FEUILLETON FRISO BAAI 5O‘35-4Oct per vb pond* CHIPSTEAD Eerste Blad. ÜÏTMVE: HEZEBRDffi Co. Dit No. bestaat uit 2 bladen. 1 Woensdag 24 Februari 1982. 48e Jaewgang No. 42 NI’ BEST EN NIET DUUR IREUWSUJUOTCEN. VRIJBUITER VAN DEN 6. D. door Dr. JOHANNES HANNEMA. t Alhier is hedennacht, na een langdurige gemaaxt van oen persoon van oenj reeas eer man, dien hij' alle aanleiding hid, te ingeschoten, vreezen en te haten. Meer dan eenige an- spel1 beproefde te dwarsboomen. had „De Gemaskerde” zich meester gemaakt van den persoon van dep Het wetsontwerp-Terpstra. Vrijdagavond werd in de Harmonie de aange- kondigde protestvergadering tegen dit wetsont werp gehouden. De heer Lust heette allen welkom in het bij zonder den heer Bijmolt, een der sprekers, die belangeloos in verschillende plaatsen optreden om het volk op te wekken te protesteeren tegen de aanslag op Ihet onderwijs door het wetsont- werp-Terpstra. Ook hen die van buiten kwamen heet spr. extra welkom. De heer Bijmoit zegt dat het een vreemd ver schijnsel is, dat we als voorstanders van het openbaar onderwijs alleen moeten strijden tegen deze aanslag, omdat we op dit terrein sedert 14 jaar meenden vrede gesloten te hebben. De pa cificatie, meende men, zou een eind aan de Spr. leek de weg daartoe niet zoo moeilijk. Wie thuis is in het onderwerp, zou die weg zoeken in niet meer splitsing dan strikt noodza kelijk was, dus maar niet zonder meer toegeven aan de wensch van een groepje menschen, dat het met een ander groepje niet kan vinden. Daar zouden de vitale belangen van ons onderwijs zêtfs mee zijn gediend. Maar in die richting zocht de commissie het helaas niet en het rapport doet de vraag rijzen: waar gaan wij heen? Er is maar één lichtpunt, de lijn der historie op het gebied van de schoolstrijd wordt voortgezet tot in het absurde en zal omslaan in zijn tegendeel en uit de chaos die dan ontstaat zal de nieuwe orde verrijzen. Betweterij op godsdienstig gebied en duiten- dieverij zijn eigenschappen van ons volk, en nu men aan den lijve voelt wat het onderwijs kost zullen we op den duur van de funeste gevolgen van dit stelsel afkomen, al zal het eerst slechter worden. dank tot spr. en van opwekking tot de aanwe zigen. was van had. Voli haat jegens de wereld, betaalde Chipstead zijn nota, en ging Susan naar den auto voor. SYDNEY HORLER Geautoasaande vertahag ven NAHUYS De eenige werkelijke bezuiniging van het wets ontwerp wil men zoeken in grootere schoolklas sen, we krijgen de uniforme 45-klas voor het L o., de 26-klas voor de Ulo. We krijgen dan in een éénmansschool 45 kinderen verdeeld over 7 leerjaren, we gaan terug naar toestanden van 1878, vooral op het platteland. De kinderen zul len in de klas weer moeten worden geregeerd op militaire wijze, terwijl men in het leger op 12 recruten 1 instructeur heeft Dit zal er op uit- loopen dat over 3 jaar in Nederland 1600 onder wijzers en na 1942 nog 933 onderwijzers er uit gezet kunnen worden en dan hebben we 5% millioen bezuinigd op ons onderwijs en dat ge houden in een staat van onrust, we hebben al drie schalen sedert 1920 gehad. Als men het aan durft dit wetsontwerp te behandelen, gaat het er door ook. Als we er echter in 1933 de ver kiezingen mee ingaan zullen wij de funeste ge volgen van dit ontwerp ’t volk moeten voor houden. Er zijn nog andere dingen: men gaat de op richting van dwergschooltjes nog bevorderen, omdat men de kwestie der handteekeningen wil afschaffen, waarin verschrikkelijk gezwendeld is met de verklaringen der ouders om een bijzon dere school op te richten. Dat was een rem. Nu wil men die rem afschaffen, en er een stelsel voor in de plaats geven waardoor het oprichten nog gemakkelijker wordt gemaakt. Het wijst er op dat we naar het absurde gaan. Dat