lente Blad Uitgave KIEZEBRffl Co. annex SNEEKER COURANT (76e Jaargang) IIlHl lo. 12 Woensdag 9 November 1932 49e Jaargang Dit No. bestaat uit 3 Bladen. i 1 i s i I s i -s i I 1 - U O W K N OFFICIEEL GEDEELTE. t Artikel 13 (het slotartikel) geeft geen aanleiding tot bijzondere opmerkingen. lu h. HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SNEEK maken bekend: dat ter secretarie ter inzage ligt een ver zoek met bijlagen van de N.V. BATAAFSGHE IMPORTMAATSCHAPPIJ, gevestigd te ’s Gravenhage, g. ding na die van den eersten Dinsdag van September 1935. Dit zou dan volgens de thans geldende S 8 gekozen^ nog afgezien van het uit admini stratief oogpunt rijzende bezwaar om de namen der oude gemeenten te combineeren, waardoor verwarring kan worden gesticht. Het lijkt ons toe, dat bij het doorzetten der samenvoeging, het feit moet worden aanvaard, dat Ijlst als zelfstandige gemeen te ophoudt te bestaan, eenvoudig wordt „ingelijfd” bij haar 8 maal grootere zuster- gemeente Wymbritseradeel Dat Wymbritseradeel in haar bestaande vorm wordt „opgeheven” is slechts een for- meele noodzaak, maar in wezen blijft deze gemeente bestaan en wordt door bijvoeging van Ijlst als 29ste „dorp” „oud-stad”, slechts het geografisch aanzien van Wym britseradeel veranderd. Welnu, zoo beschouwd, is er o.i. dan ook geen enkele aanleiding om in de naamge ving der in zeer bescheiden mate „gerecon strueerde” gemeente Wymbritseradeel eeni- ge wijziging te brengen. Wij voor ons achten het bijvoegen van Ijlst met haar ruim 1400 inwoners bij onze gemeente met haar bijna 12000 inwoners secretaris-jaarwedden bij, terwijl in het in Samenvoeging Wymbritseradeel en Ijlst Punt lil. Advies van Burg, en Weth. om trent hef van Gedep. Staten ontvangen wetsontwerp tot samenvoeging der gemeen ten Wymbritseradeel en Ijlst. B. en W. adviseeren: In Uwe vorige vergadering werd om ad vies in onze handen gesteld het aan U ge richte schrijven, gedateerd 2 September 1932 en ingekomen 10 September d.a.v. inzake de wenschelijkheid van verdere voor bereiding van de samenvoeging der ge meenten Wymbritseradeel en Ijlst. Dit schrijven, tevens bedoeld als memorie van toelichting op het tegelijkertijd overge legde ontwerp van wet, eindigt met het verzoek binnen den in artikel 161 der Ge meentewet bepaalden termijn Uwe opmer kingen ter kennis van Gedep. Staten te bren gen. Afschriften der stukken deden wij U bereids ter kennisneming toekomen, zoodat U met den inhoud daarvan op de hoogte zijt. Gedep. Staten zeggen: „na nauwgezette overweging van de adviezen, naar aanlei ding van hun brief van 25 November 1931, no. 114, 2e Afdeeling, van de raden en de commissies van ingezetenen ontvangen over het plan tot samenvoeging van Wymbritse radeel en Ijlst van oordeel te zijn, dat het wenschelijk is deze samenvoeging verder voor te bereiden”. Waar bovenbedoelde adviezen, voor zoo veel onze gemeente betreft, gegeven zijn van den Raad onder dagteekening van 21 De cember 1931 en van de Commissie van In gezetenen onder dagteekening van 2 Maart 1932, is blijkbaar door Gedep. Staten bij de bepaling van hun oordeel geen aandacht geschonken aan Uwe nadere beslissing van 14 Maart 1932, waarbij U zich conform ons gevoelen op het standpunt stelde, dat de fusie in de gegeven omstandigheden niet gewenscht moet worden geacht. „In de gegeven omstandigheden”, dat wil zeggen, zooals wij toen aan U schreven: „Bij ons