f21.000.— 600 Onvoorzien. De behandeling van de Gemeen lelie groot! ng Zondagnacht werd de T oone elavond Voetbalver. Smeek. ingelegd en terugbetaald wordt hierna voortgeznt. De Voorz.; Het D. B. heeft gftsn voorstellen. We hebben va ter lar Dl te Wi f 12.730.36 spaarbank- dt m W' ht de bl di on en he rij: vo Sti rai sa de te trc bl. lij< va ZO zij bir ko be ca dv ve: ve me Su ve WE aa do StE da de: tig ve ein riv de: ge da go ne SOI eei de (b riji -12.800.— -11.637.— - 472.80 -10.000.— ht sr ze w; V£ n; si: VC De heer Zuiderbaan deelt mede dat de Vrijz.-Dem. hun voorstel, om de post volgno. 649 Hoofdstuk XVI (onvoorziene uitgaven) met f 7000.te verlagen, intrekken. Zij stellen echter voor om deze post te verminderen met het nog aanwezig zijnde tekort ad. f2690.of een hiermee overeenkomend afgerond 'getal. Het voorstel Zuiderbaan-Hogeveen wordt aangenomen met 113 stemmen. Tegen de heeren de Groot, Smeding en Sijtema. Voor tot stemming over de begrooting wordt overgegaan zegt de heer De Groot: Ik acht de wijze waarop deze begrooting is samengesteld sterk in het nadeel van de gemeente. De betaal- kracht wordt er sterk door bedreigd, en daarom kan ik m’n stem niet aan de begrooting geven. De gemeentebegrooting wordt hierna aangenomen met 113 stemmen. Tegen de heeren De Groot, Smeding en Sijtema. destijds de vergadering gesloten, omdat het D. B. niet kon oordeelen over de juiste cijfers die, ingevolge de genomen besluiten, in de begrooting verwerkt moesten worden. Door den Raad werd aangenomen: Verhooging opcenten personeele belasting Rangschikking der Gemeente in de 3e klasse voor de heffing van de Gemeentefondsbelasting Verhooging pensioenpremie Salariskorting volgens amendement-Dokkum Verlaging post onderhoud van straten Verlaging van enkele posten, zooals door het D. B. voorgesteld Haarlem met het onderwerp: Suriname; planten, boschnegers en goudzoekers. Men kan in Nederland steeds hooren dat onze twaalfde provincie Suriname „moet worden ge holpen”. Maar Suriname wordt al sinds jaren geholpen met een regeeringssubsidie van 3 mil- lioen. Maar waarom moet er meer gedaan voor dit tropenland, bedekt met tropisch regenwoud, dat een der meest vruchtbare streken van de wereld is? Ook de ligging dicht bij de evenaar is gunstig. Java is even groot als Suriname en heeft 40 millioen bewoners Suriname 150000. Hoe is dit geringe inwonertal in zoo’n vruchtbaar land mogelijk? De Indianen die, voor de Span jaarden kwamen, Zuid-Amerika bevolkten, wa ren goedhartige menschen, nomaden die geen eischen stelden aan het leven. Maar als de Span jaarden, Engelschen, later Nederlanders het land bezetten, komen zij aan de levenstuin, het do mein dier Indianen, die zich verzetten en ge vaarlijke tegenstanders blijken, doch onderwor pen ongeschikt voor arbeid blijken. Toen de Engelschen in Suriname suikerplantages be gonnen te stichten, was er dus gebrek aan werk volk. 300000 negerslaven werden ingevoerd. De Zeeuwen namen in de Tweede Engelsche oor log (1667) lord Willoughby Suriname af, doch de Zeeuwsche Staten verkochten het aan Am sterdam voor f 250000; later werd een deel aan Francois Aerssen van Sommelsdijk afgestaan, die als gouverneur veel voor de kolonie deed en goede vrienden werd met de| Caraiben, hij stuurde zelfs zijn vrouw naar Holland en huwde zelf een Indiaansche prinses. In de periode 1750Ï1800 is West-Indië dan een kolonie, welke het moederland schatten op levert. Sedert dien is er dan toch wel wat ver anderd als er nu geld bij moet. Slavernij moet er zijn, wij zijn immers allemaal slaven van ons beroep, maar de slavernij der zwarten in Z.