zijn de groote dingen van het wetsontwerp. Daarnaast handelt men volkomen tegen de paci ficatie, men denkt niet aan de handhaving van een verbeterde opleiding der leerkrachten. Van heel de zelfstandigheid der onderwijzers wordt niet meer gewaagd, er kon-een serie van 7 straffen voor de schoolmeesters, dan heeft men meer keuze dan bij de 3 bestaande. De school meestert zal in het vervolg rondloopen met de idee, dat hem vandaag of morgen een der zeven straffen van Terpstra zal treffen. En we krijgen de nieuwe schoolgeldregeling; in 1920 kregen we die waarbij het principe was uitgevochten dat deze niet meer zou dienen om de standenschool te handhaven, waarbij de goed geoutilleerde school voor de beter gesitueerden was, de slecht geoutilleerde de volksschool. De schoolgeldrege ling kon daarna niet meer gehandhaafd als mid del om ons onderwijs als standenschool te orga- niseeren. Die proportioneele regeling wordt ook nu gehandhaafd, maar niet voor het bijzonder onderwijs, dat nu een middel krijgt om oneerlijke concurrentie tegen de openbare te plegen, en lustig te speculeeren op de zucht van ons volk zich te laten indeelen in standen. We waren op weg het Ned. volk te leeren dat we van het standenonderwijs af moeten, nu wordt dat weer bedorven. We beleven een tijd van groote maatschap- Zware regendruppels kletterden tegen de ruiten. De betoovering was verbro ken. Als Chipstead .een ^ijgeloovig man geweest was, zou hij! dezen ommekeer in de elementen beschouwd hebben als een teeken een waarschuwing, dié hem' een tweeledige boodschap bracht: ten eerste, dat geluk met Susan Cour tenay niet voor hem weggelegd was, en ten tweede, dat het dwaasheid was, zijn tijd te verbeuzelen als er degelijk werk te doen viel. De machten, die het lot van het menschdom bestierden, zonden hun signalen naar hem uit, en hij kon deze niet verloochenen. „Het regent I” Deze alledaagsche woorden werden geuit door het meisje, op een toon, die aan een bijna tragische teleurstelling grensde. Ook zij had misschien haar pelijke strijd, het gaat niet meer aan tweeërlei soort onderwijs te organiseeren, de betere soort voor de beter gesitueerden, de slechtere voor de anderen; de portemonnaie mag niet meer bepa len de plaats van het kind. De gezonde idee der eenheidisschool zou onder de wet 1920 be reikt zijn, maar dit is reactie en men poogt er mee de openbare school de nek om te draaien. Er liggen nog meer dingen in dit ontwerp, die dezelfde tendenz hebben. De menschen weten op geen stukken na wat ons boven het hoofd hangt. Hoe erg de tijden ook zijn, als we inderdaad een mooiere maat schappij wülen hebben, zullen we het moeten hebben van het toekomstige geslacht, dat dan een stevige basis van opvoeding noodig heeft om de maatschappelijke problemen op te lossen. Daarom zullen we alle aandacht moeten wijden aan de opvoeding van ons volk. Is het niet ver schrikkelijk dat 500 jongens tusschen 14 en 18 jaar in Amsterdam rondloopen, is het niet ratio neel dat 2 groepen worden uitgeschakeld, die in het productieproces niet thuishooren, de jeugd en de ouderdom. Wie het zoo ziet, gruwt van wat de rechtsche groepen ons volk in dit wets ontwerp weer aandoen 1 De volgende motie werd met algemeene stem men aangenomen: De vergadering, belegd door het Plaatselik Comité van Aktie tegen het Wetsontwerp Terp stra, gehouden te Sneek op 19 Februari 1932, gehoord de besprekingen, overwegende: dat het wetsontwerp inbreuk maakt op de pacificatie, ten nadele van het openbaar onder wijs, dat het, in flagrante strijd met de opdracht aan de Staatskommissie-Rutgers, bezuinigingen voorstelt, die de vitale belangen, zowel van het biezonder als het openbaar onderwijs dit met name door een uit onderwijs- en opvoedkundig oogpunt niet genoeg