MOLENAARS
MAATMEEDING
NIEUWSTIJDINGEN.
SNEEK
OOSTERDUK
Voor vijftig jaar.
I
1
dus maar niet denken dat die f 12.000 geheel het bedrijfssaldo
zullen verhoogen. Voorts leven wij onder eigenaardige omstan-
- --"j
niet slechts het werk der afzender- n'et wat de volgende zal brengen en die groote onzekerheid belet
elk raadslid zou zijn plicht verzaakt hebben als hij niet had
te voorkomen. Als spr. het voorstel niet had gedaan,
- *- - - - - - -
niet in de heterogene commissie voor de bedrijven; de demo-
- en W.
ook een betere weg gewezen kan. Spr. is zich niet bewust dat
f
op
lijke menschen, doch het werk der ge-
heele menschheid is ingesteld. Er komt
een oogenblik Van rust temidden van
de rusteloos draaiende machines. Dit
oogenblik hebben wij noodig om ons
te bezinnen over datgene, wat wij ge
daan hebben en over datgene, wat wij
nog willen doen. De herinnering uit
het verleden zijn meer dan beelden, die
langzaam verbleeken. "Zy leeren en
•waarschuwen ons en zijn daarom goede
kameraden, ook in het nieuwe jaar. Uit
het verleden 'willen wij1 vasthouden, Wat
blijvende waarde heeft, waarde voor
de toekomst Of zelfs waarde voor de
eeuwigheid. Dan Verliezen wij1 dat ge
voel van angstige onzekerheid; dan
gaan wü niet met gevaarlijke illusies
het nieuwe jaar tegemoet. Hoe duide
lijker wü ons den reeds afgelegden weg
voor den geest stellen, hoe duidelijker
wü ook inzien, waar wü thans’ staan
en daaruit kunnen wüonze gevolg
trekkingen maken voor de toekomst.
Dit rekenschap geven aan zichzelf is
een ernstige zaak. Laten w'ü het nieuwe
jaar tegemoet gaan, vervuld van dezen
ernst, die de jaarswissielingen maakt
tot gewijde rustpunten in het verganke-
iÜ'ke leven. Dan zal in dezen yeelbewor
Igen t'üd bok deze Nieuwjaarsdag zijn
ibüzondere beteekenis behouden.
(Nadruk verboden).
De oudejaarsavond van 1881, nu 50
jaar geleden dus, heeft eenige opschud
ding onder de burgerij van Sneek ver
oorzaakt, omdat onze stadsklok staakte
toen het twaalfde uur 's nachts moest
worden kangekondigd. In tal van huis
gezinnen wachtte men met spanning
het plechtige moment van ‘de jaars-
overgang af, maar officieel heeft het
12e uur van 31 Dec. 1881 hier nooit
geslagen.
Een inzender uit daarover in de Snee
bal Courant van 4 Januari 1882 aj#
niet met een voorstel, alleen uit de besprekingen zijn die avond
de amendementen geboren. De heer Sijtema verweet de over
zijde een wijze van polemiseeren die hij nu zelf toepast.
De heer Zuiderbaan heeft in zijn betoog om het onsym
pathieke van de heffing aan te toonen, geteekend hoe de situa
tie is ontstaan, en weet velen achter zich als hij zegt dat deze
heffing verre van democratisch is en door een conservatieve
regeering alleen kon ingevoerd. Spr. is zich niet bewust, dat hij
het vorige college met de klauw aanviel, alleen heeft hij gewezen
op de antagonie tusschen het vorig college en de r.-k. Het reser
vefonds is door de raad gesticht uit middelen op democratische
wijze bijeengebracht, dat is niet met de opcenten het geval en
wij willen een deel van het eerste nemen om de laatste heffing
zoo klein mogelijk te maken. Spr. heeft alleen een onderzoek
naar een straatbelasting gevraagd, omdat die misschien billijker
kan zijn. Spr. heeft erkend dat de fortuin de v.-d. gunstig was;
r”-
gezocht naar middelen de heffing der opcenten zooveel mogelijk
te voorkomen. Als spr. het voorstel niet had gedaan, zou een
ander het gedaan hebben. Het debat over de belasting hoorde
r::t 2; uc
cratische weg is dat elke fractie apart overlegt of B.
