f21.000.—
600
Onvoorzien.
De behandeling van de Gemeen lelie groot! ng
Zondagnacht werd de
T oone elavond
Voetbalver. Smeek.
ingelegd
en terugbetaald
wordt hierna voortgeznt.
De Voorz.; Het D. B. heeft gftsn voorstellen. We hebben
va
ter
lar
Dl
te
Wi
f 12.730.36
spaarbank-
dt
m
W'
ht
de
bl
di
on
en
he
rij:
vo
Sti
rai
sa
de
te
trc
bl.
lij<
va
ZO
zij
bir
ko
be
ca
dv
ve:
ve
me
Su
ve
WE
aa
do
StE
da
de:
tig
ve
ein
riv
de:
ge
da
go
ne
SOI
eei
de
(b
riji
-12.800.—
-11.637.—
- 472.80
-10.000.—
ht
sr
ze
w;
V£
n;
si:
VC
De heer Zuiderbaan deelt mede dat de Vrijz.-Dem. hun
voorstel, om de post volgno. 649 Hoofdstuk XVI (onvoorziene
uitgaven) met f 7000.te verlagen, intrekken. Zij stellen echter
voor om deze post te verminderen met het nog aanwezig zijnde
tekort ad. f2690.of een hiermee overeenkomend afgerond
'getal.
Het voorstel Zuiderbaan-Hogeveen wordt aangenomen met
113 stemmen. Tegen de heeren de Groot, Smeding en Sijtema.
Voor tot stemming over de begrooting wordt overgegaan zegt
de heer De Groot: Ik acht de wijze waarop deze begrooting
is samengesteld sterk in het nadeel van de gemeente. De betaal-
kracht wordt er sterk door bedreigd, en daarom kan ik m’n
stem niet aan de begrooting geven.
De gemeentebegrooting wordt hierna aangenomen met 113
stemmen. Tegen de heeren De Groot, Smeding en Sijtema.
destijds de vergadering gesloten, omdat het D. B. niet kon
oordeelen over de juiste cijfers die, ingevolge de genomen
besluiten, in de begrooting verwerkt moesten worden.
Door den Raad werd aangenomen:
Verhooging opcenten personeele belasting
Rangschikking der Gemeente in de 3e klasse voor
de heffing van de Gemeentefondsbelasting
Verhooging pensioenpremie
Salariskorting volgens amendement-Dokkum
Verlaging post onderhoud van straten
Verlaging van enkele posten, zooals door het
D. B. voorgesteld
Haarlem met het onderwerp: Suriname;
planten, boschnegers en goudzoekers.
Men kan in Nederland steeds hooren dat onze
twaalfde provincie Suriname „moet worden ge
holpen”. Maar Suriname wordt al sinds jaren
geholpen met een regeeringssubsidie van 3 mil-
lioen. Maar waarom moet er meer gedaan voor
dit tropenland, bedekt met tropisch regenwoud,
dat een der meest vruchtbare streken van de
wereld is? Ook de ligging dicht bij de evenaar
is gunstig. Java is even groot als Suriname en
heeft 40 millioen bewoners Suriname 150000.
Hoe is dit geringe inwonertal in zoo’n vruchtbaar
land mogelijk? De Indianen die, voor de Span
jaarden kwamen, Zuid-Amerika bevolkten, wa
ren goedhartige menschen, nomaden die geen
eischen stelden aan het leven. Maar als de Span
jaarden, Engelschen, later Nederlanders het land
bezetten, komen zij aan de levenstuin, het do
mein dier Indianen, die zich verzetten en ge
vaarlijke tegenstanders blijken, doch onderwor
pen ongeschikt voor arbeid blijken. Toen de
Engelschen in Suriname suikerplantages be
gonnen te stichten, was er dus gebrek aan werk
volk. 300000 negerslaven werden ingevoerd. De
Zeeuwen namen in de Tweede Engelsche oor
log (1667) lord Willoughby Suriname af, doch
de Zeeuwsche Staten verkochten het aan Am
sterdam voor f 250000; later werd een deel aan
Francois Aerssen van Sommelsdijk afgestaan,
die als gouverneur veel voor de kolonie deed
en goede vrienden werd met de| Caraiben, hij
stuurde zelfs zijn vrouw naar Holland en huwde
zelf een Indiaansche prinses.