te veroordelen opvoeren van het aantal leerlingen per leerkracht ten zeerste benadelen, dat het geen bepalingen inhoudt, die, in over eenstemming met genoemde opdracht, aan <W financiëele gelijkstelling van openbaar en bie zonder onderwijs een minder kostbare toepas sing geven; integendeel, dat het wetsontwerp oorzaak zal zijn van een zeer ten nadele van Rijks- als Gemeentelike Financiën voortgezette stichting van biezondere scholen en schooltjes, dat het uit de Wet wegneemt een als nood- zakelik voorgenomen verbeterde onderwijzers opleiding en daarin bepalingen opneemt, die aan de beteekenis van de onderwijzers als opvoed kundige leerkracht ten zeerste afbreuk doen, van oordeel, dat aan de financiële gelijkstel ling een minder kostbare toepassing kan worden gegeven, waarbij bovendien de belangen van het onderwijs zullen worden gediend, door o. a.: a. bij de aanvrage tot oprichting van een bie zondere school niet meer mee te tellen de kin deren, die reeds een biezondere school bezoeken, b. geen medewerking te verlenen tot oprich ting van biezondere scholen met minder dan drie leerkrachten, c. de concentratie van U.L.O. scholen te be vorderen, verklaart zich homogeen met de door het „Co mité van Aktie tegen het Wetsontwerp Terpstra” ingestelde aktie, vertrouwt, dat het deze aktie onverzwakt zal voortzetten, teneinde de Volksvertegenwoordi ging te overtuigen van de noodzaak van het aanbrengen van de door het Comité voorgestane verbeteringen en besluit deze motie ter kennis te brengen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de pers. De heer Lust sloot met een warm woord van ziekte overleden dr. Johannes Hannema. Reeds eenige jaren had deze geneesheer zich om zijn gezondheidstoestand uit de praktijk teruggetrokken, doch de tijding van zijn overlijden zal ongetwijfeld diepe indruk ma ken bij allen die hem gekend hebben, bij zijn tallooze oud-patiënten in het bijzonder; hij is aan veler ziekbed niet alleen geweest de kundige dokter, maar ook de hartelijke, de hulpvaardige mensch, wiens opbeurend woord gaarne werd gehoord en gewaar deerd. Dr. Hannema werd 13 November 1869 te Hantum in West-Dongeradeel geboren, stu deerde te Groningen, behaalde de doctors titel te Gent en vestigde zich hier op 21 Ja nuari 1903. Al spoedig verwierf hij zich, dank zij zijn kwaliteiten als dokter en als mensch, een buitengewoon veelomvattende praktijk ook buiten de stad, hij had jaren lang in een der ressorten van Wymbritsera- deel de armenpraktijk waaraan hij zich met alle krachten van geest en lichaam ten volle heeft gegeven. Ziekte heeft hem eenige jaren geleden genoodzaakt de door hem zeer geliefde werkkring op te geven en sedert dien hoorden wij niet veel meer van dr. Han nema, al leefde in veler harten de dankbaar heid voor wat deze mensch voor hen geweest was. Thans komt de tijding van zijn over lijden op 62-jarigen leeftijd. Bij zijn leven hebben zijn vele vrienden en oud-patiënten eigenlijk nimmer gelegenheid gehad collectief hem hun waardeering en dankbaarheid uit te drukken, bij zijn 25- jarig ambtsjubileum in 1928 heeft hij zich aan alle huldebetoon onttrokken. Wij zijn echter overtuigd dat velen thans nog eens in weemoed en dankbaarheid de groote ver diensten van dezen bescheiden man, dezen goeden burger van Sneek zullen gedenken. schoolstrijd maken. Maar een nieuw stuk school strijd breekt nu aan, een strijd zooals wij nog niet hebben gekend. In Nederland was aan de pacificatie van 1917 21 voorafgegaan een tweede 80-jarige oorlog van 18401920. Het tijdperk 1840--57 was de strijd in opkomst en ging in hoofdzaak om de vrijheid van het onderwijs, dus of dit overgelaten mocht aan het particulier initiatief of alleen on derwerp van staatszorg zou zijn. Het einde van dit deel