Uit onze Raadzaal. Woensdag 18 Januari 1983 Uitgave KIEZEBRINK Co. Eerste Blad 49e Jaargang NO. 32 Dit No. bestaat uit 2 Bladen FOSTER'S MAAGPILLEN OFFICIEEL GEDEELTE. NIEUWSTIJDINGEN. F moe- 1 wordt met 14 st. benoemd. HINDERWET* BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SN EEK maken bekend: dat ter secretarie ter inzage ligt een ver zoek met bijlagen van H. ABMA, fouragehandelaar aldaar, J. DE GROOT. De heer B o e ij e n g a zegt dat het de vorige keer goec. gezien was dat de raad besloot de motie niet direct te behan delen; we konden haar nu rustig bestudeeren. Allereerst kaï. fceconstateèrd dat deze motie een politiek karakter draagt, omdat zij aan wil tasten de Onderwijswet 1920, die nog wei de pacificatie beoogde. Feitelijk zou de motie bezien moeten worden in het licht van de geheele schoolstrijd, doch hiervooi is het hier niet de plaats. De wet 1920 heeft echter een histo rische achtergrond en zoo ook het artikel 205, dat deze materie regelt. Vanaf het midden van de vorige eeuw is een hevige kamp gevoerd om het goed recht van 't bijzonder onderwijs. Er heeft een jarenlange onderdrukking en rechtsverkrachting ten opzichte van een groep plaats gehad, terwijl de andere alle mogelijke bevoorrechting genoot. De wet Kappeyne van 1879, de zgn. scherpe resolutie, wilde de Chr. school zelfs geheel onderdrukken, de minderheid had volgens Kappeyne geen recht van bestaan. Dat was inderdaad een zwarte bladzijde in de his torie der vrijzinnigheid. Maar van dat oogenblik dateert ook de ommekeer. Het op die wet gevolgde volkspetitionnement bracht een geweldige beroering en het gevolg was dat het liberalisme zich dood at aan de schoolstrijd. De wet Mackay kwam in 1889 en opvolgende wetten van Borgesius en Kuyper brachten ons telkens een stukje vooruit en er kwam verandering, ook aan de andere zijde; een man als de v.-d. dr. Bos bv. heeft zeer uitnemend werk verricht, dit zij tot zijn eer gezegd. In 1917 kwam er de grondwetsherziening, gevolgd door de wet De Visser van 1920. Daarmee werd de aanvankelijke bevrediging verkregen; alle partijen werkten er toe mede, behalve de communisten; ook de s.-d. werkten mede, zij het dan gedeeltelijk op grond van politieke overwegingen. Aan de grondslagen van die wet mag op geen enkele wijze getornd, ook niet aan het rentetype, dat 6.214 en 5.857 voor Sneek bedraagt. De wetgever heeft geen variabele rente voet gewild, uit historische en practische overwegingen; er valt niet aan te tornen. Afgezien van de formeel juridische zijde hebben de schoolbesturen ook moreel daarop recht. Men moet de zaak nationaal zien. Alleen het belang der openbare kassen bracht dit artikel in de wet; anders hadden de schoolbesturen nieuwe gebouwen kunnen vragen, wat die openbare kassen nog veel zwaarder zou hebben getroffen. Het is die schoolbesturen niet te doen om een voordeeltje. Inderdaad kunnen de besturen er hier behoorlijk van komen, maar elders hebben ze soms nauwelijks genoeg of te weinig, en niet zelden moet één bestuur een ander helpen; er moet niet alleen door de besturen rente betaaldi van hun schulden, doch ook afgelost. Toen we vroeger 50 of 100 te weinig ont vingen, heeft niemand ter linkerzijde zich daarom bekommerd; zijn er besturen, die nu wat ruim er mee uit kunnen, dan plukken zij een bescheiden vrucht van wat ze vroeger te weinig kregen. In beknibbeling op de rentevoet komt de aloude gedachte te voorschijn, dat de schoolbesturen gunsten krijgen en geen rechten hebben, en daartegen nemen wij positie. Wel nemen de schoolbesturen echter een tegemoetkomende houding aan; in Wymbrit§eradeel heeft nog niet lang geleden vrijwillig rente- terugstorting plaats gehad. In Sneek heeft de Ver. v. Chr. School onderwijs een schippersschool gebouwd zonder steun der