weegt n.l. zwaar het feit, dat de meerderheid der Ijlster bevolking blijkens de uitslag der gehouden verkiezing de samenvoeging met onze gemeente niet be geert en ook de Ijlster Raad in den grond der zaak er niet voor gevoelt. Derhalve is er grond voor de stelling, dat een fusie op deze wijze tot stand gekomen, niet alleen sterk het karakter krijgt van „annexatie” (waarvan wij van den aanvang af wars zijn geweest), maar ook weinig keers-isolement betreft, hieromtrent zou er o.i. niet het minste bezwaar van de zijde van Ijlst behoeven te bestaan om dit punt door den raad der gecombineerde gemeente wettelijke bepalingen worden den~ eersten 'ng te zien gebracht hiermede dus nog niet Het derde lid van artikel 1 spreekt er van, dat de vereeniging tot stand komt met in gang van 1 Mei 1933. Het behoeft geen betoog, dat de genoem de termijn in een aangelegenheid als deze met al hetgeen hiermede van administratief opzicht annex is, veel te kort is gesteld. Het tijdstip van totstandkoming zou minstens verschoven moeten worden naar 1 Januari 1934 en nog beter zou zijn naar 1 Mei 1934. De artt. 2 en 3 kunnen wij stilzwijgend voorbijgaan, behoudens het laatste lid van art. 3, dat spreekt van het zitting hebben van de leden van den nieuw gekozen Raad en de door dien Raad te kiezen wethouders uiterlijk tot den eersten Dinsdag van Sep tember 1935. Hieruit blijkt, dat de zittingsduur, ook in verband met hetgeen wij omtrent den datum van totstandkoming der samenvoeging op merkten, van den nieuwen raad zoo kort zou zijn, dat het ons gewenscht zou voor komen, deze verkiezing, welke zich bij gewone aftreding ingevolge de gemeentewet aansluit, uit te schakelen in het wetsont werp. In de plaats daarvan zouden wij wil len lezen, dat de zittingsduur van den nieu wen raad en de wethouders strekt tot de eerstvolgende wettelijke periodieke aftre- om vergunning tot het oprichten van een ondergrondsche benzinebewaarplaats, in houdende 6000 liter met een bovengrondsche aftapinrichting, in werking te brengen door een electromotor van |J6 P.K. ter vervanging van de bestaande benzinebewaarplaats, in houdende 2000 liter, met aftapinrichting voor het gebouw Parkstraat No. 16, ka dastraal bekend gemeente Sneek. Sectie A. No. 2929. dat op Woensdag den 23 Nov. 1932, des middags te 13 uur, ten gemeentehuis al daar gelegenheid zal worden gegeven om tegen het verzoek bezwaren in te brengen sn deze mondeling en aahrlftelljk toe te lich ten en dat zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen voor evengemeld tijdstip ter se cretarie, in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen bescheiden kennis kun nen nemen. De aandacht wordt er Inzonderheid op gevestigd, dat volgens de heerschende op vatting, slechts tot hooger beroep gerech tigd zijn zij, die voor het Gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. SNEEK, 9 November 1932. k. Voorstel van Burg, en Weth. om voor bevordelijk is voor een eendrachtig gemeen- extra-steun aan werkloozen een bedrag van f0.10 per inwoner uit te trekken, derhalve de helft meer dan tot dusver; het Nationaal Crisis-Comité draagt dan ook f 0.10 per in woner bij. In verband daarmede post volgnc 287a van begrooting 1932 verhoogen me f600.terwijl de post Onvoorzien (Vo no. 309) met gelijk bedrag wordt verlaagu. Z. h. s. aldus besloten. l. Schrijven van Burg, en Weth. van Sneek, houdende mededeeling, dat naar hunne meening