25-jarig bestaan Vereeniging tot bevordering van
Christelijke Belangen.
annex SNEEKER COURANT (74e Jaargang)
Eerste Blad. UITGAVE: KIEZEBRINK Co.
No. 1
Dit No. bestaat uit 4 bladen.
Zaterdag 3 October 1931. 48e Jaargang
Hulp in Nood 50 Jaar.
r
Het bestuur der jubileerende vereeniging had
plaats genomen op het met bloemen fraai ver
sierde podium.
Ds. Te Winkel opende met zegenbede en het
gezamenlijk doen zingen van Gezang 2, eerste
en vijfde vers. Na daarna in gebed voorgegaan
te zijn, las spr. Psalm 126, waarna het Jeugd
koor een lied zond onder leiding van den heer
IJ. Rusticus.
Ds. Te Winkel, herinnerend aan de spot, welke
Opnieuw zong alsnu het jeugdkoor een lied,
waarna ds. Te Winkel het woord weer neemt.
Deze spreker heet nu welkom de burgemeester
van Sneek en is er erkentelijk voor dat deze aan
de invitatie gevolg gaf; het streven der ver.
leert ons te erkennen dat het God belieft ons
door een overheid te doen regeeren en daarom
gaat ons gebed voor die overheid uit. Voorts
een welkomstwoord tot burgemeester Martens
van Wymbritseradeel, een belangstellend lid on
zer ver.; wij stellen het zeer op prijs dat ook gij
gekomen zijt
Gaarne had spr. hier welkom geheeten ds.
Wumkes, die gedurende tweederde van haar be
staan de ver. leidde, en wij zouden verheugd ge-
mee had kunnen loven; we kunnen echter begrij
pen dat hij niet kwam en daarom heet spr. wel
kom mevrouw Wumkes en de zoon A. Wumkes;
brengt gij ds. Wumkes de boodschap over, dat
onze ver. nog met groote dankbaarheid denkt
aan wat God ons gaf in ds. Wumkes en zijn
rijke gaven; in de armen van uw man is de
ver. toen zij jong en klein was gelegd en door
zijn werk heeft hij bijgedragen dat de ver. tot
bloei geraakt is. Ook een hartelijk welkom tot
de directeur van gemeentewerken, die ons bij het
nieuwe gebouw steeds met goede raad ter zijde
Stond. Dank brengt spr. alle oud-bestuurs-
leden, voor wat zij deden ten bate der vereeni
ging. Welkom heet spr. de afgevaardigden der
verschillende ver. die hier vergaderen; tal van
deze ver. hangen ten nauwste samen met de
onze en zij mogen er zich van overtuigd houden,
dat voorzoover het mogelijk is, er rekening
wordt gehouden met hare belangen.
Twee personen, die hun krachten aan de ver.
wijden, kunnen thans hun zilveren jubileum als
zoodanig vieren. In de eerste plaats 't bestuurs
lid M. Oppenhuizen, wiens naam in het eerste
bestuur voorkomt en die we nog in ons midden
hebben. U en uw werk stellen we ten zeerste op
prijs; gij verlangt geen lofspraak, maar toch
heeft het bestuur u een klein aandenken willen
geven ter herinnering aan dit ook in uw leven
gewichtige feit, nl. een vulpenhouder (applaus).
De tweede persoon die jubileert is de collec
tant onze vriend C. Doevendans. Dat werk ge
schiedt belangeloos; gij hebt dat 25 jaar lang
gedaan en het bestuur dankt u daarvoor en biedt
u als herinnering een zilveren lepel aan.
Spr. zou nog een derde persoon kunnen noe
men nl. broeder Nota, die er nu wat schraal
afkomt; er is thans geen cadeautje voor hem en
hij moet afwachten wat er verder voor hem is
weggelegd, maar reeds nu wil spr. zeggen dat
wij hem en zijn vrouw dankbaar zijn voor wat
ze verricht hebben. Straks legt gij uw arbeid als
concierge neer. Moge God u zegenen op uw ver
der levenspad.