van de strijd was dat er particuliere scholen mochten zijn, maar dat de staatskas er geen gelden voor mocht uittrekken. In ’t tweede tijdperk ging het om de kinderen en de dubbel tjes en in 1889 kwam de subsidie wet-Mackay, waarbij aan de confessioneele scholen rijkssub- sidie toegestaan werd. De Savomin Lohman zeide toen dat nu bereikt was wat te bereiken viel, er moest nu definitief vrede zijn. Het tegen deel is waar, daarna krijgen we de tijd van de felste schoolstrijd nl. om de gelijkstelling; wets wijzigingen vergrootten de subsidies voor het bijz. onderwijs, een stroom van laster kwam los van de zijde der voorstanders van de bijz. school over de openbare school en haar leer krachten. Men durfde zelfs wetsvoorstellen te opperen dat het bijzonder onderwijs regel, het openbaar aanvulling zou zijn. Het verkiezings jaar 1913 stond o. a. in het teeken van de school strijd en rechts kwam in de minderheid en als de soc.-dem. toegepakt hadden, hadden we een linksch ministerie gehad, nu kregen we een extra parlementair kabinet Cort v. d. Linden. We kre gen toen de Bevredigingscommissie, die het per spectief opende op werkelijke vrede en bevesti ging der nationale eenheid. In de commissie von den ten slotte alle partijen elkaar op de grond gedachte dat door de schoolstrijd het volkson derwijs zoozeer in het gedrang gebracht werd, dat men tot elkaar moest komen om dit onder wijs op hooger peil te brengen. Men gaf van beide kanten wat toe, nechts haar eisch dat in de grondwet het bijzonder onderwijs regel moest zijn, links aanvaardde de volledige financieele gelijkstelling. De verkiezing van 1917 bracht een rechtsche meerderheid en de Onderwijswet 1920 werd onder rechts tot stand gebracht. Er waren sceptici die vroegen hoe men kon verwachten dat rechtsche partijen de openbare school recht zou den doen, maar inderdaad de wet 1920 bracht belangrijke verbetering voor het volksonderwijs, we kregen de mogelijkheid van het zevende ver plichte leerjaar, verbetering der opleiding der onderwijzers, voorts kans op een bewaarschool- wet De historie na 1920 heeft echter geleerd dat het peil van het volksonderwijs van nu verge leken bij dat voor 1920 behalve dan wat het zevende leerjaar betreft, er niet op vooruit ge gaan is. Organisatorisch is heel ons volksonder wijs versplinterd; in de kleinste plaatsen kreeg men paedagogische jammergestalten. Waar één goed geoutilleerde openbare school was kreeg men nu vele één of tweemansscholen. In Over- ijsel waren in 1929 nog maar 8 der scholen goed geoutilleerde scholen, 40 één- en twee mansscholen en dat alles kostte schatten geld. Een school met 280 leert wordt omgezet in 7 dwergscholen met elk 40 leerlingen. Dat had men van de materieele verbetering van het on derwijs gemaakt l De onderwijsbegrooting liep op van 70 mil lioen tot 160 millioen gulden, en het werd hoe langer hoe duurder en mede daarom werd in 1926 de staatscommissie-Rutgers ingesteld, op wier rapport het wetsontwerp-Terpstra is geba seerd. De commissie moest met eerbiediging van het beginsel der financieele gelijkstelling en zon der schade toe te brengen aan de vitale belangen van het onderwijs, aan het beginsel der gelijk stelling een minder kostbare uitvoering trachten te geven. Jbc. R G. 16. Nu... met dit meisje naast zich... „Zijt ge ooit aan de Fransche Riviera geweest?” vroeg hij1, bevreesd, dat zijn langdurig stilzwijgen verkeerd opgevat zou worden. „Neen vader heeft belóofd, mij den volgenden winter daarheen te bren gen.” „Hij zal1 u er heen brengen.” Bunny verviel1 weer tot zijn gepeins. Voor dit meisje was slechts éen land schoon en bevallig genoeg om in te wonen, en dat was Frankrijk. Want haar oogen evenaarden het saffierblauw van de meest romantische zee op de