de kostenverdeeling omtrent het gemeenschap pelijk gebruik van de autobrandspuit niet onbil lijk is en er niet toe kunnen medewerken dat de kostenverdeeling wordt gewijzigd. Dit schrijven wordt aangenomen voor kennis geving. m. Schrijven van den Minister van Binnen- landsche Zaken, houdende mededeeling, dat hij heeft besloten zijn steunregeling geldig te ver klaren voor de in deze gemeente woonachtige werklooze bouwvakarbeiders. De Voorz. zegt dat den minister gevraagd is normen vast te stellen/ f 1.hooger dan voor de landarbeiders. De raad bekrachtigt dit ver zoek. n. Voorstel van Burg, en Weth. om hun te machtigen gunstig advies uit te brengen aan heeren Gedeputeerde Staten inzake een tot dit College gericht verzoek van de N. V. Intercom munale Waterleiding om uitbreiding van haar verzorgingsgebied met deelen dezer gemeente en overigens de terzake vereischte beslissingen te nemen. Z. h. s. aldus besloten. o. Mededeeling van Burg, en Weth. dat de steunregeling voor de werklooze landarbeiders is verlengd tot en met 19 November 1932. De Voorz. deelt mede dat f 1.brandstof fenbijslag per week mag verleend en dat de minister gevraagd is of aan de in de werkver schaffing werkenden huur- en brandstoffentoe slag mag worden verleend, een en ander omdat het verschil tusschen deze loonen en de steun aan werkloozen te gering wordt. Het grondtoon in de werkverschaffing is 24 ct.; als een arbeider 50 uur werkt, krijgt hij f 12. Een gezin met 4 kinderen dat werkloos is, krijgt f 10 plus f 0.50 huurtoeslag en f 1 brandstoffentoeslag, is totaal f 11.50. Bovendien is er dan geen slijtage aan kleeren van de werkloozen enz. enz. Spr. ver wacht weinig resultaat van dit verzoek; in de rouleerweek ontvangen de in de werkverschaf fing werkenden wel de toeslagen. Z. h. s. overeenkomstig de voorstellen van B. en W. besloten. p. Negende Statistiek betreffende de distribu tiebedrijven in Friesland, bedrijfsjaar 1931. Ter inzage gelegd voor de leden. q. Proces-verbaal van de opneming van kas en boeken van den gemeente-ontvanger op 2 November 1932. Dit stuk ter inzage gelegd voor de leden. B. en W. deelen nog mede dat de Crisis Zui- velcentrale weigert de rente te vergoeden ad f96.18 van de f30.000 door Wymbritseradeel uitgekeerd aan de veehouders. Zij weigert om dat de gemeente een saldo bij de Bank beschik-t baar had. Had de gemeente het geld moeten leenen dan was de rente wel vergoed. VERGADERING van den RAAD der gemeente WIJM BRIT 8 EB AD E EL op MAANDAG 7 NOVEMBER 1932, 'e voormiddags 10 uur. Vooh. de heer H. M. Martens, burgemeester. Secratarte de hear K. Visser Aanwezig alle (15) leden. Na opening op de gebruikelijke wijze is aan de orde: Punt 1. Notulen der vergadering van 3 Oc tober 1932. (De commissie bestaat uit de heeren Van Gooi, Van der Hoff en Hofstra.) Worden op advies der commissie onveranderd goedgekeurd. Punt 11. Ingekomen stukken en mededee- lingen. a. Resolutie van Ged. Staten van Fries land dd. 12 October 1932, no. 33, 2e Afdee ling F, houdende goedkeuring van het raads besluit dd. 3 October 1932, tot wijziging van de gemeentebegrooting, dienst 1932. b. Schrijven van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken dd. 19 October 1932, no. 18534, Afd. B.B., houdende mededeeling, dat door Hare Majesteit de Koningin is ver klaard, dat. in verband met de Kortingswet, het gemiddeld peil der wedden en loonen van het personeel dezer