dit voorstel B. en W. in moeilijkheden brengt, we wijzen hiei
de weg; het luttele verschil kan uit het reservefonds, dat weer
aangevuld kan uit de meerdere winst van het gasbedrijf. Het
is geen tijd nu te reserveeren. Voor de buitengewone uitgaven,
waarop de heer Breeuwsma doelt, kan het reservefonds ons niet
helpen; daartegenover moeten buitengewone middelen staan.
Spr. kan niet aan de indruk ontkomen, dat men het kleine ver
schil opblaast tot een groot. Spr. wil geen hoogere opcenten-
heffing dan eenigszins mogelijk is.
De heer Dokkum zegt, dat nu toch voldoende blijkt dat
zijn opmerkingen van Maandagavond juist waren, nl. dat na
de indiening van het v.-d. amendement B. en W. met hun wij
zigingsvoorstel zijn gekomen. De beslissing van B. en W. kwam
na dit amendement Zoodoende handhaaft spr. dat dit voorstel
van B. en W. kwam onder drang van het amendement der
v.-d. Wij hebben van stonde af aan gewezen op de onbillijk
heid en de bezwaren der heffing van opcenten en telkens ge
probeerd de uitgaven te verlagen of de inkomsten te vermeer
deren; telkens is dat door B. en W. en de meerderheid afge
wezen. Als nu getracht wordt de invloed van de opcenten te
temperen, steunt spr. zoo’n voorstel. De verantwoordelijkheid
daarvoor aanvaarden de a.-r. niet als zij stemmen tegen de
begroeting. Zij stemmen voor het voorstel-Zuiderbaan.
Het voorstel-Zuiderbaan-Van der Voet komt in stemming.
Voor stemmen de leden Dokkum, Boonstra, Zuiderbaan,
Boeijenga, Van der Voet, Blok en Oppenhuizen; tegen stemmen
de leden De Groot, Siemensma, Maseland, Smeding, Sijtema
en Breeuwsma.
(De heer Hoekstra had eenige tijd te voren de vergadering
verlaten.)
Met 76 st. is dit voorstel dus aangenomen.
Wethouder Breeuwsma: Een Pyrrhus-overwinning, mijn
heer Zuiderbaan I
De begrootingsposten worden nu overeenkomstig het aan
genomen voorstel gewijzigd.
De opcenten op de hoofdsom van de gemeentefondsbelastlflfc
worden z. h. s. vastgesteld op 80.
De heer Boeijenga pleit nog voor een progressieve hon
denbelasting. Bij, behoorlijke heffing is er wel het dubbele uit
te halen van wat nu geïnd' wordt. Het is de moeite waard eens
te onderzoeken hoe deze elders werkt, spr. meent o. a. te Zwolle.
De kleine man wordt niet zwaarder belast; de welgestelde be
taalt voor een luxe zaak.
De V o o r z. zegt 'een onderzoek toe.
Volgnos. 664 en 701. Punt XXIf. Voorstel van Burge
meester en Wethouders betreffende opneming en belegging
van kasgeld en om hen te machtigen de aan de gemeente
toebehoorende obligaties en aandeelen, zoo noodig, in
1932 te beleenen bi] de Nederlandsche Bank. (Bijlage 128;
dossierno. X 07.352.626).
GetliAgd te H an riem voor het exa
men heilgymnastiek en nxaaaage, onae
•migHwee» de heer J. Oly.
volgt zün verontwaardiging!
