FEUILLETON
FRISO
BAAI
5O‘35-4Oct
per vb pond*
CHIPSTEAD
Eerste Blad. ÜÏTMVE: HEZEBRDffi Co.
Dit No. bestaat uit 2 bladen.
1
Woensdag 24 Februari 1982. 48e Jaewgang
No. 42
NI’
BEST EN
NIET DUUR
IREUWSUJUOTCEN.
VRIJBUITER VAN DEN 6. D.
door
Dr. JOHANNES HANNEMA. t
Alhier is hedennacht, na een langdurige
gemaaxt van oen persoon van oenj reeas eer
man, dien hij' alle aanleiding hid, te ingeschoten,
vreezen en te haten. Meer dan eenige an- spel1 beproefde te dwarsboomen.
had „De Gemaskerde” zich meester
gemaakt van den persoon van dep
Het wetsontwerp-Terpstra.
Vrijdagavond werd in de Harmonie de aange-
kondigde protestvergadering tegen dit wetsont
werp gehouden.
De heer Lust heette allen welkom in het bij
zonder den heer Bijmolt, een der sprekers, die
belangeloos in verschillende plaatsen optreden
om het volk op te wekken te protesteeren tegen
de aanslag op Ihet onderwijs door het wetsont-
werp-Terpstra. Ook hen die van buiten kwamen
heet spr. extra welkom.
De heer Bijmoit zegt dat het een vreemd ver
schijnsel is, dat we als voorstanders van het
openbaar onderwijs alleen moeten strijden tegen
deze aanslag, omdat we op dit terrein sedert 14
jaar meenden vrede gesloten te hebben. De pa
cificatie, meende men, zou een eind aan de
Spr. leek de weg daartoe niet zoo moeilijk.
Wie thuis is in het onderwerp, zou die weg
zoeken in niet meer splitsing dan strikt noodza
kelijk was, dus maar niet zonder meer toegeven
aan de wensch van een groepje menschen, dat
het met een ander groepje niet kan vinden. Daar
zouden de vitale belangen van ons onderwijs
zêtfs mee zijn gediend. Maar in die richting zocht
de commissie het helaas niet en het rapport doet
de vraag rijzen: waar gaan wij heen? Er is maar
één lichtpunt, de lijn der historie op het gebied
van de schoolstrijd wordt voortgezet tot in het
absurde en zal omslaan in zijn tegendeel en uit
de chaos die dan ontstaat zal de nieuwe orde
verrijzen.
Betweterij op godsdienstig gebied en duiten-
dieverij zijn eigenschappen van ons volk, en nu
men aan den lijve voelt wat het onderwijs kost
zullen we op den duur van de funeste gevolgen
van dit stelsel afkomen, al zal het eerst slechter
worden.
dank tot spr. en van opwekking tot de aanwe
zigen.
was
van
had.
Voli haat jegens de wereld, betaalde
Chipstead zijn nota, en ging Susan
naar den auto voor.
SYDNEY HORLER
Geautoasaande vertahag ven
NAHUYS
De eenige werkelijke bezuiniging van het wets
ontwerp wil men zoeken in grootere schoolklas
sen, we krijgen de uniforme 45-klas voor het
L o., de 26-klas voor de Ulo. We krijgen dan
in een éénmansschool 45 kinderen verdeeld over
7 leerjaren, we gaan terug naar toestanden van
1878, vooral op het platteland. De kinderen zul
len in de klas weer moeten worden geregeerd
op militaire wijze, terwijl men in het leger op 12
recruten 1 instructeur heeft Dit zal er op uit-
loopen dat over 3 jaar in Nederland 1600 onder
wijzers en na 1942 nog 933 onderwijzers er uit
gezet kunnen worden en dan hebben we 5%
millioen bezuinigd op ons onderwijs en dat ge
houden in een staat van onrust, we hebben al
drie schalen sedert 1920 gehad. Als men het aan
durft dit wetsontwerp te behandelen, gaat het
er door ook. Als we er echter in 1933 de ver
kiezingen mee ingaan zullen wij de funeste ge
volgen van dit ontwerp ’t volk moeten voor
houden.
Er zijn nog andere dingen: men gaat de op
richting van dwergschooltjes nog bevorderen,
omdat men de kwestie der handteekeningen wil
afschaffen, waarin verschrikkelijk gezwendeld is
met de verklaringen der ouders om een bijzon
dere school op te richten. Dat was een rem. Nu
wil men die rem afschaffen, en er een stelsel
voor in de plaats geven waardoor het oprichten
nog gemakkelijker wordt gemaakt.