gemeente niet voor verlaging in aanmerking komt. c. Idem van Burg, en Weth. van Ijlst dd. 10 October 1932 no. 960, waarbij ter kennisneming wordt toegezonden een afdruk van het advies van den raad dier gemeente betreffende het ontwerp van wet tot vereeni ging van de gemeenten Ijlst en Wymbrit seradeel. d. Idem van W. Wesselius te Oppenhul zen dd. 17 October 1932, houdende mede deeling, dat hij de benoeming tot assistent- gemeente-opzichter aanneemt. De stukken a t/m d worden aangenomen voor kennisgeving. e. Verzoek van het Bestuur van de Fe deratie van Vereenigingen voor Ziekenhuis- verpleging in de provincie Friesland dd. 10 October 1932, om ten behoeve van het Dia- konessenhuis te Leeuwarden een subsidie van f0.25 per verpleegdag van eiken pa tiënt 3e klas, afkomstig uit deze gemeente, beschikbaar te stellen. Dit verzoek wordt aangenomen voor kennis geving, waar het gevraagde subsidie reeds bij raadsbesluit dd. 3 October 11932 is verleend. f. Mededeeling van Burg, en Weth. van een ingekomen adres van een 7-tal inwo ners van Scharnegoutum (Mastenbroek) dd. 12 October 1932, om het *rzoek van A. de Jong tot verplaatsing van d straatlantaarns aldaar, niet in te willige/ aangezien de tegenwoordige verlichting t.'gemeen vol doende wordt geacht. g. Jaarverslag over 1931 vt het Rijks- instituut voor zuivering van Aivalwater. Dit verslag wordt voor de leden ter inzage gelegd. h. Verzoek van Jan Sj. de Jong, W. Stil- ma en J. Mosterman te Woudsend, dd. 4 October 1932 om reductie op de pachtsom van door hen gehuurde gemeentebermen. i. Idem van H. P. Bootsma te Nijland dd. 4 Juli 1932 om reductie op de pachtsom van de door hem gehuurde gemeentebermen. Wat de stukken h en i betreft zal in Mei 1933 nader overwogen worden of en zoo ja, welk percentage uniform gerestitueerd moet worden. j. Voorstel van Burg, en Weth. om en kele in de schoolgeldverordening voorko mende artikelen der Gemeentewet te wijzi gen, overeenkomstig de herziene nummering dier wet. Z. h. s. aldus besloten tot de beste oplossing te zien gebracht Wij spreken ons hiermede dus nog niet uit over de te volgen richting van een nieu wen weg; dit zou in dit stadium voorbarig zijn. Of eventueele verharding van de z.g. Heeger Schatting hier de oplossing zou zijn, willen wij dan ook in dit verband nog niet als vaststaand aannemen. Overigens bevat de „memorie van toe lichting” op het wetsontwerp geenerlei bij zondere bepaling en kan dus verder het dezen tijd, nu bezuiniging bij het uitoefenen ontwerp zelve op den voet worden gevolgd. Het 2e lid van artikel 1 noemt den naam der vereenigde gemeente: IJlst-Wymbritse- radeel. Wij achten deze naam minder gelukkig van, dat de nieuwe gemeente gedurende den Dinsdag van September 1939. De politieke gezindte van de bevolking van Wymbritseradeel en zeker ook die van Ijlst is aan zoo weinig wisseling onder hevig, dat het ons ter besparing van de kosten eener raadsverkiezing niet bezwaar lijk zou voorkomen den zittingsduur van den raad der gecombineerde gemeente in onze gedachtengang praktisch op ruim 5 jaar in plaats van op 4 te stellen. De artikelen 4 en 5 kunnen wij, na het geen wij hierboven reeds omtrent de naam geving en den datum der totstandkoming schreven, zonder nader commentaar voor bijgaan. Het 5e lid van artikel 6 maakt er melding Wij hebben hiermede ons oordeel over het* overige van het wetsontwerp te kennen gegeven. U gelieve dit