Uit onze Raadzaal.
Woensdag 18 Januari 1983
Uitgave KIEZEBRINK Co.
Eerste Blad
49e Jaargang
NO. 32
Dit No. bestaat uit 2 Bladen
FOSTER'S MAAGPILLEN
OFFICIEEL GEDEELTE.
NIEUWSTIJDINGEN.
F
moe-
1
wordt met 14 st. benoemd.
HINDERWET*
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van SN EEK maken bekend:
dat ter secretarie ter inzage ligt een ver
zoek met bijlagen van
H. ABMA, fouragehandelaar aldaar,
J. DE GROOT.
De heer B o e ij e n g a zegt dat het de vorige keer goec.
gezien was dat de raad besloot de motie niet direct te behan
delen; we konden haar nu rustig bestudeeren. Allereerst kaï.
fceconstateèrd dat deze motie een politiek karakter draagt,
omdat zij aan wil tasten de Onderwijswet 1920, die nog wei
de pacificatie beoogde. Feitelijk zou de motie bezien moeten
worden in het licht van de geheele schoolstrijd, doch hiervooi
is het hier niet de plaats. De wet 1920 heeft echter een histo
rische achtergrond en zoo ook het artikel 205, dat deze materie
regelt. Vanaf het midden van de vorige eeuw is een hevige
kamp gevoerd om het goed recht van 't bijzonder onderwijs.
Er heeft een jarenlange onderdrukking en rechtsverkrachting
ten opzichte van een groep plaats gehad, terwijl de andere alle
mogelijke bevoorrechting genoot. De wet Kappeyne van 1879,
de zgn. scherpe resolutie, wilde de Chr. school zelfs geheel
onderdrukken, de minderheid had volgens Kappeyne geen recht
van bestaan. Dat was inderdaad een zwarte bladzijde in de his
torie der vrijzinnigheid. Maar van dat oogenblik dateert ook
de ommekeer. Het op die wet gevolgde volkspetitionnement
bracht een geweldige beroering en het gevolg was dat het
liberalisme zich dood at aan de schoolstrijd.
De wet Mackay kwam in 1889 en opvolgende wetten van
Borgesius en Kuyper brachten ons telkens een stukje vooruit
en er kwam verandering, ook aan de andere zijde; een man als
de v.-d. dr. Bos bv. heeft zeer uitnemend werk verricht, dit zij
tot zijn eer gezegd. In 1917 kwam er de grondwetsherziening,
gevolgd door de wet De Visser van 1920. Daarmee werd de
aanvankelijke bevrediging verkregen; alle partijen werkten er
toe mede, behalve de communisten; ook de s.-d. werkten mede,
zij het dan gedeeltelijk op grond van politieke overwegingen.
Aan de grondslagen van die wet mag op geen enkele wijze
getornd, ook niet aan het rentetype, dat 6.214 en 5.857
voor Sneek bedraagt. De wetgever heeft geen variabele rente
voet gewild, uit historische en practische overwegingen; er
valt niet aan te tornen. Afgezien van de formeel juridische zijde
hebben de schoolbesturen ook moreel daarop recht. Men moet
de zaak nationaal zien. Alleen het belang der openbare kassen
bracht dit artikel in de wet; anders hadden de schoolbesturen
nieuwe gebouwen kunnen vragen, wat die openbare kassen
nog veel zwaarder zou hebben getroffen.
Het is die schoolbesturen niet te doen om een voordeeltje.
Inderdaad kunnen de besturen er hier behoorlijk van komen,
maar elders hebben ze soms nauwelijks genoeg of te weinig,
en niet zelden moet één bestuur een ander helpen; er moet niet
alleen door de besturen rente betaaldi van hun schulden, doch
ook afgelost. Toen we vroeger 50 of 100 te weinig ont
vingen, heeft niemand ter linkerzijde zich daarom bekommerd;
zijn er besturen, die nu wat ruim er mee uit kunnen, dan plukken
zij een bescheiden vrucht van wat ze vroeger te weinig kregen.