In de periode 1750Ï1800 is West-Indië dan
een kolonie, welke het moederland schatten op
levert. Sedert dien is er dan toch wel wat ver
anderd als er nu geld bij moet. Slavernij moet
er zijn, wij zijn immers allemaal slaven van ons
beroep, maar de slavernij der zwarten in Z.-Ame-
De uitvoeringen van de tooneelclub
van de voetbalver. Sneek mogen zich
telken jare in een groot bezoek verheu
gen. Dit was ook Zondag j.l. weer het
geval. Dit groote bezoek zal ditmaal
mede zijn oorzaak wel hebben gevonden
in de kranige prestaties van het le en
2 e elftal des middags tegen Be Quick
en MSC II.
Te ongeveer half negen opende de
heer P. v. d. Baan deze avond met een
welkomstwoord aan' allen.
Hierna ging het doek qp voor de op
voering van het uit drie bedrijven be
staande blijspel „De firma Adam en
Eva”, een bly-eindigend paradijsverhaal.
De inhoud van het stuk komt
hierop neer dat James King een rijk
weduwnaar zit opgescheept met een
huishouding waarvan de leden hun tijd
in ledigheid doorbrengen en daarbij zich
nog uitgaven veroorloven welke de heer
des huizes radeloos maken en hem doen
besluiten zijn vaderlijke zorgen en plich
ten in handen te stellen van zijn procu
ratiehouder Adam Smith, die terugko-
- Totaal f 56.509.80
De Raad wil beschikken het besluit daartoe moet nog ge
nomen worden uit de reserves over f23.200.zoodat het
totaalbedrag f 79.709.80 wordt Het tekort was f 83.800.zoo
dat er nog ongedekt blijft een bedrag van f4090.20.
Wil de raad ook beschikken over de verhoogde pensioens-
premie voor de bedrijven in 1933, f 1400.dan blijft het
tekort f2690.20.
In de f23.200.die uit het reservefonds geput zal worden,
zit al een post van f5000.die door B. en W. reeds op de
begrooting was uitgetrokken, zoodat in totaal f18.200.meer
uit de reserve geput zal worden. Door Ged. Staten moet nog
beslist worden over de geadviseerde verlaging van de wethou-
werking tusschen Vrijz.-Dem. en rechts is echter nooit sprake
geweest.
De heer Blok: Waaraan ontleent de heer Sijtema het recht
om te veronderstellen dat de uitnoodiging tot bedoelde ver
gadering van de rechtsche fracties is uitgegaan?
De heer Sijtema: Daarop wensch ik niet te antwoorden.
Ik zit hier bovendien ook niet om maar op alle vragen van den
heer Blok een antwoord te geven.
De heer Blok: Met het antwoord van den heer Sijtema ben
ik niet tevreden. Daar er geen enkel bewijs is, kan het ook
best een dikke leugen zijn.
heidsstelling heeft op verkeerde wijze plaats
gehad. In Suriname hebben alle slaven van de
plantages bij hun invrijheidsstelling deze direct
verlaten en zijn naar de stad gegaan. Gevolg:
gebrek aan arbeidskracht. Het gouvernement
importeerde daarom Hindoes bij tienduizenden
en later Javanen, niet meer als slaven doch als
werkkrachten onder het koelie-contract. Zeer
veel Javanen vestigden zich later als klein-land-
bouwer, er zijn er wel een 30000 benevens
35000 Hindoe klein-landbouwers, voorts zijn er
25000 Boschnegers, wat Indianen en de rest
zijn Surinamers: een wonderlijk ratjetoe van
vermenging van allerlei rassen en kleuren, zoo
dat zij uiteenloopen van „ebbenhout tot zomer
sproeten”.
Creolen noemen zij zich zelf gaarne, stads
negers noemt de blanke hen. Er zijn 1000 blan
ken en 50.000 gekleurde bewoners van Para
maribo, de hoofdstad, van de laatsten betaalt
99 geen inkomstenbelasting, 80 worden op
kosten van de staat begraven, 75 der kinderen
worden geboren buiten het huwelijk. Geheel
andere toestanden dus dan hier. Werken doet
de Surinamer niet graag. De spade krijgt men
hem niet meer in handen, hij wil niet meer wer
ken op plantages, waai- zijn vaderen zoo ge
leden hebben. Hij leeft liever ten koste van de
vrouwen, die wel werken.
