L 75JARIG BESTAAN CHRISTELIJK ONDERWIJS Eerste Blad Uitgave KIEZEBRINK Co. e n annex SNEEKER COURANT (76e Jaargang) No. 23 Zaterdag 17 December 1932 49e Jaargang ir E 3 JU I I 2 I de hes het gen en aan het gestelde doel beant- wooiden. De vergadering van hedenmiddag wil len wij vooral zien als een wijdingsure. Wij willen naast en boven de Historie de Schrift laten spreken, want Schrift en Historie zijn de groote bronnen die het leven moeten voeden van elke ac tie op Christelijk terrein, óók van Schoolwezen. Zoo leerde het ons een Groen van Prinsterer: „Er staat geschreven! en er is geschied!” Maar deze vergadering heeft nog een ander doel. Wij hebben de eer in ons midden te zien autoriteiten en corpora ties die op velerlei wijze mjet ons con- Reeds geruimen tijd geleden gingen er in onzen kring stemmen op, die er aan herinnerden, dat in 1857 voor het éérst in Sneek Chr. Onderwijs werd gegeven. De gedenksteen, die inge voegd is in een van de gevels van onze v. N. School, waarin het geboortejaar van ons Chr. Schoolonderwijs is gebei teld, had die herinnering wakker geroe pen. Toen dan ook aan het Bestuur de vraag werd voorgelegd, of het voorne mens was, bij dit bijzondere feit stil te staan; gaven wij daarop aanstonds een bevestigend antwoord. Om1 méér dan eene reden. Niet omdat er behoefte was om nu eens flink te feesten. Daarvoor is deze tijd van stoffelijke .en geestelijke crisis te ernstig. Maar wel om1 te gedenken. Wij gedenken in dit uur van wijding de 75 jaren van strijd en zegen, diie de Historie van onze Vereenigling uitma ken. En wij willen dat doen in het tee- ken van het „Eben-Haëzer”, „tot hiertoe heeft ons de Heere geholpen’ gelijk onze Vaders ons dat vóórhiel den en in .edel gesteente met klassieke letters deden uitbeitelen. De wetenschap daarbij, dat wij ons gedragen weten, door een breede be volkingsgroep die de Gereformeerde be lijdenis liefheeft, maakt, dat ons dezen arbeid nimmer zwaar valt. Is er dan- vandaag niet overvloedige reden tot verheuging? Een woord- van dank wensch ik voorts uit te spreken voor de groote belang stelling en medewerking die wij in ver band met deze Herdenkingssamenkom- sten mogen ondervinden. Het Bestuur hoopt van harte dat deze dag mag sla- tw 1 SS ons De heer W. N a u t a, hoofd van de Koningin Wilhelminaschool, sprak de wijdingsrede naar aanleiding van Lukas 1 79, waarin gesproken wordt van een droeve toestand doch ook een blijde boodschap wordt verkondigd. We zijn in de maand van het Kerstfeest, welhaast breekt de Kerstnacht aan, waarin wij ons met heel de Christenheid zullen opmaken om op te gaan naar Bethlehem; de Adventsdagen wijzen ons op de eeuwigheid die is ingegaan in de tijd. De wereld is donker, maar waar Christus doortrekt daar wordt het licht. De volheid des tijds, zoo noemt de H. S. de tijd dat Christus kwam. Of was het niet buiten gewoon dat Johannes de Dooper werd geboren aan een bejaard echtpaar, Johannes de Dooper, die zou henengaan voor Christus om den Heere te bereiden een toegerust volk. Of was het niet buitengewoon dat de engel Gabriël tot Maria werd gezonden en Zacharias zijn lofzang zong. In die tijd was Israël omgeven door het hei dendom. Griekenland en Rome wisten niet van Hem, die de hemel en de aarde heeft geschapen; geestelijke duisternis buiten Gods volk dus. En in Israël zelf dan, waar een bundel rein hemel licht was binnengevallen? Ook daar was alles uiterlijkheid, al waren er uitzonderingen, licht dragers in hun omgeving. Ook in onze dagen zijn er velen die gezeten zijn in duisternis. Wel staat het Christendom vooraan in de rijen der Godsdiensten, maar de getallen van Hindoes, Mohammedanen en Boed dhisten hebben ons te zeggen dat er nog massa’s zijn die buiten het Kruis leven; gelukkig dat zich mannen en vrouwen hebben opgemaakt hun die heilsboodschap te brengen. Ook in Nederland is het licht opgegaan en ons volk is gekerstend in de loop