uitgave: kiezebbm s co.
Woensdag 23 December 1981.
No. 24 Eerste Blad.
t No. bestaat uit 4 bladen.
Uit onze Raadzaal.
Nieuwstijdingen.
48e Jaargang
De kosten van uitbaggering worden geraamd op onge
veer f4000.De zweminrichting heeft over dit geheele
bedrag niet de beschikking en vraagt thans aan de ge
meente haar tijdelijk financieel te steunen in die zin, dat
de gemeente dit bedrag, na aftrek van een som die de
inrichting wel onmiddellijk beschikbaar kan stellen, betaalt,
terwijl dan het werk onder gemeentelijke directie kan
worden uitgevoerd.
Onmiddellijk beschikbaar heeft de inrichting voor de
uitvoering van het genoemde werk een bedrag van
f 1000.het resteerende zou zij willen terugbetalen in ten
hoogste zes termijnen van ten minste f 500.elk.
Het komt ons voor, dat er redenen zijn om op het gedane
verzoek in te gaan. De zweminrichting is een belangrijke
instelling in onze gemeente, die door het bestuur goed
wordt beheerd. Eenige financieele bijdrage van de gemeente
is tot dusverre niet noodig geweest en zal, naar het zich
laat aanzien, ook in de toekomst niet noodig zijn. De terug
betaling schijnt ons, gezien de exploitatieresultaten, zeker.
Onder deze omstandigheden hebben wij er geen bezwaar
tegen U voor te stellen het gedaan verzoek in te willigen
en derhalve te nemen het volgende besluit:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 25 November 1931, no. 1.813.113(12);
BESLUIT:
aan het Bestuur der Sneeker Zweminrichting mede te
deelen, dat de gemeente bereid is de zorg op zich te nemen
voor het uitbaggeren van het Spoorkanaal bij die inrichting
tot aan het einde van de Parkbuurt, onder voorwaarde, dat
het bestuur in de te maken kosten onmiddellijk f 1000.—
bijdraagt en het restant dezer kosten terugbetaalt in ten
hoogste zes termijnen elk van ten minste f 500.zoodanig
dat het geheele bedrag uiterlijk in 1938 aan de gemeente
is gerestitueerd.
De heer Oppen huizen heeft geen bezwaar tegen mede
werking, maar vindt het niet noodig dat het voorschot renteloos
wordt; de exploitatie-resultaten der inrichting zijn goed, laat
men een billijke rente rekenen, bv. 4
Dit voorstel wordt gesteund door den heer Potma.
De V o o r z. zegt dat het voorstel van de Zweminrichting is
uitgegaan; nu men bezig was met de weg kon dit werk er bij.
De heer Smeding zou geen moeilijkheden willen maken;
dit is een mooi stuk werkverschaffing. Dat is ook wat waard.
De heer Breeuwsma zegt dat in het onderhoud tusschen
B. en W. en het bestuur door het bestuur de indruk vrij sterk
is gevestigd, dat als de inrichting het werk direct moest finan
cieren, dit op groote moeilijkheden zou stuiten en dat het dan
in gedeelten zou moeten worden gedaan. Waar dit om practische
redenen minder gewenscht was en hier een flink stuk werk
verschaffing beschikbaar kwam, achtten B. en W. medewerking
gewenscht. De financieele gegevens der Zweminrichting zijn
overgelegd en hoewel geen nauwkeurig onderzoek mogelijk
was in die korte tijd, hebben wij niet de indruk gekregen dat
het de inrichting zeer wel mogelijk zou zijn dit bedrag ineens
te voteeren, tenzij zij een leening aanging, die bezwaar ont
moette.
De heer S ij t e m a: Deze mededeeling raakt niet die van de
heer Oppenhuizen. De heer Breeuwsma spreekt over de kapitaal-
sterkte, wat niet uitsluit dat de exploitatie-resultaten wel de
betaling zouden kunnen toelaten van een billijke rente. Heeft
men daaromtrent ook inzage van de resultaten gehad? Spr. voelt
als de exploitatie gunstig is, wel iets voor rente-betaling; ander
zijds is er natuurlijk! iets voor te zeggen dat de inrichting wordt
gesteund, daar zij anders nooit een beroep op de gemeente doet.