-Ame- De uitvoeringen van de tooneelclub van de voetbalver. Sneek mogen zich telken jare in een groot bezoek verheu gen. Dit was ook Zondag j.l. weer het geval. Dit groote bezoek zal ditmaal mede zijn oorzaak wel hebben gevonden in de kranige prestaties van het le en 2 e elftal des middags tegen Be Quick en MSC II. Te ongeveer half negen opende de heer P. v. d. Baan deze avond met een welkomstwoord aan' allen. Hierna ging het doek qp voor de op voering van het uit drie bedrijven be staande blijspel „De firma Adam en Eva”, een bly-eindigend paradijsverhaal. De inhoud van het stuk komt hierop neer dat James King een rijk weduwnaar zit opgescheept met een huishouding waarvan de leden hun tijd in ledigheid doorbrengen en daarbij zich nog uitgaven veroorloven welke de heer des huizes radeloos maken en hem doen besluiten zijn vaderlijke zorgen en plich ten in handen te stellen van zijn procu ratiehouder Adam Smith, die terugko- - Totaal f 56.509.80 De Raad wil beschikken het besluit daartoe moet nog ge nomen worden uit de reserves over f23.200.zoodat het totaalbedrag f 79.709.80 wordt Het tekort was f 83.800.zoo dat er nog ongedekt blijft een bedrag van f4090.20. Wil de raad ook beschikken over de verhoogde pensioens- premie voor de bedrijven in 1933, f 1400.dan blijft het tekort f2690.20. In de f23.200.die uit het reservefonds geput zal worden, zit al een post van f5000.die door B. en W. reeds op de begrooting was uitgetrokken, zoodat in totaal f18.200.meer uit de reserve geput zal worden. Door Ged. Staten moet nog beslist worden over de geadviseerde verlaging van de wethou- werking tusschen Vrijz.-Dem. en rechts is echter nooit sprake geweest. De heer Blok: Waaraan ontleent de heer Sijtema het recht om te veronderstellen dat de uitnoodiging tot bedoelde ver gadering van de rechtsche fracties is uitgegaan? De heer Sijtema: Daarop wensch ik niet te antwoorden. Ik zit hier bovendien ook niet om maar op alle vragen van den heer Blok een antwoord te geven. De heer Blok: Met het antwoord van den heer Sijtema ben ik niet tevreden. Daar er geen enkel bewijs is, kan het ook best een dikke leugen zijn. heidsstelling heeft op verkeerde wijze plaats gehad. In Suriname hebben alle slaven van de plantages bij hun invrijheidsstelling deze direct verlaten en zijn naar de stad gegaan. Gevolg: gebrek aan arbeidskracht. Het gouvernement importeerde daarom Hindoes bij tienduizenden en later Javanen, niet meer als slaven doch als werkkrachten onder het koelie-contract. Zeer veel Javanen vestigden zich later als klein-land- bouwer, er zijn er wel een 30000 benevens 35000 Hindoe klein-landbouwers, voorts zijn er 25000 Boschnegers, wat Indianen en de rest zijn Surinamers: een wonderlijk ratjetoe van vermenging van allerlei rassen en kleuren, zoo dat zij uiteenloopen van „ebbenhout tot zomer sproeten”. Creolen noemen zij zich zelf gaarne, stads negers noemt de blanke hen. Er zijn 1000 blan ken en 50.000 gekleurde bewoners van Para maribo, de hoofdstad, van de laatsten betaalt 99 geen inkomstenbelasting, 80 worden op kosten van de staat begraven, 75 der kinderen worden geboren buiten het huwelijk. Geheel andere toestanden dus dan hier. Werken doet de Surinamer niet graag. De spade krijgt men hem niet meer in handen, hij wil niet meer wer ken op plantages, waai- zijn vaderen zoo ge leden hebben. Hij leeft liever ten koste van de vrouwen, die wel werken. Spreker vertelde nu bij plaatjes tal van bij zonderheden van land en volk. Van Paramaribo, een gezellige mooie stad waar de verschillende rassen nog in de nationale