Het wijst er op dat we naar het absurde gaan.
Dat zijn de groote dingen van het wetsontwerp.
Daarnaast handelt men volkomen tegen de paci
ficatie, men denkt niet aan de handhaving van
een verbeterde opleiding der leerkrachten. Van
heel de zelfstandigheid der onderwijzers wordt
niet meer gewaagd, er kon-een serie van 7
straffen voor de schoolmeesters, dan heeft men
meer keuze dan bij de 3 bestaande. De school
meestert zal in het vervolg rondloopen met de
idee, dat hem vandaag of morgen een der zeven
straffen van Terpstra zal treffen. En we krijgen
de nieuwe schoolgeldregeling; in 1920 kregen
we die waarbij het principe was uitgevochten dat
deze niet meer zou dienen om de standenschool
te handhaven, waarbij de goed geoutilleerde
school voor de beter gesitueerden was, de slecht
geoutilleerde de volksschool. De schoolgeldrege
ling kon daarna niet meer gehandhaafd als mid
del om ons onderwijs als standenschool te orga-
niseeren. Die proportioneele regeling wordt ook
nu gehandhaafd, maar niet voor het bijzonder
onderwijs, dat nu een middel krijgt om oneerlijke
concurrentie tegen de openbare te plegen, en
lustig te speculeeren op de zucht van ons volk
zich te laten indeelen in standen. We waren op
weg het Ned. volk te leeren dat we van het
standenonderwijs af moeten, nu wordt dat weer
bedorven.
We beleven een tijd van groote maatschap-
Zware regendruppels kletterden tegen
de ruiten. De betoovering was verbro
ken.
Als Chipstead .een ^ijgeloovig man
geweest was, zou hij! dezen ommekeer
in de elementen beschouwd hebben als
een teeken een waarschuwing, dié
hem' een tweeledige boodschap bracht:
ten eerste, dat geluk met Susan Cour
tenay niet voor hem weggelegd was,
en ten tweede, dat het dwaasheid was,
zijn tijd te verbeuzelen als er degelijk
werk te doen viel. De machten, die
het lot van het menschdom bestierden,
zonden hun signalen naar hem uit, en
hij kon deze niet verloochenen.
„Het regent I”
Deze alledaagsche woorden werden
geuit door het meisje, op een toon, die
aan een bijna tragische teleurstelling
grensde. Ook zij had misschien haar
pelijke strijd, het gaat niet meer aan tweeërlei
soort onderwijs te organiseeren, de betere soort
voor de beter gesitueerden, de slechtere voor de
anderen; de portemonnaie mag niet meer bepa
len de plaats van het kind. De gezonde idee
der eenheidisschool zou onder de wet 1920 be
reikt zijn, maar dit is reactie en men poogt er
mee de openbare school de nek om te draaien.
Er liggen nog meer dingen in dit ontwerp, die
dezelfde tendenz hebben.
De menschen weten op geen stukken na wat
ons boven het hoofd hangt. Hoe erg de tijden
ook zijn, als we inderdaad een mooiere maat
schappij wülen hebben, zullen we het moeten
hebben van het toekomstige geslacht, dat dan
een stevige basis van opvoeding noodig heeft
om de maatschappelijke problemen op te lossen.