Spreker vertelde nu bij plaatjes tal van bij
zonderheden van land en volk. Van Paramaribo,
een gezellige mooie stad waar de verschillende
rassen nog in de nationale kleedij ro«dloopen.
De bevolking is een genoeglijke, want als iemand
slechts 5 negerbloed in zijn aderen heeft,
brengt hij 95 van zijn leven met lachen door.
De Hernhutters hebben veel voor de bevolking
gedaan, maar het sectarisme heeft ook geleid
tot het feit dat men van allerlei openbare in
stellingen, scholen Jiospltalen enz. er steeds
drie heeft: Staats, R. K. en Hernhutter.
Vruchten levert het land in enorme hoeveel
heden, vooral de Rrltsch Indiërs leggen zich or
de teelt ton. litaac van export komt r«je<s taresht
Derhalve meer ingelegd
dan terugbetaald
Het aantal nieuw uitgegeven
boekjes bedroeg 25.
vleeschgebrek, terwijl anderzijds wegens onvol
doende middelen weer buitenlandsche zendingen
soms gedeeltelijk verloren gaan of hoeveelheden
voedsel bederven.
Ook bij het onderwijs kan men opmerken dat
er nog weinig besef van organisatie is. Toch
moeten we bij het beschouwen der 'armoede ons
er voor hoeden deze met West-Europeesche
toestanden te vergelijken. De Rus doet dit ook
niet en ziet slechts naar vroeger.
Verder is er geen sterke differentiatie in de
loonen. De voornaamste levensmiddelen zijn
gedistribueerd. Buiten deze staatswinkels is men
aangewezen op de vrije handel, die aanmerke
lijk duurder prijzen berekent. Een arbeider ver
dient ongeveer 200 roebel en een ingenieur 400.
Daar men verschillende waren echter niet kan
krijgen, kan men met een aanzienlijker inkomen
soms nog weinig uitrichten. De geheele mate-
rieele toestand zou men hierin kunnen samen
vatten, dat rijkdom en macht gescheiden zijn.
Een communist mag eenvoudig niet rijk wezen
en het overschot aan geld dient in de partijkas
te worden gestort.
Naast een gelijkheidstendenz valt er tevens
een streven naar ongelijkheid waar te nemen.
Om een aantal slecht fungeerende bedrijven
vooruit te helpen, werden door Stalin ter aan
moediging premies gesteld op bijzondere pres
taties en tracht men door een stelsel van zgn.
stootarbeiders, die op lofwaardige wijze uitblin
ken, de eerzucht der Russen te prikkelen. Er is
ook onderscheid in de warenvoorziening. Er zijn
verschillende winkels voor burgers, staatsbur
gers, roode soldaten, buitenlandsche toeristen
en buitenlanders, die in Rusland werkzaam zijn.
Bij een museum kan men vaak een geheele
reeks entreeprijzen zien geannonceerd.
Met de invoering van het vijfjarenplan wil men
ook het monopolie van de boeren breken. De
staatsbedrijven streven naar samenvoeging van
groote lappen grond, terwijl de collectieve be
drijven de bewoners van het platteland door
voorrechten tot aaneensluiting trachten te be
wegen. De Kolchozen moesten nagenoeg alles
afstaan, doch later werd de aanvankelijke streng
heid der eischen eenigszins milder gemaakt.
Hun invloed is nu heel groot en zij vormen
in de dorpen thans sterke kernen.
Voorts nog iets over de cultureele opbouw.
Deze veronderstelt dat men iets bewust onder
neemt. Men zou in West-Europa waarschijnlijk
eerder spreken van een cultureele wording. De
communisten zien hun maatschappij als ideaai,
maar deze omvatten een betrekkelijk kleine
groep, welke de niet-communisten als nog onbe
werkte bouwsteenen beschouwt.
Tegen de louter materieele opbouw begint
De heer S ij t e m a: Ik heb een zeer betrouwbare bron waar
uit ik m’n gegevens heb geput.
De heer Blok: Maar is het niet waarl
De heer Sij tem a: Dan is die bron niet betrouwbaar, maar
dan komen de gevolgen ook op hem neer.