kleedij ro«dloopen. De bevolking is een genoeglijke, want als iemand slechts 5 negerbloed in zijn aderen heeft, brengt hij 95 van zijn leven met lachen door. De Hernhutters hebben veel voor de bevolking gedaan, maar het sectarisme heeft ook geleid tot het feit dat men van allerlei openbare in stellingen, scholen Jiospltalen enz. er steeds drie heeft: Staats, R. K. en Hernhutter. Vruchten levert het land in enorme hoeveel heden, vooral de Rrltsch Indiërs leggen zich or de teelt ton. litaac van export komt r«je<s taresht Derhalve meer ingelegd dan terugbetaald Het aantal nieuw uitgegeven boekjes bedroeg 25. vleeschgebrek, terwijl anderzijds wegens onvol doende middelen weer buitenlandsche zendingen soms gedeeltelijk verloren gaan of hoeveelheden voedsel bederven. Ook bij het onderwijs kan men opmerken dat er nog weinig besef van organisatie is. Toch moeten we bij het beschouwen der 'armoede ons er voor hoeden deze met West-Europeesche toestanden te vergelijken. De Rus doet dit ook niet en ziet slechts naar vroeger. Verder is er geen sterke differentiatie in de loonen. De voornaamste levensmiddelen zijn gedistribueerd. Buiten deze staatswinkels is men aangewezen op de vrije handel, die aanmerke lijk duurder prijzen berekent. Een arbeider ver dient ongeveer 200 roebel en een ingenieur 400. Daar men verschillende waren echter niet kan krijgen, kan men met een aanzienlijker inkomen soms nog weinig uitrichten. De geheele mate- rieele toestand zou men hierin kunnen samen vatten, dat rijkdom en macht gescheiden zijn. Een communist mag eenvoudig niet rijk wezen en het overschot aan geld dient in de partijkas te worden gestort. Naast een gelijkheidstendenz valt er tevens een streven naar ongelijkheid waar te nemen. Om een aantal slecht fungeerende bedrijven vooruit te helpen, werden door Stalin ter aan moediging premies gesteld op bijzondere pres taties en tracht men door een stelsel van zgn. stootarbeiders, die op lofwaardige wijze uitblin ken, de eerzucht der Russen te prikkelen. Er is ook onderscheid in de warenvoorziening. Er zijn verschillende winkels voor burgers, staatsbur gers, roode soldaten, buitenlandsche toeristen en buitenlanders, die in Rusland werkzaam zijn. Bij een museum kan men vaak een geheele reeks entreeprijzen zien geannonceerd. Met de invoering van het vijfjarenplan wil men ook het monopolie van de boeren breken. De staatsbedrijven streven naar samenvoeging van groote lappen grond, terwijl de collectieve be drijven de bewoners van het platteland door voorrechten tot aaneensluiting trachten te be wegen. De Kolchozen moesten nagenoeg alles afstaan, doch later werd de aanvankelijke streng heid der eischen eenigszins milder gemaakt. Hun invloed is nu heel groot en zij vormen in de dorpen thans sterke kernen. Voorts nog iets over de cultureele opbouw. Deze veronderstelt dat men iets bewust onder neemt. Men zou in West-Europa waarschijnlijk eerder spreken van een cultureele wording. De communisten zien hun maatschappij als ideaai, maar deze omvatten een betrekkelijk kleine groep, welke de niet-communisten als nog onbe werkte bouwsteenen beschouwt. Tegen de louter materieele opbouw begint De heer S ij t e m a: Ik heb een zeer betrouwbare bron waar uit ik m’n gegevens heb geput. De heer Blok: Maar is het niet waarl De heer Sij tem a: Dan is die bron niet betrouwbaar, maar dan komen de gevolgen ook op hem neer. Ik heb ook niet gesproken over een opzettelijke samenwerking tusschen Vrijz. Dem. en Rechts, maar t.o.z. van de straatbe- lasting kan gesproken worden van een broederlijke samen werking tusschen rechts