In beknibbeling op de rentevoet komt de aloude gedachte te
voorschijn, dat de schoolbesturen gunsten krijgen en geen
rechten hebben, en daartegen nemen wij positie. Wel nemen de
schoolbesturen echter een tegemoetkomende houding aan; in
Wymbrit§eradeel heeft nog niet lang geleden vrijwillig rente-
terugstorting plaats gehad. In Sneek heeft de Ver. v. Chr. School
onderwijs een schippersschool gebouwd zonder steun der ge
meente, die met een tekort werkt en een paar weken geleden
is onze nieuwe fröbelschool in gebruik genomen, ook alleen
uit eigen middelen gebouwd!, welke, hoewel er een flink school
geld betaald wordt, toch een belangrijk tekort heeft. Dit haalt
spr. aan om te doen zien, dat de besturen de gemeente belang
rijke bedragen besparen. Men had de middelen immers niet
voor deze bouw behoeven te gebruiken, doch er een extra
aflossing mee kunnen doen.
We hebben allerminst de idee, dat onze schoolbesturen de
gemeentekas te zwaar belasten. Spr. herinnert er nog aan, dat
van de 120 leerlingen der schippersschool er 80 zijn, die hier
gehuisvest moeten worden, wat de middenstand weer ten goede
komt en de leden brengen vrijwillig voor die huisvesting een
som van f 3000 bij elkaar. Onder deze omstandigheden is er
geen aanleiding nog vrijwillig rente terug te storten. Integen
deel: een samenvatting van alle baten en lasten zou nog een
tekort opleveren.
Wat de motie betreft: wij zullen er tegen stemmen, want
ook: wie overziet de situatie in het geheele land. Ook op de
leeningen voor de openbare scholen gesloten kan de gemeente
de rente maar niet verlagen, welnu, laat dan ook de bijzondere
scholen recht wedervaren. Ook het rapport-Rutgers wil dit artikel
onaangetast laten. Er is echter volgens een commentaar, een
oplossing mogelijk door uitbetaling ineens van de geschatte
waarde van de gebouwen en terreinen. Dan wordt de gemeente
ontheven van drukkende rentelasten en kan zij haar verplich
tingen onderbrengen in een vast aflossingsplan. Ook de minister
acht geen wettelijk bezwaar tegen zoo’n transactie aanwezig.
Mits de schoolbesturen de vrije beslissing worde gelaten. Of
die transactie hier nog eens mogelijk zal zijn, kan spr. natuurlijk
niet zeggen, dat zou een ernstig onderzoek en vriendschappelijk
overleg moeten uitmaken.
Om misverstand weg te nemen meende spr. de houding de»
a.-r. fractie inzake deze motie eenigszins breed te moeten mo-
tiveeren.
voor de benoeming van 2 leden der Commissie van toezicht
op het lager onderwijs. (Bijlage 3; dossierno. 1.851.2.02.
7-2).
In de vacature-Schuil wordt de heer W. Schuil (aftr.) met 12
st. benoemd; de heer S. H. v. d. Meulen had 2 st.
In de vacature-Posthumus wordt de heer R. Posthumus (aftr.)
met 12 st. benoemd; de heer S. Terpstra had 2 st.
Punt VU. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van 3 leden der Commissie voor de
lichamelijke opvoeding. (Bijlage 4; dossierno. 1.855.3).
In de vacature-Frank wordt de heer R. Frank (aftr.) met 14
st. benoemd.
In de vacature-Hofstra wordt de heer H. Hofstra (aftr.) met
12 st. benoemd; de heer H. M. Martens had 2 st.
In de vacature-De Wolf wordt de heer S. de Wolf (aftr.)
met 14 st. benoemd.
Punt VIII. Aanbeveling van Regenten van het Old Bur
ger Weeshuis voor de benoeming van een lid van dat Col
lege. (Bijlage 5; dossierno. 1.842.73).
De heer W. R. Casparie wordt met 6 st. benoemd; de heet
J. A. Maseland had 3 st. 5 st. waren blanco.
Punt IX. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een secretaris-boekhouder van het
Burgerlijk Armbestuur. (Bijlage 6; dossierno. 208).
De heer j. v. d. Meulen wordt met 13 st. benoemd; 1 st.
was blanco.
Punt X. Motie van het raadslid J. de Oroot betref jende
artikel 205 der Lager Onderwijswet 1920. (Bijlage 7; dos
sierno. X 07.352.11(19)).
