Officieel Orgaan
der Gemeente Sneek
Uitgave KIEZEBRHUK Co.
No. 48 Eerste Blad
40e Jaargang
annex SNEEKER COURANT (76e Jaargang)
Dit No. bestaat uit 2 Bladen.
Woensdag IS Maart 1988
I
NIEUWSTIJDINGEN.
Regelprijs 9 cent. Abonnementen belangrijke korting
Alle Advertentlën worden In belde bladen opgenomen.
INGEKOMEN:
Zijn gezinnen.
I
4
Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega,
Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum.
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad
en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneexer Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid:
Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.),
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen
burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd
Controle op de oplaag toegestaan.
LIJST VAN INGEKOMEN EN VERTROKKEN
PERSONEN GEDURENDE FEBRUARI 1933.
Anna Hendrika Huisman, dienstbode, van Am
sterdam naar aan boord; Jacob Visser, contro
leur Levensverz.mij., van Den Haag naar Koop-
Amersfoort, Vlasakkerweg 48; Grietje van der
Molen, dienstbode, van Frederik Hendrikstraat
80 naar Amersfoort, Vlasakkerweg 48; Cecilie
Schüiler, dienstbode, van Oude Koemarkt 77 n.
Leeuwarden, Voorstreek 60; Hendrikje Kisjes,
dienstbode, van Hoogend 8 naar Zwartsluis,
Meppelerdiepkade 83a; Maria Saers, religieuse,
van Leeuwarderweg 32 naar Sassenheim, St.
Annagesticht; *Lammert Beetstra, timmerman,
van Frederik Hendrikstraat 49 naar Zwolle, van
Galenstraat 76.
Ned. Chr. Radio Omroep.
In het bestuur der afdeeling Friesland is
inplaats van dr. Honders, die wegens ver
trek moest bedanken, gekozen de heer W.
Nauta alhier.
rtl
van Makkum naar Kleinzand 46; Eliza Postma,
z. b., van Oppenhuizen naar Lemmerweg 72.
VERTROKKEN:
Sdhelte Edizes Westra, z. b., van Looxma-
gracht 23 naar Heemstede, Vondelkade 24; Tijs
Cannegieter, banketbakker, van Kleinzand 60
naar Balk, no. 353; ’Romke Roffel, galanterie-
handelaar, van aan boord naar Gouda, Jaagpad; jahrë brengen hem de aanraking met gro-
De rechtbank te Leeuwarden heeft
ter vervulling van de vacature van deur
waarder bij die rechtbank, ter stand
plaats Sneek, de navolgende aanbeve
ling opgemaakt
1. A. de Jong, cand. deurwaarder
te Kampen; 2. R. Rinsma, deurwaarder
te Lemmer, en 3. A. Dykstra, cand.
t'l 1
Sijbe Brandsma, bakker, van Rotsterhaule n.
Vesperstraat 25; Kornelisjen Fabriek, echtgen.
van Sijbe Brandsma, z. b., van St. Johannesga
naar Vesperstraat 25; Catharinas Fabriek, bak
ker, van Oudeschoot naar Vesperstraat 25; Pie
ter Hofmeester, schoenmaker, van Terschelling
naar Scharnestraat 4; *Rein Jan Reitsma, han-
delsreiziger, van Utrecht naar Korte Veemarkt-
straat 2; Anna van Meekeren, dienstbode, van
Bolsward naar Singel 38; Elbrigje Wolthuizen,
dienstbode, van Vlissingen naar 3tationsstraat
44; Simon Ignatius de Wolf, winkelbediende, van
Assen naar Kleinzand 76; ’Johannes Bernardus
van Veen, venter, van Tubbergen naar woonwa
genkamp; Minke Venekamp, coupeuse, van Den
Haag njiar J. W. Frisostraat 32; Jelle Spijkstra,
z. b., van Weidum naar Nauwe Noorderhorne
21; Else Lutter, z. b., van Solingen-Wald (D.)