en de vrijz. democraten. De heer Boonstra: Ik vind dat wethouder Sijtema het wel wat bont maakt. Ik wil eerst even de uitlating over het gemis aan zelfrespect ontzenuwen; de rechtsche raadsleden hebben door hun houding, zooals die bij de behandeling der gemeente begrooting naar voren is gekomen, niets van hun zelfrespect in geboet. Met de Vrijz. Dem. is er heelemaal geen samenwerking of contact geweest. Het ging bij de rechtsche raadsfracties om het principe der begrooting, en gesteld nu dat het waar was dat de rechtsche raadsfracties de weth. hebben uitgenoodigd, dan was er toch voor hen geen aanleiding hun zelfrespect te verliezen. Weth. Sijtema is nog maar kort wethouder en dus neem ik de persoon Sijtema z’n uitdrukkingen niet zoo heel kwalijk, maar van weth. Sijtema keur ik het af, dat hij in de vorige vergade ring, mijn opmerkingen besprekende, sprak over kortzichtige financieele politiek. Dat was n.l. niet een aanval op den heer Boonstra, maar op een groot gedeelte van den Raad. De heer Zuiderbaan: De Vrijz. Dem. hebben hun voor stellen gedaan onafhankelijk van een of andere fractie, omdat wij het met de voorstellen van B. en W. niet eens waren. Dat recht zullen wij behouden zoolang we hier zitten. De heer Sij te ma: De rechtsche fracties wisten wel, dat het geheele College van B. en W. unaniem stond achter de begroo ting, zooals die door het College van B. en W. was ingediend. Als men zich daarvan rekenschap geeft, dan moest men wel speculeeren op de wankelheid van een der leden van het Col lege, om te trachten met dat wankele lid achter de rug van het College van B. en W. om in een bijeenkomst over de begrooting te confereeren met het doel die begrooting uit z’n voegen te scheuren. Als men probeert die wankelheid uit te buiten om dat lid tot minder go.ede trouw te verleiden, dan beschouw ik dat als een getuigenis van weinig respect tegenover zich zelf. Ik zie dat tenminste niet! Ik heb niet beweerd dat er tusschen de Vrijz. Dem. en Rechts een opzettelijke samenwerking is geweest, maar het kwam hier toch op neer, dat er een samenwerking was tegen het Soc. Dem. deel van de Raad. De heer Dokkum: Er was dus een anti-soc. dem. blok? De heer S ij t e m a: Dat is er altijd! De heer Boonstra: De heer Sijtema gebruikte weer heel dikke woorden, toen hij sprak over speculeeren op de wankel heid van een der leden van het College van B. en W. Dat Is toch wel wat al te kras, en dat komt omdat de heer Sijtema niet goed is ingelicht? De heer Maseland stond ook niet wankel, maar heeft in de bedoelde vergadering z’n standpunt volledig vastgehouden. De heer Blok: In welk opzicht had de rechterzijde er ook maar eenige aanleiding voor om den heer Maseland te verlei den? De heer S ij t e m a: De heer Maseland heeft in het (College van B. en W. gezegd, dat hij door de rechtsche fracties was uitgenoodigd. Ten opzichte van deze kwestie wil ik niet voor leugenaar uitgemaakt worden, en als de heer Maseland dat ontkent, dat kwalificeer ik hem hier in 't openbaar als een leugenaar. De Voorzitter: Laten we niet'persoonlijk worden. De heer Maseland heeft in de vergadering van B. en W. gezegd, dat hij een briefje had ontvangen waarin medegedeeld werd dat die vergadering zou worden gehouden. (De Secretaris zegt hier terloops achteraan: maar hij zei, dat de uitnoodiging niet van de rechtsche fracties kwam). Verder wensch ik me daarmee niet te bemoeien, daar het een kwestie is voor de fracties, welke buiten de Raad ligt. De Voorz.; Ik geloof dat er van onze gemeente alleen zeer weinig kracht zal uitgaan. Er is in verschillende gemeenten