Na zang van het jeugdkoor sprak burge
meester De Hoop, die het volkomen eens
is met de woorden van den voorzitter, dat men
in een tijd leeft dat men wil jubileeren, maar
het is niet altijd gemakkelijk een jubileum te
ontloopen. Een ver. echter die 25 jaar bestaat,
heeft recht tot jubileeren; het is moeilijk een
vereeniging 2)00 lang samen te houden bij de
wisseling der denkbeelden. Het oude gebouw v.
Chr. Belangen was mij niet onbekend het was
stembureau der gemeente toen we uit Amicitia
verjaagd werden en als spreker dat gebouw
vergelijkt met het nieuwe, dan blijkt daaruit de
groote vooruitgang uwer vereeniging en groote
kracht en eensgezindheid en wil om ondanks
moeite en zorgen, tot het doel te geraken: een
goed gebouw voor een goede vereeniging te
verkrijgen. Moge die kracht en eensgezindheid
u met moed de volgende 25 jaar doen ingaan
(applaus).
De heer A.W u m k e s leest nu voor een per
soonlijk woord door ds. Wumkes tot de vereeni
ging gericht. Het is een menschelijk verschijn
sel dat men in ’t herfsttij des levens terug staart
naar hét verleden, en schr. wil enkele meer in
tieme dingen uit de eerste janen der vereeniging
te berde brengen. Hij herinnert er aan hoe in die
jaren ’t modernisme hier in de Hervormde kerk,
het calvinisme in de Gereformeerde kerk over-
heerschte. Ds. M. Niemeijer predikte hier het
modernisme, hij, de „ijzeren generaal" zong nog
het lied van het zelfvoldane liberalisme, ’t reveil
enz. was niets. Ds. Niemeijer kon bitter zijn en
dat was geen wonder, want toen de orthodoxie
nog overheerschte was hij bitter behandeld, de
straatjongens riepen hem hier „Liegmeijer" ach
terna. Toen op 18 November 1906 ds. Niemeijer
zijn 40-jarig ambtsjubileum gedacht, was schr.
de eenige rechtzinnige in de volle feestzaal en
toen ook schr. eenige woorden had gesproken,
was het eenige wat men hem toevoegde: we
hopen maar dat uw geestverwanten het u niet
al te kwalijk zullen nemen. En nu zijn de muren
van Jericho, gevallen, dank zij mede het Woord
Gods, dat schr. hier 18 jaar lang heeft mogen
verkondigen.
De Vereeniging ter bevordering van Chr. Be
langen is een vrucht van het reveil, zooals spr.
ste jaren heerlijke dingen bereikt, de geest Gods
was in het zeil, daardoor was de reis voorspoe
dig. Het zijn schoone jaren geweest, doch we
danken alles aan den drieëenigen God. Het oude
gebouw is een stuk van schrijvers leven gewor
den, en spr. verblijdt er zich over dat men hier
thans 2 leeraars heeft. Ook dit werk wordt al
leen gerechtvaardigd uit genade door het geloof.
Moge, aldus eindigt schr., Chr. Belangen blijven
staan in het teeken der wederkomst des Heeren.
(Applaus.)
Ds. Te Winkel verzoekt de heer Wumkes
ds. Wumkes de dank der ver. over te brengen
voor dit schoone woord; wij wenschen uw vader
toe dat hij ook in zijn verdere leven moge wor
den gezegend.
De voorzitter der Ver. van Rechtzinnig Her
vormden, de heer Nau t a, zegt dat bij zoo’n
herdenking de beelden uit het verleden zich met
nieuwe gloed voor de oogen plaatsen. Spr.
wenscht het bestuur geluk, dat het ’t voorrecht
heeft twee predikanten in zijn midden te tellen,
dat bewijst dat de geestelijke leiding voorop
staat. Er is bij u blijdschap, doch er is een
vreugde der wereld zonder geestelijke winst, de
Chr. blijdschap is een dankbaar gedenken van
Gods weldaden. En wanneer wij denken aan dat
verleden zien we hoe God wonderlijk gezegend
heeft. En wij denken aan hen die 25 jaar geleden
de ver. en het gebouw stichtten, waar Sneek
De viering van dit 25-jarig bestaan werd in
gezet met een wijdingsavond in het Gebouw
voor Christelijke Belangen op Woensdag jl. De
zaal was geheel bezet; onder de aanwezigen
waren o. a. de burgemeesters van Sneek en
Wymbritseradeel, de h.h. De Hoop en Martens, haven. Tien jaar geleden ging de strijd er om
dienen binnen het kader der Ned. Herv. kerk, een kind van dat reveil is. Er zijn ook in de eer-
Gode zij dank dat kan en haar werk bleef niet
ongezegend. Zij dient een wereld die aan zich
zelf dreigt ten onder te gaan, in dien zin is onze
ver. een ver. tot bevordering van Chr. belangen.