De heer Breeuwsma heeft toch nadruk willen leggen op
de werkverruiming; er zit f 3500 werkloon in dit bedrag, en daar
bij komt dan dat het bestuur niet de geheele som beschikbaar
had voor onmiddellijke betaling. In de onderhandelingen was
de opzet: een renteloos voorschot.
De heer Zuiderbaan zegt dat als het alleen gold een
leening, spr. dan voor rente-betaling zou zijn, maar waar het
hier zoo’n belangrijk werkverschaffingsobject betreft, zal spr.
zijn stem niet geven aan het voorstel-Oppenhuizen.
De heer Potma vindt toch, bij de gunstige resultaten der
exploitatie van de Zweminrichting, het niet verantwoord voor
het voorstel van B. en W. te stemmen.
De heer Blok: Er worden nu argumenten naar voren ge
bracht, die ons leiden op een weg die we niet moeten gaan,
want als men op deze wijze werkverruiming mogelijk maakt, is
dit een gevaarlijk precedent. Dit is geen noodlijdende zaak; zij
kon de laatste jaren uitgaven doen die r vroeger niet kon doen;
het bezoek der inrichting is stijgende; wat is er tegen nu ook
een behoorlijkn rente te vragen? Het toezicht der gemeente is
reeds een voordeel voor de inrichting, die anders daarvoor zou
moeten betalen. Het is nu de tijd dat werk te verrichten; in de
zomer zou men troebel water krijgen. Men moet deze inrichting
niet op deze wijze bevoordeelen.
Gestemd wordt over het voorstel-Oppenhuizen.
Voor stemmen de leden: Dokkum, Boonstra, Boeijenga, Blok,
Oppenhuizen, Sijtema, De Groot en Potma; tegen de leden
Siemensma, Hoekstra, Maseland, Zuiderbaan, Van der Voet,
Smeding en Breeuwsma.
Dit voorstel is dus aangenomen met 87 st.
De heer S m> e d i n g zou het een ramp achten als dit werk
nu overging.
De heer B o e ij e n g a: De maatschappelijke vereenigingen
mogen ook wel iets voor werkverschaffing doen.
Punt XII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
onbewoonbaarverklaring van de woning Zuidend no. 15.
(Bijlage 143; dossierno. 1.778.522(4)).
B. en W. adviseeren:
De Gezondheidscommissie gezeteld te Sneek heeft ons
bij haar schrijven d.d. 1 December 1931, no. 76 geadvi
seerd de woning Zuidend no. 15 ter onbewoonbaarver
klaring voor te dragen. Naar aanleiding van dit advies
hebben wij een onderzoek ingesteld naar de toestand
waarin bedoelde woning verkeert. Ook wij zijn tot de
conclusie gekomen, dat dit vochtige en slecht onderhou
den perceel onbewoonbaar dient te worden verklaard.
Wij stellen IJ derhalve voor het volgende besluit te
nemen
De Raad der gemeente Sneek
Gelezen het schrijven van de Gezondheidscommissie
gezeteld te Sneek d.d. 1 December 1931, no. 76 houden
de advies de woning Zuidend no. 15, eigen aan Mevr, de
Wed. M. J. Houwink te Amsterdam, onbewoonbaar te
verklaren
Overwegende dat bedoeld perceel, bewoond door het
gezin Rauke Kooiman, bestaat uit een oude winkelruimte,
een woonkai iet met 2 bedsteden, een donker gangetje
dat als keuke i fungeert, terwijl zich op de verdieping een
slaapkamer bevindt
KERK EN VREDE.
Bijeenkomst in «tó
Groote Kerk.
De vereeniging „Kerk en Vrede” had
tegen gisteravond een bijeenkomst be
legd in de Groote Kerk, waarin als
sprekers zijn opgetreden dr. A. K- Kui
per, em. pred. te Amsterdam en ds.
E. D. Wierenga, Neid. Herv. predikant
te JPurmerend.
De matig bezochte bijeenkomst was
geopend door Dr. H. de Vos, die de
aanwezigen verwelkomde, bijzonder de
sprekers.