Deze motie luidt:
De Raad der gemeente Sneek, in vergadering bijeen;
overwegende de zeer hooge uitgaven in verband met d<
vergoeding, bedoeld in art. 205 der Lager onderwijswet
welke f24.800.per jaar bedraagt,
verzoekt Burgemeester en Wethouders bij den Ministe.
van Onderwijs er op aan te dringen maatregelen te
nemen, die er toe zullen leiden, dat een billijker rente-type
oetaald moet worden.
om vergunning tot het plaatsen van twee
electromotoren, respetievelijk van 3 en l'/z
P.K. en onderscheidenlijk dienende voor het
in werking brengen van een meelmenger en
een hijschtoestel in het gebouw aan de
Geeuwkade, No. 20, kadastraal bekend ge
meente Sneek, Sectie A, No. 1695;
dat op Woensdag de 1 Februari 1933, des
middags te 12 uur, ten gemeentehuize al
daar gelegenheid zal worden gegeven om
tegen het verzoek bezwaren in te brengen
en deze mondeling en schriftelijk toe te lich
ten en dat zoowel de verzoeker, als zij die
bezwaren hebben in te brengen, gedurende
drie dagen voor evengemeld tijdstip ter se
cretarie, in de gewone bureau-uren, van de
ter zake ingekomen bescheiden kennis kun
nen nemen.
De aandacht wordt er inzonderheid op
gevestigd, dat volgens de heerschende op
vatting, slechts tot hooger beroep gerech
tigd zijn zij, die voor het Gemeentebestuur
of een of meer zijner leden zijn verschenen,
ten einde hunne bezwaren mondeling toe
te lichten.
SNEEK, 18 Januari 1933.
Rev. anti-mil. propaiganda-comité.
Voor het rev. anti mil. comité sprak Vrijdag
avond in „Amicitia” Jo de Haas over: „Hoe
bestrijden wij het militarisme”.
Als men het militarisme wil bestrijden, moet
men eerst weten waaruit dat militarisme ont
staat. Wist men dit voldoende dan zouden er
niet zooveel vredesvrienden van verdachte ge
zindheid zijn. Prof. v. Embden heeft nog pas
voor de radio over nationale ontwapening ge
sproken en wat hij zei was geestelijk armoedig;
er was evenveel militarisme als anti-militarisme
in.
De werkelijke antimilitarist is internationalist,
voor hem is militairisme en nationalisme één.
Bij prof. v. Embden is de ondergrond echter
nationalisme, men wil het nationale handhaven,
terwijl wij de duurzame vrede verbinden aan
het internationale. Prof. v. Embden acht Neder
land te klein om zich te verdedigen, militair
technisch acht hij dat onmogelijk. Als prof. v.
Embden in een groot land geboren was, zou
hij wel voor bewapening zijn om dat militair
technisch daar verdediging wel mogelijk is. Dit
is een soort lafheid, men wil eerst de zekerheid
hebben dat men zal winnen, voor men ten oor
log trekt. Voor ons staat de zaak anders; wij
t stellen ons op het standpunt dat de oorlog is
een zaak van en ten bate van het kapitalisme
en(tegen het socialistische proletariaat. Prof. v.
Embden noemt de dienstweigeraars „klaploo-
pers’’, terwijl juist deze dienstweigeraars het
bewijs leveren voor hun idealen bereid te zijn
in het strijdperk te treden.
De burgerlijke vredesvrienden willen de kapi
talistische maatschappij handhaven, maar er de
oorlog uit verbannen, om een „geordende maat
schappij” te krijgen. Wij verbinden aan ons anti
militaristisch willen ons socialistisch beginsel.
Wij zeggen: wie het militarisme bestrijden wil,
moet het in de oorzaak aantasten, dat is het
kapitalisme, het militairisme is slechts gevolg.
Wij beweren dat het proletariaat altijd, econo
misch gesproken, in volle oorlog verkeert tegen
over de uitbuitende kapitalistische klasse. Van
de wieg tot het graf leeft de massa in kommer
volle omstandigheden door het stelsel van het
privaat bezit, voor hem is er geen vrede, vóór
de socialistische maatschappij er zal zijn.