der eeuwen. Donkere machten worstelen echter ook omhoog tegen de geopenbaarde waarheid. We denken Het Bestuur van de jubileerende Vereeniging voor Chr. SchoolQndf'wijs te Sneek. Van links naar rechts zittend: F. Boeijenga, Voorzitter; H. M. Martens, Secretaris. Staande van links naar rechts: P. Eppinga, P. A. Flach, J. Blok Fzn., B. J. Deesker. (1 vacature). .act hebben. Dit contact is voorzoover mij bekend, altoos van aangenamen en vruchtbaren aard geweest. Daarvoor is .iet Bestuur erkentelijk en dankbaar. Het wil dat hier uitspieken en het hoopt dat de goede verhoudingen bestendigd .mogen blijven. Het verheugt ons dat U allen van daag kennis wilt nemen van wat ons tot □lijdschap stemt. En wij danken U voor Üw tegenwoordigheid. E;r is terecht verondersteld 'dat er gelegenheid zou zijn de jubileerende /ereeniging to<e te spreken. Die gele genheid wordt straks gaarne geboden, ruistenen wij evenwel eerst naar de Wijdingsrede, die zal worden uitgespro ken door den heer W.. Nauta, Hoofd van onze Koningin Wlilhelmlinaschool. Het licht van het Woord valle al lereerst en inzonderheid op dez>e dag. En laat van deze ure en heel deze dag een sprake uitgaan van dankend geden ken I om gevloeid, brandstapels hebben er voor ge rookt. Deze scholen kwamen er niet van zelf, doch als vrucht van veel gebed en offers. De voortrekkers gaven zich met al hun kracht. Dra gen wij, die in de ruimte staan, nu ook verder hoog de fakkel? Er is gevaar dat wij aan de groote zegeningen van God vooi bijgaan, te weinig lichtdragers zijn in de duisternis. Zonder dat licht van Gods Woord zullen wij verdwalen op de weg van verderf en ondergang. Dat gel< voor individu en gemeenschap. Als het heillicht van Christus ons bestraalt dan zal ook in het schoolleven tusschen ouders en kinderen, be stuur en personeel de juiste verhouding wor den gevonden. Wij wiuen ook de schaduwzijden van drie Kwart eeuw met voorbijgaan, ae zonden daar van uiagen wij ootmoedig op aan Hem. Maar een bnjit trouw; het ucht is opgegaan m Chris ms. Dan mogen donkere schauuwen over ons leven en schoolleven vallen, van Hem straalt een ucht over ons. in ESethiehem werd in de 4e eeuw na Chr. de Geboortekerk gebouwd, dik wijls verwoest en opgeoouwd; ze lijkt meer op een burcht dan een kerk. Zij heen een lage ingang, die ieder, die binnengaat, dwingt tot ouigen; dat is een schoone symboliek. Wie niet Duigen wil kan Christus met zien, zal niet komen rot het Licht; wie het wel doet zal lichtdrager worden van Hem Die verscheen in de duisternis van deze weield. Wie buigt, diens voeten zullen gericht worden op de weg des vredes. De V o o r z. dankt den heer Nauta voor deze schoone rede. De heer Martens, secretaris, dankt de commissie van toezicht en ’t Willem Lodewijk- tonds voor de gezonden bloemen en leest tal van ingekomen geiukwenschen. De heer Mase- land schrijft verhinderd aanwezig te zijn en biedt schriftelijk zijn geiukwensch aan. Ook tal van anderen hadden schriftelijke gelukwenschen gezonden, o. a. de heer Wijtzes, inspecteur van Chr. Nationaal Onderwijs, die eveneens verhin derd was en de heer T. de Jong, oud-hoofd der J. v. Nassauschool. De heer B o, e ij e n g a heet nu de inspecteur de heer P. K. Dam welkom; de verhouding tus schen hem en de scholen is steeds van aange name aard. De heer Dam zegt dat deze ver. zelf nu geen 75 jaar bestaat, doch hier is voor 75 jaar een begin gemaakt met het Chr. onderwijs. Er is waarlijk reden die tijd te herdenken, dus te over denken en de bewandelde weg na te gaan. Wan neer er hier iemand was die 40 jaar bestuurslid was, wat zou die ons veel kunnen vertellen. Veertig jaar terug, dat is vlak na de wet Mackay, toen men slechts eenige honderden guldens subsidie kreeg. Maar we moeten dan nog 35 jaar terug en dan ontdekken we wat er gestreden en geleden is, wat een offers gebracht zijn, die de liefde voor Chr. onderwijs hebben gevoed en gekweekt. In