Daarom zullen we alle aandacht moeten wijden
aan de opvoeding van ons volk. Is het niet ver
schrikkelijk dat 500 jongens tusschen 14 en 18
jaar in Amsterdam rondloopen, is het niet ratio
neel dat 2 groepen worden uitgeschakeld, die in
het productieproces niet thuishooren, de jeugd
en de ouderdom. Wie het zoo ziet, gruwt van
wat de rechtsche groepen ons volk in dit wets
ontwerp weer aandoen 1
De volgende motie werd met algemeene stem
men aangenomen:
De vergadering, belegd door het Plaatselik
Comité van Aktie tegen het Wetsontwerp Terp
stra,
gehouden te Sneek op 19 Februari 1932,
gehoord de besprekingen,
overwegende:
dat het wetsontwerp inbreuk maakt op de
pacificatie, ten nadele van het openbaar onder
wijs,
dat het, in flagrante strijd met de opdracht
aan de Staatskommissie-Rutgers, bezuinigingen
voorstelt, die de vitale belangen, zowel van het
biezonder als het openbaar onderwijs dit met
name door een uit onderwijs- en opvoedkundig
oogpunt niet genoeg te veroordelen opvoeren
van het aantal leerlingen per leerkracht ten
zeerste benadelen,
dat het geen bepalingen inhoudt, die, in over
eenstemming met genoemde opdracht, aan <W
financiëele gelijkstelling van openbaar en bie
zonder onderwijs een minder kostbare toepas
sing geven; integendeel, dat het wetsontwerp
oorzaak zal zijn van een zeer ten nadele van
Rijks- als Gemeentelike Financiën voortgezette
stichting van biezondere scholen en schooltjes,
dat het uit de Wet wegneemt een als nood-
zakelik voorgenomen verbeterde onderwijzers
opleiding en daarin bepalingen opneemt, die aan
de beteekenis van de onderwijzers als opvoed
kundige leerkracht ten zeerste afbreuk doen,
van oordeel, dat aan de financiële gelijkstel
ling een minder kostbare toepassing kan worden
gegeven, waarbij bovendien de belangen van
het onderwijs zullen worden gediend, door o. a.:
a. bij de aanvrage tot oprichting van een bie
zondere school niet meer mee te tellen de kin
deren, die reeds een biezondere school bezoeken,
b. geen medewerking te verlenen tot oprich
ting van biezondere scholen met minder dan drie
leerkrachten,
c. de concentratie van U.L.O. scholen te be
vorderen,
verklaart zich homogeen met de door het „Co
mité van Aktie tegen het Wetsontwerp Terpstra”
ingestelde aktie,
vertrouwt, dat het deze aktie onverzwakt zal
voortzetten, teneinde de Volksvertegenwoordi
ging te overtuigen van de noodzaak van het
aanbrengen van de door het Comité voorgestane
verbeteringen en
besluit deze motie ter kennis te brengen van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de
pers.
De heer Lust sloot met een warm woord van
ziekte overleden dr. Johannes Hannema.
Reeds eenige jaren had deze geneesheer zich
om zijn gezondheidstoestand uit de praktijk
teruggetrokken, doch de tijding van zijn
overlijden zal ongetwijfeld diepe indruk ma
ken bij allen die hem gekend hebben, bij zijn
tallooze oud-patiënten in het bijzonder; hij
is aan veler ziekbed niet alleen geweest de
kundige dokter, maar ook de hartelijke, de
hulpvaardige mensch, wiens opbeurend
woord gaarne werd gehoord en gewaar
deerd.
Dr. Hannema werd 13 November 1869 te
Hantum in West-Dongeradeel geboren, stu
deerde te Groningen, behaalde de doctors
titel te Gent en vestigde zich hier op 21 Ja
nuari 1903. Al spoedig verwierf hij zich,
dank zij zijn kwaliteiten als dokter en als
mensch, een buitengewoon veelomvattende
praktijk ook buiten de stad, hij had jaren
lang in een der ressorten van Wymbritsera-
deel de armenpraktijk waaraan hij zich
met alle krachten van geest en lichaam ten
volle heeft gegeven. Ziekte heeft hem eenige
jaren geleden genoodzaakt de door hem zeer
geliefde werkkring op te geven en sedert
dien hoorden wij niet veel meer van dr. Han
nema, al leefde in veler harten de dankbaar
heid voor wat deze mensch voor hen geweest
was. Thans komt de tijding van zijn over
lijden op 62-jarigen leeftijd.
Bij zijn leven hebben zijn vele vrienden en
oud-patiënten eigenlijk nimmer gelegenheid
gehad collectief hem hun waardeering en
dankbaarheid uit te drukken, bij zijn 25-
jarig ambtsjubileum in 1928 heeft hij zich
aan alle huldebetoon onttrokken. Wij zijn
echter overtuigd dat velen thans nog eens in
weemoed en dankbaarheid de groote ver
diensten van dezen bescheiden man, dezen
goeden burger van Sneek zullen gedenken.
schoolstrijd maken. Maar een nieuw stuk school
strijd breekt nu aan, een strijd zooals wij nog
niet hebben gekend.
