annex der Gemeente Sneek Officieel Orgaan FEUILLETON Het bittere erfdeel door MARGARET PEDLER. SNEEKER COURANT (74e Jaargang) 47e Jaargang Zaterdag 12 September 1931. KINK Co. No. 101 Eerste Blad. UITBAVE: Dit No. bestaat uit 3 bladen. Nieuwstijdingen. li' Alle AdvertentlBn worden In beide bladen opgenomen. Regelprljs 9 cent. Abonnementen belangrijke korting. 43, Wordt vervolgd. De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f 2.50, naar buiten fr. per post f 3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd Controle op de oplang toegestaan. Uit het Engelsch vertaald door A. E. C. VUERHARD—BERKHOUT. in de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid: V r ij d a g s te Hommerts, Jutrijp, Tims, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega, Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum. De studeerkamer van den predikant was in een ongewoon keurigen staat aangeveegd en opgeruimd en was bijna niet meer te herkennen, Hjj had haat onze niet misgunnen. We leven maar eens en we willen niet wachten tot We oud zijn voor we beginnen.” Ze zweeg. Billy had nog nooit zoo gesproken. Ze had niet geweten, dat hij er zoo over dacht. Hij was gewoon lijk zoo luchthartig, nam het leven op zooajjs het kwam en beschouwde het schijnbaar als een aardig amusant avontuur. En nu was onder die onbe zorgde oppervlakte de drang der jeugc i aan het werk en kwam 'in opstano tegen het vermeende recht van 'een oudere generatie om hem de wet voor te schrijven; nu eischte hij 'een indi vidueel bestaan, zocht .vrijheid om 'rijn eigen weg te gaan. „We willen niet wachten tot we ouc zijn voor we beginnen.”- Deze heftige als Carol deed, moet je natuurlijk vroeg -j -i_i1_ i--of ï^at het gelag betalen.” „Doe niet idioot Billy, niemand trouwt „met opzet” met den verkeerden man of de verkeerde vrouw,” zei JBar- bara wijs. „Ze doen het bij vergissing of gedwongen door de omstandigheden of zooiets. En ze weten nooit Vooruit, dat het zoo slecht zal afloopen, als het al tijd doet.” 1 Ze zweeg en ging toen bezorgd voort a „Ik hoop maar, dat Mac en Herrick nui niet den boel in de war gooien. Menschen die verliefd rijn, lijken wel hoe langer hoe dommer te worden.”1 „Wat bedoel je, o, eigenwijze, jonge vrouw?” vroeg Billy- „Ik dacht, dat t dat nogal duidelijk was, zelfs vbor een onontwikkeld in tellect als het jouwe,” antwoordde ze uit de hoogte. „Mac is verliefd op Her rick en Herrick is verliefd op Mac „Hoe weet jij dat?” viel Billy haar in de rede, een uur geleden Verlaten was zon der hoed weg gerend, na een dringende boodschap om een van rijn parochi anen, die schijnbaar stervende was, te komen bezoeken en Ijarbara had Van de gelegenheid gebruik gemaakt om de kamer op orde te brengen. Billy had haar geholpen of in den weg ge- loopen, hoe men het beschouwen wilde en nu was er de laatste hand aan gelegd in den Vorm' van versch ge plukte bloemen in de vazen en was de metamorphose compleet. „Ik geloof, dat dat een kranig stuk werk is,” zei Billy met een trotsohen blik door het venster. Barbara knikte goedkeurend. „Het is net een transformatie-scène, vindt je niet?” gaf ze toe. ;,Maar heusch Billy, lieverd,” ging ze voort, hem met een spijtig lachje aanziend, „ik geloof, dat we alle hoop om ooit samen te trouwen moeten opgeven. Vader is even ongeschikt om alleen te blijven als een kind.’1 „Nonsens,”- antwoordde; hij met meer kracht dan elegance. „Dat is juist een van de dingen waarover ik met je Wou praten, schat. Ik ben beu Van dat ach- terbaksche en ik stel vbor, dat we pp ons stuk staan en het recht eischen om ons engagement publiek te maken. Diat is ip ieder geval de eerste stap op den weg naar het huwelijk.” „Er is al heel weinig achterbaks in onze verhouding, vind je wel?”