wereld; zij was geschapen voor zonne schijn en lach en waar elders kan Provence in deze opzichten overtroffen worden, of zelfs zijns gelijke vinden? Op weinige honderden ellen afstands van die villa te Cannes waren golflinks aan gelegd. Zij zouden samen spelen. Gedu rende de middagen, konden zij een van die tallooze verrukkelijke uitstapjes on dernemen. Des avonds zouden zij een voudig onder elkaar dineeren, of hij zou haar lat,en schitteren, boven de regee- rende schoonheden van Les Ambassa deurs in Cannes, of Ciro in Monte ten van gebeurtenissen draaide? Zijn gezicht was totaal onbekend geweest, maar hij had in de misdadigerswereld van Europeesche hoofdsteden gewerkt, hetzij als misdadiger, hetzij als werk tuig zooveel was zeker. En dat hjj gevreesd werd, als verrader of als spion, werd door zijn wreede dood bewezen. Wordt vervolgd. Carlo uit. Slechts nu en dan, zou hij haar geheel1 voor zich zelf alleen ver langen „Wat zit ge te peinzen!” Er schemerde een lichte scherts in haar stem door en hij keerde met een schok tot de werkelijkheid terug. Ijdele droomenniets van dien aard kon ooit verwezenlijkt worden, natuurlijk. „Ik dacht aan de genoegens, die ge bij uw eerste bezoek aan het Zuiden van Frankrijk smaken zoudt,” ant woordde hij. „Het is een land van ge luk en van lach. Er zjjn vele harde dingen van de Franschen gezegd, maar ik heb ze altijd beminnelijk gevonden. In Provence doet iedereen zijn best dé vriendelijkheid zelve te zijh het perso neel1 van hotels, de winkeliers, de in woners. Alleen de toeristen leert men haten de Engelschen, omdat er zoo veel ploerten bij zijn, zelfzuchtigen lomp, zelfs onderling ik zou omtrent de gedragingen van Engelsche toeris ten in de Riviera-hotels 'een boek kun nen schrijven 1en de Amerikanen, omdat zij in hun domme halsstarrig heid voor alles buitensporige prijlzen willen betalen en de ziel van de inwo ners bederven.” „Dat is stellig een tamelijk scherpe kritiek, niet waar?” „Volstrekt niet. Als ge zelve aan de C6te d’Azur zijt, zult ge de waarheid zien van hetgeen ik gezegd heb. Ik ben half Engelschman, half Amerikaan, en kan dus zeker niet van vooringeno menheid beticht worden. 'Amerika en Engeland zijn beide groote naties, maar sommigen van hun vertegenwoordigers vertoonen zich niet van hun beste zijde, als zij in Frankrijk reizen. En de zoo genaamde welopgevoede klassen zjjh dikwijls de ergsten; toen ik het laatst Van „Heden kust Parijs”, de hoofdfilm in de Amicitia Bioscoop, gaven we reeds de inhoud. Oskar Karlweiss en Jenny Jugo zijn hier de voortreffelijke spelers in een zeer amusante film. J. Mesdag, f Op ongeveer 81-jarigen leeftijd is te Leeu warden overleden de heer J. Mesdag, zuivel- consulent van de Friesche Maatschappij van Landbouw en officier in de orde van Oranje- Nassau. Een kortstondige ziekte heeft een einde gèijjaakt aan dit lange en vruchtbare leven. Bedreiging met een overval op bet Leeuwarder postkantoor. Bijzondere maatregelen zijn te Leeuwar den genomen ter bescherming van het post kantoor, waarvan de directeur verleden week een anonieme brief kreeg, met de waarschu wing, dat een overval zou worden gepleegd. Opstootjes te Leeuwarden. Zondag na een protestvergadering der communisten te Leeuwarden heeft een stoet getracht toegang te krijgen tot de ge vangenis om de 12 gevangen arbeiders uit de Z.O.