In Nederland was aan de pacificatie van 1917
21 voorafgegaan een tweede 80-jarige oorlog
van 18401920. Het tijdperk 1840--57 was de
strijd in opkomst en ging in hoofdzaak om de
vrijheid van het onderwijs, dus of dit overgelaten
mocht aan het particulier initiatief of alleen on
derwerp van staatszorg zou zijn. Het einde van
dit deel van de strijd was dat er particuliere
scholen mochten zijn, maar dat de staatskas er
geen gelden voor mocht uittrekken. In ’t tweede
tijdperk ging het om de kinderen en de dubbel
tjes en in 1889 kwam de subsidie wet-Mackay,
waarbij aan de confessioneele scholen rijkssub-
sidie toegestaan werd. De Savomin Lohman
zeide toen dat nu bereikt was wat te bereiken
viel, er moest nu definitief vrede zijn. Het tegen
deel is waar, daarna krijgen we de tijd van de
felste schoolstrijd nl. om de gelijkstelling; wets
wijzigingen vergrootten de subsidies voor het
bijz. onderwijs, een stroom van laster kwam
los van de zijde der voorstanders van de bijz.
school over de openbare school en haar leer
krachten. Men durfde zelfs wetsvoorstellen te
opperen dat het bijzonder onderwijs regel, het
openbaar aanvulling zou zijn. Het verkiezings
jaar 1913 stond o. a. in het teeken van de school
strijd en rechts kwam in de minderheid en als
de soc.-dem. toegepakt hadden, hadden we een
linksch ministerie gehad, nu kregen we een extra
parlementair kabinet Cort v. d. Linden. We kre
gen toen de Bevredigingscommissie, die het per
spectief opende op werkelijke vrede en bevesti
ging der nationale eenheid. In de commissie von
den ten slotte alle partijen elkaar op de grond
gedachte dat door de schoolstrijd het volkson
derwijs zoozeer in het gedrang gebracht werd,
dat men tot elkaar moest komen om dit onder
wijs op hooger peil te brengen. Men gaf van
beide kanten wat toe, nechts haar eisch dat in de
grondwet het bijzonder onderwijs regel moest
zijn, links aanvaardde de volledige financieele
gelijkstelling. De verkiezing van 1917 bracht een
rechtsche meerderheid en de Onderwijswet 1920
werd onder rechts tot stand gebracht. Er waren
sceptici die vroegen hoe men kon verwachten dat
rechtsche partijen de openbare school recht zou
den doen, maar inderdaad de wet 1920 bracht
belangrijke verbetering voor het volksonderwijs,
we kregen de mogelijkheid van het zevende ver
plichte leerjaar, verbetering der opleiding der
onderwijzers, voorts kans op een bewaarschool-
wet
De historie na 1920 heeft echter geleerd dat
het peil van het volksonderwijs van nu verge
leken bij dat voor 1920 behalve dan wat het
zevende leerjaar betreft, er niet op vooruit ge
gaan is. Organisatorisch is heel ons volksonder
wijs versplinterd; in de kleinste plaatsen kreeg
men paedagogische jammergestalten. Waar één
goed geoutilleerde openbare school was kreeg
men nu vele één of tweemansscholen. In Over-
ijsel waren in 1929 nog maar 8 der scholen
goed geoutilleerde scholen, 40 één- en twee
mansscholen en dat alles kostte schatten geld.
Een school met 280 leert wordt omgezet in 7
dwergscholen met elk 40 leerlingen. Dat had
men van de materieele verbetering van het on
derwijs gemaakt l
De onderwijsbegrooting liep op van 70 mil
lioen tot 160 millioen gulden, en het werd hoe
langer hoe duurder en mede daarom werd in
1926 de staatscommissie-Rutgers ingesteld, op
wier rapport het wetsontwerp-Terpstra is geba
seerd. De commissie moest met eerbiediging van
het beginsel der financieele gelijkstelling en zon
der schade toe te brengen aan de vitale belangen
van het onderwijs, aan het beginsel der gelijk
stelling een minder kostbare uitvoering trachten
te geven.
Jbc. R G.
16.
Nu... met dit meisje naast zich...
„Zijt ge ooit aan de Fransche Riviera
geweest?” vroeg hij1, bevreesd, dat zijn
langdurig stilzwijgen verkeerd opgevat
zou worden.
„Neen vader heeft belóofd, mij
den volgenden winter daarheen te bren
gen.”
„Hij zal1 u er heen brengen.”
Bunny verviel1 weer tot zijn gepeins.