ge meente, die met een tekort werkt en een paar weken geleden is onze nieuwe fröbelschool in gebruik genomen, ook alleen uit eigen middelen gebouwd!, welke, hoewel er een flink school geld betaald wordt, toch een belangrijk tekort heeft. Dit haalt spr. aan om te doen zien, dat de besturen de gemeente belang rijke bedragen besparen. Men had de middelen immers niet voor deze bouw behoeven te gebruiken, doch er een extra aflossing mee kunnen doen. We hebben allerminst de idee, dat onze schoolbesturen de gemeentekas te zwaar belasten. Spr. herinnert er nog aan, dat van de 120 leerlingen der schippersschool er 80 zijn, die hier gehuisvest moeten worden, wat de middenstand weer ten goede komt en de leden brengen vrijwillig voor die huisvesting een som van f 3000 bij elkaar. Onder deze omstandigheden is er geen aanleiding nog vrijwillig rente terug te storten. Integen deel: een samenvatting van alle baten en lasten zou nog een tekort opleveren. Wat de motie betreft: wij zullen er tegen stemmen, want ook: wie overziet de situatie in het geheele land. Ook op de leeningen voor de openbare scholen gesloten kan de gemeente de rente maar niet verlagen, welnu, laat dan ook de bijzondere scholen recht wedervaren. Ook het rapport-Rutgers wil dit artikel onaangetast laten. Er is echter volgens een commentaar, een oplossing mogelijk door uitbetaling ineens van de geschatte waarde van de gebouwen en terreinen. Dan wordt de gemeente ontheven van drukkende rentelasten en kan zij haar verplich tingen onderbrengen in een vast aflossingsplan. Ook de minister acht geen wettelijk bezwaar tegen zoo’n transactie aanwezig. Mits de schoolbesturen de vrije beslissing worde gelaten. Of die transactie hier nog eens mogelijk zal zijn, kan spr. natuurlijk niet zeggen, dat zou een ernstig onderzoek en vriendschappelijk overleg moeten uitmaken. Om misverstand weg te nemen meende spr. de houding de» a.-r. fractie inzake deze motie eenigszins breed te moeten mo- tiveeren. voor de benoeming van 2 leden der Commissie van toezicht op het lager onderwijs. (Bijlage 3; dossierno. 1.851.2.02. 7-2). In de vacature-Schuil wordt de heer W. Schuil (aftr.) met 12 st. benoemd; de heer S. H. v. d. Meulen had 2 st. In de vacature-Posthumus wordt de heer R. Posthumus (aftr.) met 12 st. benoemd; de heer S. Terpstra had 2 st. Punt VU. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van 3 leden der Commissie voor de lichamelijke opvoeding. (Bijlage 4; dossierno. 1.855.3). In de vacature-Frank wordt de heer R. Frank (aftr.) met 14 st. benoemd. In de vacature-Hofstra wordt de heer H. Hofstra (aftr.) met 12 st. benoemd; de heer H. M. Martens had 2 st. In de vacature-De Wolf wordt de heer S. de Wolf (aftr.) met 14 st. benoemd. Punt VIII. Aanbeveling van Regenten van het Old Bur ger Weeshuis voor de benoeming van een lid van dat Col lege. (Bijlage 5; dossierno. 1.842.73). De heer W. R. Casparie wordt met 6 st. benoemd; de heet J. A. Maseland had 3 st. 5 st. waren blanco. Punt IX. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een secretaris-boekhouder van het Burgerlijk Armbestuur. (Bijlage 6; dossierno. 208). De heer j. v. d. Meulen wordt met 13 st. benoemd; 1 st. was blanco. Punt X. Motie van het raadslid J. de Oroot betref jende artikel 205 der Lager Onderwijswet 1920. (Bijlage 7; dos sierno. X 07.352.11(19)). Deze motie luidt: De Raad der gemeente Sneek, in vergadering bijeen; overwegende de zeer hooge uitgaven in verband met d< vergoeding, bedoeld in art. 205 der Lager onderwijswet welke f24.800.per jaar bedraagt, verzoekt Burgemeester en Wethouders bij den Ministe. van Onderwijs er op aan te dringen maatregelen te nemen, die er toe zullen leiden, dat een billijker rente-type oetaald moet worden. om vergunning tot het plaatsen van