•De óudejaars-avond, een avond vol
herinneringen van allerlei aard, is ze
ker ook in onze stad in menig gezin
herdacht met een huiselük feest, weinig
luidruchtig, min of meer gemoedelük
en plechtig. Er zullen er wel weinigen
zyn die in die uren niet een blik in
het'verleden werpen en weinigen die
niet wat te hopen, hebben van het .vol
gend .jaar, dat dan zoo aanstonds staAt
te beginnen. Men «moge zoo prozaïsch
zyn als men wil> te loochenen valt het
niet, dat op 31 December de klok van
twaalven andar» klinkt of althans met
dan zijn zy’ er min of neer, wat men
noemt „kaal afgekomen’; ze hebben
te vergeefs gewacht, wart onze eerbied
waardige stadsklok heef geen 12 uur
geslagen, althans niet oj het oogenblik
waarop men dat van /en fatsoenlyke
klok mag verwachten.
Als nu daardoor nfsschien enkele
indrukwekkende toaste» in de geboorte
zyn gesmoord, is dat feker hoogst be-
treurenswaardig, marf toch komt er
weer, als altüd, een feluk bü een on
geluk, want nu heeft bd e r opgemerkt
hoe het met onze klol geschapen staat.
>t Ie aan Eaexkwa*üg uurwark, dia
een ander gevoel wordt aangehoord
dan gewoonlyk en menige huisvader in
den kring der zünen of menig gastheer
te midden zyner gasten, wacht met
het glas in de hand op den laatsten
slag van dat middernachtelyk uur, om
met ernstige woorden op die wegster
vende tonen fe wijzen, die een jaar
kring met al zyn lief en leed, besluiten
en een nieuwen doen aanvangen vol
onzekerheid.
Indien dat laatste misschien te Sneek
in het plan van sommige huisvaders
of gastheeren mocht hebben gelegen
o« den avond van 31 Daaambaa 1881,
Voorgesteld wordt aan het bepaalde In 3e van het
ontwerp-fyesluit toe te voegen:
„of bij deze bank tegen onderpand van bedoelde obliga
ties en aandeelen gelden In rekening-courant op te nemen".
Het voorstel wordt z. h. s. aangenomen.
De heer Dokkum vraagt stemming over de geheele be
groeting.
Voor stemmen de leden Zuiderbaan, Van der Voet, Smeding,
Oppenhuizen, Sijtema, Breeuwsma, De Groot, Siemensma en
Maseland; tegen stemmen de leden Boeijenga, Blok en Dokkum.
De heer B o o n a t r a had de vergadering verlaten.
De begrooting ia dus aangenomen met 9—-3 stemmen,
De heer Blok komt het voor, dat de onvoorziene omstandig
heden, waarop hier meermalen gezinspeeld is,-wel kunnen ko
men en het Is gewenscht, dat B. en W. intijds onderhandelingen
met de organisaties beginnen betreffende eventueele loonsver
laging, opdat achteraf niet gezegd wordt dat er geen overleg
is gepleegd.
De V o o r We zullen die opmerking ter harte nemen, en
als eventueele omstandigheden dat noodzakelijk maken, dan
zullen wij niet schromen overleg te plegen,
De heer Zuiderbaan krijgt nu nog even gelegenheid te
spreken over de kwestie, welke hij bij de aanvang der ver
gadering aanroerde, Spr. zegt dat deze zaak het belang geldt
van de geheele raad en de politieke verhoudingen in het alge
meen. We geven hier de pers voldoende gastvrijheid om de
vergadering bij te wonen, maar spr. meent dat de verslagen,
ze mogen dan beknopt zijn, zoo objectief mogelijk moeten ge
geven. Over het algemeen heeft spr. niet te klagen, maar een
blad heeft bij deze gelegenheid een uitzondering gemaakt, dat
is de Leeuwarder Courant, die het door spr. betoogde zeer on
volledig maar ook averechts weer geeft. Daarin werd o. a. spr.
in de mond gelegd dat als de tarieven der bedrijven uitgingen
boven die in andere gemeenten, ze billijk waren, terwijl spr.
juist dan van ongerechtvaardigde winst had gesproken, en dat
hij het tekort op de begrooting zou willen wegwerken door
loonsverlaging.