de na-oorlogsche tijd is men niet bang voor groote getallen, maar stel U voor dat de pacifi catie niet in 1920 maar in 1857 was geweest, stel U al dat geld voor met rente op rente, dat aan de vervolging van de godsdienst in het Oosten. Als de zondemachten in haar gruwelen de volmaaktheid naderen, zullen zij trachten de lichten des hemels te dooven. Laten wij dan zien onze taak: getuigen te zijn van het Licht, het Licht der wereld: Christus. Dat is de blijde troost, de heerlijke boodschap die ook onze tijd behoeft. Het is goed dat de mensch zijn ta lenten ontwikkelt, maar als wetenschap en cul tuur zich losmaken van Hem, is er groot gevaar. Als het Chr. Onderwijs op de achtergrond wordt geschoven, dan mogen er prachtige resultaten met het onderwijs behaald, dan zal er toch duis ternis zijn. Christus wil volwassenen en kinde ren opvoeren tot de lichtende hoogten van Gods gemeenschap. Laat dit jubileum ons aansporen voort te gaan en dankbaar te zijn voor de zegeningen ons ge schonken. En zouden wij niet geïnspireerd wor den tot een loflied der dankbaarheid? Wij raken zoo gewoon aan de zegeningen Gods en waar- deeren ze eerst als we ze missen. Als de blijde boodschap mag worden doorgegeven op onze scholen met de bijbel, ligt daarin inderdaad een reden tot dankbaarheid. Onder het Hemelsche licht, in Bethlehem verschenen, worden wij ge boren en groeien wij op, de bijbel ligt in onze gezinnen; dat heeft strijd* gekost, bloed is er Maar er .is nog een andere reden. Het is deze:: dat onze tijd van in zinking op menig terrein, ons moet roe pen tot voortgaande actie, om voort te bouwen, te consolideeren, te bewa ren. Voor dat werk is noodig geestdrift en bezieling. En wij willen die putten uit onze rijke geschiedenis, omdat wij weten, dat voor al in dit werk, herinnering aan het vel leden tot nieuwe daden bezielen kan. In woord en beeld, in verlerlei toon aard, zal die historie vandaag tot one spreken. Het kleine stekje, in 1857 uit gezet en eerstnauwelijks zichtbaar, döcl immer bedreigd, is tot een boom ge wassen, diep van wortel en wijd van tak. Het geslacht van heden verlustigt zich in haar schoonheid en schaduw, en het .plukt de rijke vruchten. Maar hier is gezaaid met tranen. Laat er dan heden en morgen zijn een dankend jui chen en een heilig voornemen, om uit te bouwen op ons fundament dat zoo breed is en sterk. Dringe die roeping inzonderheid vandaag tot ons door. Het maaien, met gejuich verlevendlige plicht, om het Chr. Onderwijs in algemeen, en deze Vereeniging in bijzonder, sterk te maken. Aan onze vereeniging is de zorg toe vertrouwd over drie flinke lagere scho len, een groote U.L.O.-^school, een school voor Schipperskindleren en drie Fröbelscholen met een totaal leerlin genaantal van over de 1300, en een personeel van ruim 40 personen. Een' Vereeniging als de onze brengt, gelijk vanzelf spreekt, dagelijks arbeid en zorgen. Maar het is aangenaam werk, vooral wijl wij het voorrecht hebben te bezitten een toegewijd personeel. En niet het minst zijn het, nu en voorheen, die Hoofden der .Scholen geweest, die het Bestuur bijstonden pp een wijze die lof verdient. Het is ons een béhoefte o.p dezen dag dat uit te spreken, en allen die aan pnze Scholen verbonden zijn voor hun arbeid en toewijding te danken. Gistermiddag 3 uur werd in het Gebouw v. Chr. Belangen een herdenkingssamenkomst ge houden ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van het Chr. Onderwijs te dezer stede. Onder de aanwezigen merkten wij o. a. op de burgemees ters van Sneek en Wymbritseradeel, de heer P. K. Dam, inspecteur van het 1. o., de heer F. W. C. de Haas en W. Schuil voor de commissie van toezicht, ds. Hommes namens Geref. School verband, de heer S. Postmus, oud-leeraar aan het Geref. Gymnasium He Amsterdam, oud- schoolopziener en een van de oudste nog in leven zijnde leerlingen der chr. school nl. van 1864. De heer F. Boeijenga, voorzitter