twee electromotoren, respetievelijk van 3 en l'/z P.K. en onderscheidenlijk dienende voor het in werking brengen van een meelmenger en een hijschtoestel in het gebouw aan de Geeuwkade, No. 20, kadastraal bekend ge meente Sneek, Sectie A, No. 1695; dat op Woensdag de 1 Februari 1933, des middags te 12 uur, ten gemeentehuize al daar gelegenheid zal worden gegeven om tegen het verzoek bezwaren in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lich ten en dat zoowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben in te brengen, gedurende drie dagen voor evengemeld tijdstip ter se cretarie, in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen bescheiden kennis kun nen nemen. De aandacht wordt er inzonderheid op gevestigd, dat volgens de heerschende op vatting, slechts tot hooger beroep gerech tigd zijn zij, die voor het Gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. SNEEK, 18 Januari 1933. Rev. anti-mil. propaiganda-comité. Voor het rev. anti mil. comité sprak Vrijdag avond in „Amicitia” Jo de Haas over: „Hoe bestrijden wij het militarisme”. Als men het militarisme wil bestrijden, moet men eerst weten waaruit dat militarisme ont staat. Wist men dit voldoende dan zouden er niet zooveel vredesvrienden van verdachte ge zindheid zijn. Prof. v. Embden heeft nog pas voor de radio over nationale ontwapening ge sproken en wat hij zei was geestelijk armoedig; er was evenveel militarisme als anti-militarisme in. De werkelijke antimilitarist is internationalist, voor hem is militairisme en nationalisme één. Bij prof. v. Embden is de ondergrond echter nationalisme, men wil het nationale handhaven, terwijl wij de duurzame vrede verbinden aan het internationale. Prof. v. Embden acht Neder land te klein om zich te verdedigen, militair technisch acht hij dat onmogelijk. Als prof. v. Embden in een groot land geboren was, zou hij wel voor bewapening zijn om dat militair technisch daar verdediging wel mogelijk is. Dit is een soort lafheid, men wil eerst de zekerheid hebben dat men zal winnen, voor men ten oor log trekt. Voor ons staat de zaak anders; wij t stellen ons op het standpunt dat de oorlog is een zaak van en ten bate van het kapitalisme en(tegen het socialistische proletariaat. Prof. v. Embden noemt de dienstweigeraars „klaploo- pers’’, terwijl juist deze dienstweigeraars het bewijs leveren voor hun idealen bereid te zijn in het strijdperk te treden. De burgerlijke vredesvrienden willen de kapi talistische maatschappij handhaven, maar er de oorlog uit verbannen, om een „geordende maat schappij” te krijgen. Wij verbinden aan ons anti militaristisch willen ons socialistisch beginsel. Wij zeggen: wie het militarisme bestrijden wil, moet het in de oorzaak aantasten, dat is het kapitalisme, het militairisme is slechts gevolg. Wij beweren dat het proletariaat altijd, econo misch gesproken, in volle oorlog verkeert tegen over de uitbuitende kapitalistische klasse. Van de wieg tot het graf leeft de massa in kommer volle omstandigheden door het stelsel van het privaat bezit, voor hem is er geen vrede, vóór de socialistische maatschappij er zal zijn. De burgerlijke vredesvrienden bestrijden juist, wat wij als ideaal stellen. Prof. v. Embden be weert dat de Volkenbond moet zorgen dat er ontwapening komt, anders kan er wel revolutie komen; hij is voor een internationaal politie- leger om de opstandigen, dat is het proletariaat, neer te slaan. Hij erkent dat ook dit een ge- welds-instituut is, maar een instituut dat in dienst van het recht staat. De politie die de honger lijders naar hun sloppen en keeten terugdrijft als ze willen demonstreeren, staat echter juist in dienst van het onrecht. Terwijl die burgerlijke vredesvrienden de revolutie als een soort bedrei ging zien, zien wij die juist als een ideaal, wij willen juist de revolutie, welke de vrede is en zonder welke de vrede niet moge’lijk is. De revolutie is geen ontzaglijke hoeveelheid geweld, doch een zedelijk innerlijke vernieuwing van dé mensch, waaruit die van de maatschappij volgt. De dienstweigeringsdaad is een revolutionnaire daad omdat deze mensch tot zelfvernieuwing is gekomen. Wij antimilitairisten zijn dus socia- VERGADER1NG van de RAAD der gemeente SNEEK op MAANDAG 16 JANUARI 1933, 's avonds 7'/4 uur. Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester. Secretaris de heer P. Sikkes. Aanwezig bij de opening 13 leden. Afwezig de heeren S. Breeuwsma en U. Sijtema (die later ter vergadering komt). Na opening verzoekt de heer Hoekstra na afhandeling der agenda een vraag te mogen stellen naar aanleiding van de memorie van toelichting aan de Eerste Kamer inzake het ont- eigeningsontwerp ten behoeve van de Spoorweg over de af sluitdijk. De V o o r z. staat den heer Hoekstra toe een vraag inzake deze kwestie te stellen. Aan de orde is: Punt I. Beëediging van O. Dijkstra als waarnemend ge- meente-ontvanger. (208). De heer Dijkstra, binnengeleid door de Secretaris, legt in handen van den V o o r z. de vereischte eeden af. Het doet den Voorz. genoegen dat de heer Dijkstra bereid was als plaatsvervangend ontvanger op te treden; hij deed het nu reeds en de ijver en toewijding daarbij betoond zijn zeker het D. B. en ook de raad een waarborg, dat U deze taak naar genoegen zult waarnemen. De heer D ij k s t r a dankt voor het in hem gestelde vertrou wen en hoopt zijn plicht ook verder te doen. Punt II. Notulen van de vergaderingen van 6 December 1932, 12 December 1932 en 17 December 1932. Hebben ter visie gelegen en worden onvêranderd vastgesteld. Punt 111. Ingekomen stukken: a. Mededeeling van Mevr. M. A. Woudavan Kluyve van het overlijden van haar echtgenoot Mr. H. N. Wouda, in leven ontvanger der gemeente. (208). Deze mededeeling wordt voor kennisgeving aangenomen; een brief van rouwbeklag is namens de raad reeds door B. en W. gezonden. b. Schrijven van Dr. H. J. Honders, houdende mede deeling, dat hij ontslag neemt als lid van het College van Curatoren van het Gymnasium. (1.851.33.02.7-2). Dit schrijven wordt voor kennisgeving aangenomen. - c. Schrijven van J. Johs. Tromp, houdende mededee ling, dat hij ontslag neemt als lid van het College van Regenten van het Old Burger Weeshuis. (1.842.73). Alsvoren. d. Adres van Emke de Jong te Sneek, houdende verzoek om één der nieuw te bouwen woningen der gemeente aan de Gysbert Japiksstraat enz. in te doen richten tot slagerij en dit perceel aan hem te verhuren. (1.778.531(5). B. en W. stellen voor aan adressant te berichten, dat in het vastgestelde bouwplan niet op het aanbrengen van een winkel huis is gerekend. Z. h. s. aldus besloten. e. Adres van het Werkloozenstrijdcomité, houdende mededeeling van de in een vergadering gestelde eischen ten behoeve van de werklieden, werkzaam in de gemeente lijke werkverschaffing. (1.813.11(5). Het adres wordt als ongeteekend ter zijde gelegd. Afschrift van een door de Chr. Besturenbond, de R.-K. Werkliedenvereeniging „Leo XIII” en de Sneeker Bestuurdersbond tot Burgemeester en Wethouders gericht adres, om: 1. verhooging van het uurloon voor de gem. werkver schaffing; 2. verhooging van de aan werkloozen toegekende brandstoffenbijslag en om toekenning daarvan aan de zgn. kastrekkenden; 3. maatregelen te nemen in het belang van jeugdige werkloozen. (1.813.11(5)). De heer De Groot zegt dat deze werkverschaffing bij de werkloozen niet die bevrediging gewekt heeft welke spr. oor spronkelijk verwacht had; de uurloonen reduceeren de prikkel tot arbeid tot zeer laag peil. Er zijn metischen die de eerste week niet tot 30 ct. per uur konden