No. 104 Eerste Blad. ÜITOAVE: KEZEBBM i Go.
I
47e Jaargang
Woensdag 23 September 1931.
Officieel gedeelte.
r
K
VERKEERS VERORDENING”
voor de gemeente Sneek
a
ARTIKEL 16.
n
ajjwlelpaden.
ARTIKEL 10.
I
ARTIKEL 12.
ARTIKEL 13,
ARTIKEL 5.
ARTIKEL 24.
ARTIKEL 9.
Op eerste vordering van de in artikel 41 genoemde
ambtenaren en beambten is de bestuurder van een rij- of
voertuig als in artikel 7 dezer verordening bedoeld, in
geval van een bij atikel 8 bedoelde ontheffing wordt ge
bruik gemaakt, verplicht het bewijs van ontheffing te
vertoonen.
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, wegen
binnen de bebouwde kom der gemeente, geen Rijks- of
Provinciale wegen zijnde, in te deelen in klassen, als be
doeld in artikel 36 van het Motor- en Rijwielreglement.
Het is den geleider van een paard of van vee verboden
deze dieren te vervoeren op zoodanige wijze, dat de vrij
heid of de veiligheid van het verkeer in gevaar kan wor
den gebracht.
ARTIKEL 17.
Het Is den bestuurder van een rijwiel of motorrijtuig
op twee wielen verboden, iemand anders mede te voeren,
tenzij tot dat doel een behoorlijke en afzonderlijke zitge
legenheid is aangebracht.
ARTIKEL 18,
Het is verboden om als bestuurder van een rijwiel of
een motorrijtuig op twee wielen of een motorrijtuig met
zijspanwagen te rijden over een weg of rijwielpad, zon
der tenminste één hand aan het stuur te houden.
ARTIKEL 19.
Het is den bestuurder, eigenaar of houder van een
motorrijtuig, een rijwiel of een ander rij- of voertuig ver
boden, ingeval van een bij artikel 8 bedoelde ontheffing
of van een ontheffing bedoeld bij artikel 11 derde lid, let
ter c van het Motor- en Rijwielreglement wordt gebruik
gemaakt, op een weg of een rijwielpad te rijden, te doen
of te laten rijden, of zich aldaar met het motorrijtuig, rij
wiel of ander rij- of voertuig te bevinden, zonder dat op
de door of vanwege Burgemeester en Wethouders aan
gewezen plaats, duidelijk zichtbaar is, het kenteeken, be
doeld bij artikel 8, 2e lid.
ARTIKEL 11.
Het is den bestuurder, eigenaar of houder van een
motorrijtuig, van een ander rij- of voertuig, of van een
rijwiel, verboden met een kenteeken, als bedoeld in arti
kel 8 of met een kenteeken, dat gelijkenis vertoont met
een kenteeken als bedoeld in artikel 8, te rijden, te doen
of te laten rijden, zonder dat de noodige ontheffing is
verleend.
tuig, of den berijder van een paard verboden daarmede
over een weg of een pad te rijden
a. op zoodanige wijze of met zoodanige snelheid, dat
de vrijheid of de veiligheid van het verkeer wordt belem
merd of in gevaar gebracht, of daardoor beschadiging
van de weg of het pad kan ontstaan
b. terwijl hij verkeert onder zoodanige invloed van het
gebruik van alcoholhoudende drank, dat hij niet in staat
moet worden geacht, het voertuig of het paard naar be-
hooren te besturen of te geleiden.
Het is verboden in door Burgemeester en Wethouders
aangewezen straten of straatgedeelten en gedurende de
tijden door hen te bepalen, op een stoep uitstallingen,
hekken of eenig voorwerp te plaatsen of aanwezig te
hebben.
ARTIKEL 25.
Het is verboden met een motorrijtuig of een ander rij-
AFKONDIGING.
Burgemeester en Wethouders van SNEEK doen te
weten, dat door de Raad dier gemeente in zijn vergade
ring van 1 September 1931, onder no. 14, is vastgesteld
de volgende verordeningj
De Raad der gemeente Sneek
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethou
ders van 11 Augustus 1931 no. 1.811.1223
BESLUIT s
vast te stellen de volgende
Indien de bestuurder van een motorrijtuig, van een an
der rij- of voertuig, of van een rijwiel, een wegkruising
nadert, waar het verkeer blijkbaar door de politie wordt
geregeld, is hij verplicht, ingeval hij voornemens is recht
uit door te rijden, van dit voornemen tijdig, duidelijk te
doen blijken.