De burgerlijke vredesvrienden bestrijden juist,
wat wij als ideaal stellen. Prof. v. Embden be
weert dat de Volkenbond moet zorgen dat er
ontwapening komt, anders kan er wel revolutie
komen; hij is voor een internationaal politie-
leger om de opstandigen, dat is het proletariaat,
neer te slaan. Hij erkent dat ook dit een ge-
welds-instituut is, maar een instituut dat in dienst
van het recht staat. De politie die de honger
lijders naar hun sloppen en keeten terugdrijft
als ze willen demonstreeren, staat echter juist in
dienst van het onrecht. Terwijl die burgerlijke
vredesvrienden de revolutie als een soort bedrei
ging zien, zien wij die juist als een ideaal, wij
willen juist de revolutie, welke de vrede is en
zonder welke de vrede niet moge’lijk is. De
revolutie is geen ontzaglijke hoeveelheid geweld,
doch een zedelijk innerlijke vernieuwing van dé
mensch, waaruit die van de maatschappij volgt.
De dienstweigeringsdaad is een revolutionnaire
daad omdat deze mensch tot zelfvernieuwing is
gekomen. Wij antimilitairisten zijn dus socia-
VERGADER1NG van de RAAD der gemeente SNEEK op
MAANDAG 16 JANUARI 1933, 's avonds 7'/4 uur.
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Aanwezig bij de opening 13 leden.
Afwezig de heeren S. Breeuwsma en U. Sijtema (die later
ter vergadering komt).
Na opening verzoekt de heer Hoekstra na afhandeling der
agenda een vraag te mogen stellen naar aanleiding van de
memorie van toelichting aan de Eerste Kamer inzake het ont-
eigeningsontwerp ten behoeve van de Spoorweg over de af
sluitdijk.
De V o o r z. staat den heer Hoekstra toe een vraag inzake
deze kwestie te stellen.
Aan de orde is:
Punt I. Beëediging van O. Dijkstra als waarnemend ge-
meente-ontvanger. (208).
De heer Dijkstra, binnengeleid door de Secretaris, legt in
handen van den V o o r z. de vereischte eeden af.
Het doet den Voorz. genoegen dat de heer Dijkstra bereid
was als plaatsvervangend ontvanger op te treden; hij deed het
nu reeds en de ijver en toewijding daarbij betoond zijn zeker
het D. B. en ook de raad een waarborg, dat U deze taak naar
genoegen zult waarnemen.
De heer D ij k s t r a dankt voor het in hem gestelde vertrou
wen en hoopt zijn plicht ook verder te doen.
Punt II. Notulen van de vergaderingen van 6 December
1932, 12 December 1932 en 17 December 1932.
Hebben ter visie gelegen en worden onvêranderd vastgesteld.
Punt 111. Ingekomen stukken:
a. Mededeeling van Mevr. M. A. Woudavan Kluyve
van het overlijden van haar echtgenoot Mr. H. N. Wouda,
in leven ontvanger der gemeente. (208).
Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen; een
brief van rouwbeklag is namens de raad reeds door B. en W.
gezonden.
b. Schrijven van Dr. H. J. Honders, houdende mede
deeling, dat hij ontslag neemt als lid van het College van
Curatoren van het Gymnasium. (1.851.33.02.7-2).
Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. -
c. Schrijven van J. Johs. Tromp, houdende mededee
ling, dat hij ontslag neemt als lid van het College van
Regenten van het Old Burger Weeshuis. (1.842.73).
Alsvoren.
d. Adres van Emke de Jong te Sneek, houdende verzoek
om één der nieuw te bouwen woningen der gemeente aan
de Gysbert Japiksstraat enz. in te doen richten tot slagerij
en dit perceel aan hem te verhuren. (1.778.531(5).
B. en W. stellen voor aan adressant te berichten, dat in het
vastgestelde bouwplan niet op het aanbrengen van een winkel
huis is gerekend.
Z. h. s. aldus besloten.
e. Adres van het Werkloozenstrijdcomité, houdende
mededeeling van de in een vergadering gestelde eischen
ten behoeve van de werklieden, werkzaam in de gemeente
lijke werkverschaffing. (1.813.11(5).
Het adres wordt als ongeteekend ter zijde gelegd.
Afschrift van een door de Chr. Besturenbond, de
R.-K. Werkliedenvereeniging „Leo XIII” en de Sneeker
Bestuurdersbond tot Burgemeester en Wethouders gericht
adres, om:
1. verhooging van het uurloon voor de gem. werkver
schaffing;
2. verhooging van de aan werkloozen toegekende
brandstoffenbijslag en om toekenning daarvan aan de zgn.
kastrekkenden;
3. maatregelen te nemen in het belang van jeugdige
werkloozen. (1.813.11(5)).