komen; een tweede groep had dit loon juist; een derde en beste haalde 33 ct., doch er kon slechts een gering loon verdiend worden, temeer omdat ei 45 uur in Januari werd gewerkt inplaats van 50 zooals ver wacht werd, zoodat men niet kon komen tot een basisloon als spr. had verwacht. In de commissie voor openbare werken is destijds spr. op zijn vraag aangaande dit loon geantwoord dat bij normaal werken een loon van f 15 kon gehaald worden en dacht hij dus dat bij wat meer dan normaal werken men wat boven dat loon kon komen en daarom hebben wij destijds niet geopponeerd tegen dit voorstel. Een loon boven f 15 is echter tot nog toe zelden gehaald en daarom wil spr. B. en W. aan sporen te trachten een wijziging in de voorwaarden te krijgen. Spr. gelooft overigens dat die aansporing niet zoo noodig is, doch het is goed dat ook een stem uit de raad opgaat. De Voorz. zegt dat men gebonden is aan de voorschriften van den minister. B. en W. hebben reeds eenige opmerkingen gemaakt, doch tot nog toe zonder resultaat. We moeten nog nagaan hoe de verdiensten zijn als de menschen wat meer met dit werk bekend zijn. We hebben echter over enkele minder .billijke zaken een brief aan den minister opgesteld, welke mor gen de deur uitgaat. Ons oog is op deze zaak gericht, al weten we niet wat de resultaten zullen zijn. Het adres wordt hierna gesteld in handen van B. en W. ter afdoening. g. Besluit van Ged. Staten van Friesland van 22 De cember 1932, no. 21, 2e afd., houdende nadere vaststelling van het presentiegeld voor de leden van de raad op f 4. per lid en per vergadering, met ingang van 1 Januari 1933. (X 07.516). Dit besluit wordt voor kennisgeving aangenomen. h. Adres van de Nationale Commissie 'tegen het Alco holisme, houdende verzoek gebruik te maken van enkele bepalingen van de Drankwet 1931, S. 476, ter beperking van het aantal verloven in deze gemeente, met adhaesie- betuigingen van het Centraal Drankweercomité Sneek en van het Provinciaal Drankweercomité in Friesland. (1.761. 11(13 A). Dit adres wordt gesteld in handen van B. en W. om advies. i. Proces-verbaal van opneming van de kas en sluiting van de boeken van den gemeente-ontvanger in verband met diens overlijden. (X 07.352.651). Dit proces-verbaal wordt voor kennisgeving aangenomen. j. Staat van door Regenten van het Old Burger Wees huis ter verpleging opgenomen weezen, op 23 December 1932. (1.842.73). Deze staat wordt voor kennisgeving aangenomen. (De heer S ij t e m a komt ter vergadering.) Punt IV. Aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium voor de benoeming van een lid van dat College. (Bijlage 1; dossierno. 1.851.33.02.7-2). Ds. H. W. te Winkel (aftr.) wordt met 14 st. benoemd. Punt V. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders voor de benoeming van een lid der Commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs. (Bijlage 2; dossierno. 1.851. 3.02.7-2). De heer K. Edel De schoolbesturen worden echter wel vaker beschuldigd van inhaligheid en wanneer dan zoo’n voorstel komt van een zijde waar men nog al eens vaak begeerig naar de melk in ander mans schotel kijkt, komt de neiging op zoo’n voorstel wat meer op de keper te beschouwen en dan blijkt de bestaande regeling niet zoo onbillijk. De rentevergoeding is inderdaad vastgesteld in de tijd van een hooge rentestandaard, doch als norm wordt ook genomen de geschatte waarde van 1914 of van het tijdstip van de bouw. Met stabilisatie van de rentevoet heeft de be doeling voorgezeten dat de schoolbesturen de aangegane ver plichtingen konden dekken door de te ontvangen vergoeding en de vraag is nu: kunnen deze besturen die op zich genomen 'Verplichtingen ook maar zoo wijzigen? Neen immers, en men zou de financiering van de bijzondere scholen zeer bemoeilijken