- zei ze lachend. M Iedereen weet er alles van gelóóf ik.” Billy grinnikte. „Ze zouden zoo blind als mollen moe ten zijn als ze het niet wisten,” vond' h& I „En Lady Bridget en vader vinden uitlating vond weerklank in haar eigen hart. Ook by haar was, ondanks een meegaand en onzelfzuchtig karakter, het verlangen om haar vleugels uit te sprei den en haar eigen leven te leven, onbe wust gegroeid en verdiept. „En toch kunnen we niet beginnen met anderen pijn, te doen, Billy va der en Lady Bridget,”- zei ze verdrietig- „Misschien als we nog een poosje wachten zal er iets gebeuren. Ze zullen misschien uit zichzelf gaan in zien, dat ze niet heeliemaal fair tegen over ons handelen.” „O, de aarde kan ineens Stil staan, of de zo n naar beneden Vallen, dat is even waarschijnlijk,” bromide Billy ongelbovig. En toch, zou er iets Jnpe- ten gebeuren binnen kort en de aan leiding daartoe zou, voortkomen uit de laatste bron, die hij rou verwacht heb ben, „Nou ja, ik geloof, dat we het nog maar een poosje moeten uithouden. Maar ajs dat ^iets,” van jou, iwat het dan ook is, niet gauw gebeurt,” hij ^■lünlachte onwillekeurig „zal ik ontploffen.” Barbara lachte, opgelucht nu ze zag, dat voor het moment althans het gevaar voor een openlijken opstand bezworen was. Ze wilde niet zooals ze gezegd had hun samenleven beginnen jhet leven dat zoo heerlijk zou rijn 1 door anderen te kwetsen. „Wij rijn ten slotte niet de eenigen bjj wie alles niet glad marcheert,” zei ze troostend. „Ik zou je twee andere jmien- schen kunnen noemen in onze onmid- dellijke nabijheid.” „Bedoel je dien armen, ouden Beres ford en Carol? Nou ja, als je met opzet den verkeerden man trouwt, zoo- het allebei in hun hart biest,” giing ze voort. „Juist, en daarom js hun oppositie tegen een publiek engagement zoo dwaas en zoo absoluut onredelijk. Ze weten, dat het van zelf spreekt, dat fwe ten slotte toch geëngageerd zullen ra ken, dus waarom dat feit nu niet te willen zien.” Haar gericht verzachtte. Instinctma tig wist ze de werkelijke reden die school achter haaf vaders en Lady Bridgets tegenzin om een engagement toe te staan- „Dat is het juist, Billy, Ze weten hèt en ze weten ook, dat net als jij zegt, eea engagement He eerste stap js naar het huwelijk.” „Wat zou dat?’! „Och jij domme jongen, ze .willen ons huwelijk immers zoo lang mogelijk tegen houden. Zie je, we rijh allebei alles wat ze hebben. Het is geen ;,on- redelljkheid,\ het is alleen maar 1 liefde.” „Dat noem ik geen liefde, dat is puur egoïsme,” zei Billy, totaal niet overtuigd Barbara staarde in het vuur, haar zachte, bruine oogen stonden ongewppn peinzend. „Ik geloof, dat elke liefde in ze keren zin zelfzuchtig is,” zei ze eindelij langzaam, „ten minste, als het zelfzucht is om de persoon die je liefhebt, altijc bij je te willen hebben. Zie je,” ze keek glimlachend naar hem op, „wij rijn ook zelfzuchtig op die manier, wij' willen ook samen rijjn-^ „Natuurlijk willen we dat," antwoorc - de Billy heftig. „Dat is natuurlijk. Het is nu onze beurt. Die vorige generatie heeft die ook gehad en mag ons nu de XX, ZOEKLICHTEN. „Vertel het hem dan niet,” pei ze