naar Hoogend 30; Jan de Jong, bakker, van
Hommerts naar Grootzand 53; Froukje de Vries,
z. b., van Haarlem n. Westersingel 13; *Bauke
Andries Vlas, brievenbesteller, van Jubbega-
Schurega naar Koopmansgracht 5; Grietje van
der Woude, dienstbode, van Mirns en Bakhuizen
naar Harinxmakade 14; Catharina Wilhelmina
Jacoba Maria Moonen, religieuse, van Culem-
borg naar Leeuwarderweg 32; Hildgard Pahsler,
dienstbode, van Hengelo (O.) naar Martiniplein
10; Elisabeth van der Veilde, z. b., van Harlingen
naar Leeuwarderdwarsstraat 40; Hessel de
Bruin, onderwijzer, van Makkum naar Geeuw-
kade 54; Gerardus Johannes Petrus Wagenaar,
winkelbedie. de, van Alkmaar naar Ged. Pol 2a;
Antje Loen, dienstbode, van Nijland naar 2e
Zomerrakbuurt 52; Heertje Horjus, etaleur, van
Andijk naar J. W. Frisostraat 8; Bouwetje de
Jong, echtgenoot van Durk Jaarsma, z. b., van
Leeuwarden naar Parallelweg 7; Maria Hendrika
van de Sande, religieuse, van Den Bosch naar
Leeuwarderweg 32; ’Wouter van der Bij, be
steller N. T. M„ van Meppel naar Parkbuurt 13;
’Pieter de Boer, z, 1
Parkbuurt 20; Hèlene Michalak, dienstbode, van
Leeuwarden naar Martiniplein 10; Louisa Maria
Mercx, religieuse, van Sassenheim naar Leeu
warderweg 32; Hermina Visser, dienstbode, van
Trijntje van den Berg, coupeuse, van J. W.
Frisostraat 32 naar Leeuwarden, le Koestraat 5;
’Herman Meima, koopman, van Korte Veemarkt-
straat 2 naar Rotterdam, Zomerhofstraat 30;
♦Imke de Vries, baggermolenbaas, van aan
boord naar Steenwijk, aan boord; Sibbele Zeil-
stra, predikant, van Parallelweg 24 naar Ping-
jumt Herv. Pastorie; Aagje Hofstra, echtgen.
van Sibbele Zeilstra, z. b., van Parallelweg 24
naar Pingjum, (Herv. Pastorie; ’Jacob Bruinsma,
besteller N. T. M., van Parkbuurt 13 naar Leeu
warden, Jacob Binckesstraat 54; Ids Bergsma,
rijksklerk Dir. Bel., van Jan van Nassaustraat
19 naar Drachten, van Haersmasingel 20; Idsche
Aukema, wed. Joseph F. Tusch, z. b„ van 3e
Selfhelpstraat 9 naar Stiens, no. 272; Grietje
Yfs, dienstbode, van le Steenklipstraat 93 naar
Krommenie, Krommeniedijk 57; Tjeerd Wesse-
lius, boerenarbeider, van Franekervaart 13 naar
Ijlst, p. a. den heer Attema; Jantje Gerrits Bak
ker, wed. F. de Leeuw, z. b., van Parkbuurt 19
naar Akkrum A 2 (h.)Fokje van der Woud,
winkeljuffrouw, van Oosterdijk 16 naar En
schede, Getfertstraat 12c; *AUe Wijsenbach,
metselaar, van Parkbuurt 16 naar Enkhuizen,
Breedstraat 80; Sijke de Jong, dienstbode, van
Maria Louisestraat 17 n. Heeg, no. 163; Monica
Catharina Uitewaal, leerares huishoudschool, van
Oude Koemarkt 71 naar Huissen (Gld.), Huis
houdschool; Jitske de Haas, wed. Hendrik Schrie-
mer, z. b., van Bothniakade 37 naar Hommerts,
no. 161; Stijntje Postjhuma, wed. van Ernst Huis
man, z. b., van Tranendal 10 naar Nijehaske,
G 14; Minke Hulshoff, huishoudster, van Leeu
wenburg 8 naar Harlingen, Paul Krugerstraat
11; Jacobus Binksma, kellner, van 3e Zomerrak
buurt 7 naar Laren (N.-H.), Restaurant „De
Witte Bergen”, Rijksstraatweg; Annigje SijsUng,
huishoudster, van J. W. Frisostraat 28 naar Uit
wellingerga, no. 75; Jothanna Kamphausen, echt
gen. van Eduard Weijermanns, z. b., van 2e
Steenklipstraat 57 naar Gladback-Reydt (D.);
Christina Geertruida van Waveren, echtgen. van
Dirk Schroor, z. b., van Tjotterstraat 21 naar
vere naturen en hun afgunst op z’n talent; hij
maakt een barre groentijd door en uit zijn
tweede zelfportret, dat in deze periode valt,
klinkt ons de angstkreet van een verloren
illusie tegemoet. Hij maakt ook Zijn eerste
houtsnede, hetgeen teekent zijn verlangen
zijn werk onder velen te verbreiden, een
democratisch verlangen dus, voor welke
houtsnede hij het traditioneele gegeven van
de Heilige Hieronimus, die de bijbel vertaalt,
neemt, maar in de leeuw volgens de le
gende door Hieronimus eens van een doorn
verlost en die hem daarna steeds vergezelt
welke men op deze houtsnede ziet, breekt
reeds het humanistisch element bij Dürer
door: zijn liefde tot de natuur. Zijn ouders
hebben intusschen een vrouw voor hem ge
vonden liever gekocht Agnes Frey en
