Uit onze Raadzaal.
Eerste Blad
No. 22
Uitgave KIEZEBRÏNK Co.
Woensdag 14 December 1932
49e Jaargang
Dit Mo. bestaat uit 2 Bladen.
NIEUWSTIJDINGEN.
uur.
I
met
I
GEMEENTEBEGROOTING 1933.
Vóór de behandeling der bedrijfsbegrootingen worden nu de
aigemeene beschouwingen over de begroeting 1933 gehouden.
VERGADERING van de RAAD der gemeente SNEEK op
MAANDAG 12 DECEMBER 1932, ’s voormiddags 10
Voorzitter de heer P. j. de Hoop, burgemeester.
Secretaiis de heer P. Sikkes.
Aanwezig 14 leden.
Afwezig de heer S. Breeuwsma.
Aan de orde is:
eunt 1. voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
net toekennen van schadevergoedingen aan de pachters
jan bruggelden H. van der Vverj en IJ. Nieuwenhuis te
>neek en T. Waima te Rauwerd. (Bijlage 131; dossierno.
..811.112(3)/A 07.351.32 '1 (4)).
B. en W. stellen voor:
tengevolge van de werkzaamheden aan de Sneeker-
..eeuwarder trekvaart nabij Scharnegoutum is het scheep
vaartverkeer door dit kanaal gedurende het tijdvak 27 Juli
—29 September 1932 gestremd geweest.
Een drietal pachters van bruggeld hebben hiervan nadeel
ondervonden, aangezien tijdens die stremming slechts
enkele schepen de door hen gepachte bruggen zijn gepas
seerd. Wij hebben op verzoek van deze pachters pogingen
aangewend, deze schade van provinciewege vergoed te
Krijgen. De Gedeputeerde Staten waren hiertoe evenwel
niet bereid.
Daarna hebben de meergenoemde pachters zich tot ons
gewend met het verzoek, de door hen geleden schade voor
rekening van de gemeente te nemen. Hoewel wij van oor
deel zijn, dat de provincie als veroorzaker van deze schade
redelijkerwijs tot toekenning van een schadevergoeding
verplicht is, meenen wij niet, dat de pachters van het o. i.
onjuiste standpunt van de Gedeputeerde Staten dezer pro
vincie de dupe mogen worden. Om deze reden achten wij
het gerechtvaardigd, van gemeentewege de door de pach
ters gederfde inkomsten te vergoeden. Volgens het hierbij
overgelegde advies van den directeur der gemeentewerken
dienen de toe te kennen schadevergoedingen vastgesteld
te worden op f 162.voor H. v. d. Werf, pachter van de
Oosterpoortsbrug, alhier, op f 180.voor IJ. Nieuwenhuis,
pachter van de brug bij de „Laatste Stuiver”, alhier en
op f90.voor T. Walma, pachter van de „Dillebrug”
onder Rauwerd.
Wij kunnen ons hiermede vereenigen en stellen U mits
dien voor het volgende besluit te nemen:
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
dd. 30 November 1932, no. 1.811.112(3)/X 07.351.32 T(4);.
BESLUIT:
aan H. v. d. Werf, pachter van de bruggelden, geheven
bij de Oosterpoortsbrug alhier, IJ. Nieuwenhuis, pachter
van de bruggelden, geheven bij de brug bij de „Laatste
Stuiver”, alhier, en T. Walma, pachter van de bruggelden,
geheven bij de „Dillebrug” onder Rauwerd, schadevergoe
dingen toe te kennen van respectievelijk f 162.f 180.—
en f 90.
De heer Hoekstra constateert dat er een slag naar de
vergoeding is geslagen, men had het verschil tusschen dezelfde
periode van dit jaar en het vorige jaar moeten berekenen, dan
zou spr. voor gestemd hebben, nu kan hij dat niet.
De heer Dokkum zegt dat in de brief van Ged. Staten
vermeld wordt dat gemeente en pachters bekend waren met de
risico’s dit jaar; is de extra risico dus hierin alleen gelegen, dat
het werk langer duurde dan waarop gerekend was?