impulsief. „Er is geen enkele reden waarom hij het hoeft te weten. Hij trouwt met jou niet met je vader. En misschien zul je het later, als je geleerd hebt hem te vertrouwen en op rijn liefde voor jou te bouwen gemak kelijker vinden om hem de heele ge schiedenis te vertellen,” „Dat zou ik niet kunnen doen, het zou niet eerlyk zyn,” antwoordde Her rick. „Misschien o neen, er is heusch geen uitweg, heusch niet.’1 „Ik weet zeker, dat je er eens Ben zult vinden,” antwoordde Mim. On danks de ondervindingen die het leven haar gebracht had. of was het misr schien juist daardoor? had ze een onuitroeibaar vertrouwen in de men, schelijke natuur- „Ik wou, dat ik je helpen kon, maar ik geloof dat alleen de tjjd dat kan doen.” NIEUWE SNEEKER COURANT 80 pdm., zoodat bijhuren van 20 pdm. onnoo- dig is. In dit geval is er dus geen sprake van dat men koeien in het voorjaar bijkoopt, die in het najaar om de stalruimte weg moeten en dan een sterk verlies laten. Wel speelt in dit geval een rol de huurprijs van land en d6 kunstmestprflzen. Men moet zich de proeven denken onder normale verhoudingen. De heer v. d. M e e r gelooft dat men minder naar de economische dan wel naar de techni sche kant deze proeven moet zien. Onder ge lijksoortige omstandigheden behaalde de eene persoon economisch nog geheel andere resul taten dan de ander, men kan niet alles copi- eeren. Het zwaartepunt van de proef zoekt spr. in het nieuwe systeem van beweiding, waardoor men de grasproductie min of meer in de hand tracht te krijgen en wil zorgen dat de melkkoeien altijd malsch gras ter beschik king staat Het is al heel mooi, dat het O.B.W. daarvoor gedurende een reeks van jaren deze proef wil nemen. De heer d e J o n g vraagt nog of bij het toe dienen van groote hoeveelheden stikstof ook meer phosphorzuur en kali moet gegeven. De heer Frankena zegt dat alle percee- len flink phosphorzuur kregen; van de kali- bemesting van enkele perceelen heeft men geen resultaat gezien. Het is hier echter vrij zware klei, andere grondsoorten stellen weer andere eischen. Vergeten dient niet dat als men op een bedrijf meer stikstof gebruikt, men meer dieren kan houden, dus ook weer meer mest krijgt die weer op het land komt. Zoo gezien verwacht spr. dat het land van zware stikstofbemesting eer beter dan minder wordt. De heer de Boer gelooft dat een vrij zui vere rentabiliteitsberekenfiig ware te maken als men elke weidedag op een bepaald bedrag kan schatten. De heer Hofstra vindt dit ook, als men dan daarnaast een controleproef kon houden, dus soortgelijk vee op 6 soortgelijke perceelen zonder kunstmest kon laten weiden. Het is echter een feit, dat de welde-techniek die wij hier topassen al in wijde omgeving navolging heeft gevonden. De afscheiding kost slechts 40 cent per M. dat is dus ook niet duur. De heer d e V o s zegt dat het om 2 dingen gaat: in welke mate verhoogt stikstofbemes ting de opbrengst en hoe voldoet de wissel- weide. Beide vragen zijn in gunstigen zin bi deze proef beantwoord, thans dient ieder vee houder zich persoonlijk natuurlijk af te vra- gen hoe zich aan te passen aan de resultaten dezer proeven en of op zijn bedrijf voldoende stalruimte is voor meer koeien die hij ’s zo mers zou kunnen houden, door eventueel meer dere grasproductie bfl stikstofbemesting. Maar met wisselweide is die productie pas tot volle waarde te brengen. Dan eerst trekken de die ren er het volle profijt van, geld voor de af SNEEK. Regenten