naast ons afwijzend advies omtrent artikel 1, le lid: „de gemeenten Ijlst en Wymbritseradeel worden veree- nigd” te beschouwen als een soort bijvoeg sel, waarin wij onze gedachten omtrent de verdere bepalingen van het ontwerp hebben neergelegd, rekening houdende met de mo gelijkheid dat Gedep. Staten, gezien de ervaring, toch de samenvoeging tegen den wil der betrokken gemeenten verder voor bereiden. Wij stellen U voor U aan het vorenstaan de te conformeeren en hiervan aan heeren Gedep. Staten mededeeling te doen. De heer J e 11 e m a is altijd tegen de fusie geweest om het financieel nadeel; Ijlst wordt dan hoofdstad van de gemeente en we moeten daar dan het gemeentehuis hebben en een weg en dit moet royaal aangepakt Spr. vindt dat Ijlst ook gelijk heeft zich terug te trekken, dat kan het wetsontwerp niet aannemen. Laat ons zeggen: beter ten halve gekeerd dan ten heele gedwaald. Spr. is het dus eens met het advies. De heer A b m a zegt dat deze zaak al in heel wat bedrijven is opgevoerd. Spr. heeft de goede wil bij Ijlst gemist tot de fusie mee te werken; het zou nu annexatie worden, wat wij niet wil len. In dit wetsontwerp is niet vastgelegd dat de burgemeester te midden van zijn volk zal leven. Er blijft niets anders dan een onwillige gemeente te annexëeren; het mooie is er af. Spr. gaat volkomen accoord met het voorstel van B. en W. De heer S a n t e m a zegt het volgende: Toen ik in het voorloopig verslag der Tweede Kamer las, dat zeer vele leden er op aandrongen, de kleine gemeenten zooveel mogelijk op te heffen en te combineeren, zag ik de zelfstandigheid van Ijlst aan een zijden draad hangen en ik heb sterk de indruk, dat de schaar der bezuiniging ook deze draad zal doorknippen. Nu reeds spreek ik als mijn verwachting uit, dat tegenstand niet meer zal baten, maar dat de annexatie straks een feit zal zijn. Voor deze verwachting heb ik meerdere gronden. Bezuiniging is in onze tiji’ een machtig tooverwoord. Wat voorheen als onaanvaardbaar en onbillijk gold, wordt in deze crisistijd zonder blikken of blozen ijskoud vast gesteld. Wanneer de heeren der Tweède Kamer straks hooren, dat door vereeniging van beide gemeenten een bezuiniging van meer dan 10.000 gulden wordt verkregen, dan geloof ik, dat deze bezuiniging met beide handen zal worden aan gegrepen. Niet alleen dat bezuiniging de eenfge ingrijpend in den bestaanden gang van za ken in Wymbritseradeel, gezwegen nu van de mogelijke economische schaduwzijde, dat het ons ongerijmd voorkomt, daarvoor den doopbrief en het wapen dezer gemeente te wijzigen. In dit verband wijzen wij slechts op enkele samenvoegingen van gemeenten in den late- ren tijd, zonder dat de naam der „hoofd”- gemeente wijziging onderging, tw.: 8 8 telijk leven. Daarenboven heeft ook de Commissie van Ingezetenen onzer gemeente zich in meer derheid tegen de samenvoeging op de door Gedep. Staten gestelde voorwaarden ver klaard”. Gedep. Staten hebben dit nadere, wel ge fundeerde gevoelen van Uwen Raad, dus klaarblijkelijk naast zich neergelegd; er wordt althans in den bij het wetsontwerp gevoegden brief tot onzen spijt met geen enkel woord over deze nadere principieele uitspraak gerept. Alleen wordt in het algemeen gezegd, dat opheffing van kleine gemeenten vooral in Wij zouden hiertegenover willen beweren: de omstandigheden geven er juist geen aan leiding toe. En dat blijkt, dunkt ons, voldoende uit hetgeen wij