Ik heb ook niet gesproken over een opzettelijke samenwerking
tusschen Vrijz. Dem. en Rechts, maar t.o.z. van de straatbe-
lasting kan gesproken worden van een broederlijke samen
werking tusschen rechts en de vrijz. democraten.
De heer Boonstra: Ik vind dat wethouder Sijtema het wel
wat bont maakt. Ik wil eerst even de uitlating over het gemis
aan zelfrespect ontzenuwen; de rechtsche raadsleden hebben
door hun houding, zooals die bij de behandeling der gemeente
begrooting naar voren is gekomen, niets van hun zelfrespect
in geboet.
Met de Vrijz. Dem. is er heelemaal geen samenwerking of
contact geweest.
Het ging bij de rechtsche raadsfracties om het principe der
begrooting, en gesteld nu dat het waar was dat de rechtsche
raadsfracties de weth. hebben uitgenoodigd, dan was er toch
voor hen geen aanleiding hun zelfrespect te verliezen.
Weth. Sijtema is nog maar kort wethouder en dus neem ik de
persoon Sijtema z’n uitdrukkingen niet zoo heel kwalijk, maar
van weth. Sijtema keur ik het af, dat hij in de vorige vergade
ring, mijn opmerkingen besprekende, sprak over kortzichtige
financieele politiek. Dat was n.l. niet een aanval op den heer
Boonstra, maar op een groot gedeelte van den Raad.
De heer Zuiderbaan: De Vrijz. Dem. hebben hun voor
stellen gedaan onafhankelijk van een of andere fractie, omdat
wij het met de voorstellen van B. en W. niet eens waren. Dat
recht zullen wij behouden zoolang we hier zitten.
De heer Sij te ma: De rechtsche fracties wisten wel, dat het
geheele College van B. en W. unaniem stond achter de begroo
ting, zooals die door het College van B. en W. was ingediend.
Als men zich daarvan rekenschap geeft, dan moest men wel
speculeeren op de wankelheid van een der leden van het Col
lege, om te trachten met dat wankele lid achter de rug van het
College van B. en W. om in een bijeenkomst over de begrooting
te confereeren met het doel die begrooting uit z’n voegen te
scheuren. Als men probeert die wankelheid uit te buiten om dat
lid tot minder go.ede trouw te verleiden, dan beschouw ik dat
als een getuigenis van weinig respect tegenover zich zelf. Ik
zie dat tenminste niet! Ik heb niet beweerd dat er tusschen de
Vrijz. Dem. en Rechts een opzettelijke samenwerking is geweest,
maar het kwam hier toch op neer, dat er een samenwerking
was tegen het Soc. Dem. deel van de Raad.
De heer Dokkum: Er was dus een anti-soc. dem. blok?
De heer S ij t e m a: Dat is er altijd!
De heer Boonstra: De heer Sijtema gebruikte weer heel
dikke woorden, toen hij sprak over speculeeren op de wankel
heid van een der leden van het College van B. en W. Dat Is
toch wel wat al te kras, en dat komt omdat de heer Sijtema
niet goed is ingelicht?
De heer Maseland stond ook niet wankel, maar heeft in de
bedoelde vergadering z’n standpunt volledig vastgehouden.
De heer Blok: In welk opzicht had de rechterzijde er ook
maar eenige aanleiding voor om den heer Maseland te verlei
den?
De heer S ij t e m a: De heer Maseland heeft in het (College
van B. en W. gezegd, dat hij door de rechtsche fracties was
uitgenoodigd. Ten opzichte van deze kwestie wil ik niet voor
leugenaar uitgemaakt worden, en als de heer Maseland dat
ontkent, dat kwalificeer ik hem hier in 't openbaar als een
leugenaar.
De Voorzitter: Laten we niet'persoonlijk worden. De
heer Maseland heeft in de vergadering van B. en W. gezegd,
dat hij een briefje had ontvangen waarin medegedeeld werd
dat die vergadering zou worden gehouden. (De Secretaris zegt
hier terloops achteraan: maar hij zei, dat de uitnoodiging niet
van de rechtsche fracties kwam).
Verder wensch ik me daarmee niet te bemoeien, daar het een
kwestie is voor de fracties, welke buiten de Raad ligt.