der vereeni ging voor Chr. Schoolonderwijs, ging voor in gebed en las Psalm 115, waarna hij de volgende rede uitsprak: NIEUWE SNEEKER COURANT aan betaald zou moeten worden aan deze ver- eeruging. .Connecties met gemeente of provincie had men in die tijd niet, men had van de gemeente 1 een klein subsidie kunnen krijgen maar dan moest de school toegankelijk zijn voor alle leer- 1 iingen en dat kon niet. Wel moest er contact 1 zijn met het rijkstoezicht, omdat de grondwet van 1848 dat eischte. Dat contact is er dus ook 75 jaar en daarom verbaast de aanwezigheid hier van dit toezicht i niet. Over 12‘/i jaar van dat contact alleen kan j spr. oordeelen en dan heeft hij eerbied en be- wondering voor de arbeid hier verricht, onze betrekkingen zijn steeds zeer aangenaam ge- weest en de samenwerking was steeds’op de meest prettige manier, moge dat zoo blijven. Men kan niet zeggen dat van regeeringswege I altijd met deze voldoening werd gesproken; in het regeeringsverslag van 1861 bijv, werd ge- zegd dat de toestand van het onderwijs in Fries- land het gunstigst was, omdat daar slechts 6 bijzondere scholen waren. In een voornaam staatsstuk worden in 1878 de eischen der voor standers van bijz. onderwijs nog vergeleken met het grofste communisme. En dat er nu iemand van regeerings wege staat, die U oprecht com plimenteert met deze herdenking, wijst er op dat er eenige wijziging is. En als men dit overdenkt dan hebt gij alle reden om ziende op al het werk en de vrucht van Uw arbeid, te jubileeren. Dat is echter geen menschenwerk, dat is Gods werk en daarom Soli Deo Gloria. Sprekers gedachten gaan niet alleen uit naar hen, die het onderwijs doen geven, maar ook tot hen, die het geven, het personeel behooren- de tot een corps dat vroeger beschimpt en be spot is en de grootste contribuanten van het Chr. onderwijs werden genoemd door hun lage salarissen. Zie op deze collega’s van vroeger die dikwijls in armelijke schoolgebouwen en met geringe hulpmiddelen het werk deden. Door de pacifi catie en de loyale medewerking van de ge meente Sneek moogt gij Uw werk doen in ruime lokalen en met de beste hulpmiddelen. Gij wordt geacht als iedere onderwijzer. Dat is echter niet het voornaamste; de leermiddelen mogen goed zijn, maar de man voor de klas geett de door slag en openlijk zegt spr., dat hij zeer waar deert de arbeid van dit personeel en hij komt met genoegen op deze scholen. Het komt er niet op aan dat daar een bijbel ligt op de les senaar, maar wel dat al uw doen geschiedt vol gens het richtsnoer in dat Woord en zoo dat het geval is dan hebt gij een heerlijk werk. De ouders kunnen tevreden zijn met de resul taten op uw scholen, moogt gij van de ouders en het bestuur de waardeering ontvangen, waarop gij recht hebt. Dok op onderwijsgebied is het eenigszins donker als we zien op de crisis-nadeelen die er zijn en misschien nog kunnen komen. Moge dat U niet al te zeer beïnvloeden, zie dan op Uw collega’s van vroeger. Als gij met zorg ver vuld zijt, denkt dan aan de uitdrukking van mej. rockens, dat ze steeds bad. Moogt gij Uw leer lingen steeds geven niet alleen de noodige kennis voor hun leven, maar ook de staf en steun voor dat leven. Moge gij steeds Uw werk met blijdschap doen, biddend, dan zal die arbeid steeds een zegen blijven. Spr. hoopt dat bestuur en personeel hem zullen willen beschouwen als iemand die gaarne meewerkt tot verheffing van de school. Jan v. Nassau was in de eerste plaats een principiëel strijder, die alles offerde voor de vrijheid van Godsdienst. Welnu, wanneer, wat God verhoede, de tijd van strijd weer mocht komen, omdat Uw onderwijs belaagd wordt, moogt gij dan die strijd voeren met blanke wapenen en reine schilden. Blijft die strijd ach terwege, moge gij dan samen eendrachtig voort werken. Zoolang er de zon is, zoolang zal dan de naam des Heeren voortgeplant worden van kind tot kind, van geslacht tot geslacht. De