Nieuwe Sneeker Courant
Sneeker Courant
De kleiokindereB van Mevrouw van Doren
(Vervolg).
K1EZEBRINK Co.
SNEEK
Veemarkt te Leeuwarden
ll
Handels- en Marktberichten
Gratis huis-aan-huis verspreiding
in 41 steden en dorpen
I
I
I
annex
UITGAVE:
SPORTRUBRIEK.
Is
Wordt vervolgd.
Winkeliers!
Middenstanders
SNEEKER ONDERLINGE
VOETBALBOND.
Competitiewedstrijd op a.s. Zaterdag.
Terrein Sportpark. LSCSneek-Vete-
ranen. Aanvang half drie. Toegang 10
cent.
HET NEDERLANDSCHE
ELFTAL SAMENGESTELD.
Gisteravond, bij' de training op het
veld van VUC te ’s-Gravenhage, heeft
de keuzecommissie het Nederlandsche
elftal voor den wedstrijd tegen België
als volgt samengesteld:
Van der Meulen, d.Weber en Van
Run, a.Pauwe, Anderiessen en Van
Heel, m.Wels, Adam, Lagendaal, Mol
en Van Nellen, v.
Van der Meulen is aanvoerder.
mne-
zwart
zwart
INGEZONDEN.
KLEINZAND 5-7
TELEF. 150
8.
i pl
4— 10
13— 19
19—24
juist op tjjd.
14X23
10X19
8—13
5— 10
10—14
1—7
14— 20
wel aangewezen.
19X10
van zwart:
7—11
2—8
19—23
10—14
Wit:
48.
49.
50.
51.
52.
53.
54.
55.
56.
57.
geeft' zwart op.
Een interessante party.
46—41 11—17
overweging verdient 12—17.
10—14
14—20
Wim’s ziekte. Als zij het hem niet had
voorgesteld, zpu hij nooit op de ge
dachte zijn gekomen om de schrijf
machine te halen.
O, als Wim eens ernstig ziek werd,
als hij eens
Ze durfde er niet aan denken en
liep langzaam de gang door naar de
tuinkamer. Tante Winnie zat in een
diepe stoel bij de haard. Ze zag Nan’s
bedrukt gezicht en begreep, dat het
kind zich erg ongelukkig voelde.
„Kom eens „hier, Nan. Wij moeten
eens samen praten.”
Ze trok een bankje naast haar stoel.
Met een zucht ging Nan erop zitten.
„Tante,” zei ze zacht, „is Wim erg
ziek? Wat denkt oom Frans ervan?”
„Oom vreest, dat het longontsteking
zal worden.”
Nan begon te schreien. Ze herinner
de zich, dat Dik, haar broertje, een
paar jaar geleden die ziekte ook had
gehad en dat men getwijfeld had of hij
in leven zou blijven.
„Je moet je dat niet hl te erg voor
stellen,” troostte tante Winnie, terwijl
ze haar arm om Nan heen slóeg. „Oom
zegt dat Wim een taai gestel heeft, al
is hij niet één van de sterksten. En al
ons getob helpt toch niet. We moeten
nu maar afwachten, hoe de ziekte zich
verder ontwikkelen zal. En nu de
kwestie van de schrijfmachine. Daar
pieker je natuurlijk ’t meest over, hè?
Dat jij Wim op ’t idee hebt gebracht
om ze t® haiatt."
Mijnheer de Redacteur.
In brochuurtjes, redevoeringen en biljet
ten van „Dageraad” en dergelijke „weten
schappelijke” richtingen, kan men nog vaak
Dinsdags weinig volk in de stad, en
dat beetje dat er komt gaat door de
geriefelijke autobusverbindingen al heel
gauw weer weg, ja komt soms haast
de stad niet in want immers parkeer-
en Veemarktterrein liggen buiten de
stad!
En de weinige menschen die nog
werkelijk de stad in komen wordt
op de markt op de Wip en onder de
Waag zooveel aangeboden door Uwe
buitenstadsche concurrenten, dat zij
Uw zaak niet meer noodig hebben.