-hoek te bezoeken. De toegang werd natuurlijk geweigerd, waarna opstootjes ontstonden; de politie trok de sabel en ver wonde 2 personen zoodanig, dat ze medi sche hulp noodig hadden. De rust was toen spoedig hersteld. Berlln-ramp herdacht Het vergaan van de Harwich-boot de Berlin op de pieren bij Hoek van Holland op 21 Februari 1907, waarbij 125 menschen omkwamen, is Zondag op het kerkhof te ’s Gravenzande, waar de slachtoffers begra ven zijn, herdacht. Prins Hendrik was er bij tegenwoordig. aan de Riviera was, zag ik een En- gelsch ’geestelijke en zijn vrouw, een merkwaardig staaltje van onhebbelijk heid geven, omdat hun tafeltje in de eetzaal niet naar hun genoegen ge plaatst was.” „Dan zal ik moeten oppassen 1” „U".... Hjj durfde niet meer zeg gen. Haar schoonheid beneep hem zoo danig de keel1, dat hij nauwelijks kon ademhalen. De klassieke reinheid vén haar fijn aangezicht; haar oogen, die waren als sterren, die aan een Riviera- avondhemel flonkerdende zachtheid van haar lippen, de teere welvingen van haar jeugdig, heerlijk lichaam hoe licht zou hij er toe gekomen zijn, zich als een zot aan te stellen! Eensklaps rommelde de donder. Het vulde het heelal met een ratelend ge luid. Aan een hemel, die helderblauw Biosaoopnleuws. In de Bioscoop bij deWaag geeft Norma Talmadge prachtig spel in de hoofdrol van „Haar grootste offer”, een film vol dramatische spanning. Voor het luchtige genre zorgen hier Cohen en Kelly, in een onbedaarlijk lachsucces. dient voor de zaak aan het werk gezet was, bleef het onbegrijpelijk, dat Hed- dingly, gesteld, dat dj het slachtoffer van het verlies van zijn geheugen ge worden was, nu nog niet teruggevonden was. Welke waren de voornemens van „De Gemaskerde”? Misschien, Hed- dingly vermoorden, maar daarbij bleef hij niet lang stilstaan. Iedere misdadi ger kon een moord begaan wat is gemakkelijker te bedrijven? en de man, dien hij' nu tegenover zich had, had bij ontelbare gelegenheden bewe zen, een volleerd meester te zijn. Hjj overtuigd, datde artistieke zin den ander voor iets zoo alledaags den neus zou optrekken, al1 wist hij, dat Heddingly een gevaarlijk, en tevens vastberaden vijand was. Neen, hij was er zeker van, dat Hed- Het gevoel van neerslachtigheid had hem nog niet verlaten, toen hij! op zijp kamers in St. James’ Street aankwam. Als hij zjjn normale volmaakte gezond heid niet genoten had, zou hij! dit vage gevoel1 van lusteloosheid aan gebrek aan lichaamsbeweging toegeschreven heb ben, maar hjj wist dat hij ziek was naar den geest, en niet naar het lichaam. Hij had een voorgevoel, dat hij niet kwijt kon raken er stond iets te gebeuren. De lucht scheen vol voor- teekens. Bij andere gelegenheden tij dens zijn leven was hij ook gedwongen geweest naar deze onzichtbare stemmen te luisteren maar dan had hij! zich geweest was, flitsten nu bliksemstralen, door de daad uit zijn sombere over- dingly nog leefde. Maar, in leven zijn, peinzingen losgerukt. Nu was hij! mach- beteekende in de gegeven omstandig- telloostot de vijand een zet deed, kon heden misschien nog erger dan de dood, hij geen tegenzet ondernemen. i Bob werd ergens gevangen gehouden, Hij schonk zich een whisky-soda in, als slachtoffer, als gijzelaar, misschien en ging de gebeurtenissen nog eens in of als een onderpand, dat „De Ge- hun volgorde na. Om de een of andere maskerde” in een nieuw komplót wilde reden, die tot dusver onbekend was., gebruiken. Het ging om een zeer grooten slag reeds één man had er het leven bij toen hij het gevaarlijke En dere Chef van den Geheimen Dienst,| wie was dat geheimzinnig individu, rond had zeer zeker Sir Robert Heddinglywiens lijk de geheele ontstellende _ke- hem bij zijn kuiperijen en komplotten; in het vaarwater gezeten. Zijn aanvankelijk voornemen was met goeden uitslag bekroond; dit feit van gewicht behoorde onder de oogen ge zien te worden. Hij had beproefd de vreezen van Susan te sussen door het meest voor de hand liggende te zeggen, droevig, en haar ontstellend visioen ge- maar, nu ieder man van zjjn departe- I 4» 4 NIEUWE SNEEKER COURANT annex SNEEKER COURANT (75e Jaargang)

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1932 | | pagina 1