van het O. B. W. hadden Woensdag een aantal besturen van afdeelin- gen der Friesche Mij. v. Landbouw uitgenoo- digd tot een excursie naar het bekende weide- proefveld van het O.B.W., behoorende tot de boerderij in gebruik bij den heer T. F. Hoek stra onder Loënga. Zooals bekend wordt hier een proef genomen met het nieuwe beweidingssysteem, verdeeling van een „fenne” in een aantal kleinere pércee- len, en met het toepassen van zware stikstof bemesting. We zijn thans in het derde proef jaar. De heer Hofstra, regent van het O.B.W. heette bij afwezigheid van de hh. Rutgers en Veldhuis, die met de hh. de Boer en Frankena leden der proefveldcommissie zijn, de aanwe zigen, waaronder dhr. van der Meer, secretaris der Friesche Mij. van Landbouw en dhr. de Vos, vertegenwoordiger van het Land- en Tuinbouwbureau der L G. Farbenindustrie A.G. dat de proef mede onderneemt, welkom. Op het proefveld hield de heer de Vos daarna een inleiding. Hij wees op de bereidwilligheid van het O.B.W. dit veld voor de proef beschik baar te stellen en vertelde nog eens hoe de fenne, oorspronkelijk groot 7 HJL, thans is gesplitst in 6 perceelen, elk groot plm. 1.15 H.A.deze 6 perceelen moeten eigenlijk gezien als een klein bedrijf, waaraan het hooiland ontbreekt. Alle perceelen kregen 400 K.G. superfosfaat, 2 er van bovendien kalibemea ting (een van de met stikstof licht en een van de met stikstof zwaar bemeste percee len), 3 perceelen kregen lichte stikstofbemes ting mi. 150 K.G. zwavelzure amoniak in het voorjaar, de andere drie in het voorjaar 300 K.G. zwavelzure ammoniak en na 2e, 3e en 4e maal afweiden nog totaal 400 K.G. kalk- ammom salpeterde licht bemeste perceelen kregen dus totaal ruim 30 K.G. zuivere stik stof, de zwaar bemeste ruim 120 K.G. Maar van de meerdere en snelle grasgroei op de zwaar bemeste perceelen zou niet het volle profijt getrokken kunnen zijn wanneer men zorgde dat het gras door de dieren kon ge nuttigd in jonge eiwitrijke toestanddat kan door de indeeling van het terrein in kleine per ceelen, waardoor dus het melkvee op een kleine oppervlakte graast en na een dag of vier, vijf naar het volgende perceel gaat ter wijl het jongvee in het verlaten perceel de rest afgraast. Een methode van omweiden dus ge richt op het voederen der dieren naar produc tie, zooals de meeste veehouders ’s winters reeds lang doem eenige troost is dat de boerenstand een on misbare schakel in het economisch bestel is, hjj kan nooit gemist worden, anders zou dat bestel zelve ten gronde gaan, daarom moet het ook weer beter voor de boerenstand wor den. Voor eventueele inlichtingen verwast de voorzitter nu verder naar de hh. Frankena, de Boer, v. d. Meer en de Vos. De heer Frankena zegt dat in het eerste jaar de zwaar bemeste perceelen lï/3 maal zooveel opbrachten als de andere, in het twee de maal. Dit jaar hebben we de invloed van de natte periode toen veel gras vertrapt is en het mond- en klauwzeer, maar ook nu is een hooger productie te verwachten, het zal allicht 1% maal die der licht bemeste percee len worden. De heer van der Meer, secretaris der Friesche Mij. van Landbouw betuigt zijn dank voor de uitnoodiging, die voor hem bijzondere waarde had omdat de Friesche Mij. binnenkort het rapport zal publiceeren betreffende de vraag aan de afdeelingen gericht, wat de voorkeur verdiende wissel- of stand-weide. Uit de antwoorden waarop spr. dat rapport heeft opgemaakt. Overigens merkt spr. op dat