Officieel Orgaan
der Gemeente Sneek
Nieuwe Verkeersverordening.
I
a
PARAPLUIES
TE
HYPOTHEEKBANK
No. 94 Eerste Nad. UITGAVE: K1EZEBRHIK i Co.
47e Jaargang
Dit No. bestaat uit 3 bladen.
Zaterdag 22 Augustas 1931.
Mteuwstijdingen
4 PANDBRIEVEN A 100
met verplichte uitloting.
Reclame Kolom.
Alle Advertentiën worden in belde bladen opgenomen.
Regelprljs 9 eent. Abonnementen belangrijke korting.
Ie.
2e.
Ie.
2e.
3e.
en
jaren verboden zonder behoorlijk toezicht
n.
K
V r ij d a g s te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega,
Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum.
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad t
en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn Op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid:
Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.),
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen
burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd
Controle op de oplaag toegestaan.
uit door te rijden,
doen blijken.,
ARTIKEL 17.
Méér personen op één rijwiel.
Het ir den bestuurder van een rijwiel of motorrijtuig
op twee wielen verboden, iemand anders mede te voeren,
tenzij tot dat doel een behoorlijke en afzonderlijke zitge-
egenheid is aangebracht.
GEWONE EN DUURDERE
KWALITEIT, MAAR
STEEDS
HET
B ESTE
SNEE K
6R00TZAND
B. BRENNINKMEIJER ZONEN
ARTIKEL 18.
Minstens één hand aan bet stuur.
Het is verboden om als bestuurder van een rijwiel of
een motorrijtuig op twee wielen of een motorrijtuig met
zijspanwagen te rijden over een weg of rijwielpad, zon
der tenminste één hand aan het stuur te houden.
ARTIKEL 19.
Toeken geven bij rechtuit rijden.
Indien de bestuurder van een motorrijtuig, van een an
der rij- of voertuig, of van een rijwiel, een wegkruising
nadert, waar het verkeer blijkbaar door de politie wordt
geregeld, is hij verplicht, ingeval hij voornemens is recht-
van dit voornemen tijdig, duidelijk te
ARTIKEL 25.
Rijden over bruggen en spoorwegovergangen.
Het is verboden met een motorrijtuig of een ander rij"
of voertuig te rijden
over een brug, voordat, wanneer zij geopend is ge
weest, de wachtende voetgangers daarover zijn ge
gaan
over de voor het openbaar verkeer bestemde over
weg van een spoorbaan, voordat, wanneer deze ge
sloten is geweest, de wachtende voetgangers daar
over zijn gegaan.
ARTIKEL 27.
Vrijlaten trambaan.
De bestuurder van een motorrijtuig, een rijwiel of een
ander rij- of voertuig of de geleider van .een rij- of trek
dier of van een ander stuk vee, is verplicht bij het nade
ren van een tram of losse locomotief, de trambaan on
middellijk te verlaten en zoo uit te wijken, dat de tram of
locomotief zonder oponthoud en ongehinderd haar weg
kan vervolgen.
aangewezen straten of straatgedeelten en
tijden door hen te bepalen, op een
ARTIKEL 3.
Aangeven bebouwde kom.
Het begin van de bebouwde kom zal op de toegangs
wegen tot de gemeente met borden worden aangegeven.
ARTIKEL 4.
Aanwijzingen politie opvolgen.
Onverminderd artikel 23 van de Motor- en Rijwielwet,
is ieder verplicht op een weg, voet-, wandel- of rijwiel
pad, gevolg te geven aan de door de in artikel 42 ge
noemde ambtenaren en beambten in het belang van de
vrijheid en de veiligheid van het verkeer gegeven bevelen
en aanwijzingen.
Buurtvereen. „Oude Koemarkt”.
Men schrijft ons:
Naar wij vernemen denkt bovenstaande
Buurtvereeniging ter gelegenheid van de
„HENTSO” een woordenwedstrijd te hou
den, waaraan een ieder kan meedoen. Nade
le inlichtingen zult U vinden in een adver
tentie in dit blad.
Ook zal de Oude Koemarkt, de eenigste
straat in Sneek die permanent versierd is
met bloemen, deze week bijzonder uitkomen,
vooral ’s avonds zal het een prachtig ge
zicht zijn.