Het zou binnen afzienbaren tijd wel eens kunnen
zijn dat de prediking in dit gebouw overbodig
wordt, maar dan zal het hier staan als een
monument van geloof en gebed en het na
geslacht zal spreken van een generatie die
niet de kortste weg volgdemaar het beloofde
land, maar jarenlang omzwierf in de woestijn,
vaak in zonde verviel, doch zich gewillig liet
leiden door de Overste Leidsman, die zijn
volk het lijden niet spaarde, maar het er
door hielp. Dan moge dit gebouw hier staan als
een gebouw voor alle Chr. arbeid, waar geeste
lijk en stoffelijk, maar voor alles zuiver de
Kerk van Christus gediend moge worden in onze
aloude, vaak getrapte maar geliefde vaderland-
sche kerk, de Ned. Hervormde.
doel der vereeniging, welke in die, vergade- Nicolaas Beets al dreef met de viering van jubi-
x zegt da* Beets zeker als hij nu leefde geen
enkel woord van die spot zou terug nemen, eer
is de zucht tot jubileeren nog toegenomen. De
vraag is gewettigd of wij niet te veel jubilea
hebben, soms schijnt het dat men opzettelijk
naar een reden tot jubileumvieren zoekt. Het is
noodig dat we hieraan denken als wij ons be
zinnen op wat wij met het vieren van dit jubi
leum bedoelen. Gaat het hier om iemand of iets
op te hemelen, om een prettige feestavond of
om een bazar? Dat gebeurt inderdaad dikwijls
en we moeten dit gevaar terdege onder oogen
zien; menig jubileum lijdt aan onwaarachtigheid,
aan aardsch-gezindheid en innerlijke leegheid.
Spr. hoopt dat een hooger motief ons hier sa
mengebracht heeft. Het is niet verkeerd te zoe
ken naar iets in het verleden, dat op een bepaald
oogenblik stof tot danken geeft voor de leidin
gen van God, Hem te eeren in mensch en maat
schappij. In dit teeken zet spr. ook deze ure.
Godsverheerlijking en niet menschverheerlijking
zij ons doel; als wij menschen noemen is dit om
ze te zien als werktuigen gebruikt in Zijn dienst.
Wij gedenken dan thans wat de vereeniging tot
bevordering van Chr. Belangen alhier in 25 jaar
verrichtte. Spr. zal even stilstaan bjj de oorzaken
die leidden tot de oprichting.
De ver. is geboren uit de nood en gedragen
door de liefde tot het evangelie en de Hervorm
de Kerk; ze heeft zich het geestelijk leven aan
getrokken van een kleine kudde Hervormden, die
dreigde te verstrooien. Het ging dus om het heil
der zielen. Spr wil niet beweri-n dat deze heilige
beginselen altijd vertegenwoordigers in onze
vereeniging hebben gevonden, die ze hoog heb
ben gehouden. Al dit werk is immers geschied
door zondige menschen, vandaar dat menschen
die buiten onze kringen staan wel eens heel an
dere dingen van dit alles kunnen zeggen dan in
de onze geschiedt. Er ging bv. al 25 jaar een
hardnekkig gerucht dat heel de overdracht van
het oude gebouw geschiedde omdat de eige
naars het wilden afschuiven op anderen en dat
bij de besprekingen over de bestemming allerlei
persoonlijke belangen meer op de voorgrond
stonden dan de algemeene. Er wordt dan ook
wel gezegd, dat dr. Wumkes, aan wie wij zoo
veel te danken hebben, zich aanvankelijk afzijdig
hield. Volmondig mogen wij erkennen, dat er
allerlei onzuivers geweest is, als wij dan echter
bij dat zondige tevens maar peilen naar de die
pere ondergrond, die er is.