Spr. deelde mede dat door een be-
treurenswaardig misverstand de Doops
gezinde kerk voor deze bijeenkomst ge
weigerd is, omdat „Kerk en Vrede” een
politieke vereeniging zou zijn.
Spr. zal niet ontkennen dat er aan
het oorloigs- en vredesvraagstuk poli
tieke en economische kanten zijn, maar
„Kerk en Vrede” wil de nadruk leggen
op den zedeijjken kant van het vraag
stuk.
Spr. hoopt hiermee alle misverstand
omtrent „Kerk en Vrede” in eens uit
de wereld geholpen te hebben.
Na een aanbeveling van het petitio-
nement van den Wereldbond der Ker
ken, verkreeg ds. Wierenga het woord.
Deze had tot onderwerp „Het pro
bleem van oorlog en vrede”.
Spr. vangt aan met een .formeele
opmerking. Hij is niet gekomen om een
propagandawoord ,t.e spreken, doch al
leen om een getuigenis te geven, aan
gaande oorlog en vrede.
De dingen zijn voor spr. problema
tisch, er zijn economische en zedelijke
vraagstukken, waarmee spr. geen weg
weet. i
En toch is een oplossing zoo zeer
noodig. i
God is voor spr. de groote onrust van
de menschheid. Waar Hij zich open
baart, siddert de mensch. Hij is de
Heer en Hij duldt niemand naast zich.
De kennis der profeten, die van den
mensch als van het leem des potten
bakkers in Gods hand spraken, wordt
door den mensch ervaren. Achter alle
theorieën wordt Gods wijsheid vermoed,
waarbij alle menscheljjke wijsheid in
*t niet verzinkt.
Achter alle politieke vragen doemt
de vraag: hoe kan de staat van nu
voor God bestaan. Zal b.v., wat men tot
dusver staatsraison, recht op gebruik
van geweld, heet, nog zoo mogen hee-
ten en doorgaan?
Mag de staat de levens der menschen
aan zijn eigen bestaan ten offer .bren
gen?.
Voor deze vragen worden we ge
plaatst, maar boven die staat God, die
ons stelt voor een bankroet van alle
onze theorieën en stelsels.
Zooals Israels profeten moesten ver
kondigen dat God de Meester is der
politiek, zoo dringt ook thans aan ons
weer de kennis' op dat de gehoorzaam-'
heid aan God ook ons openbaar, ons
politiek leven beheerschen moet.
God is aan het werk, die de staten
onder Zijn gericht stelt door ze te la
ten maaien wat ze gezaaid hebben.
We erkennen dat de Schrift de eeni
ge revolutionaire macht is, die de
mensch tot in zijn nieren reveleert.
God was aan de leiders der politiek
als de leider der religie bekend, maar
onbekend in Zijn gericht en genade.
De kerk was het middel .voor gen
diplomatiek spel.
Eerbied in het woord, maar brutaal
in de daad.
In ’t begin van den oorlog liet men
Gods zegen over de wapenen afsmee-
ken over een zaak die de wereld met
jammer en bloed zou vervullen.
En de leiders der kerken hebben nog
niets geleerd! Spr. herinnerde aan het
gebeurde in de Tweede Kamer .bij de
behandeling van het ontwerp nopens
den chemischen oorlog.
De staat kan nooit iets meer zijn dan
een noodzakelijk middel tegen den
chaos.
Het hoogste doel is niet de groot
heid van de natie, maar God.
Liefde tot de eigen natie, ze is in
menig geval niet anders dan een ani
maal gevoel dat tot heillooze passie
kan voeren.
Tegen de oplaaiïng van ,deze passie
is niets bestand gebleken.
Het probleem van oorlog en vrede
ligt aan den anderen kant van men-
schelijke mogelijkheden.
Het wordt niet opgelost door leuzen
en het is naief om .te zeggen: als de
menschen de christelijke beginselen
Punt VI. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een lid der commissie van toezicht
op het middelbaar onderwijs. (Bijlage 137; dossierno. 1.
851.3.02.7-2).