Dergelijke nonsens wordt gelezen over de geheel» provincie
en uitgespeeld elders. Spr. heeft tegen dergelijke stumperachtige
reportage per Ingezonden stuk trachten op te komen, maar de
L. Ct. heeft dat waarschijnlijk naast zich neer getgd en zelf
ook geen correctie gegeven. Spr. protesteert tegen (eze onjuiste
reportage, omdat het een belang is dat het gesprokme van allen
objectief wordt weergegeven.
De heer Blok zegt nog dat overal plaatselijke steuncomité s
worden opgericht; hij meent dat het initiatief diartoe van de
burgemeester moet uitgaan; wordt het geen tiji er hier een
samen te stellen?
De Voorz.: In het D. B. is deze kwestie besproken en spr.
hoopt dat de heer Blok daarvan de volgende welk iets zal mer
ken.
Hierna sluiting.
De heer Boeijenga zegt dat hij en zijn vrienden zich in
een eigenaardige situatie bevinden. Wij willen voorzichtigheid
bij het opmaken der begrooting, die immers tegen kan vallen.
Nu blijkt ook dat de heeren zelf niet zoo optimistisch zijn. De
heer Zuiderbaan had beter gedaan niet zoo’n politieke kronkel
in zijn voorstel te leggen. De heer Maseland liet straks een op
timistische toon hooren, nu, 5 minuten later, is de toon een octaaf
lager, en de heer Breeuwsma is ook al pessimistisch en waar
schuwt voor de rechterzijde, die een tijger schijnt met de klau
wen gereed om aan te vallen. Wij willen een eerlijke politiek,
die rekening houdt met de economische omstandigheden. Spr.
kan moeilijk oordeelen over het amendement. Kloppen die cijfers?
Spr. is nog in tweestrijd, want hij voelt veel voor de voor
zichtigheid, die de rechterzijde wil en de heer Breeuwsma nu
ook aanbeval. Spr. behoudt zich zijn stem nog even voor.
De heer Blok zegt, dat poes een zacht pootje heeft als het
dit D. B. betreft, maar een klauw als het ’t vorig D. B. gold.
Wat het vorig D. B. voorstelde is door de raad geaccepteerd,
en het reservefonds kon gevormd door de financieele politiek,
die toen gevoerd is. Spr. begrijpt goed dat het D. B. gedekt
moet zijn tegen tegenvallers en is het eens met de heer
Breeuwsma, dat die wel kunnen komen, en dus moeten er reser
ves zijn, bv. de post Onvoorzien. Men brengt zich echter zelf
in die moeilijke positie, omdat B. en W. opzettelijk weigeren
bezuinigingen aan te brengen, dan spreekt men liever van af-
braakpolitiek! Spr. wenscht zich evenals de heer Boeijenga zijn
stem voor te behouden.
De heer S ij t e m a zegt tot de heer Zuiderbaan dat B. en W.
nu eenmaal geen andere belastingobjecten hebben, dan die
onbillijk werken. Als we naast deze verhooging van opcenten
ook een straat- of tonnenbelasting invoerden, zou ook die de
nieuwbouw belemmeren; dat zou iedere belasting doen. De for
tuin’7s de heer Zuiderbaan werkelijk niet ongunstig geweest
en deze troef is hem op een commissievergadering in handen
gespeeld. De heer Zuiderbaan had dat fortuintje direct op tafel
moeten leggen, dan was deze zaak in de commissie afgedaan;
maar de heer Zuiderbaan had het fortuintje te pakken om de
belasting te verlagen, terwijl toch tusschen commissie en B.
en W. over deze zaak had moeten worden overlegd. De heer
Zuiderbaan heeft dat fortuintje in z’n zak gestoken en is ter
sectie-vergadering er mee voor de dag gekomen. Het trof spr.
pijnlijk dat een commissielid hiermee persoonlijk in de sectie
kwam, terwijl in de commissie de zaak had kunnen worden
geregeld.