al eens over gesproken, maar als men daar een onderzoek naar wil, dan zouden het meer de Kamerleden moeten zijn, die er een aanmerking op moeten maken. De heer Hoekstra: Ik vind deze motie van zeer onschuldi- gen aard. Nu ’t onmogelijk is onbillijkheid te constateeren moet de Hooge Raad maar eens uitmaken of deze vergoeding onbil lijk is. Ook heb ik wel zooveel vertrouwen in het billijkheids gevoel dat de Schoolbesturen als ’t onbillijk is, dit zullen her stellen. De heer Zuiderbaan, die eerst met eenige woorden mo tiveert waarom hij den heer De Groot in de vorige vergadering adviseerde z’n motie te wijzigen, zegt verder: De zaak is mi: nog niet genoeg duidelijk en ik zou gaarne willen dat daarom trent nog eens nadere inlichtingen door het D. B. aan de Raad werden verstrekt. Als daaruit blijkt dat er een onbillijkheid is, dan heb ik geen bezwaar tegen de gewijzigde motie, maar als de heer De Groot dat niet doen wil, dan heb ik ook geen bezwaar tegen zijn motie. De heer Blok: Ik heb in de vorige vergadering direct al gevraagd of de motie direct behandeld moest worden of later. Het komt mij voor dat, zoo de motie hier direct behandeld wordt, dat niet in overeenstemming is met de gang van zaken. Ik heb ook niet zooveel bezwaar tegen de motie, maar geloof dat we thans niet in een stadium zijn daar over te spreken. Ik geloof inderdaad dat we daar wel eens over kunnen spreken, dej-ssalarissen en presentiegelden raadsleden maar dan kan er wel eens wat anders komen dan men thans denkt. Ik stel voor de behandeling van de motie uit te stellen. De heer Zuiderbaan: Wat is de bedoeling van den heer Blok? Dat de raadsleden zich zelf eerst eens beter op de hoogte stellen, of dat B. en W. eerst nadere inlichtingen zullen geven? En is ’t de bedoeling van den heer Blok de motie tot de eerst volgende vergadering uit te stellen, of tot een volgende ver gadering? De heer Blok: Het is mijn bedoeling dat er een onderzoek wordt ingesteld, maar dan wil ik ook onderzoeken hoeveel er voor ’t openbaar onderwijs besteed wordt. De heer Boonstra: Ik heb geen bezwaar tegen het ge vraagde onderzoek en wensch de motie ook tot de volgende vergadering uit te stellen. De heer Blok: Dan krijgen we een rapport van B. en W. De Secretaris: Neen, dan moet dat hier voorgesteld wor den. De Voorz. leest de motie duidelijkheidshalve nog eens voor. De heer Boonstra: ’t Is dunkt mij na het voorlezen van de motie nog duidelijker geworden. Hier in deze motie wordt iets geconstateerd; uitgegaan wordt van de gedachte dat de rente te hoog is. Daar kan ik niet over oordeelen, en daarom ben ik er voor deze zaak tot de volgende vergadering uit te stellen, opdat wij er dan beter over kunnen oordeelen. De heer H o ek s t r a: Gaat ’t hier uitsluitend over de rente voet? De Voorz.: Ja, daar gaat ’t om. De heer De Groot: Ik had niet gedacht, dat een nadere toelichting noodig zou zijn. Ieder kan in het betrokken artikel ww *ezen waar ’t °m gaat en als zoodanig heb ik het artikel ook evenwel langzamerhand verzet te ontwaken, besproken. Nu krijgen we deze zaak ieder jaar en temeer daar -- ik de vorige keer ook over deze zaak gesproken heb, had ik gedacht dat de raadsleden deze keer de verschillende posten ook eens wat nader onder oogen hadden gezien, al neem ik ’t hun niet kwalijk dat ze ’t niet hebben gedaan. Mijn bedoeling is te trachten iets uit te zoeken wat mij niet billijk voorkomt. In hoeverre het billijk is, kan ik op ’t oogen- blik niet beoordeelen, maar wat ik wel beoordeelen kan is, dat het rentetype van 1920 thans niet meer geldend is. We hebben hier wel