B. en W. adviseeren:
Onder overlegging van een schrijven van de commis
sie van toezicht op het middelbaar onderwijs bevelen wij
bij U aan voor de benoeming tot lid dier commissie ter
voorziening in de’vacature, welke op 1 Januari a.s. zal
ontstaan door de periodieke aftreding van het lid, den
heer J. Halbertsma, die gemeend heeft zich niet weder
benoembaar te moeten stellen
P. Matak Fontein, directeur der Friesche Bank
2. Dr. A. J. Kingma, chirurg.
De heer F. Matak Fontein wordt met 12 st benoemd; de heer
dr. A. J. Kingma had 3 st.
Punt Vil. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor rf benoeming van 2 leden der Commissie van toezicht
op het lager onderwijs. (Bijlage 138; dossierno. 1.851.2.02.
7-2).
B. en W. adviseeren:
Ter voorziening in de vacatures, welke 1 Januari 1932
zullen ontstaan in de commissie van toezicht op het lager
onderwijs, door de periodieke aftreding van de heeren
K. van der Brug en F. de Wit, bevelen •yzij. onder over
legging van een schrijven der commissie, voor een benoe
ming bij U aan
Vacature van der Brug
(2e categorie: ouders leerlingen bijzondere lagere
scholen)
VERGADERING van de RAAD der GEMEENTE SNEEK, op
MAANDAG 21 DECEMBER 1931, des voormiddags 10 uur.
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Aanwezig alle (15) leden.
Punt I. Notulen van de vergadering van 16 November
1931.
Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld.
Punt 11. Ingekomen stukken:
a. Proces-verbaal van kas-opneming bij den gemeente
ontvanger op 18 Nov. 1931. (X 07.352.651).
Voor kennisgeving aangenomen.
b. Besluit van Gedeputeerde Staten, houdende mede
deeling van de resultaten van het onderzoek van de boeken
en kas van den gemeente-ontvanger. (X 07.351.651).
Alsvoren.
c. Schrijven van het bestuur der afd. Friesland van de
Ned. Bond van gemeente-ambtenaren, houdende toezen
ding ter kennisneming van een door het Hoofdbestuur van
die Bond aan de 2e Kamer der Staten-Generaal gericht
adres betreffende het wetsontwerp tot tijdelijke afwijking
van de wet op de financieele verhouding tusschen het Rijk
en de gemeenten. (X 07.281(3)).
Alsvoren.
d. Adres van het Hoofdbestuur van de Alg. Ned. Chris
telijke Ambtenaarsbond, houdende verzoek wijziging te
brengen in de salarieering van den opzichter-keurmeester
bij het openbaar slachthuis. (X 08.3(7)).
B. en W. stellen voor afwijzend te beschikken.
De heer Boonstra meent dat dit stuk had moeten wor
den gesteld in handen van de commissie voor georganiseerd
overleg.
De Voorz.: Wij zijn het niet eens met enkele passages uit
de inhoud van het adres, dat deze functionarissen vergelijkt
met degenen die een Middelbaar Technische opleiding hebben,
maar bovendien is deze persoon nog geen jaar in dienst; voorts
is er overleg met de veeartsenijkundige dienst gepleegd. Daar
om hebben wij gemeend dit voorstel te moeten doen. Komt er
eens een algeheele herziening der salarissen, dan kan eventueel
op dit adres gelet.
De heer Boonstra heeft het niet over de kwestie zelf, die
niet rijp is voor behandeling, maar z. i. behoorde dit adres in
de commissie voor georganiseerd overleg behandeld.
De Voorz.: Als het D. B. overtuigd is dat men moeilijk
één salaris kan herzien is het eigenlijk tijdverlies dit stuk naar
de commissie voor georganiseerd overleg te zenden.
De heer Boonstra vindt dat het georganiseerd overleg
hier uitgeschakeld wordt voor een kwestie welke er wel be
hoort. De behandeling daar was tot nog toe de gevolgde en
goede weg. Ook in verband met de tegenwoordige samenstelling
van het D. B. verwondert spr. deze houding van B. en W.