Aan de verdediging der wethouders, die grondig was, zal spr.
niets toevoegen; het spijt hem dat de democratische organisa
torische weg niet is gevolgd en de heer Zuiderbaan het lievêr
persoonlijk deed, wat spr. tegen de borst stuit. Er is nog slechts
f 5400 verschil, terwijl door het voorstel van B. en W. nog iets
aan het reservefonds kan toegevoegd, terwijl de heer Zuider
baan er iets uit wil putten. Niet vergeten dient dat er ook
tal van wankele posten in de begrooting zijn. Spr. had om dit
alles verwacht dat de v.-d. fractie over het verschil zou zijn
heengestapt, nu B. en W. hun een heel eind tegemoet komen op
de weg, op hun Instigatie geopend. Spr. hoopt dat de bedoeling
niet is een politiek fortuintje in de wacht te sleepen.
De Secretaris deelt nu mede dat vluchtig bekeken het
verschil tusschen dit en het vorig amendement ongeveer f1200
is, zoodat het ongeveer is als de heer Zuiderbaan zegt. Uit het
oogpunt van belastingtechniek schijnt er dus geen bezwaar te
rijzen tegen dit nieuwe amendement.
De heer Breeuwsma had gehoopt dat de heer Zuiderbaan
meer bijzonder was ingegaan op de moeilijkheden, die dreigden
uit het voorstel der v.-d. Spr. had gedacht dat de heer Zuider
baan zou getracht hebben, die te weerleggen, doch daarin is
hjj niet geslaagd. De heer Zuiderbaan zegt dat spr. de zaken
te donker inziet. Spr. ontkent pessimistisch te zijn, maar de
laatste weken geven een verscherpte kijk op de ramingen. Als
spr. een dergelijk voorstel moet bestrijden, moet hij dat doen
in verband met cle omstandigheden, zooals die voor hem liggen.
Spr. heeft reeds In September in de commissie bij de behande
ling <ïer watertarieven iets medegedeeld over de buitengewone
moeilijkheden, welke bij de samenstelling der begrooting
dreigden, zoodat elke doorgevoerde verlaging zou moeten
worden gecompenseerd door verhooging der personeele belas
tingen. Spr. heeft dus de heeren tijdig ingelicht. De daling der
cokesprijzen is niet denkbeeldig; de overeenkomst met de han
del igeldt slechts de helft van de omzet. Van de 88.000 H.L.
is voorverkocht ongeveer de helft, en men kent de prijs niet
waarvoor de rest gaat, terwijl in 1932 ook de verkoop op kaarten
misschien lager In prijs zal zijn en we 40.000 H.L. op de vrije
markt moeten brengen. Zeker was er op stijging der werk
loosheid gerekend, maan de mededeelingen van het college
Armvoogden waren wel van die aard, dat ze drie maanden
geleden al vreesden, dat de ramingen nog zouden worden over-
tioffen en wijl vreezen nu dat die kijk wel juist kan zijn. Er
wordt nu nog wel eenlg werk in de gemeente gedaan en er
li toch al een record werkloosheid bereikt, terwijl de vorst
zóó kan invallen, zoodat we niet buitengewoon pessimistisch
zijn als we onze vrees voor toename der werkloosheid uiten.
De uitdrukking „overhalen" ia niet juist. De meevaller was
bekend en elk der leden van het D. B. heeft dagen overlegd
hoe men deze kon gebruiken. Wij schommelden tusschen ge
bruik er van maken en de vrees dat het een te groote speculatie
zou zijn, maar waar wij zelf dat hooge opcentencijfer onsym-
deze meevaller’ hadden gekend, dit hooge’cijfer niet zouden
hebben voorgesteld.