Wat wilden toch de oprichters? Men wilde
voorzien in de nood die er was, men zocht een
plaats waar men samen kon komen, waar des
Heeren Woord gehoord kon worden en hoopte
en bad, dat de stroom van genade daaruit zou
voortvloeien, die bij het kruis van Golgotha zijn
oorsprong heeft. En als wij dan terugblikken
leidt het ons tot verwondering over de zegen, die
God gaf in 25 jaar en tot verootmoediging, om
dat die zegen niet verdiend was.
Al het verkregene is dus niet te danken aan
het werk van menschen, aan de offervaardigheid
der reChtzinnigen; wij zien de zegeningen niet
voorbij ons ook geschonken in dr. Wumkes, die
naar Gods raad en wil, hier bleek de juiste man
op de juiste plaats. Erkend mag de offervaardig
heid der velen, die zich om hem schaarden,
maar geen lof voor menschen, het geheim van
de bloei der ver. is de kracht van het Woord
en de werking van ’s Heeren geest, en wij spre
ken het eerbiedig uit dat het niet de mensch is
maar Christus, die heeft gebouwd en nog bouwt.
De daden des Heeren zijn misschien wel het
grootst in dat wat aan onze aandacht ontsnapt,
in de verborgen zegen, die is bereikt bij hen, die
hebben geleerd naar Hem te vragen. Wilt gij uw
danklied opheffen tot Hem, dan hebt gij daartoe
ruime stof. Wanneer het Woord dat gij door
onze vereeniging hoordet, niet aan uwe zielen
voorbij ging maar voor u is geworden het woord
waarvoor gij wenscht te leven en te sterven, het
woord dat u oordeelt en zaligt tevens, u doet
buigen en hopen, dat ons leert schuld te belij
den en te danken met mond en hart, het woord
van Jezus Christus, dat Woord dat hier is ge
predikt 25 jaar lang.
Hierna werd gezongen Psalm 84 3, het lied,
waarmede menige vergadering der jubileerende
vereeniging is geopend.
Alsnu is aan het woord ds. Houders. Deze
zegt dat in het gedenkboekje 3 markante zijden
van de vereeniging naar voren gebracht zijn:
voorgeschiedenis, de sfeer van het oude gebouw
en de tot standkoming van het nieuwe. Nu heeft
ds. Te Winkel de geestelijke zijde belicht, thans
wil spr. iets zeggen over het karakter der jubi
leerende ver. Zij is allerminst karakterloos of
tweeslachtig. Als we ons spiegelen in haar ver
leden zullen we ons schoon spiegelen voor dé'
toekomst Karakterteekening is omlijning, om-
perking der naaste omgeving. Spr. zal de figuur
der ver. dus trekken naar haar naaste omgeving
het Woord kon hooren, dat het noodig had. Ook
onze tijd heeft daaraan behoefte tot vulling van
de leegte in elk, mensch en tot zegen van Kerk,
Staat en Maatschappij. Ook nu gaan wij, van
nature trouweloos, op zondige wegen, maar te
genover onze ontrouw staat ’s Heeren trouw, die
ons wil opvoeren tot de lichtende hoogten van
Zijn gemeenschap. En dan gaan onze gedachten
terug naar onze eminenten pastor ds. Wumkes,
die wij zoo gaarne hoorden in dat oude gebouw,
dat waren heerlijke Zondagsmorgens. Thans
staat hier dit ruime gebouw; we mogen uitroe
pen „Rehoboth”; dwars door onze ontrouw heen
zijn we ruim gezegend. En wanneer dit Jubileum
staat in de vereering Gods dan staat de toe
komst verzekerd omdat we gesteund worden
door het gebed en het offer, dan kan een ver.
niet verloren gaan, ook al lijkt de toekomst drei
gend. Moge de ver. mede het middel zijn dat in
de Groote Kerk bereikt worde dat daar verkon
digd worde het zuivere evangelie. Spr. eindigt
met het vers: „Ik weet hoe ’t vast gebouw van
Uwe gunstbewijzen.” (Applaus.)