Wij hopen dan ook, dat de Oude Koe
markt veel kijkers, maar ook koopers zal
trekken, niet alleen die week, maar ook in
de toekomst.
Auto-ongeluk bij Zwolle.
Naar aanleiding van het auto-ongeluk,
waarvan Woensdagmiddag de familie Van
Heloma het slachtoffer is geworden, meldt
men aan de N. Rt. Ct.:
De heer Van Heloma, oud-burgemeester
van Hoevelaken, en mevrouw Van Heloma
baronesse d’Aulnis de Bourreuiil zijn buiten
levensgevaar. Men hoopt ook mej. Van He
loma in het leven te behouden. De rechter
zijde van haar gelaat met het rechteroog is
echter dobr de glasscherven geheel wegge
sneden.
Bij dit ongeluk deed zich het zeer zelden
voorkomende geval voor, dat een automo
bilist weigerde, zijn auto af te staan voor
het vervoer van de gewonden naar het zie
kenhuis. Gelukkig waren andere automobi
listen dadelijk bereid, hun wagen ter be
schikking te stellen.
Het onderzoek heeft uitgewezen, dat de
auto van de familie Van Heloma reed met
een snelheid van nog geen 30 K.M. in het
uur.
ARTIKEL 29.
Vasthouden aan voertuigen.
Het is verboden, zich aan een motorrijtuig, of ander
rij- of voertuig, of aan een tram vasthoudende, deze na
te loopen, of onder het rijden daarop te klimmen.
ARTIKEL 15.
Gevaarlijk rijden met rij- en voertuigen.
Voor zoover daarin niet is voorzien in artikel 22 der
Motor- en Rijwielwet of in artikel 10 van het Rijkswe-
genreglement, is het den bestuurder van een rij- of voer
tuig, of den berijder van een paard verboden daarmede
over een weg of een pad te rijden
a. op zoodanige wijze of met zoodanige snelheid, dat
de vrijheid of de veiligheid van het verkeer wordt belem
merd of in gevaar gebracht, of daardoor beschadiging
van de weg of het pad kan ontstaan
b. terwijl hij verkeert onder zoodanige invloed van het
gebruik van alcoholhoudende drank, dat hij niet in staat
moet worden geacht, het voertuig of het paard naar be
boeren te besturen of te geleiden.
ARTIKEL 28.
Passeeren tram.
Het is den bestuurder van een motorrijtuig, een rijwiel
of een ander rij- of voertuig verboden, een stilstaande
tram dichter dan op 2 Meter afstand voorbij te gaan.
ARTIKEL 30.
Optocht en begrafenis.
1. Het is den bestuurder van een motorrijtuig, een rij
wiel of een ander rij- of voertuig, verboden, door een op
tocht of een begrafenisstoet te rijden.
2. Bij het ontmoeten van een optocht, of van een be-
grafenisstoet moeten de in het le lid bedoelde bestuur
ders de noodige ruimte vrijlaten.
ARTIKEL 16.
Gevaarlijk geleiden van paard of vee.
Het is den geleider van een paard of van vee verboden
deze dieren te vervoeren op zoodanige wijze, dat de vrij
heid of de veiligheid van het verkeer in gevaar kan wor
den gebracht.
ARTIKEL 24.
Veeririjven beneden 14 jaar.
Het is aan personen beneden de leeftijd van veertien
i vee te drijven
of aangespannen rij- of voertuigen, bokkewagens uitge
zonderd. té besturen.
ARTIKEL 5.
Gesloten verklaren.
1. Voorzooveel betreft motorrijtuigen en rijwielen kun
nen wegen, gelegen binnen de bebouwde kom, geen rijks-
of provinciale wegen zijnde en voor zooveel aangaat
andere rij- en voertuigen, kunnen alle wegen, in het
belang van de vrijheid en de veiligheid van het verkeer
daarover, geheel of gedeeltelijk worden gesloten ver
klaard voor het berijden in één of in beide richtingen,
doorloopend of gedurende bepaalde dagen en uren
a. hetzij met alle motorrijtuigen
b. hetzij met alle motorrijtuigen en met rijwielen
c. hetzij met motorrijtuigen op twee wielen en met rij
wielen
d. hetzij met rijwielen
e. hetzij met alle motorrijtuigen op meer dan twee wielen:
f. hetzij met motorrijtuigen op meer dan twee wielen,
welke bij de gesloten-verklaring te bepalen afmetin
gen te boven gaan
g. hetzij met motorrijtuigen, waardoor één of meer aan
hangwagens worden voortbewogen, welke bij de ge
slotenverklaring te bepalen afmetingen te boven gaan;
h. hetzij met andere al of piet aangespannen rij- en voer
tuigen.