eens meer zulke hooge renten betaald, maar die lee- ningen van 6 en 7 hebben we later zooveel mogelijk gecon verteerd, en daarom had ik gedacht dat dat hierbij ook wel kon. Ik meen, dat we nog altijd zijn aangewezen op de welwillend heid-van de schoolbesturen, daar zij geen inzage van de boeken behoeven te geven, en omdat ik wel wist dat het onderzoek daarom niet aan B. en W. gevraagd kon worden, heb ik mijn motie voorgesteld. Ik had trouwens gedacht dat de raadsleden nu al wat beter beslagen op het ijs waren gekomen, maar nu dat niet het geval is, heb ik er geen bezwaar tegen de motie uit te stellen tot de volgende vergadering. De heer Oppenhuizen: Ik meen dat de heer De Groot Het voortdurend aanvuren werkt tenslotte af mattend. Het is vooral Stalin die een cultuur- verengenden invloed heeft uitgeoefend. Toch zijn er gelukkig eveneens aanwijzingen van een nieuwe cultuur. Er leeft in de Russen een sterk collectiviteitsgevoel. Een groote verandering is ook de bestrijding van het analphabetisme. Dit is stellig een belangrijk feit vergeleken bij vroe gere toestanden. De gelijkheid tusschen man en vrouw is verder in Rusland het volkomens! doorgevoerd. Bedenkelijk is echter dat nuttig heidsoverwegingen de principieele strekkingen wel eens hebben verdrongen. De strijd tegen den godsdienst is een zeer belangrijk en actueel onderwerp. Dè Grieksch- Katholieke kerk was eigenlijk staatsgodsdienst, en vertoonde naast veel uiterlijk ceremonieel een innerlijke verrotting. Zij bleek in den Russisch- Japanschen oorlog en tijdens den wereldkrijg zelfs te heulen met het militairlsme. Deze staatskerk was ook de steun van de toenmalige ambtenafen-kliek. Met de hun eigen consequentie zijn de Russen toen met de aanval van gods dienstige instellingen begonnen. Een andere kwestie is, in hoever deze strijd gerechtvaardigd mag heeten. Dat men in de staatskerk een con- tra-revolutionnaire macht ziet, die vernietigd moet worden is begrijpelijk en verklaarbaar. Doch men blijkt ook beducht te zijn voor een gezonde kerk ,dle aandacht vraagt voor cultuur gebieden, welke het huidig communisme ver waarloost en dat is een minder verheugend ver schijnsel. Er zijn daar werkelijk religieuze ge meenschappen van andersdenkenden, die niet de behandeling verdienen, welke zij ondervinden. Het opheffen van den christelijken Zondag is eveneens een belangrijk en typeerend feit. Een stelsel van vrije dagen vervangt deze gewoonte. Een tweede middel om den godsdienst te fnuiken is het krachtig aanpakken van kerken en priesters. In de vrije handel is de prijsvor ming gebaseerd op een lagen roebelstand, doch de priesters zijn geen staatsburgers, en moeten hun bestaan zoeken uit de ontvangsten van eventueele bezoekers. Door de geringe belang stelling verkeeren ze natuurlijk in een uiterst moeilijke situatie. De verziekte toestand der Grieksch-Katholieke kerk, die door haar gedra gingen ook Veel haat heeft gezaaid, doet ons echter overhellen tot de meenlng, dat de zicht bare ondergang van deze instelling niet te be treuren is. En hit feit, dat men daarin zoo ge makkelijk slaagt, zegt on» reeds genoeg, want men zou zich ongetwijfeld wel bedacht hebben een waarlijk levenden godsdienst aan te vallen, die zich diep had geworteld in de volksziel. Naast de strijd tegen den godsdienst is opval lend een verheerlijking van het menschelijk ver stand. Maar toch zijn de Russen in wezen wel religieus. Bij de Lenin-vereering vindt men een dergelijk element terug. Het heeft er allen schijn van dat men na de afbraak van het oude het toch niet zonder nieuwe godsdienst zal