De heer L. de Vos, sprekend namens een
aantal vereenigingen die in het gebouw verga
deren, hoopt dat God de vereeniging nog lang
mag sparen. Spr. biedt nam^is die vereenigin
gen een couvert met inhoud aan, waarvoor aan
geschaft moet worden een bestuurstafel en een
inrichting voor de betuurskamer (applaus).
Dsi. Te Winkel dankt voor dat geschenk
(f 100). Het bestuur wil de vereenigingen zoo
goedkoop mogelijk laten vergaderen, maar dit
zij hier nog eens gezegd, niet verlangd kan
worden dat er geld moet bijgelegd. Spr. be
schouwt dit huldeblijk als het bewijs, dat gij dit
nu ook openlijk hebt willen uitspreken.
De heer M. Oppenhuizen dankt voor de
verrassing en hoopt dat God hem de gelegenheid
zal geven de vulpen nog lange jaren te gebrui
ken.
Het Jeugdkoor zong nu nog een lied.
Ds. Te Winkel dankte allen voor de aanwezig
heid en ds. Honders sloot met dankzegging. Ge
zamenlijk werd gezongen Psalm 118 laatste vers.
De feestavond op Donderdag.
De feestavond werd geopend door ds. T e
Winkel, waarna de samenzang volgde „Lof
zij den Heer, den Almachtige” (2 coupletten),
begeleid door het Chr. Muziekcorps „Harmo
nie”. Ds. Te Winkel ging nu voor in gebed,
waarna het doek openging en een transparant
in beeld bracht: het oude en nieuwe gebouw der
ver., het oude te klein geworden, werd vervan
gen door het schitterende nieuwe dat 10001200
personen kan bevatten.
Dt>. Te Winkel sprak bij dit transparant Spr.
zeide dat de Bouwfondscommissie, die ook de
leiding van deze avond heeft, dank verdient voor
alles wat zij deed in de loop der jaren om de
schuld op het nieuwe gebouw rustende, te ver
lichten. Dit transparant stelt voor het vroegere
kaaspakhuis, dus ons oude Gebouw voor Chr.
Belangen, waar wij zooveel hebben doorleefd,
zooveel zegen hebben ontvangen; meer dan 4/5
van het bestaan der vereeniging deed het dienst
als plaats van samenkomst, ouderen herinneren
zich de prediking van de voorganger van spr.,
ds. Wumkes, de jongeren de Zondagsschool en
de jeugdvereenigingen. Maar dat oude gebouw
werd te klein en daarom verrees het nieuwe en
wij gedenken het dankbaar dat wij zoover zijn
gekomen. Inderdaad blijkt het niet te groot voor
ons, als we nu weer het groote bezoek aan deze
avond zien.
Spr. wenscht nog dank te brengen voor de
bloemen, gisteren door de ver. Geloof, Hoop en
Liefde geschonken; dat de vrouwenvereenigii:
in alle eenvoud wilde toonen hoe zij met het
bestuur meeleeft, stemt spr. dankbaar.
Na gemeenschappelijke zang van Psalm 138
1 'en 3, en Gezang 49 vers 5, zong een koor voor
dit speciale doel bijeen gebracht eenige num
mers, onder leiding van den heer Van Manen,
die op het orgel accompagneerde, feestelijke mu
ziek van Sonorita volgde, waarna de heer K 1 a i-
b e d a, voorzitter van het Bouwfonds, ’t podium
besteeg om te verklaren, dat de commissie voor
het Bouwfonds gaarne bereid was ook deze
feestavond weer te organiseeren. De vorige door
haar georganiseerde avonden hadden groot suc
ces en nu hebben we een bezoek dat alle ver
wachtingen overtreft: 1050 personen. Wij zijn
dankbaar dat zoovelen met ons feestelijk dit ju
bileum willen gedenken; wanneer er één com
missie is die blij is met dit jubileum dan is het
zeker onze commissie, die zoo nauw vierbonden
is met de ver. Onze gedachten gaan een zevental
jaren terug toen stemmen opgingen om een
bouwfonds te stichten voor een nieuw gebouw
of verbouw van het oude. Het Bouwfonds kwam
er, klein zijn wij begonnen, we hebben te strij
den gehad met onbekendheid en met pessimis
me, maar het Bouwfonds sloeg het oog naar
boven, we wisten dat dit werk ons door onzen
God op onze schouders was gelegd en na 6 we
ken hadden wij reeds f 1000 aan bijdragen per
jaar toegezegd. God wilde ons werk zegenen en
steeds zijn we doorgegaan. Toen het bestuur
vroeg of we in 3 maanden f 15000 tegen een
bepaalde rente of renteloos bijeen konden bren
gen om de Harmonie te koopen, hebben we in
één week van bidden en werken die f 15000 toe
gezegd gekregen.