2. Van de bevoegdheid in het 1ste lid bedoeld, kan
alleen gebruik worden gemaakt, indien het doorgaand
verkeer daarvan, zonder noodzaak, geen ernstige belem
mering ondervindt.
ARTIKEL 13.
Maximum snejhekl.
Het is den bestuurder van een motorrijtuig of een
rijwiel verboden, daarmede over een weg of een rijwiel
pad binnen de bebouwde kom te rijden met grooter snel
heid dan 20 K.M. per uur.
CPGEBJCHT T8 VEEMQflM <N IQfiQ
Directie: Mr. M. J. Bos, Mr. J. Wilkens
en J. Roosenburg.
Gepl. Maatsch. Kap. en Reserves
f 9.000.000.—
Hypothekenf 82.000.000.-
Pandbrievenf 78.000.000.—
GELDEN BESCHIKBAAR
oor le hypotheek op billijke voorwaarden.
ARTIKEL 41.
Strafbepalingen.
Overtreding van een der bepalingen dezer verordening
en het niet voldoen aan een daarin genoemde verplich
ting, wordt, voor zoover daarin niet door de wet, een
algemeenen maatregel van bestuur, of een provinciale
verordening is voorzien,- gestraft met hechtenis van ten
hoogste zes dagen of geldboete van ten hoogste 25 gul
den.
ARTIKEL 26.
Wachten achter de stupstreep.
Het is den bestuurder van een motorrijtuig of een an
der rij- of voertuig, of den geleider van een rij- of trek
dier of van ander vee, bij het wachten voor een afgeslo
ten brug of voor een afgesloten overweg van een spoor
baan verboden
daarmede een andere plaats in te nemen dan op de
rechterzijde van de weg, gerekend naar de richting
waarin gereden of geleid zal worden
daarmede een plaats in te nemen naast een motor
rijtuig of ander rij- of voertuig
daarmede een plaats in te nemen op dat gedeelte
van de weg, dat ligt tusschen de afgeslbt' n brug of
de overweg en de stopstreep.
B. en W. bieden den raad het ontwerp van een nieuwe
verkeersverordening aan. We laten hieronder een aantal
voorgestelde bepalingen volgen:
ARTIKEL 2.
Aanbrenging waarschuwingsborden.
1. Wanneer Burgemeester en Wethouders het noodig
oordeelen, dat één of meer waarschuwingsborden of
kenteekenen, als in de volgende artikelen bedoeld ,aan
eenig perceel worden bevestigd, hetzij onmiddellijk, hetzij
door middel van een arm of uithouder, is de eigenaar,
vruchtgebruiker of ^beheerder van dat perceel, na vooraf
gegaan overleg omtrent de plaats van bevestiging, ver
plicht, toe te laten dat die borden, kenteekenen, armen of
uithouders aan dat perceel worden aangebracht.
Verwijdering waarschuwingsborden.
2. Het is anderen, dan die van Burgemeester en Wet"
houders last hebben ontvangen, verboden, die borden,
kenteekenen, armen of uithouders van het perceel te ver
wijderen, of te doen verwijderen of het op de borden ver
melde, op welke wijze ook, geheel of ten deele onleesbaar
te maken.
ARTIKEL 20.
Rijden op voetpaden, stoepen en portieken.
1. Het is verboden zonder noodzaak op voetpaden,
stoepen of in portjeken, op bermen of zijkanten van we
gen met motorrijtuigen, andere rij- of voertuigen, of rij
wielen, te rijden of daarop of daarin paarden of ander
vee te laten loopen.
2. Het is verboden zonder noodzaak motorrijtuigen,
andere rij- of voertuigen of rijwielen op voetpaden, op
stoepen of in portieken, aan de hand voort te bewegen,
of daarmede op voetpaden, stoepen of in portieken te
blijven staan.
3. Het is verboden zonder noodzaak, motorrijtuigen of
andere rij- of voertuigen op voetpaden, op stoepen of in
portieken te laten staan.