Wij nijvere Sneeker winkeliers moe
ten toelaten, dat het weinigje, dat er
nog verkocht kan worden, ons voor
den neus weg wordt gekaapt door
vreemdelingen 1
Kan en mag dat? Moeten wij tot
vlak voor onze deur en tot bijna in
onze winkels, waar wij de hooge lasten
en onkosten hebben te betalen, nog
langer dulden dat ons op allerlei wijlze
het brood wordt onthaald?
In de Middeleeuwen zouden wij1 te
hoop zijn geloopen om met hooi
vorken en dorschvlegels de Keele markt
zelf te zuiveren en onder het geroep:
Weg met de vreemde kooplieden!
Winkeliers hier is een taak. Bijna
elke branche is op de markt vertegen
woordigd, daarom op voor de leusde
markt aan de eigen Sneekers! Schaart
U nauw aaneen om aan het markteuvel
een einde te maken!
Laat U met afsebepen met het
praatje: de markt brengt volk in de
stad en geeft leven! Dat was vroeger
zoo. Maar nu kunnen de winkeliers het
kleine beetje niet missen.
Op voor afschaffing der markt en
alleen Sneekers op de staanplaatsen.
SNEEKER.
15X24
33—39
12—18
38—42
42—47
21—27
18X27
47—20
20—9
en na eenige zetten
de grondgedachte der schep
pingsleer. De dingen schijnen niet ver
schillend, maar zij b 1 ij k e n verschillend te
zijn, omdat zij van den aanvang af op iets
verschillends zijn aangelegd, omdat zij in
wezen verschillend zijn. Hier nu komt de
nieuwe psychologie de biologie te hulp. Zij
toont ons scherp de grenzen van het ani
male leven. Zij laat zien dat er een klove is,
geen vervloeiing in de werkelijkheid. Eener-
zijds leert zij bv. in Jennings proeven met
protozoën scherp het verschil aanwijzen tus-
schen het dierlijke en het zuiver vegetatieve
leven. Anderzijds bepaalt zij door Kohlers
apen-experimenten onvergelijkelijk veel
scherper dan het ooit morphologisch of phy-
siologisch denkbaar zou zijn, het wezens
verschil tusschen dier en mensch.
Zoo wordt de groote hoofdgedachte van
Genesis 1 bevestigd. Er zijn qualitatieve
verschillen in de werkelijkheid, wezensver
schillen, die zich door geenerlei evolutionis
tische bespiegelingen tot niets laten ver
vluchtigen. De dingen der natuur, in de ons
omringende werkelijkheid, zijn niet een we-
zenlooze chaos. Zij zijn geschapen „naar
hunnen aard”.
Wel interessant deze citaten. Zij bevatten
een prachtig meditatie-object voor de Dage-
raadsmenschen en tevens laten ze duidelijk
zien voor de zooveelste keer dat juist de
nieuwste, moderne, ware wetenschap bewijst
dat de oude Bijbel nog niet verouderd is.
Met hartelijken dank, hooggeachte Re
dactie, voor de plaatsruimte.
Nan knikte haar tante toe. Wat zou
ze er van zeggen?
„Je deed het natuurlijk, omdat je
’t zoo prettig zou vinden dat de machine
vandaag nog in huis kwam. Dan kon
den jullie ze mij morgenochtend dade
lijk geven, is ’t niet zoo Anders moest
ik misschien wel tot morgenavond
wachten. En dat vond je zoo> akelig
voor die arme tante, hé Nannie?”
Ze keek haar nichtje glimlachend
aan. Nan glimlachte ook.
„De .bedoeling was dus goed, maar
je had eerst wel eens mogen be>-
denken of er ook gevaar bij de onder-
neming was. En in elk geval had je
Omoe moeten vragen, of zij 't goed
vond dat Wim ging. Op dit punt heeft
Wim evenveel schuld als jij. Hij wist
heel goed, dat hij niet stilletjes mocht
uitgaan. .Maar jullie vreesden nee,
jullie waren er zeker van dat Omoe
haar toestemming niet zou geven en
daarom zwegen jullie maar liever. En
dat was van jou zoowel als van Wim,
heel verkeerd. Vind je dat zelf ook
niet?”