Stil zijn wij doorgegaan en in 7 jaar tijds is
f 15000 door het Bouwfonds bijelkaar gebracht.
Wij mogen dan ook de gemeente op deze dag
hartelijk danken voor de groote offervaardigheid.
Maar hier zijn 1050 personen en we hebben
slechts 225 contribuanten. Tot de niet-contribu-
anten zegt spr.: „Hebt gij de moed ons gebouw
hedenavond te verlaten zonder uw offer te bren
gen voor het Bouwfonds, voor Gods koninkrijk?”
Wacht niet tot morgen, doe het nul Wij zijn
nlog niet klaar met ons werk, spr. hoopt dat we
nooit het 25-jarig bestaan van ons Bouwfonds
zullen vieren, maar dat over eenige jaren een
feestavond kan belegd als het Bouwfonds alle
schulden heeft afgelost en ’t gebouw zichzelf kan
redden. Laat de gansche gemeente zijn verant-
II.
Op Zaterdag 15 October 1881 dan kwam
de commissie bijeen nl. de h.h. G. Geel Kz.,
K. Lampe Jr., F. Swart, J. de Ruiter Wz., K.
G. de Jong, B. Wielinga G. W. Eisma, M. J.
van Hasinga, A. L. de Wolf, J. Huges en
R. Visser W.Hzn. De heer Geel hield daar
een inleiding over de wenschelijkheid om te
dezer stede een permanente commissie te
vormen, die werkzaam zal zijn ten behoeve
van de noodlijdenden in het algemeen en van
onze arme ingezetenen in het bijzonder. De
heer Geel kwam daarin tot een, wat hulp
aan de noodlijdenden te Sneek betrof, vrij
wel negatieve conclusie, hij achtte het moei
lijk de armenzorg ter hand te nemen en
wenschte slechts een permanente commissie
voor algemeene rampen. Het voornaamste
of de Ver. van Rechtzinnig Hervormden zou sa
mensmelten met de Ver. v. Chr. Belangen of
ieder het eigen karakter bewaren. 6 Juni 1921
werd de strijd daarover in het oude gebouw ge
voerd. De voorzitter der Ver. van Rechtzinnig
Hervormden bepleitte daar met alle aandrang de
fusie, dr. Wumkes noemde het echter het aan
tasten van de hartader onzer ver., die immers
bedoelde evangelisatie en zeker geen kerkelijke
politiek in engeren zin. Het slot was dat de ver.
beide hun eigen karakter behielden.
De Vereeniging van Rechtzinnig Hervormden,
hier heden als gast aanwezig, moge weten dat
de aanhaling in het gedenkboekje uit de vergade
ring, waar gesproken wordt van „de kronkel
paden der kerkelijke politiek”, een uitdrukking
is in de hitte van de strijd gebruikt.
Wij stellen er prijs op te verklaren dat we
het werk van de Ver. van R.-H. allerminst als
mirRlerwaardig beschouwen, doch wel als ander
soortig, hier geldt het „getrennt marschieren,
vereint sChlagen”.
De tweede markante karaktertrek onzer ver
eeniging ligt in de houding tegenover de kerk:
zij draagt geen kerkelijk ka skter en toch bedoelt
zij de Nederlandsche Hervormde Kerk te dienen.