hierboven uit ons voorstel, be handeld ter raadsvergadering van 14 Maart 1932, citeeren. Wymbritseradeel is wars van „annexatie”, d.w.z. inlijving tegen den wil der andere partij, i.c. Ijlst. Gedep. Staten hebben dit principieele element derhalve verwaarloosd en, zooals wij uit hun brief niet anders hebben kunnen lezen, slechts oog gehad voor zakelijke mo tieven, welke ongetwijfeld ook nog verster king hebben gevonden in den bezuinings- drang van den tegenwoordigen tijd. Het is niet, dat wij dezen drang laken, allerminst, maar voor het opheffen van ge meenten dienen en hierbij sluiten wij ons geheel aan bij de meening der Regeering gronden van meer fundamenteelen aard aanwezig te zijn dan bezuinigingsmotieven. Willen we de zaken dus volkomen zuiver stellen, dan moet daarbij het laatstelijk door U ingenomen standpunt, omtrent de fusie niet alleen in aanmerking worden genomen, maar zelfs beslissend zijn voor de vraag of inderdaad de omstandigheden aanleiding hebben gegeven de samenvoeging door te zetten. En, zoo beschouwd, hadden Gedep. Sta ten, wilden zij althans de meeningen der beide gemeenten recht doen wedervaren, naar onze bescheiden meening tot geen an dere slotsom kunnen komen,'dan deze, dat van de verdere voorbereiding der samen voeging behoorde te zijn afgezien. Dat Gedep. Staten gemeend hebben het tegenovergestelde te moeten doen en een wetsontwerp op te maken, verandert echter niets aan ons laatstelijk ingenomen en door U gedeeld standpunt, dat van de fusie-ge- dachte moet worden afgestapt op grond van de overweging: „geen annexatie”. Artikel 1, le lid van het wetsontwerp, lui dende: „De gemeenten Ijlst en Wymbritse radeel worden vereenigd”, waarover wij U dus allereerst hebben te adviseeren, stelt reeds onmiddellijk de quintessens aan de orde. Na hetgeen wij hierboven dienaangaande schreven, behoeven wij U nauwelijks meer te zeggen, dat wij tegenover dit le lid van artikel 1 afwijzend staan. En dan zijn we niet anders dan conse- kwent, temeer daar de gemeenteraad van Ijlst bij zijn afwijzend standpunt volhardt. Ter raadsvergadering van 7 October 1932 werd zelfs eenparig besloten, Gedeputeerde Staten met den meesten aandrang te advi seeren, het wetsontwerp terug te nemen. Wij zouden hiermede, wanneer de beslis sing aan de gemeenteraden lag, kunnen ein digen en ons over den verderen inhoud van het wetsontwerp en de „memorie van toelich ting” daarop niet meer behoeven uit te laten’. De mogelijkheid blijft echter bestaan, dat Gedep. Staten ondanks de vernieuwde af wijzende houding der gemeenteraden, toch de voorbereiding der samenvoeging door zetten. Voor dit geval is het wel noodig aan den verderen inhoud van het ontwerp van wet aandacht te schenken. In de eerste plaats dan de gemeentehuis kwestie. Wij zijn het volkomen eens met hetgeen Gedep. Staten dienaangaande schrijven, n.l. dat het onjuist zou zijn in de tegenwoordige tijdsomstandigheden de nieuwe gemeente reeds dadelijk te verplichten tot den bouw van een nieuw gemeentehuis, nu de toestand van het tegenwoordige gemeentehuis van Wymbritseradeel nog niet zoodanig is, dat onverwijlde voorziening noodig is. Gedep. Staten besluiten dan hierover met te zeggen, dat „te gelegener tijd dus de Raad der vereenigde gmeente hieromtrent de noodige besluiten zal kunnen nemen”. Het spreekt wel vanzelf, dat, ingeval van samenvoeging, wij geen behoefte zouden ge- voeleny deze oplossing