1. Voorzooveel betreft motorrijtuigen en rijwielen kun
nen wegen, gelegen binnen de bebouwde kom, geen rijks-
of provinciale wegen zijnde en voor zooveel aangaat
andere rij- en voertuigen, kunnen alle wegen, in het
belang van de vrijheid en de veiligheid van het verkeer
daarover, geheel of gedeeltelijk worden gesloten ver
klaard voor het berijden in één of in beide richtingen,
doorloopend of gedurende bepaalde dagen en uren
a. hetzij met alle motorrijtuigen
b. hetzij met alle motorrijtuigen en met rijwielen
c. hetzij met motorrijtuigen op twee wielen en met rij
wielen
ARTIKEL 3.
Aangeven Het begin van de bebouwde kom zal op.de toegangs-
bebouwde kom. wegen tot de gemeente met borden worden aangegeven.
ARTIKEL 4.
Onverminderd artikel 23 van de Motor- en Rijwielwet,
is ieder verplicht op een weg, voet-, wandel- of rijwiel
pad, gevolg te geven aan de door de in artikel 41 ge
noemde ambtenaren en beambten in het belang van de
vrijheid en de veiligheid van het verkeer gegeven bevelen
en aanwijzingen.
Het is den bestuurder van een motorrijtuig of een
rijwiel verboden, daarmede over een weg of een rijwiel
pad binnen de bebouwde kom te rijden met grooter snel
heid dan 20 K.M. per uur.
ARTIKEL 14.
De in acht te nemen maximum-snelheid wordt aange
geven op de door den Minister van Waterstaat vast te
stellen wijze. Burgemeester en Wethouders wijzen de
plaatsen aan, waar de waarschuwingsborden als in dit
artikel bedoeld, zullen worden geplaatst.
ARTIKEL 15.
Voor zoover daarin niet is voorzien in artikel 22 der
Mo.torr.en Riiwielwet of.in artikel IQ. van het Riikswe-
ARTIKEL 8.
1. Van het bepaalde in artikel 7 van deze verordening,
kan door of vanwege Burgemeester en Wethouders ont
heffing worden verleend.
2. Van een ontheffing, als bedoeld in het vorige lid,
wordt den belanghebbende een bewijs uitgereikt en op
zijn kosten een kenteeken.
3. Het kenteeken wordt door Burgemeester en Wet
houders vastgesteld en op het desbetreffende rij- of
voertuig aangebracht ter plaatse door of vanwege Bur
gemeester en Wethouders aan te wijzen.
4. Het tweede en derde lid zijn, voor zooveel noodig,
ook van toepassing voor een motorrijtuig of rijwiel ten
aanzien waarvan een ontheffing is verleend als bedoeld
in artikel 11, derde lid, letter c van het Motor- en Rij
wielreglement.
ARTIKEL 2.
1. Wanneer Burgemeester en Wethouders het noodig
oordeelen, dat één of meer waarschuwingsborden of
kenteekenen, als in de volgende artikelen bedoeld ,aan
eenig perceel worden bevestigd, hetzij onmiddellijk, hetzij
door middel van een arm of uithouder, is de eigenaar,
gebruiker of beheerder van dat perceel, na vooraf
gegaan overleg omtrent de plaats van bevestiging, ver
plicht, toe te laten dat die borden, kenteekenen, armen of
uithouders aan dat perceel worden aangebracht.
2. Het is anderen, dan die van Burgemeester en Wet
houders last hebben ontvangen, verboden, die borden,
kenteekenen, armen of uithouders van het perceel te ver
wijderen, of te doen verwijderen of het op de borden ver
melde, op welke wijze ook, geheel of ten deele onleesbaar
te maken.
ARTIKEL 1.
In deze verordening wordt verstaan s
m t ri tuie-en. Ie' '->nder motorrijtuigen, alle nj- of voertuigen, be-
o rry g stemd om uitsluitend of mede door een mechanische
kracht op of aan het rijtuig zelve aanwezig, anders dan
langs spoorstaven te worden voortbewogen
2e. Onder andere rij- en voertuigen, alle bespannen of
onbespannen rij- of voertuigen, transportdriewielers in
begrepen en met uitzondering vana. tramrijtuigenb.