Bij de geboorte der ver. heeft ds. Wumkes ge
tracht de ver. kerkelijk te doopen en gezegd dat
hij zeer ongaarne de niet-kerkelijke weg bewan
delde en dus de prediking kerkelijk wenschte in
te schakelen. Op practische en principieele gron
den is dat door de vrijzinnige kerkeraad gewei
gerd en de ver. dus een iet-kerkelijk karakter
opgedrongen. Maar zij bedoelt de Kerk van
Christus te dienen in de Ned. Herv. kerkformatie,
zij is dus wel degelijk een vereeniging van recht,
zinnig hervormden, al is zij niet d e ver. van R.-
H. Ook aan deze karaktertrek is wel zeer ge
tornd; in 1917 was er een strooming die de niet-
kerkelijke weg nog verder op wilde, ze dreigde
zelf kerkje te gaan spelen. In verband met de
betere financieele toestand der vereeniging en de
onwelwillende houding der vrijzinnigen opperde
iemand, en niet de eerste de beste in de ver
eeniging, het plan de k«. vaarwel te zeggen
efl in het gebouw te blijven; ds. Wumkes werd
zelfs aangeraden emeritaat aan te vragen en zich
te wijden aan het werk der Vereeniging voor
Chr. Belangen. In het antwoord van ds. Wum
kes op dit voorstel hooren wij iets van heilige
toom over het feit, dat zonen van het Reveil zoo
iets durfden uit te spreken; hadden de mannen
van het reveil ooit de Ned. Herv. Kerk verlaten,
hoe benard haar toestand ook destijds was, de
oude kerk, in bloed en tranen geboren, die ten
nauwste samengeweven was met ons volk.
Inderdaad is onze vereeniging niet los te den
ken van het Reveil, niet van de confessioneele
zaal-prediking, niet van dr. Wumkes als Ned.
Herv. predikant, niet los te denken van de beide
tegenwoordige rechtzinnige predikanten in onze
kerk. En wat zou het gevolg zijn van de onker
kelijke weg? Dit: dat men nog kerkistischer zou
worden dan de paus van Rome, worden zou een
van die duizend-en-een kerkjes, elk van eigen
zuiverheid het meest overtuigd, die het gebod
van het Hoofd der Kerk: dat allen één zijn, tot
een bespotting maken. Het werk waarvoor dr.
Wumkes 18 jaar pal stond is dit dat we de kerk
van Christus willen dienen binnen de organisatie
van de Ned. Herv. kerk; als zoodanig lijkt onze
vereeniging iets op de Gemeinschafte, die we in
Duitschland vooral langs de Rijn vinden.
Het zij ons een oorzaak van diepe droefheid
in de organisatie der Ned. Herv. kerk, dat Jezus
er ook wel niet als de eenige weg ter zaligheid
kan worden verkondigd, maar blijft er bij een
zuiverder kerkorganisatie ook niet over dat
Christus wel eens niet wordt gediend? Het is
nog altijd mogelijk het Woord en het sacrament
zuiver te dienen in de Ned. Herv. Kerk en ware
het mogelijk naar de organisatie deze zuiver te
dienen in de Katholieke kerk, let wel, spr. zegt
niet R o o m s c h Katholieke kerk, dan hoorden
we daar.
Er is dus een sterke markante kerkbindende
trek in de ver., wij jagen niet naar een kerken
veelheid, maar de ware Kerk begeert de ver. te
ring opgericht werd, werd dan ook volgens
het reglement het optreden bij algemeene
rampen. Tot bestuur werd gekozen: de h.h.
K. Lampe Jr., F. Swart en G. Geel Kzn.
Op Zaterdag 22 October volgde in de bui-
tensocieteit de Harmonie de vergadering,
waar het reglement zou worden vastgesteld,
en waar de voorzitter mededeelde dat naar
aanleiding van een opdracht der vorige ver
gadering de burgemeester was uitgenoodigd
het eere-voorzitterschap te aanvaarden, wat
deze had gedaan. Het reglement werd nu
vastgesteld.
De voornaamste artikelen luidden:
Art. 1. Er bestaat te Sneek een vereeni
ging die onder den naam Hulp in Nood zich
ten doel stelt bij groote rampen werkzaam
te zijn ten behoeve van de ongelukkigen, die
er door getroffen worden.
Art. 2: Onder groote rampen wordt ver
staan: a. buitengewone behoefte in de ge
meente, b. watersnood, hevige brand enz.
hoofdzakelijk binnen de grens van het va
derland.
Art. 3: Een deel der fondsen kan worden
besteed tot ondersteuning van dezulken, die
buiten schuld ongelukkig worden. Hun kan
eene geldelijke bijdrage worden verleend ten
einde hen in staat te stellen op de een of
andere wijze hun brood te verdienen.