de proef hier genomen een reeks jaren zal moeten loopen voor men een oordeel zal kunnen vel len. Men zegt wel dat het greidbedriJf eenzij dig is, maar als men weet hoeveel factoren er invloed op uitoefenen gelooft spr. dat O. B. W. en Land- en Tuinbouwbureau goed werk hebben verricht met deze proef. Zoo’n proef is niet gemakkelijk, het is vaak of alle mogelijke onheilen zich boven zoo’n proefboer- derij samenpakken. We weten met Rtjperkerk daarvan ook mee te praten. De afd. Sneek heeft meer weldeproev«n -• \n het hoofdbestuur gevraagd. Spr. weet niet of het daartoe zal komen. Lang niet iedere boerderij leent zich er toe, hier is de proef op gebrekkige wijze in het bedrijf ingelascht. Van het uitspreken van een bepaald oordeel moet spr. zich onthouden maar het O.B.W. verdient de dank der Frie sche greidboeren voor het nemen van deze proef. Uit de vergadering vroeg de heer d e J o n g van Ferwoude of ook een rentabiliteitsbere- kening is opgemaakt. De heer Frankena zegt dat als een per ceel li/s maal zooveel opbrengt men op zoo’n perceel l1/a maal zooveel koeien kan houden, wat rendabel moet zijn. Wanneer de kunst mest en melkprijzen in normale verhouding tot elkaar staan en men in staat is ’s winters om de stalruimte meerdere koeien onder dak te brengen. De heer H o f s t r a wijst er op dat als men 60 pdm. land heeft en er 80 voor zijn vee noo- dlg heeft, de vraag in het geding komt of men door zware stikstofbemesting in staat is de productie der 60 pdm. op te voeren tot die van rastering is dus uitstekend belegd. De heer Hofst ra zegt nog dat een argu ment tegen de wisselweide wel is dat door het telkens verweiden der dieren deze onrustig werden, doch de heer Hoekstra zelf heeft er varen dat dit niet het geval is, wat deze, ter vergadering aanwezig, beaamt. Nog werd uit de vergadering opgemerkt dat het jongvee als het in de afgevreten perceelen komt geen voldoende voedsel zou vinden, doch de heer H o f s t r a wjjst er op, dat de percee len bij dit systeem van beweiding lang niet afgegeten werden door het melkvee en dus voor het jongvee voldoende overblijft. De h-h. Terpstra en Jensma van de afd. Rauwerderhem vreezen dat de voortdu rende stikstofbemesting wel is waar de in de bodem latent aanwezige reservevoorraad plan- tenvoedsel voor grasproductie geschikt maakt, maar dat de bodem daardoor totaal uitge mergeld wordt, zoodat houdt men met de stikstofbemesting op, deze perceelen in veel slechter toestand verkeeren dan andere die al tijd op de ouderwetsche manier behandeld zfln dus bemest met stalmest en terpaarde. Dhr. Jensma heeft ervaringen opgedaan die in die richting wijzen én algemeen heerscht er ook zoo’n gedachte bjj de boeren. De heer Hofstra zegt dat dit maar een gedachte is, het is dus geen vaststaand feit. Dit uitmergelen is niet bewezen, de natuur spreekt in dezen het laatste woord. Maar in de Wouden bleek toch niets van die uitmerge ling hoewel daar kunstmest sedert jaar en dag wordt gebruikt. De heer Frankena betoogt dat meer stikstofbemesting meer gras geeft, men kan dus meer vee houden, wint meer mest en als men deze weer over het land brengt, is spr.’s verwachting dat het land eer beter dan min der wordt, De heer Terpstra zegt dat als twee plaatsen vrij kwamen, de een met zwaar met kunstmest behandelde perceelen, de ander met stalmest en terpaarde bemeste, de meeste boeren de voorkeur zouden geven aan de laatste plaats. De heer Hofstra zegt, dat