prijs te geven. Wij gevoelen er niets voor in dit opzicht con creter te zijn en verder te gaan dan Gedep. Staten in hun „memorie van toelichting”. Werd in het wetsontwerp de verplichting tot verplaatsing van het gemeentehuis op genomen, dan zou de „vooral in dezen tijd zoo geboden bezuiniging” zeker geducht in de knel komen. Met hpn standpunt, dat de raad der ver eenigde gemeente over de kwestie van het gemeentehuis te gelegener tijd zal kunnen beslissen, zouden wij, ingeval van fusie, ons dus zeer wel kunnen vereenigen. Wat het verlossen van Ijlst uit z’n ver- ‘1 I -3 Wij hebben hier buiten beschouwing ge laten gemeenten, zooals ’s Gravenhage, Haarlem, Amsterdam, Eindhoven, Breda, welker grondgebieden werden uitgebreid met andere gemeenten of gedeelten daarvan. Op grond van dezee overwegingen zou ons advies dan ook zijn in geen geval in den naam „IJlst-Wymbritseradeel” voor de ge combineerde gemeente te bewilligen, doch prijs te blijven stellen op den ouden naam „Wymbritseradeel” zonder meer, temeer waar de naam „Ijlst” als onderdeel blijft bestaan. I Hl o S 3 1 a w O M K N tijd, dat de secretaris van Ijlst wachtgeld geniet krachtens artikel 12 van het wetsont werp), van het Rijk jaarlijks een bijdrage in dat wachtgeld ontvangt op denzelfden voet als van Rijkswege in diens jaarwedde werd bijgedragen ingevolge de nieuwe financieele verhouding (art. 3a der wet van 15 Juli 1929, Stbl. 388). Deze rijksuitkeering beloopt der jaar wedde. Dezelfde verhouding geldt ook voor de jaarwedde van den secretaris onzer gemeen te. (Volledigheidshalve zij hierbij aangetee- kend, dat de maximum-rijksuitkeering in de jaarwedden van Burgemeester en Secretaris ƒ3000.bedraagt). Nu stelt het 5e lid van artikel 6 alleen de rijksbijdrage voor ingeval van wachtgeld, doch dit lijkt ons te eng geformuleerd. Wij achten het billijk, dat bedoelde rijks bijdrage ook wordt verleend ingeval de secretaris van Ijlst geplaatst wordt op de secretarie der gecombineerde gemeente. Immers thans draagt het Rijk in twee van zoo geringe beteekenis en zoo weinig de vorige zin genoemde geval, dus bij ge- lijkblijvende personeelssterkte, het Rijk slechts voor 1 secretaris-jaarwedde behoeft bij te dragen. Het profijt zou dan dus geheel voor het Rijk zijn en wij meenen dit onbillijk te mo gen achten en niet in overeenstemming met de gedachte der samenvoeging uit bezuini- gingsoogpunt voor de beide gemeenten. De overige leden van artikel 6, benevens de artikelen 7, 8, 9, 10, 11 en 12 kunnen wij met hetzelfde voorbehoud als bij de artikelen 4 en 5, stilzwijgend voorbijgaan. Alleen zouden wij ta.v. de tweede alinea van het 9e lid van laatstgemeld artikel nog de opmerking willen maken, dat van een voordeel van elke der betrokken gemeenten bezwaarlijk meer sprake kan zijn, wanneer de financieele belangen der beide gemeenten na de samenvoeging ineensmelten, ook in administratief opzicht, wat de begrooting en rekening betreft ra K K o n tn tn. o N v-« cm en n co en CM CM CM CM CM CM O O CD (D CD O) r-< »-4 r-4 w-4 »-< vH ƒ3 a 5 o a. X22J i i x ..jx x - der overheidstaak meer dan ooit geboden is van belang is en deze dient te geschie den, wanneer de omstandigheden er aanlei ding toe geven. Waaraan dan Gedep. Staten nog toevoegen: „wat o.i. hier het geval is”. NIEUWE SNEEKER COURANT ■a CD w a jj M g Q a 8 8g 8-‘

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1932 | | pagina 1