Spr. heeft 12 Nov. de kolenprlja in de commissie meegedeeld
en de sectie vergaderde 1 December; er was dus tijd genoeg
voor de heer Zuiderbaan de zaak in de commissie te bespreken.
Voor spr. staat niet noodwendig vast, dat men uit het
reservefonds niet mag putten. Maar als we ons rekenschap
geven van de buitengewone omstandigheden en dat we wel
voor nog andere feiten kunnen komen te staan, is dit de on
gunstigste tijd er uit te putten. Als wij onze wenschen in ven-
band met de verbindingen te land en te water ingewilligd krij
gen, zouden wij voor buitengewone uitgaven komen te staan,
en daarom ia het niet geraden nu de blik te richten op het re
servefonds. Integendeel moeten we dat intact houden om straks
te doen, wat ons te doen staat.
De heer Maseland wil den heer Boeijenga opmerken, dat
er verband Is tusschen de motiveerlng der andere voorstellen
en onze houding nu, De begrooting is sluitend, er la met alle
factoren rekening gehouden en in verband daarmede is spr.
van oordeel dat de sluitpost moet gevonden in de personeele
belasting en nog niet In aantasting van het levenspeil van het
personeel. Maar om dezelfde reden waarom wij dat voordeel
prijs gaven, kunnen wij nu niet verder gaan met verlaging der
opcenten.
Spr. heeft met genoegen gehoord dat men dit voorstel objec
tief wil bekijken. Hulde daarvoor aan de heer Boeijenga en zijn
politieke vrienden, omdat spr. hier een weerklank hoort van
wat hij zelf zeide.
De heer Van der Voet protesteert tegen wat de heer
Sijtema zeide. Op 1 December was er sectievergadering, de
avond te voren hebben spr. en de heer Zuiderbaan de verschil
lende kwesties besproken. De heer Zuiderbaan was er toen
Plaatsolyk Crisiscomité.
Op initiatief van B. en WI. dezer ge
meente werd j.l. Dinsdag, in het Ge
rechtsgebouw alhier ter stede onder
leiding van den Burgemeester P, J. do
Hoop een vergadering gehouden, om,
zoo jnogelyk, ook hier ter plaatse te
kannen tot <>i>riditing van een plaatse-
lyik crisiscomitó, dat in samenwerking
hvot het reeds bestaand© Nationaal Cri-
■izcomité tot ta^k zal 'hebben.' bijzon
dere voorzieningen te treffen, die kun
nen leiden tot hmiging van de noodeai,
door deat crisis ontstaan.
Manuur B. en W. waren de verseihi:!-
tando vakcentrales, organisaties en
kerkbeaturen ultgenóodigd. In beginsel
werd tot oVridhtintf Vün comité be
sloten en tflle aanwezige vertegenwoor
digers verklaarden zich bereid in het
comité sitting te willen nemen.
Zoodra verschillend© nadere inlich
tingen, welk© noodig xÜn van het Nati
onaal Comité gullen zün ontvangen, zal
opnieuw een vergadering plaats heb
ben.
Nieuwe pastoriegebouwhn
voor do Ned. Herv.
Gemeen te.
In de gisteravond gehouden verga
dering van kerkvoogden en notabelen
der Ned. Herv. Gemeente zün de vol
gend© besluiten genomen i
a. Tot verkoop van de oude pasto
rie aan het Singel (thans bewoond door
ds. Te Winkel). In den tuin dezer pas
torie aan de Harinxmakado zal een
nieuwe pastorie worden gebouwd, en
een nieuw catechisatielokaal.
b. Tot de bouw van een. nieuwe
pastorie voor dr. H. de Vod aan de
Bolswatderweg (hoek Wandelweg).
Een en ander onder architectuur yan
den heer Van Deventer'alhier.