er vaak in Friesland op onoordeelkundige wijze met kunstmest is omgegaan, daarom staat in het O.B.W. huurcontract, dat alleen kunstmest mag gebruikt worden in overleg met de des kundigen van regenten. De heer d e V o s zegt dat men de stikstof kan beschouwen voor het gras te zijn wat het eiwit is in de veevoeding. Eenzijdige eiwitvoe- ding maakt de dieren ziek, welnu eenzijdige stikstofverstrekking zal de grond ongezond maken, men zal dus moeten zorgen voor een goede verzorging van den bodem. Ook met ka li, phosphorzuur en kalk en steeds de juiste verhoudingen in het oog moeten houden. Doet men dit niet, dan wordt bewaarheid het ge- Het resultaat van de proef was wat het eerste jaar betreft, dat de zwaarbemeste per ceelen een meeropbrengst hadden van 33 pCt., wat het weidejaar betreft van 25 pCt., over het derde jaar zijn da resultaten nog niet be kend. Een drietal vragen rijzen bij deze proef lo. Hoe reageert de graszode op de verzwaarde stikstofbemesting 7 Spr. antwoordt dat geble ken is dat de kwaliteit van de zode in geen ge val achteruit gaat. 2o. Hoe reageert het vee op de veranderde methode van beweiding 7 De productie der melkkoeien op de licht en zwaar bemeste perceelen ontloopt elkaar weinig, het vetgehalte wordt misschien iets verhoogd. 3o. Hoe reageert jongvee op dit beweidingsysteem, krijgt het onvoldoende voeding 7 Uit de erva ring van dhr. Hoekstra, die eerst daarvoor ook vreesde, blijkt dat het jongvee zich bfl deze voeding uitstekend houdt. De aanwezigen gingen daarna de perceelen eens opnemen. Het viel op dat op de zwaar bemeste perceelen de klaver voor een aanzien lijk deel verdrongen was. De heer de Vos lichtte toe dat dit niet als een nadeel kan be schouwd daar het tenslotte om de hoogste op brengsten gaat en niet de klaver die kan le veren, wel echter de goede grassoorten die door de zware bemesting de overhand krijgen. De ervaringen met de wisselweide hier zijn zeer gunstig. Men kan gemakkelijk als het ware het gras bijhouden, en zoodra gunstige weersgesteldheid of harde groei door extra bemesting dat noodig maken kan men een paar perceelen van de beweiding uitschakelen en maaien. Een regelmatige verzorging der perceelen ook na het afweiden, het versprei den van de mest, het afmaaien van het oude gras enz. blijft natuurlijk noodig. De hh.- Frankena en de Boer, beide leden der proef veldcommissie stonden de heer de Vos bij het verstrekken der inlichtingen bij.* Hierna keerde het gezelschap naar Sneek te rug, waar men in Onder de Linden bijeen kwam om het onderwerp verder te bespreken. De heer Hofstra vraagt belangstelling voor deze proef waarvan de resultaten buiten gewoon moeilijk zijn vast te leggen omdat er allerlei factoren een rol bij spelen, welke men niet kan uitschakelen. In 3 jaar is dan ook zeker nog niet vast te stellen hoe het zal af loopen. We hebben het in die drie jaar niet getroffen, het eerste jaar was te droog, het tweede te nat, en nu in het derde hebben we weer mond- en klauwzeer en is er de econo mische ontwrichting. Noch de proefveldcom missie, noch wij noch de practici kunnen reeds een definitief oordeel vellen, aoch de voorloo- pige resultaten veroorloven toch wel door te gaan in deze richting in de hoop dat tenslotte iets van blijvende waarde voor de veehouderij zal worden verkregen. De resultaten van dit bedrijf zijn thans buitengewoon slecht, de i

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1931 | | pagina 1