De heer Breeuwsma meent te mogen betwijfelen of dit stuk
in het georganiseerd overleg hoort. Dat wordt geraadpleegd bij
algeheele herziening der salarissen of partieele herziening voor
groepen, niet bij een adres van één persoon. Ook aan de hand
van de praktijk onder de oude samenstelling van B. en W.
betoogt spr., dat dergelijke verzoeken volkomen terecht niet
verwezen werden naar de commissie. Alleen als er een ver
gadering der commissie in uitzicht was en eenige leden hadden
de wensch te kennen gegeven zoo’n stuk te behandelen, ge
schiedde dit, anders niet.
De heer Smeding zegt dat gezien de werkuren en het
nachtwerk, het wel gewenscht is dat deze persoon voor eenige
verhooging in aanmerking komt.
De V o o rz.: Die kwestie krijgt U bij de begrooting ook nog.
Z. h. s. wordt het voorstel van B. en W. aangenomen.
e. Opgave van een in het Old Burger Weeshuis opge
nomen wees. (1.842.73(11)).
Voor kennisgeving aangenomen.
Adres van M. Hoekstra e. a., houdende verzoek de
IJlsterkade, voor zoover dit nog niet is geschied, af te
scheiden van de daar liggende landerijen der gemeente.
(1.811.111.2(10)).
In handen van B. en W. gesteld om advies.
Punt III. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een armvoogd. (Bijlage 134; dos
sierno. VI 07.58).
B. en W. adviseeren:
Onder overlegging van een desbetreffend schrijven van
het Burgerlijk Armbestuur bevelen wij bij U aan voor de
benoeming van een lid van het College van Armvoogden,
in de vacature, welke op 1 Januari 1932 zal ontstaan door
de periodieke aftreding van den heer A. Zandstra:
le. den heer E. W. Schaap, Kleinzand 31;
2e. den heer D. Zijlstra, Singel 10.
De heer E. W. Schaap wordt met 13 st. benoemd; de heer
D. Zijlstra had 2 st.
Punt IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om
over te gaan tot de benoeming van drie leden in de com
missie voor georganiseerd overleg. (Bijlage 135; dossier
no. X 08.172).
B. en W. adviseeren:
Op 1 Januari 1932 eindigt het tijdvak, waarvoor door
U, bij besluit van 8 December 1930, no. 6, tot lid van de
Commissie voor georganiseerd overleg zijn benoemd de
heeren S. Siemensma, S. Breeuwsma en D. Zuiderbaan.
Wij verzoeken U, ter voorziening in de ontstane vaca
tures, tot een benoeming, thans geldende voor het jaar
1932, over te gaan.
Bij eerste stemming worden gekozen de h.h. C. A. A. v. d.
Voet en W. Boonstra met resp. 12 en 8 st; bij tweede vrije
stemming wordt tot derde lid gekozen de heer F. Boeijenga
met 10 st.; de heer F. Blok had 4 st.; 1 stem was blanco.
Punt V. Aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium
voor de benoeming van een lid van dat College. (Bijlage
136; dossierno. 1.851.33.02.7-2).
B. en W. adviseeren:
Het college van Curatoren bij het Gymnasium te Sneek,
heeft de eer, ter voldoening aan art. 1 van het Reglement
voor dit Gymnasium, bij Uw Raad de navolgende aanbe
velingslijst in te dienen ter vervulling van de op 1 Januari
a.s. vacature in dat college, wegens periodieke aftreding
van het lid Deken J. van Galkom.
lo. J. van Galkom, aftredend lid.
2o. J. Westerman, kapelaan te Sneek.
De aftredende curator de heer J. van Galkom wordt met 14
«t. herkozen; 1 et wu blanco.
1. W. Pot.
2. G. Kooistra.
De heer Van der Brug wenscht voor een herbenoe
ming niet in aanmerking te komen, daar hij binnenkort
geen kinderen meer zal hebben, die een bijzondere lagere
school bezoeken.
Vacature de Wit
(3e categorie meerderjarige onderwijzers openbare
lagere scholen)
1. F. de Wit.
2. G. W. Karsten.
In de vacature-K. van der Brug wordt de heer W. Pot met
alg. (15) stemmen benoemd
In de vacature-F. de Wit wordt herbenoemd de heer F. de
Wit met 14 st; de heer G. W. Karsten had 1 st.