Nannie knikte.
„Als je dus in 't vervolg weer eens
je zinnen op iets hebt gezet, dan niet
tegen alles in je wil doordrijven, maar
eerst oudere menschen om raad vra
gen. Dan hoef je later geen berouw te
hebben van je onnadenkendheid.”
Nannie knikte weer. Ze voelde zich
opgelucht door tante’s woorden.
Tant® vond haar dui niet eoo «chul-
SIMULTAAN SEANCE.
Dinsdagavond speelde de heer H. de
Boer simultaan tegen de damclub
Joure, aan welke seance 17 spelers in
volgorde der krachtsterkte deelnamen.
Na slechts 2% uur spelen was be
kend dat onze stadgenoot 10 partijen
haa 'gewonnen, terwijl remise werd ge
speeld aan de borden 1, 3, 4 en 14.
Winnaars werden K. Kornelis, S. Bran
den'burg en W. Bakker, gezeten aan de
borden 10 en 12.
Stand 2410 in De Boer’s voordeel.
dig, als ze zich zelf eerst voorkwam.
„Maar Noor geeft mij de schuld van
alles,” zei ze na een oogenblik van
stilte. „Ze wil geen woord tegen me
zeggen.”
„Ze voelt zich op ’t oogenblik ramp
zalig, dat moet 'je niet vergeten. Je
weet hoeveel ze van Wim houdt. La-
ter zal ze de zaak wel beter gaan in-
zien. En nu moet ik weer naar Wum.
Dan kan Omoe gaan rusten, 'k Zou
ook maar naar bed gaan, als ik jou
was.”
„Blijft u vannacht waken bij Wim?”
Nan wou dat ze ook wat voor hem
kon doen.
„Ja, maar Marie komt me aflóssen.
Wil jijde andere kinderen goeden nacht
wenschen van mij en zeggen dat ze
naar bed moeten gaan? Dan hebben we
rust in huis en dat is ’t eenige, wat de
zieke noodig heeft. Nu, wel te rus
ten, kind! Ik ga naar boven."
Een poosje daarna slopen ook de
kinderen naar hun kamers. Noor was
de laatste, die naar bed ging. Tante
Winnie had. beloofd, haar te zullen
roepen, zoodra er verandering in Wim’s
toestand kwam.
Toen ook de anderen naar bed waren
gegaan, was 't in huis stil en donker,
behalve in de ziekenkamer, waar tante
Winnie bij een schemerlamp de wacht
hield.
Nadruk verboden.
Wim zei geen woord meer, maar lag
stilletjes in zijn warm nestje met de
schrijfmachine onder de arm. Einde
lijk had hy de verborgen schat ver
overd. Nu was hij' tevreden, ofschoon
hij zich zwak en duizelig voelde.
Noor was geheel opgemonterd, na
dat Wim met haar gesproken had. Hij!
praatte zoo gewoon. Zij geloofde niet,
dat hij ziek was. Als hij' eens flink ge
slapen had, zou hy weer geheel de
oude zyh, dacht ze.
Maar toen oom hem thuis uit de slee
nam en naar binnen droeg, had hy
hard de koorts. Hy werd naar bed ge
bracht en Omoe en tante Winnie ble
ven verder de heele avond by hem.
Noor bleef op haar eigen kamer,
die tegenover de ziekenkamer lag. zoo-
da ze kon zien wie daar uit en in
gingen.
Het was een geluk, dat de dokter
zoo dicht bij de hand was. Oom Frans
had bepaald dat er 's nachts bij de
patient gewaakt moest wonden.
Tante Winnie en Marie zouden om
baurtnn dia taak waarnemao.
Voor de kinderen die, behalve Noor
en de kleintjes, in de leerkamer bij
elkaar zaten, weid het een treurige,
vervelende avond.
Niemand bemoeide zich met hen en
ze waren te moe en te veel onder de
indruk van Wim’s plotselinge ziekte,
om een spelletje te gaan doen.