haar huwt hij, doch een gelukkig huwelijk
wordt dat niet. Hij vestigt zich nu in Neu
renberg en we naderen het jaar 1500, voor
welk jaar tal van geleerden ’t wereldgericht
hadden voorspeld, hetgeen het volk hevig
beroerde. Een kopergravure van 1497 toont
dan ook de mentaliteit van Dürer door
angstvisioenen verstoord, het is „De Ver
loren Zoon”, een zelfkritiek, en zooals kun
stenaars in alle bewogen tijden hebben ge
daan, verwerkt hij in een aantal wonderlijke
angstvisioenen dat mirakelboek: de Open
baring van Johannes, doch hij verwerkt het
tot een geniale conceptie en reeds blijkt uit
een zelfportret van deze tijd, dat zekere
innerlijke rust toont, dat zijn geest bezig is
zich van zijn angst te verlossen; in 1500
maakt hij dan een zijner verhevenste wer
ken, zij het dan ook een klein vignet, een
Christus weenend over de ondergang dezer
wereld; in die gestalte snikt ook Dürer zijn
leed uit over een wereld, die ten ondergang
gedoemd schijnt. Doch 1500 is voorbij, er is
niets gebeurd van wat de geleerden voor
spelden en de verlossing uit zich bij Dürer
in een intensief meeleven met de natuur; hij
maakt het beroemde „Haasje”, dat hij beziet
met een ziel vol liefde, het nerveuze van het
diertje treft hij weergaloos; het diertje blijkt
hem innerlijk te interesseeren als uiting van
de schoonheid van de natuur. Hij schildert
ook groote dieren, bv. leeuwen, die hij waar
schijnlijk toen nog niet levend had gezien.
Ook in de flora ontdekt hij de eeuwige
schoonheid en hij beeldt die met een uitvoe
righeid welke wij alleen in de 19e eeuw of
bij de Japanners terug vinden. In tal van
andere werken beeldt Dürer de schoonheid,
die hij ontdekte in micro, en macrokosmos,
hij had de schoonheid ontdekt die overal is:
„Ja, overal is God!”
Dürer bezit echter naast dit alles ook
humor, zijn „Kraamkamer” van deze tijd
verraadt het, een humor die toch voert naar
het hart der dingen. Plotseling breekt dan
een element in zijn werk door, dat hem te
voren vreemd was; er is iets massaals, we
voelen invloed van de Italiaansche renais
sance, hij had Jacopo di Barbieri in Neu
renberg leeren kennen, zelf geen buitenge
woon schilder, maar Dürer imiteert hem
eenige tijd en in 1504 gaat hij naar Italië
om daar de grooten van de renaissance:
da Vinti, Mantegna, Michel Angelo, Bellini
te leeren kennen. Hij werkt daar, krijgt op
drachten, hij schildert o. a. de 12-jarige
Jezus temidden van de Schriftgeleerden, in
het caricaturale waarvan we da Vinci’s in
vloed merken, doch in de uitbeelding van de
12-jarige Jezus stelt hij toch zijn talent veilig
voor elke invloed, daarin zien wij iets hefel
anders dan het toch altijd wat dik doen der
Italianen. Hij schildert nu ook zijn beroemde
zelfportret, vereenzelvigt zich niet alleen
uiterlijk met Christus doch assimileert zich
ook geestelijk, en schildert in deze periode
ten slotte een Christus aan het kruis, welke
doet zien dat hij in de renaissance zijn eigen
weg gevonden heeft, zich verlost heeft van
de Italiaansche invloed, een schilderij, dat in
z’n lichtende achtergrond ook het duidelijke
profetische geluid van de reformatie laat
hooren, nl. dat we door het duister heen
worstelen naar het licht. Nog altijd is Dürer
in Venetië, waar hij zijn verlangen naar het
Duitsche land en de Duitsche vrouw uit
drukt in een ideëele uitbeelding van de
stoere Duitsche vrouw, schilderij niet alleen
intuïtief schoon, maar schoon ook als pro
duct van zijn wetenschappelijke opvatting
betreffende maten. Hij schildert hier de
vrouw, zooals hij die niet had, want zijn
vrouw, die hem geen kinderen schonk, was
een ijzige figuur in tegenstelling met het
zonnige, sterke en stoere, dat hij hier uit
beeldde; ook in zijn uitbeelding van Maria
treft altijd weer das ewig weibliche.
Nu keert hij naar Neurenberg terug, hij
opvattin^
houtsnede, hij werkt weer voor het volk, en
hij geeft tal van passies, het lijden van Jezus,
alle een eigen visie verradend, en in dat
lijden de bewogenheid van eigen leven ver
werkend; dikwijls geeft hij Gethsémané, de
Eenzame Christus temidden zijner vrienden.