heer Boeijenga dankt de heer Dam en geeft nu het woord aan burgemeester de Hoop. De heer de Hoop zegt dat het fundament voor het Chr. onderwijs in deze gemeente 75 jaar bestaat. Uit oude verslagen der gemeente kreeg spr. de indruk dat dit fundament op zeer bescheiden wijze is gelegd. Het werk der voorgangers is met schitterend resultaat voortgezet door de tegenwoordige be sturen. Eendracht maakt macht, de eendracht bij uw voorgangers heeft geleid tot succes; zorg er voor dat deze eendracht bij U blijft, dan zal het U gegeven zijn nog veel te doen tot bevor dering van het onderwijs. De V o o r z. dankt de burgemeester en heet welkom Prof. Gerbrandij, die juistbinnentreedt, hij is de eere-voorzitter, die heel wat arbeid voor de Ver. verrichtte. De heer F. W. C. d e H a a s complimenteert namens de commissie van toezicht op het 1. o. Wij hebben deze gelukwensch gesymboliseerd in een bloemstuk. Het contact is met Uw scholen minder dan met de openbare, maar bij; 't bezoek .aan Uw scholen bleek ons toch dat het onderwijs daar op zeer hoog peil staat, waaruit weer blijkt een goede keus der hoofden en personeel. In de meeste klassen kregen wij een zeer gunstige indruk bij onze bezoeken, zoowel wat de orde als het onderwijs zelf betreft. In 1920, toen spr. lid werd der commissie, bestonden maar 2 scholen van Uw Ver., dat breidde zich steeds verder uit en de nieuwe scholen zijn schitterend ingericht, al is het jammer dat enkele lokalen wat klein zijn voor het groote aantal leerlingen. Moge het uw bestuur, hoofden en personeel ge geven zijn dit onderwijs op hetzelfde peil te houden. De heer Boeijenga dankt de commissie en is verblijd dat de heer de Haas ook zijn oordeel over ons onderwijs heeft willen geven. Ds. H. Steenhuis wenscht hartelijk geluk en is de tolk van het kerkelijk gereformeerd volk wanneer hij die wensch uitspreekt. Het is heerlijk dat er in deze donkere tijd nog een volk is dat de geestelijke dingen hooger wil schatten dan de stoffelijke. De Heere heeft groote dingen aan ons gedaan, dies zijn wij ver blijd. „Eben Haezer” en „Rehoboth” het spreekt beide van strijd en van overwinning. De Heere heeft het gedaan, al heeft Hij door menschen gewerkt. Hem komt de eere toe. Wij zijn Hem dankbaar dat hij ons leidslieden schonk die er op wezen dat de ouders het onderwijs hadden te kiezen en dat het hun roeping van Christus is, dat onderwijs met de bijbel te doen ge schieden, omdat het kinderen des Verbonds zijn. Wij volwassenen weten ook vaak niet beter dan dat het gemakkelijker is dankbaar te zijn in voorspoed dan geduldig in tegenspoed. Maar vergelijk de offers van onze voorgangers en onze houding nu de tijd is gekomen dankbaar te zijn. Dat wij zoo ver gekomen zijn is een sprake Gods. Wij beleven donkere tijden, wat zal de toekomst ons brengen? Als het verschrikkelijke gebeurt zoude het „Eben Haezer”, het Juliana, het Wilhelmina ver dwijnen van onze schoolgevels, maar Rehoboth kon blijven staan, want Rehoboth komt ook voor als de naam van de voorstad van Niniveh. Dan zou de eerenaam de schandenaam worden, dan zouden onze kinderen daar rijp gemaakt wor den voor de wereld. Dat het nooit zoover kome. Geen beter dankoffer voor de zegeningen kun nen wij brengen dan ons te buigen voor God en te beloven dat wij trouw zullen blijven aan ons ideaal: de Verbondskinderen voor de Ver bonds God, de Chr. school regel, de kleurlooze schooluitzondering. Nadat de heer Boeijenga ook deze spreker be dankt had, komt aan het woord de heer v. d. Brug van Woudsend, voorz. van de kring der Ver. van Chr. onderwijzers in de Z.W.