De V o o r z.: Dat de omlegging zou plaats hebben kon ons
bekend zijn, maar het tempo kon ons niet bekend zijn. Het
werk is bij wijze van werkverschaffing uitgevoerd, wat ten
gevolge had dat het werk dat, machinaal uitgevoerd, misschien
14 dagen, nu 9 weken duurde. Vandaar ons voorstel schade
vergoeding te geven. Vandaar ook dat wij ons tot Gedeputeer
den hadden gewend, waarop tot onze bevreemding geantwoord
werd dat dit verzoek werd afgewezen, omdat volgens het
contract het risico bekend was. Nu hebben we de raad voor
gesteld de pachters de schade te vergoeden. De boekhouding
van brugwachters zal wel niet conform de eischen zijn, zoodat
het moeilijk is na te gaan wat vorig jaar in dezelfde tijd ont
vangen is. Vast staat dat het klei vervoer in die tijd niet door
de bruggen kon, en daarop baseerden wij ons voorstel.
De heer Hoekstra: Er lag nu toch een lijstje bij het
voorstel wat de pachters dit jaar ontvangen hebben.
De Voorz.: Dat was een begrooting van den directeur
op grond van verkregen inlichtingen van enkele betrouwbare
menschen.
Z. h. s. wordt het voorstel van B. en W. aangenomen.
Punt II. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het aangaan van een kasgeldleening groot f 49000.
met het St. Geertruidsleen te Abbega. (Bijlage no. 132;
dossierno. X 07.352.75(6)).
B. en W. stellen voor:
Burgemeester en Wethouders van Wymbritseradeel deel
den als provisoren van het St. Geertruidsleen te Abbega
aan ons mede, dat dit leen de beschikking heeft over een
bedrag van f49000.dat zij tot 1 Mei 1933 rentegevend
wenschen te beleggen. Zij verklaarden zich bereid het geld
tegen een rente van 3 aan deze gemeente te leenen.
Daar in de loop van deze maand niet onbelangrijke
bedragen ter voorziening in de behoefte aan kasgeld zullen
moeten worden opgenomen bij den kassier der gemeente
tegen een hoogere rente dan 3 meenen wij dat er alle
aanleiding is om het aanbod van onze ambtgenooten te
aanvaarden.
Wij stellen U voor het volgend besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 8 December 1932, no. X 07.352.75(6);
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten, tot
het aangaan van een geldleening ter voorziening in de
behoefte aan kasgeld van ten hoogste f49000.met het
St. Geertruidsleen te Abbega tegen een rente van ten
hoogste 3 per jaar en onder bepaling dat de leening
uiterlijk 1 Mei 1933 geheel zal zijn afgelost.
Z. h. s. conform dit voorstel besloten.
Punt III. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van de gemeentebegrooting voor 1932. (Bijlage
104; dossierno. X 07.352.11(18)).
Z. h. s. conform besloten.
Punt IV. Mededeeling van Burgemeester en Wethouders
nopens de vaststelling van percentages voor de jaarlijk-
sche afschrijving op de bezittingen van het gemeentelijk
electriciteitsbedrijf. (Bijlage 110; dossierno. II 07.352.62).
Z. h. s. voor kennisgeving aangenomen.
ALGEMEENE BESCHOUWINGEN.
De heer Zuiderbaan brengt B. en W. nog eens lof vooi
de samenstelling der memorie van toelichting, waarbij geen
woord fransch was. Toch waren we lichtelijk verbaasd van du
college een serie voorstellen te ontvangen, die gioote beroering
weKien bij groepen der bevolking, die er bij betrokken waren,
omdat het een belastingverhooging betrof, welke nog we.
ai.een rekening met de uherlijke welstand of huisbezit rekening
nouut. Keeas vong jaar wezen wij er op dat door de nieuwe
oeiastingherting ais gevolg van de financieele regeling tusschei.
njK en gemeente een onhoudbare toestand ontstond. Met
vraagt met: „Welk inkomen hebt gij?” doch: „Hoe leeft ge?’
en in deze crisistijd drukt deze onbillijke heffing des te meei
en mag men van een college van B. en W. verwachten, da.
het deze heffing zoo laag mogelijk houdt B. en W. zeggen, da.
ze dat getracht hebben, doch wij zijn het daarmee niet eens
Ais B. en W. zien wij in subsidieveilaging geen beteekenis, en
wij willen geen verplaatsing van lasten bevorderen bij instel
lingen, die een sociaal-economisch en cultureel belang verte
genwoordigen.