blijven stellen. Nadat enkele vragen van aanwezigen door spr. waren beantwoord, sloot de Voorz. de bij eenkomst. Rijkspostspaarbank. Opgave betreffende ’t postkantoor Sneek over de maand November 1932. Aan bovengenoemd kantoor werd In den loop der maand op spaarbankboekjes -'~~J f36.733.67 -24.003.31 hooi door brand vernield. Om 5 uur des morgens was men de brand meester en rukte men in. Geslaagd aan de Vrije Univer- siteit voor het Doet. ex. Klassieke Let teren, J. de Jong, Oudega (W.). Tot Kerkvoogden der Ned. Herv. Kerk alhier zijn benoemd de heeren H. M. Mar tens, Tj. Bouma en O. Kooistra. Aankondigingen. Zoendag 25 Dec. 8 uur. Ami- citia. Krite Snits. Opvoering van „Skyn” door Ljouwerter Kritetoaniel. Sang Mar sang. Bal na. selijk leven wil leeren kennen en het aanbod gaarne aanvaardt. Hy heeft van noemd erf eveneens een groote hoeveelheid dit vader spelen echter gauw genoeg en* het Nationaal Crisiscomité nemen steeds De heer Sijtema: De Voorzitter zei al dat er van het D. B. geen voorstellen te verwachten waren. Na de marchandis- tische samenwerking tusschen de Vrijz.-Dem. en rechts is er niet veel meer overgebleven van de begrooting, zooals die ter tafel was gelegd. Van de meerderheid is geen voorstel meer te verwachten, maar misschien van de minderheid wel. Als we de nieuwsbladen gelezen hebben, dan hebben we kunnen lezen, dat de minderheid achter de rug van B. en W. om geconfereerd heeft met andere gedeelten van de Raad, om deze begrooting omver te kegelen. Als die wethouder nog voldoende respect voor zich zelf heeft, durft hij de verantwoordelijkheid daarvan dan op zich te nemen? Van weerskanten valt een dergelijke houding wel zeer sprekend op. Aan die krantenberichten is nog toegevoegd een enkele opmerking t.o.z. van de verdere samen stelling van het College van B. en W. Ik weet niet, of dat deel van het bericht een punt van bespreking heeft uitgemaakt, maar toch zou ik over het eerste deel gaarne een openlijke verklaring willen hooren. De heer Maseland: Het door den heer Sijtema bedoelde bericht heeft in de Leeuwarder Courant gestaan, maar ik wensch daarvoor noch voor de vorm; noch voor de inhoud eenige verantwoordelijkheid te dragen. Ik weet niet hoe ’t er in gekomen is, en wie de auteur is, maar het bericht bevat een klein korreltje waarheid en veel fantasie, en ’t kan niet beschouwd worden als een verslag van dat wat er op die vergadering behandeld is. Ik erken dat ik die vergadering heb bijgewoond en daar meende ik het recht voor te hebben, temeer als men in aan merking neemt hoe ik op die vergadering gesproken heb. Al meermalen was er op aangedrongen de samenstelling van de begrooting te wijzigen, en vandaar ook dat ik een uitnoodiging kreeg. Wat er overigens op die vergadering besloten is, kan buiten beschouwing blijven, maar ik wil er de nadruk op leg gen te verklaren dat ik daar geen andere houding heb aange nomen dan in het College van B. en W. Over het tweede deel van het bericht is heelemaal niet ge sproken. De heer Zuiderbaan: De heer Sijtema heeft ook een kleine Seitenhieb om maar eens met een woord uit de stukken te spreken gericht tot de Vrijz.-Dem. door te spreken van een marchandistische samenwerking tusschen de Vrijz.-Dem. en rechts. De Vrijz.-Dem. hebben echter in samen werking met rechts geen enkele wijziging van de begrooting willen tot stand brengen, en verder wil ik er op wijzen, dat er van de voorstellen van de Vrijz.