De Voorz.; Ik geloof dat er van onze gemeente alleen zeer
weinig kracht zal uitgaan. Er is in verschillende gemeenten al
eens over gesproken, maar als men daar een onderzoek naar
wil, dan zouden het meer de Kamerleden moeten zijn, die er
een aanmerking op moeten maken.
De heer Hoekstra: Ik vind deze motie van zeer onschuldi-
gen aard. Nu ’t onmogelijk is onbillijkheid te constateeren moet
de Hooge Raad maar eens uitmaken of deze vergoeding onbil
lijk is. Ook heb ik wel zooveel vertrouwen in het billijkheids
gevoel dat de Schoolbesturen als ’t onbillijk is, dit zullen her
stellen.
De heer Zuiderbaan, die eerst met eenige woorden mo
tiveert waarom hij den heer De Groot in de vorige vergadering
adviseerde z’n motie te wijzigen, zegt verder: De zaak is mi:
nog niet genoeg duidelijk en ik zou gaarne willen dat daarom
trent nog eens nadere inlichtingen door het D. B. aan de Raad
werden verstrekt. Als daaruit blijkt dat er een onbillijkheid is,
dan heb ik geen bezwaar tegen de gewijzigde motie, maar als
de heer De Groot dat niet doen wil, dan heb ik ook geen
bezwaar tegen zijn motie.
De heer Blok: Ik heb in de vorige vergadering direct al
gevraagd of de motie direct behandeld moest worden of later.
Het komt mij voor dat, zoo de motie hier direct behandeld
wordt, dat niet in overeenstemming is met de gang van zaken.
Ik heb ook niet zooveel bezwaar tegen de motie, maar geloof
dat we thans niet in een stadium zijn daar over te spreken. Ik
geloof inderdaad dat we daar wel eens over kunnen spreken, dej-ssalarissen en presentiegelden raadsleden
maar dan kan er wel eens wat anders komen dan men thans
denkt. Ik stel voor de behandeling van de motie uit te stellen.
De heer Zuiderbaan: Wat is de bedoeling van den heer
Blok? Dat de raadsleden zich zelf eerst eens beter op de hoogte
stellen, of dat B. en W. eerst nadere inlichtingen zullen geven?
En is ’t de bedoeling van den heer Blok de motie tot de eerst
volgende vergadering uit te stellen, of tot een volgende ver
gadering?
De heer Blok: Het is mijn bedoeling dat er een onderzoek
wordt ingesteld, maar dan wil ik ook onderzoeken hoeveel er
voor ’t openbaar onderwijs besteed wordt.
De heer Boonstra: Ik heb geen bezwaar tegen het ge
vraagde onderzoek en wensch de motie ook tot de volgende
vergadering uit te stellen.
De heer Blok: Dan krijgen we een rapport van B. en W.
De Secretaris: Neen, dan moet dat hier voorgesteld wor
den.
De Voorz. leest de motie duidelijkheidshalve nog eens voor.
De heer Boonstra: ’t Is dunkt mij na het voorlezen van
de motie nog duidelijker geworden. Hier in deze motie wordt
iets geconstateerd; uitgegaan wordt van de gedachte dat de
rente te hoog is. Daar kan ik niet over oordeelen, en daarom
ben ik er voor deze zaak tot de volgende vergadering uit te
stellen, opdat wij er dan beter over kunnen oordeelen.
De heer H o ek s t r a: Gaat ’t hier uitsluitend over de rente
voet?
De Voorz.: Ja, daar gaat ’t om.
De heer De Groot: Ik had niet gedacht, dat een nadere
toelichting noodig zou zijn. Ieder kan in het betrokken artikel
ww *ezen waar ’t °m gaat en als zoodanig heb ik het artikel ook
evenwel langzamerhand verzet te ontwaken, besproken. Nu krijgen we deze zaak ieder jaar en temeer daar
-- ik de vorige keer ook over deze zaak gesproken heb, had ik
gedacht dat de raadsleden deze keer de verschillende posten
ook eens wat nader onder oogen hadden gezien, al neem ik ’t
hun niet kwalijk dat ze ’t niet hebben gedaan.