De verhooging van de gasprijs zal, vreezen ook wij, een
averechtsch gevolg hebben. Verder gaan wij echter niet me.
B. en W. mee. Wat de veilaging van de salarissen betreft, to.
nu toe hebben wij ons daartegen verzet, behalve tegen de 3
uer kortingswet, maar wij hebben reeds vorig jaar gezegd
oat er een tijd kon komen, dat dit zou moeten geschieden,
omdat anders zij,, die het zwaarst getroffen worden door de
crisis, de handeldrijvende middenstand en de loontrekkenden
der vrije bedrijven, te zwaar zouden worden belast. Over de
heele wereld gaat men daarom de loonen van hen, die niei
getroffen worden door de crisis eenigszins korten en daarop is
niets aan te merken nu die loonen door de daling der prijzen
zelfs in verhouding nog gestegen zijn. Wij willen een bescheiden
korting en strikt tijdelijk, dus ook geen pensioenkorting, die
niet tijdelijk is, terwijl wij bovendien voor premievrij pensioen
zijn, al kan de tijd komen dat men met al zijn principes za
moeten transigeeren. Wij meenen ook dat een teruggang in
loonen zeer geleidelijk moet gaan; door te forsch ingrijpen ver
oorzaakt men een sfeer van zich niet te kunnen aanpassen,
hetgeen een terugslag zal hebben op de inkomsten der geheele
burgerij door vermindering der koopkracht bij het gemeente-
personeel.
Met bijzondere aandacht las spr. de clausules in de memorie
van antwoord betreffende de reserves. B. en W. zien de ge
meente als een continuïteit en waarschuwen nu al een groot
bedrag af te nemen van het gemeenschappelijk bezit dat he.
reservefonds vormt. Maar door hun maatregelen tast men andere
reserves aan, die met meer moeite misschien verkregen zijn dan
de gemeentelijke, nl. de particuliere reserves, men belast d<
particulieren niet meer naar hun inkomen maar naar uiterlijk.
teekenen van welstand. Wat zal straks het beste zijn: een ster!
gemeentelijk reservefonds dan wel een matig en de burgerij
bewaard voor te groote schokken in de belastingheffing. Wij
gelooven dat in deze maatschappij de eigenaar nog gaarne zei
op zijn reserves past, al zijn ook wij voor een behoorlijk ge
meentelijk reservefonds. Wij zeggen hier ronduit „neen” bij dt
voorstellen van B. en W. Als de middelen weer ruimer vloeien
moeten wij eerst de loonen herstellen en de verslechting van
het voorbereidend onderwijs enz. en eerst daarna weer aan ver
sterking van het gemeentelijk reservefonds denken. Wij zijn ook
voor stadsverfraaiing en hebben steeds daaraan meegewerkt,
doch nu meenen wij dat iedere cent dient omgekeerd. Erkennend
dat de bestrating Hoogend—Singel niet fraai is, meenen wij da;
dit werk nog kan uitgesteld; dat men hier van „gevaarlijk” kan
spreken is spr. een raadsel. Wij moeten duizenden besteden
aan werken ook om de werkverschaffing en hebben toe te zien
dat dit op de meest nuttige wijze geschiedt. Dit werk kaï
wachten.
Tenslotte de post „Onvoorzien”; B. en W. noemen reeds uit
gaven uit deze post, welke 4/5 van het bedrag zullen opslok
ken; dat zijn dus „voorziene onvoorziene uitgaven”. De diens
1932 zal een tekort opleveren, waaraan ons amendement, b
de vorige begrooting aangenomen, meewerkte volgens B. en W
Wij vinden het ietwat klein over die f 5000 nog na te pleiten,
maar het amendement werkte in ieder geval mee de particuliere
reserves te sparen; wil men nu onvoorzien op het uitgetrokken
bedrag handhaven, dan zullen wij voorstellen het noodige aan
het algemeen reservefonds te onttrekken.
Ten slotte resumeert spr. de houding van de v.-d. fractie
tegenover de voorstellen van B. en W., hiervoren genoemd.
De fractie is tegen een straatbelasting, voor een tijdelijke loon-
korting van 3 en 5 tegen intrekking van het voorstel be
treffende de gemeentefondsbelasting.