-Dem. niets terecht gekomen is. Wij hebben verklaard dat het voorstel-Dokkum ons te vei ging, maar hebben, toen ons eigen voorstel werd verworpen, voor het voorstel-Dokkum gestemd. Ik kan me dus niet begrij pen hoe de heer Sijtema over een marchandistische handeling kan spreken, of hij moet daarmee bedoelen dat wij later voor het voorstel-Dokkum hebben gestemd. Maar zoo iets zal den gezegd heeft, "dat deze uitkeeringen eeuwig door zouden duren, heer Sijtema later wel eens meer opvallen. Van een samen maar ik meende toch dat die gelden voor een tijdsbestek van x 14 jaren. Verschillende leden antwoorden dezen spr. dat dat niet het geval is. Besloten wordt de motie op de volgende vergadering verder te behandelen. beraamt een list die uitstekend slaagt. Hjj deelt n.l. de huisgenooten mede dat de onderneming van James King failliet is en ieder daardoor voor zich zelf zyn brood moet verdienen. Allen probee- ren nu een betrekking te krijgen. In het laatste bedrijf vinden we de geheele familie terug op de kippenfokkerij ,,Het Paradijs”, waar allen met noeste vlijt hun dagelijksch brood verdienen. In deze toestand vindt vader James King zijn familie terug. Ze willen thans niet gaarne naar hun luie leventje terug. Wat vader James King niet kon be reiken is Adam Smith dus gelukt. Eva is ondertusschen verliefd op haar pleeg vader geworden en het besluit is dat deze twee elkander krijgen. Het is een zeer zwaar te spelen stuk en hoewel de irihoud en het spel ons wel hebben bevredigd gelooven we toch dat dergeljjke stukken niet in het kader van de Sneek-avonden passen. Wij voor ons geven tenminste de voorkeur aan de avonden van voorheen. De opvoerenden komt even wel niets dan lof toe. Er is knap werk geleverd1, de een wat beter natuurlijk dan de ander en zonder iemand te kort te doen meenen we een pluimpje niet te mogen onthouden aan mej. Kuipers, die de rol vertolkte van „Eva". Haar spel was zeer vlot. De tooneelaanklee- d'ing was keurig verzorgd. Na afloop had de heer Geensen als blijk van waar- deering voor het vele werk dat hy had verricht als regisseur een luxe Vaas met gedroogde bloemen in ontvangst te ne men. De onzichtbare kracht de heer L. Visser werd' eveneens dank gebraiht, evenals het geheele gezelschap by mon de van de heer P,. v. d. Baan. Na afloop een druk en gezellig bal. Het muzikale gedeelte werd verzorgd door het Sneeker Jazz-trio Geldof, Dyk stra, Ligthart. Bazaar Crisiscoitnité. De plannen van de afd. Sneek van Zondagnacht werd de brandweer van Sneek gealarmeerd vobr een brand aan de Hemdijk. De autobrandspuit was spoedig ter plaatse. Het bleek dat een hooimijt, pl. m. 20 welden hooi bevattende, op het erf van den heer Sj. de Boer in lichte laaie mende van een irubberplantage het hui sfond. Alles ging verloren. Men denkt aan kwaadwilligheid. Verleden jaar is op ge- vasteren vorm aan. Men is rfceds begonnen met het inza melen van gevraagde artikelen. Op een wijze, welke het Crisiscomité niet verwachten kon, werkt de burgerij in al zijn geledingen mede. Artikelen van den meest uiteenloo- penden aard worden beschikbaar ge steld en veelzins fraaie artikelen. Thans reeds zijn meer dan 200 ca- deaux ontvangen en dagelijks stroomen 'rik.a wa®. een °ntpenschelijke, doch hun invnj- de toezeggingen nog toe. Werklooze arbeiders verleenen gaar ne belangeloos hun medewerking, bly dat hun eentonig nietsdoen, gebroken wordt door arbeid ten bate van een liefdadig doel. Het Comité is dankbaar voor deze spontane medewerking. Dit alles is een goede profetie voor het welslagen der te houden Bazaar. Natuurkundig Genootschap. Gisteravond trad voor dit Genootschap in de Harmonie op dr. W. O. N. V. d. Sleen van van

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1932 | | pagina 2