Mina ontfermde zich ten slótte over
hen en bracht een blad met melk en
boterhammen binnen.
„Jullie moeten maar eens een stukje
eten,” zei ze. „Dat zal je opknappen.”
Ze scheen vergeten te zijn, dat ze met
dezelfde „wilden” te doen had, die haar
soms zoo geducht uit haar humeur
konden brengen.
De kinderen keken haar dankbaar
aan.
„Je bent een beste,” zei Nol. .„Mor
gen mag je mee op mijn sleedje rijden.”
„En met mij,” riepen de andere jon
gens. „Ik neem je mee van de hoog
ste heuvel af”.
„Laat mij1 maar beneden blijven,”
lachte Mina. „Daar ben ik veilig.”
Ze fluisterde Nannie, die droevig voor
zich uit zat te kijken iets in het oor.
„Of je even by juffrouw Winnie
kwam, in de tuinkamer.”
„Ja, ik ga dadelijk. Heb je Noor ook
een boterham gebracht, Mina?”
Mina knikte. „Ze wil niks hebben.”
Nan zuchtte en ging achter Mina
aan de kamer uit.
Zij' voelde zich diep ongelukkig, want
go®d beschouwd was d® oormak van
Stand na de 47e zet van wit
Zwart: 12, 13, 15, 17, 21, 28, 38.
14, 24, 26, 31, 35, 36, 41 en 48.
24—20
14—10
10—4
4—15
15X50
50X6
31X22
6—28
41—37
28—10
Partij gespeeld tusschen de heeren
A. J. de Vries (wit) en G. de Vries
DCL (zwart):
wit
32— 28
33— 29
37X28
veelal speelt men hier ook wel
19—24, 14—19, 20—25 en 25
X 14.
28X19
wat veel sterker is dan 29 X
28, daar wit nu de partij op
het centrum kan instellen.
13X33
17—22
11X22
14—19
12—18
9—13
8—12
netweis m deze stelling sterk
is te noemen, gevolgd door:
32—27
34—30
38—33
30—25
wit had hier beter een afwach
tende houding kunnen i-
men, welke speelwijze
43— 39
33X24
3934 gedw. 40 X 29
49—44
31—26
27—22!
38—32
32X34
een mooie schijfwinst.
34—29
29— 24
37—31
44— 40
40— 35
30— 25
25—20
20—14
41—37
45—40
40—34
zou thans doorbraak
naar dam kunnen forceeren,
door 22—28 en 13—19 zij' het
dan ook ten koste van schij
ven, daar voor wit na deze
transactie nog overblijft 2721.
13—19
6—11
sterker is 711.
schetterende fanfares hooren over evolutie
en ontkenningen van een Schepper. Het ma
terialisme, wat bij de denkers morsdood is,
morrelt daar nog wat na.
Hoogstaande geleerden laten een ander
geluid hooren dan een halve eeuw terug. On
langs las ik uit de „N. Rt. Ct.” een verslag
van een rede van prof. Kohnstamm, een man
met een klinkenden wetenschappelijken
naam. Hij sprak over: Schepper en schepsel.
Mij troffen daarin zeer sterke uitdrukkingen,
die kras ingaan tegen het botte atheïsme.
Ik citeer een paar zinnen:
„Er is, aldus spr., een tijd geweest en hij
ligt nog pas achter ons, waarin de weten
schap geacht werd met alle scheppings-the-
orieën te hebben afgerekend. In de plaats
daarvan was gekomen de evolutie-leer, die,
op wijsgeerig terrein ontstaan, door haar
toepassing vooral op biologisch gebied, de
scheppingsleer voorgoed scheen te hebben
verdrongen. Spr. herinnert zich uit den aan
vang van zijn studietijd nog, hoe absurd hem
twijfel daaraan voorkwam.
Maar sedert is de stand der problemen
wel zeer veranderd; biologie (kennis van
het leven), psychologie (zielkunde) en wijs
begeerte hebben daartoe samengewerkt.