De heer Boonstra zegt dat in de eerste jaren van de
behandeling der begrooting sedert spr. raadslid is, een vaste
lijn was op te merken, de secties weken over het algemeen
weinig van de door B. en W. ingediende begrooting af. Bij de
begrooting 1933 is de crisis echter van geweldige invloed; kwam
bij de begrooting 1932 al uit dat de raad aandrong op ver
andering van koers en grooter versobering, het bleef toen alleen
bij het uitdrukken van bepaalde gevoelens, alleen deed men
een kleine greep naar de reserves (amendement-Zuiderbaan c.
s.), maar nu zal het blijkens de sectie-rapporten niet daarbij
blijven, doch zal de raad voet bij stuk houden en een andere
richting kiezen dan B. en W. in eerste opzet aangaven.
In de sectieverslagen bleek duidelijk dat de belastingverhoo
ging zeer onwelkom was. Gezien de geweldige crisisuitgaven
moesten ingrijpende maatregelen genomen; het vorig jaar is
getracht door bezuiniging te komen tot vermindering van uit
gaven, doch practisch kwam daarvan niets, zoodat naar spr.’s
inzicht de raadsleden het beste handelen als ze het niet zoeken
in kleine bezuinigingen, doch in enkele maatregelen, die belas
tingverhooging zooveel mogelijk voorkomen. De raad heeft te
kiezen tusschen twee dingen nl. of de door B. en W. voorge
stelde belastingverhooging of maatregelen die dit onnoodig
maken. Het zal moeten komen tot een offer van het gemeente-
personeel; spr. betreurt dat, hij wil het particulier bedrijfsleven
in deze niet als maatstaf nemen, doch heeft niet de moed om
langer de salarieering van het personeel zonder korting te ver
dedigen. Die korting zal ongeveer f 12000 opleveren. Op open
bare werken, hoe mooi stadsverbetering ook is, zal nu oo!
moeten bezuinigd. Spr. zou met de Singel-verbetering willen
wachten tot betere tijden, dat geeft f 11000 bezuiniging. Verder
is door B. en W. toegegeven dat het putten uit het reservefonds
niet zou zijn te voorkomen; spr. gelooft dat de geheele straat
belasting zal moeten vallen en de rest van het tekort dus uit
het reservefonds zal moeten worden geput.
De heer De Groot gelooft dat de behandeling der begroo
ting zich zelden in zoo groote belangstelling van de zijde der
burgerij mocht verheugen als nu. Door de crisis is er een hiaat
in de begrooting van ruim f 80000, dat B. en W. in hoofdzaak
willen dekken door belastingheffing, waardoor men de doorsnee-
burger midden in zijn hart treft; daaraan heeft, had en zal hij
steeds een broertje dood hebben. Verschillende anonieme schrij
vers in plaatselijke bladen hebben de manier aangegeven hoe
zij het best van deze zaak konden afkomen en de lasten op een
GEMEENTEBEGROOTING 1933.
De aangenomen voorsteden.
Na voortzetting der aigemeene beschou
wingen, waarvan het verslag in volgende
numiners verschijnt, zijn gisteren door de
raad de voigenue voorstellen behandeld:
tiet voorstel van B. en W. geen loonkor-
ting of verhooging van het pensioenverhaai
toe ie passen, verworpen met 59 st. (Voo.
de leden ómeding, bijtema, Maseland, De
Groot, Siemensma).
Het voorstel Zuiderbaan-Hogeveen 3
te korten op de loonen der gehuwden, 5
op die der ongehuwden. Verworpen met 11-
3 st. (voor de leden Hogeveen, Blok, Zui
derbaan).
tiet voorstel het pensioenverhaai met 5
te verhoogen tot het wettelijk maximum van
8/2 Aangenomen met 113 st. (Tegen
de leden De Groot, Smeding en Sijtema).
Aangenomen is eveneens een amendement
Dokkum om op salarissen boven f 3000, welk
deel met door het meerdere pensioenverhaa.
wordt getroffen, van dit meerdere salaris
5 te korten. Een en ander geldt tot 1935.
Verworpen is het voorstel-Maseland tot
verdubbeling van de kindertoeslag met 8-6
st. (de leden Dokkum, Boonstra, Maseland,
Potma, Oppenhuizen, Siemensma).