Ons Genoegen.
Ons Genoegen zet haar 40-jarig bestaan
in met een feestavond op Zondag a.s. In de
Harmonie, waar het ensemble Louis Nolret
- optreedt met een vroolljk programma. Er Is
bal na. Men zie de adv.
'CoiIIooto
„Luctor et Emiergo”.
De collecte voor „Luctor et Eïner-
go", hier ter stede gelioudon, hoeft op
gebracht 101.52 ‘/j.
Mej. 'A. Kosters, than» leeraresi
aan de Huishoudschool alhier, is be
noemd tot leerare» aan de landbouw-
huishoudschool te Emmen.
Heilgymnastiek en
massage.
beteekenis van het Oud en Nieuw vie
ren: de menschheid vindt daar haar
groote algemeene tijdsindeeling, yvaar' “igheden; al z'ln wil niet pessimistisch, wij weten de eene dag
ons verder te gaan.
In de stukken is het cijfer der werkloozen medegedeeld; nu
2 weken verder hebben we inplaats van 240 reeds 280 werk
loozen en dat cijfer waarborgt nog niet dat het spoedig nog
niet weer erger zal zijn, zoodat ook de heer Zuiderbaan moet
begrijpen, dat ook wij sterk twijfelen of de cijfers van het
Burgerlijk Armbestuur nog wel houdbaar zijn. En dan is het
toch inderdaad onverstandige politiek het uiterste uit deze mee
valler te halen. Spr. begrijpt de v.-d. niet. Als wij toch met
klem aantoonen, dat wij die f 12.000 niet geheel opgeteerd wil
len zien, moest men daar het vertrouwen hebben, dat wij gaan
zoover wij kunnen. Als wij het cijfer der landhuren nu opnieuw
in de begrooting moesten zetten, konden wij dat niet op de
raming zooals die is gegeven handhaven. En hoe komt het met
de reductie op’die huren, die voor 1932 ook niet onmogelijk
is en er wel belangrijk kan inloopen. Als men die feiten ziet,
kan spr. zich niet voorstellen, dat om 15 opcenten de v.-d.
fractie haar zin wil doordrijven, terwijl deze fractie wel kan
aanvoelen, dat de argumenten van B. en W. in deze geen praat
jes voor de vaak zijn. Het D. B. zal in deze omstandigheden
niet toegeven en zou zich niet verantwoord achten aan de voor
stellen der v.-d. steun te geven. Onnoodig is het dat de heer
Zuiderbaan wijst op het onbillijke der opcentenheffing; wij
onderschrijven alle bezwaren, maar het gaat om de vraag of
nu de situatie zich weer scherper afteekent, men het aurft
wagjen, die f 5400 aan de begrooting te onttrekken. Wij kunnen
de verantwoordelijkheid daarvoor niet op ons nemen; wil de
raad het,dan is dat zijn zaak. Spr. neemt aan, wat de heer
Zuiderbaan zegt, nl. dat het niet te doen is om een politiek suc
ces, maar laat hij de geestesgesteldheid bij een deel van de
raad eens nagaan; doet hij verstandig in hun kaart te spelen?