-hoek. Hij wenscht geluk met dit diamanten feest als de tolk van velen die werken aan scholen op de zelfde grondslag als de Uwe. Gij als oudere zuster, wordt omringd door zoovele jongere zusters; wij hebben hetzelfde werk en ideaal, het kind te brengen onder de adem van het evangelie, zoo mogelijk aan de voet van het kruis. En gedurig hebben wij leerlingen van ons toevertrouwd aan Uwe scholen, wij hopen dat U met dezelfde gloed moogt voortgaan op de weg, waarin gij zoo schitterend ziet inge drukt de voetstappen van Gods trouw. Dikwijls hebt gij de strijd moeten voeren om te bewa ren, wat God U gaf; bewaar wat God U toe vertrouwde, dan zal ook de eerekroon U wach- .en. Moge het zoo blijven dat de jongere zusters steeds gaarne met haar levenskracht de oudere teunen, en de oudere met haar gaven ook de ongere ten dienste sta. De heer Boeijenga dankt ook deze spr. Ds. H o n d e r s biedt zijn gelukwenschen ran met het gedenken van dit feit; spr. kan het niet officieel namens eenig college doen, wil het ook niet alleen persoonlijk doen, doch als voorganger der Hervormde Gemeente, als leids man dus van zeer vele ouders, wie er zeer veel aan gelegen is welk onderwijs hun kinderen ontvangen. Er was een zeer nauw verband tus schen de eerst gestichte school en de Hervormde gemeente. Er is ook in het kerkelijke leven in al die jaren veel gebeurd, ook veel dat wordt be treurd, maar wat er ook viel te betreuren, waar broeders en zusters leven in kerkelijk verschil lende organisaties, toch mogen we ons hier verheugen, dat wij op schoolgebied schouder aan schouder staan en samen het Chr. onderwijs schragen. Moge dat lang zoo voortgaan. Ook in het onderwijs is veel veranderd, men hoort nu veel spreken van de majesteit van het kind, mo derne paedagogen bepleiten dat het kind ook in het onderwijs zich moet uitleven. Na de triomfen van de natuurwetenschap hief men als nieuwe vondst het kind op de troon. Maar wij Christe nen zijn het allermodernste en zeggen: „Gij be gaat een ernstige fout, gij denkt veel te gering van de majesteit van de kinderen, wier hoofd niet alleen gevuld moet met rijke kennis maar wie wij, luisterend naar de behoefte van die kin derziel, trachten te brengen aan de voet van Jezus Christus. Wie dat tracht te verhinderen blijkt een tekort te bezitten voor de majesteit van de kinderziel en voor de Majesteit der ma jesteiten, onze Heere God, Spr. hoopt dat de Ver. nog lang zal meewer ken ook de jeugdige zielen de bevrediging te doen vinden in de waarachtige dienst van God door Jezus Christus. Spr. wenscht de onderwij zers en onderwijzeressen geluk en de laatste zij het een sterkende gedachte dat deze scholen zijn geboren uit de liefde van vrouwen. Wij willen met U allen een altaar bouwen en daarvoor allen een steen ter hand nemen, niet alleen om een gedenkteeken op te richten, doch ook een dankteeken, een altaar waarop het „Ebeh- Haëzer”. De Heer Die ons tot hier hielp zal ons dan ook verder tot een hulpe willen zijn. Ds. Hommes spreekt namens Geref. School verband en wenscht het bestuur geluk dat voor 75 jaar het eerste strijdsignaal voor Chr. onder wijs hier weerklonk. Zonder iets te weten van de historie kunnen wij toch samenvatten wat zich hier heeft afgespeeld. We behoeven dan slechts te lezen Psalm 129. Dat alles, daar ge zegd, is in vervulling gegaan hier in het Chr. onderwijs. Er is een benauwing geweest ook wat de geestelijke strijd betreft, doch we mogen zeg gen: de Heere is rechtvaardig geweest over ons als voorstanders van Chr. onderwijs. De zegen van God behoort tot de imponderabilia, die men niet kan afmeten, maar is de pen waarmee onze levensbalans wordt geschreven; die zegen is ook de pen waarmee gij de schoolgeschiedenis van deze 75 jaar schrijft. Deze Psalm is eigenlijk een oogstpsalm en spr. gelooft dat als wij trouw 1 zijn ook in vervulling zal gaan, het slot van die 1 Psalm en wel met betrekking tot het kleurlooze onderwijs. Hoe langer hoe meer voelt men dat het onderwijs gebaseerd moet op de levensbe- 1 schouwing der ouders. Het is nu zoover dat ze de school verlaten om te demonstreeren tegen i onze regeering, het is nu zoover met het neu-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1932 | | pagina 1