kinderwagens en soortgelijke voertuigjes, wanneer en
zoolang deze dienen tot het vervoer van kinderen en ge-
brekkigen. Met voertuigen worden gelijk gesteld op wie
len of rollen geplaatste voorwerpen of werktuigen
3e. Onder wegen, alle voor het openbaar verkeer open
staande rijwegende daarin liggende bruggen en dui
kers, alsmede de tot de wegen behoorende voetpaden en
bermen of zijkanten, maken deel van de weg uit
4e. Onder voetpaden, alle voor het openbaar verkeer
openstaande grond, welke, hetzij door de aard der ver
harding, hetzij door afscheiding van het overige gedeelte
van de weg, hetzij door verhooging of een ander kentee
ken, klaarblijkelijk is aangewezen om in het bijzonder te
dienen voor het verkeer van voetgangers
5e. Onder wandelpaden, alle voor het openbaar verkeer
openstaande grond, die door Burgemeester en Wethou
ders als wandelpad is aangewezen
6e. Onder rijwielpaden, alle paden, ongeacht of zij deel
van een weg uitmaken, door of met goedvinden van den
daartoe gerechtigde als zoodanig aangeduid, op gelijke
wijze als vereischt is bij artikel 1, sub 3° van de Motor
en Rijwielwet, met dien verstande, dat voorzoover het
tegendeel niet blijkt, zoodanige aanduiding geacht wordt
door of met goedvinden van den gerechtigde te hebben
plaatsgehadten aanzien van paden onder beheer van
een openbaar lichaam is de beheerder, ten aanzien van
andere paden, de eigenaar als gerechtigde te beschou-
schouwen
7e. Onder bestuurder van een motorrijtuig of ander
rij- of voertuig, hij, die het motorrijtuig of an
der rij- of voertuig bestuurt, of hij, die, een zooda
nige plaats innemende, dat hij ieder oogenblik het bestu
ren kan overnemen, het motorrijtuig of ander rij- of voer
tuig onder zijn onmiddellijk toezicht doet bestu
ren, met dien verstande, voor wat betreft motorrijtuigen,
dat, ingeval aan dengene, die het rijtuig bestuurt, bij
rechterlijke uitspraak de bevoegdheid motorrijtuigen te
besturen is ontzegd, deze als bestuurder van het rijtuig
wordt aangemerkt, ook indien hij het rijtuig bestuurt on
der het onmiddellijk toezicht van een ander
8e. Onder stopstreepen, streepen van een afstekende
kleur in het wegdek, geplaatst in de onmiddellijke nabij
heid van beweegbare bruggen of overwegen van een
spoorbaan.
ARTIKEL 20.
Rijden op voet- 1. Het is verboden zonder noodzaak op voetpaden,
stoepen of in portieken, op bermen of zijkanten van we
gen met motorrijtuigen, andere rij- of voertuigen, of rij
wielen, te rijden of daarop of daarin paarden of ander
vee te laten loopen.
2. Het is verboden zonder noodzaak motorrijtuigen,
andere rij- of voertuigen of rijwielen op voetpaden, op
stoepen of in portieken, aan de hand voort te bewegen,
of daarmede op voetpaden, stoepen of in portieken te
blijven staan.
3. Het is verboden zonder noodzaak, motorrijtuigen of
andere rij- of voertuigen op voetpaden, op stoepen of in
portieken te laten staan.
ARTIKEL 21.
1. Het is verboden, zonder noodzaak, op wandelpaden
met motorrijtuigen, andere rij- of voertuigen, of rijwie
len te rijden of paarden of ander vee daarover te laten
loopen.
2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing
ten aanzien van rij- en voertuigen en rijwielen welke
voor de openbare dienst worden gebruikt.
ARTIKEL 22.
1. Het is verboden met s a. een autobus met in rust ge
fret parkeeren. brachte motor b. een motorrijtuig met in rust gebrachte
motor, bestemd voor of ingericht tot het vervoeren van
goederen en vee en waarmede een min of meer regelma
tige dienst op Sneek wordt onderhoudenc. een ander
rij- of voertuig, bestemd voor of ingericht tot het vervoer
van goederen en vee en waarmede een min of meer re
gelmatige dienst op Sneek wordt onderhouden
op een weg een andere standplaats in te nemen dan
daarvoor door Burgemeester en Wethouders is aange
wezen.
2. Het is verboden met een ander motorrijtuig of met
een ander rij* of voertuig dan in het 1ste lid van dit arti
kel bedoeld, op een weg te staan op een plaats ,die door
Burgemeester en Wethouders is aangewezen als stand
plaats voor de in het 1ste lid van dit artikel bedoelde
autobussen, motorrijtuigen en andere rij- en voertuigen.