Over de zoodanigen wordt door het be
stuur steeds een wakend en zorgend oog
gehouden.
Elders werd in het reglement nog bepaald
dat de ver. bestaat uit hoogstens 25 leden.
Men werd tot lid benoemd uit een door het
bestuur aan de ledenvergadering aangebo
den dubbeltal.
De door het reglement geëischte advisee-
rende commissie werd voor het eerst samen
gesteld uit de h.h.: J. R. Brouwer, IJ. S. v. d.
Meulen en K. G. de Jong.
Als naam werd gekozen Hulp in Nood.
Om het ledental tot het gestelde maxi
mum uit te breiden besloot men een aantal
heeren uit te noodigen als lid toe te treden,
nl. J. Rodenhuis, J. Campen H. J. J. Visser,
Mr. D. Alma, F. Wilhelmy, H. Jongbloed, F.
M. de Jong, S. Bokma en J. Bergmans.
Mochten, aldus de notulen, enkele van die
heeren refuseeren, dan zouden worden uitge
noodigd de h.h. N. J. Wouda, J. Jorritsma,
Dr. M. A. Schepers en apotheker Bloemen.
Het was toen dus wel anders dan thans, nu
Hulp in Nood gaarne zou willen dat ieder
ingezetene als lid toetrad. Door een zestal
leden werd ter vergadering voor het vaste
fonds ingeteekend voor een som van f 50.
Het Old Burger Weeshuis, dat zooveel
voor onze stad deed en doet, was ook nu
de eerste corporatie welke als donatrice
toetrad; in de notulen van 3 Dec. 1881
lezen we al dat heeren weesvoogden f 25 be
schikbaar hadden gesteld voor het vaste
fonds; het werken met lijsten onder de inge
zetenen had opgebracht f 146.75 voor het
vaste fonds en 62 donateurs voor jaarlijk-
sche giften van f 92.75.
In dezelfde vergadering werd een drietal
leden benoemd en thans kwam eigenlijk de
principieele kwestie aan de orde of de ver.
volgens haar reglement een bepaald persoon
die in moeilijkheden was geraakt, mocht hel
pen. Daarvoor zou art. 3 van het reglement
ruim uitgelegd moeten worden en met alg.
stemmen werd inderdaad besloten aan een
ingezetene hulp te verleenen; het eerste ge
val van een zegenrijk werk nu sedert 50 jaar
door Hulp in Nood verricht.
In November 1882 waren reeds 24 perso
nen geholpen; de uitgaven bedroegen in het
jaar 1881/82 f386.43, ontvangsten f457.02.
23 Dec. 1882 werd het bestuur gemach
tigd rechtspersoonlijkheid der ver. aan te
vragen, wanneer de kosten f 25 niet te boven
gingen. Tevens werd besloten giften in te
zamelen voor de nagelaten betrekkingen van
omgekomen visscherslieden uit Schevenin-
gen. Bij de discussie daarover kwam de ge-
wenschtheid al naar voren de actie der ver.
geheel tot de eigen gemeente te bepalen.
Voorloopig ging de vereeniging echter nog
door met het optreden ook bij algemeene
rampen. Zoo werd in 1883, niettegenstaande
Gemengd Koor en Loge al een collecte voor
hetzelfde doel hadden gehouden, besloten te
collecteeren voor de slachtoffers van de
vreeselijke stormramp in de nacht van 5 op
6 Maart te Paesens en Moddergat, waar 51
visschers verdronken en op Urk, waar 17
visschers omkwamen. f799.52'/2 ging naar
Paesens en Moddergat, f276.51 naar Urk;
in de herfst van dat jaar kregen we de Kra
katau ramp; ook toen trad het bestuur han
delend op.
In de loop van 1883 was de Koninklijke
goedkeuring aan de vereeniging verleend.
en vindt dan dat zij niet is gelijk aan de Ver. - --
van Rechtzinnig Hervormden. Spr. wil daarmede wees* J'in 318 hij hier de daden des Heeren
op deze feestavond geen O'Ude twistappel in
de vereeniging werpen. Maar men weet hoeveel
moeite het kostte het eigen karakter te hand-
I
NIEUWE SNEEKER COURANT