ARTIKEL 21.
Rijden op wandelpaden.
1. Het is verboden, zonder noodzaak, op wandelpaden
met motorrijtuigen, andere rij- of voertuigen, of rijwie
len te rijden of paarden of ander vee daarover te laten
loopen.
2. Het bepaalde in het eerste lid is niet Van toepassing
ten aanzien van rij- en voertuigen en rijwielen welke
voor de openbare dienst worden gebruikt.
ARTIKEL 22.
RegeEng van het parkeeren.
1. Het is verboden meta. een autobus met in rust ge
brachte motor b. een motorrijtuig met in rust gebrachte
motor, bestemd voor of ingericht tot het vervoeren van
goederen en vee en waarmede een min of meer regelma
tige dienst op Sneek wordt onderhoudenc. een ander
rij- of voertuig, bestemd voor of ingericht tot het vervoer
van goederen en vee en waarmede een min of meer re
gelmatige dienst op Sneek wordt onderhouden
op een weg een andere standplaats in te nemen dan
daarvoor door Burgemeester en Wethouders is aange
wezen.
2. Het is verboden met een ander motorrijtuig of met
een ander rij" of voertuig dan in het 1ste lid van dit arti
kel bedoeld, op een weg te staan op een plaats ,die door
Burgemeester en Wethouders is aangewezen als stand
plaats voor de in het 1ste lid van dit artikel bedoelde
autobussen, motorrijtuigen en andere rij- en voertuigen.
3. Het is verboden, hetzij voortdurend, hetzij geduren
de de tijden door Burgemeester en Wethouders te bepa
len, op de wegen, voet-, wandel of rijwielpaden, door hen
aan te geven, een motorrijtuig op meer dan twee wielen
met in rust gebrachte motor of een ander rij- of voertuig
te laten staan.
4. Het is verboden, hetzij voortdurend, hetzij geduren
de de tijden door Burgemeester en Wethouders te bepa
len, op de wegen, voet-, wandêl- of rijwielpaden door
hen aan te geven, een motorrijtuig op meer dan twee wie
len met in rust gebrachte motor of een ander rij- of voer
tuig te laten staan, anders dan met inachtneming van de
voorschriften, door Burgemeester en Wethouders te ge-
vfcn, of boven het getal door hen te bepalen.
5. Ten aanzien van de overige wegen of paden geldt
het verbod om een standplaats in te nemen, behoudens
vergunning van Burgemeester en Wethouders, voor zoo
ver het laten staan het karakter heeft van een geregeld
in gebruik nemen van die wegen en paden.
ARTIKEL 23.
Voorwerpen op stoepen.
Het is verboden in door Burgemeester en Wethouders
gedurende de
stoep uitstallingen,
hekken of eenig voorwerp te plaatsen of aanwezig te
hebben.
ARTIKEL 37.
Bellen bij sneeuw.
1. Het is verboden met aangespannen rij- of voertuigen
te rijden, als de weg met sneeuw bedekt is, zonder dat
de trekdieren één of meer luidklinkende bellen dragen.
2. Dit verbod is niet van toepassing op lijkwagens en
hondekarren.
ARTIKEL 35.
Zandstrooien.
1. Elke hoofdbewoner of hoofdgebruiker van een per
ceel, of als dit onbewoond of ongebruikt is, de eigenaar
van het perceel, is verplicht bij gladheid van wegenof
voetpaden, tengevolge van sneeuw, ijzel of vorst, te zor-
♦gen, dat de weg of' het voetpad voor en langs die per-
ceelen ter breedte van ten minste 1 Meter, zoodanig met
asch, zand of turfmolm is bestrooid, dat daardoor de
gladheid geheel weggenomen wordt.
2. Wordt eenig gebouw door meer dan één persoon
bewoond of is het bij meer dan één persoon in gebruik,
dan rust deze verplichting op den bewoner of gebruiker
der gelijkvloers onmiddellijk aan de weg of het voetpad
gelegen gedeelten.
ARTIKEL 36.
Paarden op scherp zetten.
Het is verboden, als een weg, tengevolge van sneeuw,
vorst of ijzel, glad is, deze te berijden met paarden, dié
niet op scherp staan.
t.
4
y
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT (74e Jaargang)
- - - - - 1