Verworpen is met 59 st. een voorstel-
Oppenhuizen tot verhooging van de gas
prijs met V2 ct. (Voor de leden Potma, Op
penhuizen, Siemensma, Dokkum en Blok).
B. en W. zullen een onderzoek instellen
naar de mogelijkheid van een reinigingsbe-
lasting en naar invoering van auto-tractie
bij de reiniging.
Met 113 st. (de leden Sijtema, De Groot
en Smeding) is besloten Ged. St. te verzoe
ken op de salarissen van burgemeester, se
cretaris en ontvanger een korting van totaal
8/2 toe te passen.
Met 76 st. (de leden De Groot, Siemen
sma, Smeding, Boeijenga, Sijtema en Hoek
stra) is aangenomen een voorstel-Oppen-
huizen Ged. St. uit te noodjgen de salaris
sen der wethouders van f 1000 op f800 te
brengen; met 113 st. (de leden Smeding,
Sijtema en De Groot)een voorstel van de
zelfde om Ged. St. uit te noodigen het pre
sentiegeld der raadsleden te verlagen van
f5 op f4. Eveneens is met 113 st. (de
leden Smeding, Sijtema en De Groot) be
sloten de Kroon medewerking te verzoeken
op het salaris van de Commissaris van po
litie dezelfde korting te mogen toepassen
als geldt voor het gemeentepersoneel.
Met 113 st. (de leden Oppenhuizen,
Smeding en Boonstra) is verworpen een
voorstel-Oppenhuizen de Sneeker Badin
richting leidingwater voor de halve tariefs-
prijs te leveren. Het voorstel van B. en W.
om afwijzend op het verzoek dezer inrich
ting om gratis water te beschikken is daar
na aangenomen.
Een voorstel om het subsidie aan het Cen
traal Drankweer-Comité met 20 te verla
gen, is verworpen met 95 st. (de leden
Dokkum, Blok, Boeijenga, Hoekstra, Oppen
huizen).
Een voorstel-Boonstra om f 10000, uitge
trokken voor verbetering van het Singel te
schrappen is aangenomen met 86 st. (de
leden Hogeveen, De Groot, Smeding, Sijte
ma, Zuiderbaan, Maseland).
Een voorstel Blok om in het vervolg
leerboekjes van de Uloschool niet meer
gratis beschikbaar te stellen is ver
worpen met 12—2 st (de leden Dokkum
en Blok).
Over de post „zwemonderwijs f425”
staakten de stemmen, in een volgende
vergadering wordt óvergestemd.
Een voorstel de Groot—Smeding om
de Koorklassen f 25 subsidie te verlee-
nen is verworpen met 95 st. (de le
den: Sijtema, Zuiderbaan, Hogeveen,
de Groot en Smeding).
Een voorstel Boeijenga om 20 op
het subsidie van de Leeszaal te korten
is verworpen met 113 st. (de leden;
Dokkum, Blok en Boeijenga).
Een voorstel van dezelfde heer om
het subsidie der muziekkorpsen
20 te verlagen is met 86 st. ver
worpen (de leden: Oppenhuizen, Sie
mensma, Dokkum, Blok, Boeijenga en
Hoekstra).
De door B. en W. voorgestelde
straatbelasting is verwe oen met 113
st. (de leden Smeding, lijtema en de
Groot).
De rangschikking der -emeente in
de derde klas der gemeen ondsbelas-
ting is aangenomen met I2 -3 st. (de
leden: Smeding, Sijtema en de Groot).
De verhooging der opcenten op de
personeele belasting is met aigemeene
stemmen aangenomen.
De aangenomen voorstellen zullen het
volgende opleveren:
Pensioenkorting f12.000
Verwerping verbetering Singel -10.000
3e klas fondsbelasting -12.800
Meer opcenten personeel -21.000
f 55.800
Voorts zullen daarbij nog eenige
kleine bedragen komen, wanneer hoo
gere autoriteiten medewerking verlee-
nen tot salariskorting van bepaalde
ambtenaren.