De heer De Groot zegt dat deze werkverschaffing bij de
werkloozen niet die bevrediging gewekt heeft welke spr. oor
spronkelijk verwacht had; de uurloonen reduceeren de prikkel
tot arbeid tot zeer laag peil. Er zijn metischen die de eerste
week niet tot 30 ct. per uur konden komen; een tweede groep
had dit loon juist; een derde en beste haalde 33 ct., doch er
kon slechts een gering loon verdiend worden, temeer omdat
ei 45 uur in Januari werd gewerkt inplaats van 50 zooals ver
wacht werd, zoodat men niet kon komen tot een basisloon als
spr. had verwacht. In de commissie voor openbare werken is
destijds spr. op zijn vraag aangaande dit loon geantwoord dat
bij normaal werken een loon van f 15 kon gehaald worden en
dacht hij dus dat bij wat meer dan normaal werken men wat
boven dat loon kon komen en daarom hebben wij destijds niet
geopponeerd tegen dit voorstel. Een loon boven f 15 is echter
tot nog toe zelden gehaald en daarom wil spr. B. en W. aan
sporen te trachten een wijziging in de voorwaarden te krijgen.
Spr. gelooft overigens dat die aansporing niet zoo noodig is,
doch het is goed dat ook een stem uit de raad opgaat.
De Voorz. zegt dat men gebonden is aan de voorschriften
van den minister. B. en W. hebben reeds eenige opmerkingen
gemaakt, doch tot nog toe zonder resultaat. We moeten nog
nagaan hoe de verdiensten zijn als de menschen wat meer met
dit werk bekend zijn. We hebben echter over enkele minder
.billijke zaken een brief aan den minister opgesteld, welke mor
gen de deur uitgaat. Ons oog is op deze zaak gericht, al weten
we niet wat de resultaten zullen zijn.
Het adres wordt hierna gesteld in handen van B. en W. ter
afdoening.
g. Besluit van Ged. Staten van Friesland van 22 De
cember 1932, no. 21, 2e afd., houdende nadere vaststelling
van het presentiegeld voor de leden van de raad op f 4.
per lid en per vergadering, met ingang van 1 Januari
1933. (X 07.516).
Dit besluit wordt voor kennisgeving aangenomen.
h. Adres van de Nationale Commissie 'tegen het Alco
holisme, houdende verzoek gebruik te maken van enkele
bepalingen van de Drankwet 1931, S. 476, ter beperking
van het aantal verloven in deze gemeente, met adhaesie-
betuigingen van het Centraal Drankweercomité Sneek en
van het Provinciaal Drankweercomité in Friesland. (1.761.
11(13 A).
Dit adres wordt gesteld in handen van B. en W. om advies.
i. Proces-verbaal van opneming van de kas en sluiting
van de boeken van den gemeente-ontvanger in verband met
diens overlijden. (X 07.352.651).
Dit proces-verbaal wordt voor kennisgeving aangenomen.
j. Staat van door Regenten van het Old Burger Wees
huis ter verpleging opgenomen weezen, op 23 December
1932. (1.842.73).
Deze staat wordt voor kennisgeving aangenomen.
(De heer S ij t e m a komt ter vergadering.)
Punt IV. Aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium
voor de benoeming van een lid van dat College. (Bijlage
1; dossierno. 1.851.33.02.7-2).
Ds. H. W. te Winkel (aftr.) wordt met 14 st. benoemd.
Punt V. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een lid der Commissie van toezicht
op het middelbaar onderwijs. (Bijlage 2; dossierno. 1.851.
3.02.7-2).
De heer K. Edel
De schoolbesturen worden echter wel vaker beschuldigd van
inhaligheid en wanneer dan zoo’n voorstel komt van een zijde
waar men nog al eens vaak begeerig naar de melk in ander
mans schotel kijkt, komt de neiging op zoo’n voorstel wat meer
op de keper te beschouwen en dan blijkt de bestaande regeling
niet zoo onbillijk. De rentevergoeding is inderdaad vastgesteld
in de tijd van een hooge rentestandaard, doch als norm wordt
ook genomen de geschatte waarde van 1914 of van het tijdstip
van de bouw. Met stabilisatie van de rentevoet heeft de be
doeling voorgezeten dat de schoolbesturen de aangegane ver
plichtingen konden dekken door de te ontvangen vergoeding
en de vraag is nu: kunnen deze besturen die op zich genomen
'Verplichtingen ook maar zoo wijzigen? Neen immers, en men
zou de financiering van de bijzondere scholen zeer bemoeilijken
en het beginsel der gelijkstelling aantasten als men nu aan de
vastgestelde rentetypen tornde. De bijzondere school heeft
recht op een zelfde behandeling als de openbare school, die
gefinancierd moet uit de openbare kassen, welke voor de
aangegane verplichtingen worden aangesproken. Welnu, men
heeft dat voor de bijzondere school gedaan door dit rente
type vast te leggen.