Mijn bedoeling is te trachten iets uit te zoeken wat mij niet
billijk voorkomt. In hoeverre het billijk is, kan ik op ’t oogen-
blik niet beoordeelen, maar wat ik wel beoordeelen kan is, dat
het rentetype van 1920 thans niet meer geldend is. We hebben
hier wel eens meer zulke hooge renten betaald, maar die lee-
ningen van 6 en 7 hebben we later zooveel mogelijk gecon
verteerd, en daarom had ik gedacht dat dat hierbij ook wel kon.
Ik meen, dat we nog altijd zijn aangewezen op de welwillend
heid-van de schoolbesturen, daar zij geen inzage van de boeken
behoeven te geven, en omdat ik wel wist dat het onderzoek
daarom niet aan B. en W. gevraagd kon worden, heb ik mijn
motie voorgesteld. Ik had trouwens gedacht dat de raadsleden
nu al wat beter beslagen op het ijs waren gekomen, maar nu
dat niet het geval is, heb ik er geen bezwaar tegen de motie
uit te stellen tot de volgende vergadering.
De heer Oppenhuizen: Ik meen dat de heer De Groot
Het voortdurend aanvuren werkt tenslotte af
mattend. Het is vooral Stalin die een cultuur-
verengenden invloed heeft uitgeoefend. Toch
zijn er gelukkig eveneens aanwijzingen van een
nieuwe cultuur. Er leeft in de Russen een sterk
collectiviteitsgevoel. Een groote verandering is
ook de bestrijding van het analphabetisme. Dit
is stellig een belangrijk feit vergeleken bij vroe
gere toestanden. De gelijkheid tusschen man en
vrouw is verder in Rusland het volkomens!
doorgevoerd. Bedenkelijk is echter dat nuttig
heidsoverwegingen de principieele strekkingen
wel eens hebben verdrongen.
De strijd tegen den godsdienst is een zeer
belangrijk en actueel onderwerp. Dè Grieksch-
Katholieke kerk was eigenlijk staatsgodsdienst,
en vertoonde naast veel uiterlijk ceremonieel een
innerlijke verrotting. Zij bleek in den Russisch-
Japanschen oorlog en tijdens den wereldkrijg
zelfs te heulen met het militairlsme. Deze
staatskerk was ook de steun van de toenmalige
ambtenafen-kliek. Met de hun eigen consequentie
zijn de Russen toen met de aanval van gods
dienstige instellingen begonnen. Een andere
kwestie is, in hoever deze strijd gerechtvaardigd
mag heeten. Dat men in de staatskerk een con-
tra-revolutionnaire macht ziet, die vernietigd
moet worden is begrijpelijk en verklaarbaar.
Doch men blijkt ook beducht te zijn voor een
gezonde kerk ,dle aandacht vraagt voor cultuur
gebieden, welke het huidig communisme ver
waarloost en dat is een minder verheugend ver
schijnsel. Er zijn daar werkelijk religieuze ge
meenschappen van andersdenkenden, die niet de
behandeling verdienen, welke zij ondervinden.
Het opheffen van den christelijken Zondag is
eveneens een belangrijk en typeerend feit. Een
stelsel van vrije dagen vervangt deze gewoonte.
Een tweede middel om den godsdienst te
fnuiken is het krachtig aanpakken van kerken
en priesters. In de vrije handel is de prijsvor
ming gebaseerd op een lagen roebelstand, doch
de priesters zijn geen staatsburgers, en moeten
hun bestaan zoeken uit de ontvangsten van
eventueele bezoekers. Door de geringe belang
stelling verkeeren ze natuurlijk in een uiterst
moeilijke situatie. De verziekte toestand der
Grieksch-Katholieke kerk, die door haar gedra
gingen ook Veel haat heeft gezaaid, doet ons
echter overhellen tot de meenlng, dat de zicht
bare ondergang van deze instelling niet te be
treuren is. En hit feit, dat men daarin zoo ge
makkelijk slaagt, zegt on» reeds genoeg, want
men zou zich ongetwijfeld wel bedacht hebben
een waarlijk levenden godsdienst aan te vallen,
die zich diep had geworteld in de volksziel.
Naast de strijd tegen den godsdienst is opval
lend een verheerlijking van het menschelijk ver
stand. Maar toch zijn de Russen in wezen wel
religieus. Bij de Lenin-vereering vindt men een
dergelijk element terug. Het heeft er allen schijn
van dat men na de afbraak van het oude het
toch niet zonder nieuwe godsdienst zal blijven
stellen.