ander afschuiven. Ook anderen hebben met stukken, die de raad
oereikt hebben, een weg meenen te moeten aanwijzen. Het is
.nderdaad in het belang der gemeente en ge gemeentenaren dat
ae burgerij haar meerung over dit alles bekend maakt, maar mei
altijd loopen de belangen der gemeenschap en van de belasting-
oeialers parallel. Raadsleden, die de toestand beter kunnen be-
oordeelen dan buitenstaanders, moeten met te veel komen onder
ae suggestieve roep van de belastingbetalers, doch moeten in
de eeiste plaats letten op de gemeente als verzorgster van de
oelangen van alle burgers, nu en vooral in de toekomst. Eerst
iii de tweede plaats moet gelet op de belastingbetaleis, al mogen
nun belangen nooit vergeten. B. en W. komen dus met nieuwe
aelastingvoorstellen, die bij spr. ook geen aangename klank
nebben; ook bij B. en W. echter niet, die reeds zeggen dat als
er betere tijden komen, deze belastingheffingen weer moeten
verdwijnen.
Wat moet dan echter het eerst aan de beurt komen? Het feit
Jat niet de inkomstenbelasting doch de personeele belasting
uls sluitpost op de begrooting dient, staat met alleen; het
xarakter der bedrijven is ook al sterk veranderd, ze zijn er
■iu minder voor de belangen van de burgerij dan ten bate van
de gemeentelijke schatkist. Meer dan eens is al geprotesteerd
.egen de hooge waterleidingtarieven. Spr. vreest echter dat we
aan een verlaging nu nog lang niet toe zijn. Waar er reeds
op gewezen is dat verhooging van de prijs dezer producten
oileen om de te vreezen averechtsche gevolgen achterwege moet
olijven, vreest spr., dat we eerder belastingverlaging zullen krij
gen dan lager tarieven, temeer nu de raad blijkbaar inplaats van
oO der bedrijfswinsten, 100 wil storten in de gewone dienst.
Spr. wil de verschuiving naar de derde klas der gemeente-
.ondsbelasting niet, immers de minst gesitueerde, die leeft op
de grens van de honger, zal dan in die belasting vallen; die
verplaatsing wordt dus gevoeld door de minst draagkrachtigen
en dat is toch niet billijk. Dit soort menschen wordt gevonden
.liet alleen onder de arbeiders, maar ook onder de kleine mid
denstanders, en zij dragen ook reeds bij tot andere soorten
oelasting. Gelukkig hebben B. en W. subsidiair dat voorstel
.aten vallen en spr. zal dus niet voorstellen 20 inplaats van
40 der bedrijfswinsten te reserveeren. Spr. is tegen het stor
ten van 100 der bedrijfswinsten in de gewone dienst; als er
geen enkele aanvulling van het reservefonds plaats heeft, is
Jat een gevaarlijk experiment, te meer waar nog een stijging
van uitgaven mogelijk is. Een terugkeer zal heel moeilijk zijn
en als de conjunctuur zich wijzigt, zal het de vraag zijn of
men wel weer tot het reserveeren terugkeert. Gok dan weer
zullen de „critici”, „middenstanders”, enz. zich laten hooren.
Hetzelfde geldt voor de vermindering van uitgaven voor
straten enz. Alles wat noodig is geschiedt nu zonder overdaad.
De straten zijn niet weelderig en hier en daar laten ze veel
.e wenschen over. Veel wat noodig is, zal overgaan als deze
post verminderd wordt. Eerlang zal de verloren schade moeten
mgehaald. Doch zelfs als dit niet geschiedt, moet toch de nieuwe
post worden bijgevoegd en het budget verhoogd. Terugkeer lijkt
Jus ook hier moeilijk omdat deze eventueele belastingverlaging
zal tegenwerken. Spr. kan dus meegaan met de begrooting van
B. en W., die deze gang van zaken voorzien, hoe het hen ook
in discrediet zal brengen bij de belastingbetalers. Niet vergeten
dient dat de gemeentebegrooting de groote stooten in de con-
.unctuur zal moeten opvangen,’ een conjunctuur welke zich nu
uit in ons groote aantal werkloozen.