3. Het is verboden, hetzij voortdurend, hetzij geduren
de de tijden door Burgemeester en Wethouders te bepa
len, op de wegen, voet-, wandel of rijwielpaden door hen
aan te geven, een motorrijtuig op meer dan twee wielen
met in rust gebrachte motor of een ander rij- of voertuig
te laten staan.
4. Het is verboden, hetzij voortdurend, hetzij geduren
de de tijden door Burgemeester en Wethouders te bepa
len, op de wegen, voet-, wandel- of rijwielpaden door
hen aan te geven, een motorrijtuig op meer dan twee wie
len met in rust gebrachte motor of een ander rij- of voer
tuig te laten staan, anders dan met inachtneming van de
voorschriften, door Burgemeester en Wethouders te ge
ven, of boven het getal door hen te bepalen.
5. Ten aanzien van de overige wegen of paden geldt
het verbod om een standplaats in te nemen, behoudens
vergunning van Burgemeester en Wethouders, voor zoo
ver het laten staan het karakter heeft van een geregeld
in gebruik nemen van die wegen en paden.
ARTIKEL 23.
Het is aan personen beneden de leeftijd van veertien
jaren verboden zonder behoorlijk toezicht vee te drijven
of aangespannen rij- of voertuigen, bokkewagens uitge
zonderd, te besturen.
ARTIKEL 7.
1. Het is den bestuurder van een ander rij- of voertuig
groten wegen dan bedoeld in artikel 11, eerste lid van het Motor- en
Rijwielreglement verboden daarmede een weg te berij
den, voor zoover die ingevolge artikel 5 en met inacht
neming van artikel 6 gesloten is verklaard voor het ver
keer daarmede in beide richtingen.
2. Het is den bestuurder van een ander rij- of voertuig
dan bedoeld in artikel 11, tweede lid van het Motor- en
Rijwielreglement verboden, daarmede een weg, voorzoo
ver die ingevolge artikel 5 en met inachtneming van arti
kel 6 gesloten is verklaard voor het verkeer daarmede in
één richting, in die richting te berijden.
e. hetzij met alle motorrijtuigen op meer dan twee wielen!
f. hetzij met motorrijtuigen op meer dan twee wielen,
welke bij de gesloten-verklaring te bepalen afmetin
gen te boven gaan
g. hetzij met motorrijtuigen, waardoor één of meer aan
hangwagens worden voortbewogen, welke bij de ge
slotenverklaring te bepalen afmetingen te boven gaan;
h. hetzij met andere al of niet aangespannen rij- en voer
tuigen,
2. Van de bevoegdheid in het 1ste lid bedoeld, kan
alleen gebruik worden gemaakt, indien het doorgaand
verkeer daarvan, zonder noodzaak, geen ernstige belem
mering ondervindt.
ARTIKEL 6.
1. De geslotenverklaring krachtens het voorgaande
artikel geschiedt door Burgemeester en Wethouders bij
een openlijk af te kondigen, met redenen omkleed besluit
en wordt op kosten van de gemeente, voor zooveel,
betreft motorrijtuigen en rijwielen op de door den Minis
ter van Waterstaat bepaalde wijze en voor zooveel be
treft andere rij- en voertuigen op de wijze door Burge
meester en Wethouders te bepalen, ter kennis van de
weggebruikers gebracht.
2. Burgemeester en Wethouders wijzen de plaatsen
aan, waar de waarschuwingsborden, in dit artikel be
doeld, zullen worden geplaatst.
i
Afkondiging.
i
(Vegen.
Voetpaden.
(Wandelpaden.
Ontheffingen.
Bestuurder.
Regeling van
Stopstreepen.
1
RU- en voer
tuigen.
Aanwijzingen
politie opvol
gen.
Ontheffings-
kenteeken-
richtbaar.
Indeeling
wegen.
Gevaarlijk
rijden met rjj-
m voertuigen.
Méér personen
op één rywieL
paden, stoepen
en portieken.
Rijden op
wandelpaden.
Voorwerpen op
stoepen.
Veedieven be
neden 14 jaar.
Rijden over
bruggen en
Aanbrenging
waarschu
wingsborden.
Verwijdering
waarschu
wingsborden.
Gesloten
verklaren.
Onrechtmatig
kenteeken voe
ren.
Maximum
snelheid.
Waarschu
wingsborden
van de maxi-
mum-snelheid.
Gevaarlijk
geleiden van
paard of vee.
Minstens één
hand aan het
stuur.
Teeken geven
bij rechtuit rij
den.
Vertoonen van
onthefflngs-
bewjjs.
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT (74e Jaargang)