Nadat enkele vragen van aanwezigen door
spr. waren beantwoord, sloot de Voorz. de bij
eenkomst.
Rijkspostspaarbank.
Opgave betreffende ’t postkantoor Sneek
over de maand November 1932.
Aan bovengenoemd kantoor werd In den
loop der maand op spaarbankboekjes
-'~~J f36.733.67
-24.003.31
hooi door brand vernield. Om 5 uur des
morgens was men de brand meester en rukte
men in.
Geslaagd aan de Vrije Univer-
siteit voor het Doet. ex. Klassieke Let
teren, J. de Jong, Oudega (W.).
Tot Kerkvoogden der Ned. Herv. Kerk
alhier zijn benoemd de heeren H. M. Mar
tens, Tj. Bouma en O. Kooistra.
Aankondigingen.
Zoendag 25 Dec. 8 uur. Ami-
citia. Krite Snits. Opvoering van „Skyn”
door Ljouwerter Kritetoaniel. Sang
Mar sang. Bal na.
selijk leven wil leeren kennen en het
aanbod gaarne aanvaardt. Hy heeft van
noemd erf eveneens een groote hoeveelheid dit vader spelen echter gauw genoeg en* het Nationaal Crisiscomité nemen steeds
De heer Sijtema: De Voorzitter zei al dat er van het D.
B. geen voorstellen te verwachten waren. Na de marchandis-
tische samenwerking tusschen de Vrijz.-Dem. en rechts is er
niet veel meer overgebleven van de begrooting, zooals die ter
tafel was gelegd. Van de meerderheid is geen voorstel meer te
verwachten, maar misschien van de minderheid wel. Als we de
nieuwsbladen gelezen hebben, dan hebben we kunnen lezen,
dat de minderheid achter de rug van B. en W. om geconfereerd
heeft met andere gedeelten van de Raad, om deze begrooting
omver te kegelen. Als die wethouder nog voldoende respect
voor zich zelf heeft, durft hij de verantwoordelijkheid daarvan
dan op zich te nemen? Van weerskanten valt een dergelijke
houding wel zeer sprekend op. Aan die krantenberichten is nog
toegevoegd een enkele opmerking t.o.z. van de verdere samen
stelling van het College van B. en W. Ik weet niet, of dat deel
van het bericht een punt van bespreking heeft uitgemaakt, maar
toch zou ik over het eerste deel gaarne een openlijke verklaring
willen hooren.
De heer Maseland: Het door den heer Sijtema bedoelde
bericht heeft in de Leeuwarder Courant gestaan, maar ik
wensch daarvoor noch voor de vorm; noch voor de inhoud
eenige verantwoordelijkheid te dragen. Ik weet niet hoe ’t er
in gekomen is, en wie de auteur is, maar het bericht bevat
een klein korreltje waarheid en veel fantasie, en ’t kan niet
beschouwd worden als een verslag van dat wat er op die
vergadering behandeld is.
Ik erken dat ik die vergadering heb bijgewoond en daar
meende ik het recht voor te hebben, temeer als men in aan
merking neemt hoe ik op die vergadering gesproken heb. Al
meermalen was er op aangedrongen de samenstelling van de
begrooting te wijzigen, en vandaar ook dat ik een uitnoodiging
kreeg. Wat er overigens op die vergadering besloten is, kan
buiten beschouwing blijven, maar ik wil er de nadruk op leg
gen te verklaren dat ik daar geen andere houding heb aange
nomen dan in het College van B. en W.
Over het tweede deel van het bericht is heelemaal niet ge
sproken.
De heer Zuiderbaan: De heer Sijtema heeft ook een
kleine Seitenhieb om maar eens met een woord uit de
stukken te spreken gericht tot de Vrijz.-Dem. door te
spreken van een marchandistische samenwerking tusschen de
Vrijz.-Dem. en rechts. De Vrijz.-Dem. hebben echter in samen
werking met rechts geen enkele wijziging van de begrooting
willen tot stand brengen, en verder wil ik er op wijzen, dat
er van de voorstellen van de Vrijz.-Dem. niets terecht gekomen
is. Wij hebben verklaard dat het voorstel-Dokkum ons te vei
ging, maar hebben, toen ons eigen voorstel werd verworpen,
voor het voorstel-Dokkum gestemd. Ik kan me dus niet begrij
pen hoe de heer Sijtema over een marchandistische handeling
kan spreken, of hij moet daarmee bedoelen dat wij later voor
het voorstel-Dokkum hebben gestemd. Maar zoo iets zal den
gezegd heeft, "dat deze uitkeeringen eeuwig door zouden duren, heer Sijtema later wel eens meer opvallen. Van een samen
maar ik meende toch dat die gelden voor een tijdsbestek van x
14 jaren.