Een der middelen, door anderen aangewezen, is loonsver
laging; de loonen van ons personeel vormen de. steen des
aanstoots sedert jaren. Toch is het loon hier niet aan de hooge
xant; bij geen enkel salaris staat onze gemeente voorop, ook
niet bij vergelijking met gemeenten van dezelfde grootte als de
onze en ook niet bij het rijk vergeleken. De salarieering is niet
hoog en toch wil men nog een veer plukken van dit personeel
en doet dat onder allerlei schoon klinkende uitdrukkingen als
„gemeenschappelijk dragen van lasten” enz. Jaar in jaar uit is
nierop gehamerd. In de memorie van toelichting staat echter
een lijstje van het gemiddeld belastbaar inkomen hier, dat in
192324 f2201 bedroeg en tot 1030 om hetzelfde bedrag
schommelde. Al die jaren wees men er hier op dat het gemeente
personeel teerde op de ellende van de belastingbetalers. Toch
oleef dat inkomen ongeveer gelijk; in 193031 was het cijfer
nog f2179. Dit is een bedrag dat de fiscus bekend was; het
gemeentepersoneel en andere loontrekkenden brachten ten volle
aun deel aan, maar welke inkomens moeten er hier verdiend zijn
om te komen tot een gemiddelde dat f600 a f700 ligt boven
dat van het gemeentepersoneel, van wie men, koste wat het
kost, de crisislasten wil halen. Hoeveel arbeiders in het parti
culiere bedrijf zijn niet gedwongen loonsverlaging te aanvaarden
en toch bleef het gemiddelde inkomen gelijk; er moet dus een
groep zijn die meer verdiende. Het loon moet een behoorlijk
levensonderhoud garandeeren; zeker de prijzen daalden, maar
nu staat daartegenover weer een neiging tot stijging door de
crisismaatregelen, terwijl belasting, huren enz. niet dalen. Meer
malen is er gezegd dat andere arbeiders voor dit betere loon
van het gemeentepersoneel meebetalen; dat zegt men echter
niet in de rijen der georganiseerde arbeiders, ook niet in het
georganiseerd overleg; daar weet men dat de overheidsloonen
mede een maatstaf vormen voor het particuliere loon. Niet het
wanhoopsloon der werkverschaffing moet maatstaf zijn, maar
dat wat een behoorlijk levensonderhoud garandeert, en hier is
het loon in geen enkele groep daar boven.
Spr. onderschrijft ten deze volkomen de meening van B. en
W. en zal zich verklaren tegen elke maatregel, welke verlaging
beoogt van de loonen van welke personeelsgroep ook.
De straatbelasting is spr. niet buitengewoon sympathiek, om
dat ze inderdaad een onbillijke heffing is. Het is, naar spr. werd
ingelicht, mogelijk een reinigingsbelasting te heffen met als
grondslag het inkomen. Het zal te laat zijn die nu nog in te
voeren, maar verwijzend naar de desbetreffende verordeningen
van Harlingen en Leeuwarderadeel, verzoekt spr. B. en W. naar
de werking een onderzoek in te stellen met het oog-op een
volgend jaar.
Het vorige jaar heeft spr. gewezen op de hooge lasten van
het bijzonder onderwijs voor de gemeente, in het bijzonder door
de voor de geschatte waarden der schoien vergoede rente vol
gens art. 205 der onderwijswet, welk percentage ten eeuwigen
dage uitbetaald wordt. Nergens is sprake van eenige annuïteit,
zoodat de gemeente altijd f24800 per jaar betaalt; dat lijkt op
den duur een niet te dragen last; reeds betaalt men f40000
voor huisvesting van het bijzonder onderwijs en spr. acht het
gewenscht, mede gezien het onbillijke van het vastgestelde
rentetype, een motie voor te stellen welke bij den minister op
een billijker rentetype aandringt.
De heer Dokkum zegt dat anoniem geschrijf, wanneer het
zich niet richt tegen personen, toch niet absoluut veroordeeld
is, al zou men gaarne meer argumentatie zien; doch ook in
strooibiljetten van organisaties mist men die wel, en het is
nog beter dan dat men versjes maakt, waarmee men tracht
tegenstanders te intimideeren. Als er gewezen wordt op de agi
tatie onder de burgerij, moet men toch niet te veel onderscheid
maken tusschen belastingbetalers en gemeente, want van wie
anders zou de gemeente het geld krijgen om haar taak te
vervullen. Wanneer in een strooibiljet de aandacht er op ge
vestigd wordt dat de middenstand belang heeft bij een goed
loon van ’t gemeentepersoneel is dat misschien het eenige juiste
in dat biljet, maar ook het gemeentepersoneel heeft belang bij
een bloeiende middenstand; dat is juist de fout bij zekere par-
I
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT (76e Jaargang)