
Vette Varkens per pond f 0.20
Zouters 0.22
Koeien - 0.35
Kalveren 0.40
Biggen Londen - 0.00
Stemming handel
Melk- en kalfkoeien kalm. Vette koeien niet
hooger. Vette kalveren prijsh. Graskalveren
langzaam. Nuchteren kalveren prijshoudend.
Schapen en Lammeren vrijwel prijsh. Varkens
en Zouters hooger. Biggen beter.
Mijnheer Schaafsma, mij opnieuw tot tolk ma
kend van den geheelen Raad, feliciteer ik ook U
vanaf deze plaats van harte met Uw benoeming
tot Ontvanger onzer gemeente. Door de nieuwe
betrekking, welke U straks hoopt te bekleeden,
zullen wij nog nauwer met elkaar in aanraking
komen dan tot dusver.
Wij koesteren van U goede verwachtingen.
Toen U indertijd raadslid waart verwierf U
reeds spoedig de sympathie Uwer medeleden.
in Uw kwaliteit van Kassier-Boekhouder van
he: ge., eentelijk electriciteitsbedrijf hebben wij
U leeien kennen als een humaan man, en als
een accuraat en plichtsgetrouw ambtenaar.
Uw verleden geeft ons den waarborg, dat de
financiëile administratie op een uitnemende
wijze verzorgd zal blijven.
Mijne heeien, zij het U beiden gegeven lange
jaren to: volle tevredenheid van het gemeente
bestuur. ieder op zijn eigen plaats, met ons
Wy:- l-r; eradeel trouw te dienen. (Applaus.)
De h -i Visser, die met toestemming der
vergadi. ng hierna het woord verkrijgt, zegt:
Mijnheer de Voorzitter.
echten dank voor de vriendelijke
woorde: - elke U tot mij hebt gericht.
Nu il uoeven in Uw handen de vereischte
eeden 1 afgelegd en ik na enkele dagen het
ambt van Secretaris dezer gemeente hoop te
aanvaarden, voel ik mij gedrongen U als burge
meester hier in ’t openbaar mijn groote erkente
lijkheid te betuigen voor het niet gering^ aan
deel, dat U hebt gehad in mijn benoeming en
wat daarmee overigens samenhing.
Zonder eenlg voorbehoud wil ik U de ver
zekering geven, dat ik naast de persoonlijke
vriendschap mij gaarne zal beijveren de ambte
lijke band tusschen U en mij zoo hecht mogelijk
te doen zijn, waardoor het belang dezer gemeen
te niet anders dan gebaat kan worden.
Ook de heeren Wethouders, die bij het ge
heele reorganisatieplan hun zeer gewaardeerde
medewerking verleenden en de overige heeren
Leden van den Raad, die daarop unaniem hun