Men moet de kwestie niet zien in het licht van plaatselijke
omstandigheden, doch de toestand in het geheele land nemen
en de groote vraag zou dan zijn of een andere regeling wel
een voordeel voor de openbare kas zou zijn. En zelfs al zou
de bijzondere school profiteeren, dan zou dat een geringe ver
goeding zijn voor al het onrecht, die school aangedaan in de
jaren, dat zij niets ontving of veel minder dan de openbare,
•vaarvoor royaal betaald werd uit de openbare kas, en waar
voor de voorstanders der bijzondere school ook mee betaalden.
Als men dit rentetype aantast zou de toestand ook zoo onvoor-
Jeelig voor de bijzondere scholen kunnen worden, dat de ge-
oouwen aan het gebruik moesten worden onttrokken en dan
noest de gemeente zorgen voor gebouwen voor het onderwijs
.lezer kinderen.
Spr. sluit zich overigens aan bij het uitnemend betoog van
Jen heer Boeijenga. Zijn fractie zal tegen de motie stemmen.
De heer Boonstra ziet na het mooie betoog van den heer
Boeijenga van het woord af; hij sluit zich daarbij volkomen aan.
De Voorz.: Het D. B. heeft geen voorstel in dezen.
De heer De Groot had liever gezien, dat de heer Boeijenga
rijn betoog minder een politiek karakter had gegeven dan deze
gedaan heeft. Spr. had cijfers verwacht betreffende de toestand
jij het bijzonder onderwijs en dat uit die cijfers opgemaakt
■on worden dat er hier door de gemeente letterlijk geen cent
■e veel aan de bijzondere scholen betaald werd. Spr. zou moei-
jjk cijfers hebben kunnen weerleggen, al is het ook dan nog
Je vraag hoe men die cijfers heeft gegroepeerd. Maar er is
..en slotte een landelijk karakter aan deze motie, al moet
pr. zich als raadslid tot Sneek bepalen. Spr. heeft geen politieke
■el van zijn voorstel willen maken, hij heeft zijn betoog de
vorige keer zuiver gehouden in de financieele sfeer en de sfeer
jm de begrooting, welke begrooting gespannen was en welke
wel door een gespannen rekening gevolgd zal worden. Bij
zoo’n toestand gaat men dingen aansnijden, waaraan men
vroeger niet gedacht had; de heeren zullen toch moeten erken
nen, dat ook door ons nog nooit ergens in het land js getornd
aan de pacificatie. Laat de heer Maseland bewijzen dat wij het
bijzonder onderwijs hier niet royaal hielpen en wij doen dat^’
omdat wij van meening waren dat hier niet, als vaak in andere
plaatsen, de versnippering tot het uiterste is opgedreven. Spr.
wil dankbaar zijn dat die versnippering niet grooter is en dat
de gevolgen van de wet-1920 financieel voor onze gemeente
niet nog zwaarder zijn dan ze nu zijn. Een politiek karakter
heeft spr.’s fractie niet willen geven aan dit voorstel. Er is al
eens vaker gezegd door de heer Boeijenga dat de soc.-dem. uit
politieke overweging voor de wet-1920 stemden. Spr. ontkent
niet dat er ook politieke overwegingen waren, doch dat bij onze
voormannen ook geen andere motieven golden, gelooft spr. niet
en het is ook niet waar. Spr. meent dat het geen argument is
als men betoogt dat, als er wat te veel wordt gegeven, dit een
tegemoetkoming is voor wat men vroeger te weinig kreeg. De
reden voor sprekers voorstel lag hierin dat hem bij de begroo
ting voor 1932 de uitkeering van f24800 voor dit doel in het oog
viel. Spr. heeft toen in 1932 eens een gesprek gehad met een
penningmeester van een bijzondere school in een buitengemeente
en die zeide dat het bestuur daar door dit wetsartikel behoor
lijk in de centen zat. Hier is het blijkbaar ook behoorlijk,
elders zal het ook wel eens iets minder zijn. Spr. heeft naar
aanleiding van dat gesprek zijn voorstel gedaan.