Spr. brengt de v.-d. hulde voor het initiatief dat ze namen en
zou niets liever willen dan hun voorstellen overnemen, doch
het kan nietl
De heer Maseland zegt dat de heer Zuiderbaan vertrou
wen uitsprak in het D. B. ook ten opzichte van de opcenten
heffing, dus besefte dat wij overtuigd waren dat die heffing
volstrekt noodzakelijk was. Dat houdt in dat hij ook inziet, dat
ook wij deze belasting onsympathiek achten, omdat ze hoege
naamd niet met de draagkracht verband houdt, en zelfs geheven
wordt daar waar geen inkomen is. En als wij nog pogingen
doen die onsympathieke maatregel zooveel mogelijk te ver
zachten, begrijpt spr. niet dat de heer Zuiderbaan zijn voor
stellen handhaaft. Spr. onderschrijft ten volle de zakelijke be
strijding van de heer Breeuwsma. Aan mooie woorden hebben
we zoo weinig; laat de heer Zuiderbaan zijn vertrouwen door
daden toonen en laat dat deel van de raad, dat ons vertrouwt,
meegaan met onze voorstellen. Wij kunnen geen verantwoor
delijkheid dragen voor verdere tegemoetkoming, temeer niet
omdat de economische crisis na de Indiening der begrooting is
toegespitst,, waarbij de meevaller» schaarsch zullen en de tegen
vallers ernstig kunnen zijn. Als we alles opsoupeerden bestaat
de vree» voor een tekort op de rekening.
De heer Zuiderbaan zegt dat de cijfer» van het nieuwe
voorstel gemaakt zijn naar het oorspronkelijk voorstel van
B. en W.j als men du» aan de eerste twijfelt moet men aan de
laatste twijfelen, wat spr, niet doet, zoodat ze opgetwijfeld
juist zijn. Er was maar een technische vergissing in het vorig
amendement; ook vaklui maken wel eens vergissingen; nog
Zaterdagmiddag bereikte» ons Immers een wijziging In de be
grooting in verband met een foutief cijfer; zoo’n fout kan men
dus ons «eken niet kwalijk nemen. Juist door die vergissing
ten post rente was f500 te laag uitgetrokken hebben wij
van die wethouder over de kolenprijs op een moment, dat een
week later de sectie -vergadering plaats zou hebben; het lag
niet op onze weg om toen met de wethouder te gaan spreken;
ook vroeger is deze bij ons wel eens komen overleggen en dat
kan immers als het een bevriende zijde geldt. Het lag niet op
spr?» weg direct in de commissie voorstellen te doen; hij als
niet lid van het D. B. kon toch in de sectie eerst zijn houding
bepalen. Met volle overtuiging sprak spr. waardeering uit voor
B. en W., maar men moet toch niet te veel de nadruk leggen
op mogelijke tegenvallers bij de bedrijven. De ratloneele ver-
koopwljze van cokes bij dit bedrijf, die ons niet afhankelijk
maakt van de handelaren, maakt dat men over de prijzen iets
heeft mee te zeggen en de cokesprjjs is nu geraamd op 57)4 et,;
laat van de tegenwoordige prijs 10 ct. afgaan, dan zou dat nog
maar 5 cent beneden 5714 c«nt l!ln>
Wat de crlsis-werkloosheid betreft, men wist toch wel dat deze
nog zou toenemen; in de regel komt die na 1 Januari; daarmee
had men reed» bij de opzet van de begrooting kunnen rekenen.
Als apr. lid van het D. B. was en overtuigd dat men zich de
weelde niet kon veroorloven de f 12.000 op te soupeeren, had
spr. zich niet door welke fractie ook over laten halen dat wel
te doen. Het spijt spr. dat de wethouder sprak over in de kaart
spelen van een deel van de raad. Dat vindt spr. wat onbehoorlijk,
want dat is zeker in het geheel niet onze bedoeling. Spr. heeft
wel vertrouwen in B. en W. uitgesproken, maar dat behoeft
niet mee te brengen dat hij ook hun opcentenregeling zonder
meer heeft te aanvaarden. Wij voor ons willen liever het luttele
verschil van f 3400 uit het reservefonds nemen, dan dit bedrag
door een onbillijke belasting doen opbrengen, temeer daar de
kans er is dat dit bedrag over zal zijn op de begrooting. Blijkt
een volgend jaar, dat er geen beter belastingobject is, dan zullen
wij noodgedwongen dit misschien moeten toestaan.
4
j MaaAiiallIaa iHtkHzfaa* rVA 1» 411 i 4 Sllf €ï»4 ClIrPF Z(jLI(_rdl