Punt VIII. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een heelkundige voor de armen
verzorging. (Bijlage 139; dossierno. 208).
B. en W. adviseeren:
Op 1 Januari 1932 loopt de termijn af, waarvoor de
heer A. J. Kingma is benoemd tot geneeskundige
voor de armenverzorging, belast met de chirurgische
practijk.
Onder overlegging van een schrijven van het Burger
lijk Armbestuur bevelen wij voor benoeming voor het
jaar 1932 bij U aan den heer Dr. A. J. Kingma.
De heer dr. A. J. Kingma wordt benoemd met alg. (15) st.
Punt IX. Aanbeveling van Regenten van het Old Burger
Weeshuis voor de benoeming van een lid van dat College.
(Bijlage 140; dossierno. 1.842.73).
Regenten adviseeren:
Ter voorziening in de tusschentijdsche vacature-
Sj. Tromp per 1 Januari 1932, bevelen wij bij U aan als
Regent van het Old Burger Weeshuis, de heeren
Johs. Tromp, koopman
en
D. van der Werf, houthandelaar.
Het zal ons aangenaam zijn, indien door U een keuze
uit deze aanbeveling wordt gedaan.
De heer J. Johs. Tromp wordt met 10 st. benoemd; de heer
D. v. d. Werf had 4 st; 1 st. was blanco.
Punt X. Mededeeling van Burgemeester en Wethouders
betreffende het voeren van rechtsgedingen tot ontruiming
van woningen enz. (Bijlage 141; dossierno. X 07.351.32
(42)).
B. en W. adviseeren:
Volgens art. 177 (nieuw) der Gemeentewet, zooals dit
luidt na de laatste wijziging, wordt in voorkomende ge
vallen door ons besloten tot het voeren van rechtsgedingen
betreffende ontruiming van woningen, het invorderen van
woninghuren en de ontbinding van overeenkomsten ter zake
van de huur van woningen, voor zoover althans de Raad
het nemen van een beslissing in deze niet aan zich wenscht
te houden.
Het komt ons voor, dat voor dit laatste geen reden aan
wezig is. De gemeente is eigenares van een groot aantal
woningen; het nemen van een beslissing kan soms op korte
termijn noodig zijn; heel ingewikkeld zijn dan in de regel
de omstandigheden waaronder moet worden gehandeld,
niet. Om al deze redenen meenen wij dat de beslissing aan
ons kan worden overgelaten. In deze geest is ook reeds
gesproken in ons voorstel van 15 Mei 1928 (bijlage no.
41), dat geleid heeft tot het raadsbesluit van 21 Mei 1928
no. 7.
Wij doen U deze mededeeling opdat voor U de gelegen
heid besta van een ander inzicht te doen blijken.
Wij zullen het er voor houden dat U zich met onze mee-
ning kunt vereenigen indien gij besluit:
deze mededeeling voor kennisgeving aan te nemen.
Mocht dit het geval zijn dan stellen wij U voor: in te
trekken het hiervoor genoemde raadsbesluit van 21 Mei
1928, no. 7, dat dan zijn beteekenis zal hebben verloren.
Z. h. s. voor kennisgeving aangenomen.
Punt XI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verleenen van medewerking aan de Sneeker zwemin
richting om te geraken tot gedeeltelijke uitbaggering van
het Spoorkanaal bij de Bolswarderweg. (Bijlage 142; dos
sierno. 1.813.113(12)).
B. en W. adviseeren:
Het is dringend noodig, dat, met het oog op een richtig
gebruik van de zweminrichting aan de Bolswarderweg, het
spoorkanaal aldaar, tot het einde van de Parkbuurt
wordt uitgebaggerd. Daardoor zal het anders dreigende
gevaar dat de zweminrichting voor haar doel niet meer
geheel geschikt zal worden, kunnen worden afgewend,
waardoor in het belang der volksgezondheid wordt ge
handeld.
3
4»
I
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT (75e Jaargang)
*-