Wil dat zeggen, dat wij weer geheel tot
het vroegere vóór-Darwinistische standpunt
zijn teruggekeerd?
Geenszins. Maar wij hebben geleerd voor
zichtiger te zijn en nauwkeuriger te onder
scheiden Het feit van de veranderlijkheid
der soorten zal niet licht door deskundigen
worden betwist. Maar het is allerminst in
strijd met een theïstische, met de bijbelsche
wereldbeschouwing, wat ook sommige rech
ters in Dayton en in Amsterdam nog be
weren.
Er rijst door dit feit dan ook noch een
redelijk, noch een religieus conflict. Van de
oorspronkelijke Darwinistische beschouwing
is dan ook zoo goed als niets overgebleven.
Meer en meer komt men in de biologie tot
de overtuiging, dat de „verklaring” van de
verandering
opeenhooping van elementaire oneindig
kleine verschillen iets onmogelijks wil
Daarmede zijn wij weer teruggekomen tot
daarna zal volgen.
15. 33—29
nu schijf 4 van zwart dient
opgespeeld, kan wit- wei tot
15- 23X34
flankspel overgaan, en veelal
met succes.
16.
het in Uw zaak tegenwoordig
druk? Op een enkele uitzondering na
zegt ge allen: neen!
Bijna geen volk op straat, niets in
den winkel!
26.
Stand na de 26e zet
zwart: 3, 6, 7, 10 t/m 13, 15, 16„ 18,
22 en 23.
wit: 27. 30. 31. 33. 36. 38. 43 45
t/m 49.
27.
w—aa
J
25X14
47—41
4.
EEN ABONNÉ.
Kinderrubriek.
Het blad voor Uwe Advertentiën
L 1 ggg-g—emMH—5eae-sasBgSB—
1.
2.
3.
30.
31.
39X30
44—39
39—33
30X19
25X14
42—38
40—34
34— 30
30—25
35— 30
18— 23
23X32
19— 23
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
39X28
28X17
44—39
50—44
41—37
37—22
28.
29.
30.
zwart
3—9
23—28
28—33
17X28
33—38
40.
41.
42.
43.
44.
45.
46.
47.
11.
12.
13.
14.
32.
33.
34.
35.
36.
37.
38.
39.
19.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
4.
5.
6.
7.
9.
10.
11 Maart 1932.
365 Stieren f 60 f 280.
Prljsnoteerlng
Vette Koeien per K.G. 4464 ct., vette
varkens per K.G 18-25 ct. Zouters per
K.G. 2224 ct. Zware Zouters per kg. 00 ct.
OVERZICHT.
Handel in melk- en kalfsvee en Vette
koeien, enkele beste (koeien redelijk
en prijshoudend, overige iets minder. Stieren
inzet flauwer, later prijshoudend. Vette kalveren
ongeveer prijshoudend. Nuchteren kalveren
inzet flauwer, afloop kalm. Zware Varkens
niet beter. Zouters iets vaster. Wolvee door
kleiner aanbod ongeveer stationair.
65000 K.G. kipeieren 2’/,—4 ct., per K.G.
50—55 cent.
1000 K.G. Eendeieren 314—4 ct., per K.G.
45—521/2 ct.
Ossen f
f 390 vette Koeien f 100 f 230,
1120Melke-en Kalve Koeien le soort f 90
f 240 2e soort f f 85 Pinken
f 40 f 100, 45 vette Kalveren f 20
f 50, Graskalveren f f 611
Nuchteren Kalveren f 2 f 5.00, 460 vette
Schapen f 12 f 19. 36 Weide Schapen
f 10 f 17, Lammeren f f
1245 vette varkens f 14 f 65, 62 Ma
gere varkens f 10 f 35. vette Biggen
f f 311 Kleine Biggen f 3 f 6,
14 Bokken en Geiten f f ,28 Paar
den en veulens f f Totaal 4772
stuks vee.
9—13
12—18
11—17
7—12
16—21
18—23
23—28
28—33
DAMMEN.
22—28
20X40
17.
18.