en het beginsel der gelijkstelling aantasten als men nu aan de vastgestelde rentetypen tornde. De bijzondere school heeft recht op een zelfde behandeling als de openbare school, die gefinancierd moet uit de openbare kassen, welke voor de aangegane verplichtingen worden aangesproken. Welnu, men heeft dat voor de bijzondere school gedaan door dit rente type vast te leggen. Men moet de kwestie niet zien in het licht van plaatselijke omstandigheden, doch de toestand in het geheele land nemen en de groote vraag zou dan zijn of een andere regeling wel een voordeel voor de openbare kas zou zijn. En zelfs al zou de bijzondere school profiteeren, dan zou dat een geringe ver goeding zijn voor al het onrecht, die school aangedaan in de jaren, dat zij niets ontving of veel minder dan de openbare, •vaarvoor royaal betaald werd uit de openbare kas, en waar voor de voorstanders der bijzondere school ook mee betaalden. Als men dit rentetype aantast zou de toestand ook zoo onvoor- Jeelig voor de bijzondere scholen kunnen worden, dat de ge- oouwen aan het gebruik moesten worden onttrokken en dan noest de gemeente zorgen voor gebouwen voor het onderwijs .lezer kinderen. Spr. sluit zich overigens aan bij het uitnemend betoog van Jen heer Boeijenga. Zijn fractie zal tegen de motie stemmen. De heer Boonstra ziet na het mooie betoog van den heer Boeijenga van het woord af; hij sluit zich daarbij volkomen aan. De Voorz.: Het D. B. heeft geen voorstel in dezen. De heer De Groot had liever gezien, dat de heer Boeijenga rijn betoog minder een politiek karakter had gegeven dan deze gedaan heeft. Spr. had cijfers verwacht betreffende de toestand jij het bijzonder onderwijs en dat uit die cijfers opgemaakt ■on worden dat er hier door de gemeente letterlijk geen cent ■e veel aan de bijzondere scholen betaald werd. Spr. zou moei- jjk cijfers hebben kunnen weerleggen, al is het ook dan nog Je vraag hoe men die cijfers heeft gegroepeerd. Maar er is ..en slotte een landelijk karakter aan deze motie, al moet pr. zich als raadslid tot Sneek bepalen. Spr. heeft geen politieke ■el van zijn voorstel willen maken, hij heeft zijn betoog de vorige keer zuiver gehouden in de financieele sfeer en de sfeer jm de begrooting, welke begrooting gespannen was en welke wel door een gespannen rekening gevolgd zal worden. Bij zoo’n toestand gaat men dingen aansnijden, waaraan men vroeger niet gedacht had; de heeren zullen toch moeten erken nen, dat ook door ons nog nooit ergens in het land js getornd aan de pacificatie. Laat de heer Maseland bewijzen dat wij het bijzonder onderwijs hier niet royaal hielpen en wij doen dat^’ omdat wij van meening waren dat hier niet, als vaak in andere plaatsen, de versnippering tot het uiterste is opgedreven. Spr. wil dankbaar zijn dat die versnippering niet grooter is en dat de gevolgen van de wet-1920 financieel voor onze gemeente niet nog zwaarder zijn dan ze nu zijn. Een politiek karakter heeft spr.’s fractie niet willen geven aan dit voorstel. Er is al eens vaker gezegd door de heer Boeijenga dat de soc.-dem. uit politieke overweging voor de wet-1920 stemden. Spr. ontkent niet dat er ook politieke overwegingen waren, doch dat bij onze voormannen ook geen andere motieven golden, gelooft spr. niet en het is ook niet waar. Spr. meent dat het geen argument is als men betoogt dat, als er wat te veel wordt gegeven, dit een tegemoetkoming is voor wat men vroeger te weinig kreeg. De reden voor sprekers voorstel lag hierin dat hem bij de begroo ting voor 1932 de uitkeering van f24800 voor dit doel in het oog viel. Spr. heeft toen in 1932 eens een gesprek gehad met een penningmeester van een bijzondere school in een buitengemeente en die zeide dat het bestuur daar door dit wetsartikel behoor lijk in de centen