Voor dit meisje was slechts éen land
schoon en bevallig genoeg om in te
wonen, en dat was Frankrijk. Want
haar oogen evenaarden het saffierblauw
van de meest romantische zee op de
wereld; zij was geschapen voor zonne
schijn en lach en waar elders kan
Provence in deze opzichten overtroffen
worden, of zelfs zijns gelijke vinden? Op
weinige honderden ellen afstands van
die villa te Cannes waren golflinks aan
gelegd. Zij zouden samen spelen. Gedu
rende de middagen, konden zij een van
die tallooze verrukkelijke uitstapjes on
dernemen. Des avonds zouden zij een
voudig onder elkaar dineeren, of hij zou
haar lat,en schitteren, boven de regee-
rende schoonheden van Les Ambassa
deurs in Cannes, of Ciro in Monte
ten van gebeurtenissen draaide? Zijn
gezicht was totaal onbekend geweest,
maar hij had in de misdadigerswereld
van Europeesche hoofdsteden gewerkt,
hetzij als misdadiger, hetzij als werk
tuig zooveel was zeker. En dat hjj
gevreesd werd, als verrader of als spion,
werd door zijn wreede dood bewezen.
Wordt vervolgd.
Carlo uit. Slechts nu en dan, zou hij
haar geheel1 voor zich zelf alleen ver
langen
„Wat zit ge te peinzen!”
Er schemerde een lichte scherts in
haar stem door en hij keerde met een
schok tot de werkelijkheid terug. Ijdele
droomenniets van dien aard kon
ooit verwezenlijkt worden, natuurlijk.
„Ik dacht aan de genoegens, die ge
bij uw eerste bezoek aan het Zuiden
van Frankrijk smaken zoudt,” ant
woordde hij. „Het is een land van ge
luk en van lach. Er zjjn vele harde
dingen van de Franschen gezegd, maar
ik heb ze altijd beminnelijk gevonden.
In Provence doet iedereen zijn best dé
vriendelijkheid zelve te zijh het perso
neel1 van hotels, de winkeliers, de in
woners. Alleen de toeristen leert men
haten de Engelschen, omdat er zoo
veel ploerten bij zijn, zelfzuchtigen
lomp, zelfs onderling ik zou omtrent
de gedragingen van Engelsche toeris
ten in de Riviera-hotels 'een boek kun
nen schrijven 1en de Amerikanen,
omdat zij in hun domme halsstarrig
heid voor alles buitensporige prijlzen
willen betalen en de ziel van de inwo
ners bederven.”
„Dat is stellig een tamelijk scherpe
kritiek, niet waar?”
„Volstrekt niet. Als ge zelve aan de
C6te d’Azur zijt, zult ge de waarheid
zien van hetgeen ik gezegd heb. Ik ben
half Engelschman, half Amerikaan, en
kan dus zeker niet van vooringeno
menheid beticht worden. 'Amerika en
Engeland zijn beide groote naties, maar
sommigen van hun vertegenwoordigers
vertoonen zich niet van hun beste zijde,
als zij in Frankrijk reizen. En de zoo
genaamde welopgevoede klassen zjjh
dikwijls de ergsten; toen ik het laatst
Van „Heden kust Parijs”, de hoofdfilm in
de Amicitia Bioscoop, gaven we
reeds de inhoud. Oskar Karlweiss en Jenny
Jugo zijn hier de voortreffelijke spelers in
een zeer amusante film.
J. Mesdag, f
Op ongeveer 81-jarigen leeftijd is te Leeu
warden overleden de heer J. Mesdag, zuivel-
consulent van de Friesche Maatschappij van
Landbouw en officier in de orde van Oranje-
Nassau. Een kortstondige ziekte heeft een
einde gèijjaakt aan dit lange en vruchtbare
leven.
Bedreiging met een overval op bet Leeuwarder
postkantoor.
Bijzondere maatregelen zijn te Leeuwar
den genomen ter bescherming van het post
kantoor, waarvan de directeur verleden week
een anonieme brief kreeg, met de waarschu
wing, dat een overval zou worden gepleegd.
Opstootjes te Leeuwarden.
Zondag na een protestvergadering der
communisten te Leeuwarden heeft een
stoet getracht toegang te krijgen tot de ge
vangenis om de 12 gevangen arbeiders uit
de Z.O.-hoek te bezoeken. De toegang werd
natuurlijk geweigerd, waarna opstootjes
ontstonden; de politie trok de sabel en ver
wonde 2 personen zoodanig, dat ze medi
sche hulp noodig hadden.
De rust was toen spoedig hersteld.