Als er te veel betaald wordt moet er een eind aan gemaakt,
voor niets dient de gemeente te veel te betalen. Deze vergoe
ding loopt nooit af, zij wordt betaald zoolang de schoolbesturen
willen, en is gegrond op het toen geldende rentetype. Toen was
de koers der 3 Nederland 50 nu is die 86
Berekend naar dezelfde maatstaf zou nu een rentetype
ten betaald worden van 3.988.
Als men nu zoo’n verschil van 6.2 en 4 ziet, vraagt men
zich af of het niet mogelijk is een vermindering toe te passen.
Leeningen van schoolbesturen kunnen toch ook geconverteerd.
Spr. vermoedt tenminste dat niet alle scholen onconverteerbare
leeningen afsloten. De gemeente zou volgens spr. eigenlijk 2
te veel betalen of f8000. Spr. acht dat niet te verantwoorden
en handhaaft daarom zijn motie. De Julianaschool, die geschat
is op f200.000, krijgt door deze vergoeding f42.95 per kind per
jaar, de Jan van Nassau school f2.50, omdat de nieuwbouw
door de gemeente betaald is, de R.K. Jongensschool f 19.50 per
kind per jaar, de R.K. Meisjesschool f41.de Groen van
Prinsterer school f 19.Dat zijn eeuwig durende cijfers, ge
middeld is het f26.20 per jaar per kind, daarbij komt nog de
andere vergoeding, zoodat dit een zeer groot bedrag wordt.
De kosten van het openbaar onderwijs zijn hier f 20.per
kind, bij de bijzondere school ruim f 44.terwijl daaronder
bedragen zijn die nooit afloopen, dus eeuwig durend zijn, ook
het hooge rentetype. Spr. zal op de andere dingen niet ingaan.
Spr. heeft wel eens iets anders gedacht dan de heer Maseland,
die van lage taxaties spreekt, ook is deze taxatie onherroepelijk
en kan men er niet aan tornen. Het is eigenlijk te dwaas om
er van te spreken als de heer Boeijenga beweert dat men tegen
woordig het nog zoo beschouwt dat het bijzonder onderwijs
alleen gunsten geniet geen rechten heeft, spr. krijgt juist wel
eens de indruk dat de openbare school alleen gunsten geniet
en geen rechten heeft. Wij zouden gaarne de openbare school
als stelsel zien ingevoerd, doch hebben over het algemeen niets
tegen het bijzonder onderwijs en er zit zeker geen politiek
karakter aan deze motie en spr. hoopt dat de^tegenstanders dat
karakter er ook niet aan zullen geven.
De heer Boeijenga heeft bedoeld dat deze kwestie
uiteraard een politiek karakter draagt en daarom ook op de
historie gewezen. De heer de Groot wenscht exploitatie-reke-
ningen van de scholen te zien, doch daartoe zijn wij niet ver
plicht. Wat de openbare kas betaalt geschiedt volgens recht
en wet en er is niet aan te tornen.
Het onderwijsrapport der soc.-dem. uit 1924 citeerend con
cludeert spr. dat de S.D.A.P. de politiek niet buiten de kwestie
der gelijkstelling heeft gelaten. Spr. stemt toe dat de begroo
ting moeilijkheden meebracht en de heer de Groot heeft recht
dan ook naar zulke posten te zien, doch spr. heeft daartegenover
betoogd, dat het bijzonder onderwijs hier de gemeente heel wat
heeft bespaard. Wij hebben een wet, welke moet worden uit
gevoerd en spr. verwacht, dat de minister moties als deze wel
naast zich neer zal leggen. Maar als de heer De Groot een
Indien gij voortdurend last hebt van
schele hoofdpijn als gevolg van een
slechte spijsvertering, gebruik dan
eens een poosje Foster’s Maagpillen,
het betrouwbare, zacht werkende
laxeermiddel
Punt VI. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
lijkt dat er wel iet* voor de motie-De Groot te zeggen valt.
last dat de toestand voor heel *t land zoo is, dat wijziging
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT (76e Jaargang)
Alom oerkrUgbam f 0.65 oer flacon.