zat. Hier is het blijkbaar ook behoorlijk, elders zal het ook wel eens iets minder zijn. Spr. heeft naar aanleiding van dat gesprek zijn voorstel gedaan. Als er te veel betaald wordt moet er een eind aan gemaakt, voor niets dient de gemeente te veel te betalen. Deze vergoe ding loopt nooit af, zij wordt betaald zoolang de schoolbesturen willen, en is gegrond op het toen geldende rentetype. Toen was de koers der 3 Nederland 50 nu is die 86 Berekend naar dezelfde maatstaf zou nu een rentetype ten betaald worden van 3.988. Als men nu zoo’n verschil van 6.2 en 4 ziet, vraagt men zich af of het niet mogelijk is een vermindering toe te passen. Leeningen van schoolbesturen kunnen toch ook geconverteerd. Spr. vermoedt tenminste dat niet alle scholen onconverteerbare leeningen afsloten. De gemeente zou volgens spr. eigenlijk 2 te veel betalen of f8000. Spr. acht dat niet te verantwoorden en handhaaft daarom zijn motie. De Julianaschool, die geschat is op f200.000, krijgt door deze vergoeding f42.95 per kind per jaar, de Jan van Nassau school f2.50, omdat de nieuwbouw door de gemeente betaald is, de R.K. Jongensschool f 19.50 per kind per jaar, de R.K. Meisjesschool f41.de Groen van Prinsterer school f 19.Dat zijn eeuwig durende cijfers, ge middeld is het f26.20 per jaar per kind, daarbij komt nog de andere vergoeding, zoodat dit een zeer groot bedrag wordt. De kosten van het openbaar onderwijs zijn hier f 20.per kind, bij de bijzondere school ruim f 44.terwijl daaronder bedragen zijn die nooit afloopen, dus eeuwig durend zijn, ook het hooge rentetype. Spr. zal op de andere dingen niet ingaan. Spr. heeft wel eens iets anders gedacht dan de heer Maseland, die van lage taxaties spreekt, ook is deze taxatie onherroepelijk en kan men er niet aan tornen. Het is eigenlijk te dwaas om er van te spreken als de heer Boeijenga beweert dat men tegen woordig het nog zoo beschouwt dat het bijzonder onderwijs alleen gunsten geniet geen rechten heeft, spr. krijgt juist wel eens de indruk dat de openbare school alleen gunsten geniet en geen rechten heeft. Wij zouden gaarne de openbare school als stelsel zien ingevoerd, doch hebben over het algemeen niets tegen het bijzonder onderwijs en er zit zeker geen politiek karakter aan deze motie en spr. hoopt dat de^tegenstanders dat karakter er ook niet aan zullen geven. De heer Boeijenga heeft bedoeld dat deze kwestie uiteraard een politiek karakter draagt en daarom ook op de historie gewezen. De heer de Groot wenscht exploitatie-reke- ningen van de scholen te zien, doch daartoe zijn wij niet ver plicht. Wat de openbare kas betaalt geschiedt volgens recht en wet en er is niet aan te tornen. Het onderwijsrapport der soc.-dem. uit 1924 citeerend con cludeert spr. dat de S.D.A.P. de politiek niet buiten de kwestie der gelijkstelling heeft gelaten. Spr. stemt toe dat de begroo ting moeilijkheden meebracht en de heer de Groot heeft recht dan ook naar zulke posten te zien, doch spr. heeft daartegenover betoogd, dat het bijzonder onderwijs hier de gemeente heel wat heeft bespaard. Wij hebben een wet, welke moet worden uit gevoerd en spr. verwacht, dat de minister moties als deze wel naast zich neer zal leggen. Maar als de heer De Groot een Indien gij voortdurend last hebt van schele hoofdpijn als gevolg van een slechte spijsvertering, gebruik dan eens een poosje Foster’s Maagpillen, het betrouwbare, zacht werkende laxeermiddel Punt VI. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders lijkt dat er wel iet* voor de motie-De Groot te zeggen valt. last dat de toestand voor heel *t land zoo is, dat wijziging NIEUWE SNEEKER COURANT annex SNEEKER COURANT (76e Jaargang) Alom oerkrUgbam f 0.65 oer flacon.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1933 | | pagina 1