Berlln-ramp herdacht
Het vergaan van de Harwich-boot de
Berlin op de pieren bij Hoek van Holland
op 21 Februari 1907, waarbij 125 menschen
omkwamen, is Zondag op het kerkhof te ’s
Gravenzande, waar de slachtoffers begra
ven zijn, herdacht. Prins Hendrik was er bij
tegenwoordig.
aan de Riviera was, zag ik een En-
gelsch ’geestelijke en zijn vrouw, een
merkwaardig staaltje van onhebbelijk
heid geven, omdat hun tafeltje in de
eetzaal niet naar hun genoegen ge
plaatst was.”
„Dan zal ik moeten oppassen 1”
„U".... Hjj durfde niet meer zeg
gen. Haar schoonheid beneep hem zoo
danig de keel1, dat hij nauwelijks kon
ademhalen. De klassieke reinheid vén
haar fijn aangezicht; haar oogen, die
waren als sterren, die aan een Riviera-
avondhemel flonkerdende zachtheid
van haar lippen, de teere welvingen
van haar jeugdig, heerlijk lichaam
hoe licht zou hij er toe gekomen zijn,
zich als een zot aan te stellen!
Eensklaps rommelde de donder. Het
vulde het heelal met een ratelend ge
luid. Aan een hemel, die helderblauw
Biosaoopnleuws.
In de Bioscoop bij deWaag geeft
Norma Talmadge prachtig spel in de
hoofdrol van „Haar grootste offer”, een
film vol dramatische spanning. Voor het
luchtige genre zorgen hier Cohen en Kelly,
in een onbedaarlijk lachsucces.
dient voor de zaak aan het werk gezet
was, bleef het onbegrijpelijk, dat Hed-
dingly, gesteld, dat dj het slachtoffer
van het verlies van zijn geheugen ge
worden was, nu nog niet teruggevonden
was.
Welke waren de voornemens van
„De Gemaskerde”? Misschien, Hed-
dingly vermoorden, maar daarbij bleef
hij niet lang stilstaan. Iedere misdadi
ger kon een moord begaan wat is
gemakkelijker te bedrijven? en de
man, dien hij' nu tegenover zich had,
had bij ontelbare gelegenheden bewe
zen, een volleerd meester te zijn. Hjj
overtuigd, datde artistieke zin
den ander voor iets zoo alledaags
den neus zou optrekken, al1 wist hij,
dat Heddingly een gevaarlijk, en tevens
vastberaden vijand was.
Neen, hij was er zeker van, dat Hed-
Het gevoel van neerslachtigheid had
hem nog niet verlaten, toen hij! op zijp
kamers in St. James’ Street aankwam.
Als hij zjjn normale volmaakte gezond
heid niet genoten had, zou hij! dit vage
gevoel1 van lusteloosheid aan gebrek aan
lichaamsbeweging toegeschreven heb
ben, maar hjj wist dat hij ziek was
naar den geest, en niet naar het
lichaam. Hij had een voorgevoel, dat
hij niet kwijt kon raken er stond iets
te gebeuren. De lucht scheen vol voor-
teekens. Bij andere gelegenheden tij
dens zijn leven was hij ook gedwongen
geweest naar deze onzichtbare stemmen
te luisteren maar dan had hij! zich
geweest was, flitsten nu bliksemstralen, door de daad uit zijn sombere over- dingly nog leefde. Maar, in leven zijn,
peinzingen losgerukt. Nu was hij! mach- beteekende in de gegeven omstandig-
telloostot de vijand een zet deed, kon heden misschien nog erger dan de dood,
hij geen tegenzet ondernemen. i Bob werd ergens gevangen gehouden,
Hij schonk zich een whisky-soda in, als slachtoffer, als gijzelaar, misschien
en ging de gebeurtenissen nog eens in of als een onderpand, dat „De Ge-
hun volgorde na. Om de een of andere maskerde” in een nieuw komplót wilde
reden, die tot dusver onbekend was., gebruiken.
Het ging om een zeer grooten slag
reeds één man had er het leven bij
toen hij het gevaarlijke
En
dere Chef van den Geheimen Dienst,| wie was dat geheimzinnig individu, rond
had zeer zeker Sir Robert Heddinglywiens lijk de geheele ontstellende _ke-
hem bij zijn kuiperijen en komplotten;
in het vaarwater gezeten.
Zijn aanvankelijk voornemen was met
goeden uitslag bekroond; dit feit van
gewicht behoorde onder de oogen ge
zien te worden. Hij had beproefd de
vreezen van Susan te sussen door het
meest voor de hand liggende te zeggen,
droevig, en haar ontstellend visioen ge- maar, nu ieder man van zjjn departe-
I
4»
4
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT (75e Jaargang)