Verschillende leden antwoorden dezen spr. dat dat niet het
geval is.
Besloten wordt de motie op de volgende vergadering verder
te behandelen.
beraamt een list die uitstekend slaagt.
Hjj deelt n.l. de huisgenooten mede dat
de onderneming van James King failliet
is en ieder daardoor voor zich zelf zyn
brood moet verdienen. Allen probee-
ren nu een betrekking te krijgen. In het
laatste bedrijf vinden we de geheele
familie terug op de kippenfokkerij ,,Het
Paradijs”, waar allen met noeste vlijt
hun dagelijksch brood verdienen. In
deze toestand vindt vader James King
zijn familie terug. Ze willen thans niet
gaarne naar hun luie leventje terug.
Wat vader James King niet kon be
reiken is Adam Smith dus gelukt. Eva
is ondertusschen verliefd op haar pleeg
vader geworden en het besluit is dat
deze twee elkander krijgen.
Het is een zeer zwaar te spelen stuk
en hoewel de irihoud en het spel ons
wel hebben bevredigd gelooven we toch
dat dergeljjke stukken niet in het kader
van de Sneek-avonden passen. Wij
voor ons geven tenminste de
voorkeur aan de avonden van
voorheen. De opvoerenden komt even
wel niets dan lof toe. Er is knap werk
geleverd1, de een wat beter natuurlijk
dan de ander en zonder iemand te kort
te doen meenen we een pluimpje niet
te mogen onthouden aan mej. Kuipers,
die de rol vertolkte van „Eva". Haar
spel was zeer vlot. De tooneelaanklee-
d'ing was keurig verzorgd. Na afloop
had de heer Geensen als blijk van waar-
deering voor het vele werk dat hy had
verricht als regisseur een luxe Vaas met
gedroogde bloemen in ontvangst te ne
men. De onzichtbare kracht de heer L.
Visser werd' eveneens dank gebraiht,
evenals het geheele gezelschap by mon
de van de heer P,. v. d. Baan.
Na afloop een druk en gezellig bal.
Het muzikale gedeelte werd verzorgd
door het Sneeker Jazz-trio Geldof, Dyk
stra, Ligthart.
Bazaar Crisiscoitnité.
De plannen van de afd. Sneek van
Zondagnacht werd de brandweer
van Sneek gealarmeerd vobr een brand aan
de Hemdijk. De autobrandspuit was spoedig
ter plaatse. Het bleek dat een hooimijt, pl.
m. 20 welden hooi bevattende, op het erf
van den heer Sj. de Boer in lichte laaie mende van een irubberplantage het hui
sfond. Alles ging verloren. Men denkt aan
kwaadwilligheid. Verleden jaar is op ge-
vasteren vorm aan.
Men is rfceds begonnen met het inza
melen van gevraagde artikelen.
Op een wijze, welke het Crisiscomité
niet verwachten kon, werkt de burgerij
in al zijn geledingen mede.
Artikelen van den meest uiteenloo-
penden aard worden beschikbaar ge
steld en veelzins fraaie artikelen.
Thans reeds zijn meer dan 200 ca-
deaux ontvangen en dagelijks stroomen 'rik.a wa®. een °ntpenschelijke, doch hun invnj-
de toezeggingen nog toe.
Werklooze arbeiders verleenen gaar
ne belangeloos hun medewerking, bly
dat hun eentonig nietsdoen, gebroken
wordt door arbeid ten bate van een
liefdadig doel.
Het Comité is dankbaar voor deze
spontane medewerking.
Dit alles is een goede profetie voor
het welslagen der te houden Bazaar.
Natuurkundig Genootschap.
Gisteravond trad voor dit Genootschap in de
Harmonie op dr. W. O. N. V. d. Sleen van
van