Eenzaam was ook Dürer, doch het is een
eenzaamheid verinnigd door de godsdienst,
zooals we zien in het werk van 1511: Chris.
toforus het Christuskind door het water
dragend. Zijn Allerheiligenbeeld om deze
tijd gemaakt, draagt reformatorische ge
dachten. Stil en zuiver vertelt hij van het
leven van Christus, aldus de bijbel voor zijn
volksgenooten vertalend, zijn winst doende
met een renaissance-inslag. Zijn werk ver
raadt nu toch een heel andere kijk op het
leven; de angstvisioenen van de apocalyps
zijn verdwenen, de rust, de berusting ook is
gekomen, zooals de kopergravures, waarmee
hij in 1513 begint, ons vertellen, bv. de
Christusridder die onbevreesd door de vallei
des doods gaat; de reformatie, welke Luther
in 1517 zal verkondigen, spreekt Dürer in
zijn werk van 1513 reeds uit.
Van dat jaar dateert ook het portret zijner
moeder, die zooveel doormaakte; van haar
18 kinderen overleefden haar slechts 3; in
nerlijk vrome vrouw, in wier beeld Dürer
al de liefde legde welke hij voor haar koes
terde. Deze moeder ontviel hem na veel
lijden in 1514, en de groote smart over dat
verlies en zijn gevoel van eenzaamheid doen
hem dan dat mysterieuse beeld van de Me
lancholie maken, een belijdenis van ’t einde
der wijsheid; die Melancholie welke op Odi
lon Redon, de zoo sterk met Dürer ver
wante schilder uit de 19e eeuw, een zoo
diepen indruk maakte, dat hij niet kon wer
ken zonder dat beeld in z’n atelier te heb
ben. Maar de melancholie is niet het laatste
woord bij Dürer; nog in datzelfde jaar
maakt hij opnieuw een Hieronymus, een
werk waarin we de verandering in Dürers
gemoedsleven sinds zijn jeugd duidelijk op
merken, alles is verstild in een glanzend
gouden licht; zoo verwerkt Dürer zijn een
zaamheid; in zijn werken van de natuur zien
we de bewogenheid welke eeuwen later een
Cézanne en Van Gogh zullen kenmerken.
Rustiger en rustiger wordt geleidelijk nog
de aanschouwing der dingen, hij schept dan
zijn beroemde werk „De handen”, enkel een
paar handen, maar die een geheel gebeds
leven uitbeelden; deze man, dat lezen wij
uit dit werk, weet van bidden.
In 1520 reist Dürer naar de Zuidelijke
Nederlanden, en ontmoet er o. a. die groote
humanist Desiderius Erasmus; wederkeerig
vatten zij bewondering voor elkaar op. Hij
maakt nog een portret van Lucas van Leij-
den, en teekent Zeeuwsche boerinnen. Bij
een tocht met een schip op de Schelde krijgt
hij een ziekte, waaraan hij eenige jaren later
zal sterven; van 1521 tot 1528 lijdt hij licha
melijk, doch dat verhindert hem niet nog
z’n groptste werken te scheppen, geconcen
treerd op het allerheiligste, in 1523 bv. zijn:
Laatste Avondmaal.
Als een afscheidsgroet aan zijn beste
vrienden maakt hij van elk hunner nog eens
een portret, om ten slotte alles wat hij nog
te zeggen heeft samen te vatten in zijn laat
ste werk: De vier Apostelen, een monumen
taal werk, dat hij Neurenberg schenkt uit de
warme liefde welke hij zijn stad toedraagt,
de schilderij, waarin ’t accent valt op de twee
figuren Paulus en Johannes, Paulus de man
van de daad, Johannes die van de droom,
Paulus de strijdbare held, Johannes de ge
stalte der stille liefde.
Op 6 April 1528 sterft Dürer. Op de zerk,
welke zijn graf dekt, staat slechts: „Hier
ligt wat sterflijk was van Albrecht Dürer”,
het eenige wat op ieder graf’ moest staan,
immers dat wat onsterflijk is wordt niet
begraven.
Dit alles vertelde spr. bij een serie prach
tige lichtbeelden.
De voorz., de heer F. W. C. de Haas ver
tolkte de dank der aanwezigen en deelde
mede dat voor het Nut nog een extra lezing
zal worden gegeven nl. door den heer Alt
van Bolsward.
Het bouwkundig bureau „Jan Bas” te
Zaandam heeft aanbesteed het bouwen van
een klompenpakhuis met woning en kantoor
aan de Kanaalstraat alhier voor rekening
van de h.h. fa. Gebr. Zaman.
Ingeschreven als volgt: S. de Boer, IJs
brechtum, f 18550; H. F. Ringnalda, Sneek,
f 18900; »A. v. d. Zee, Sneek, f 18650; Joh
Olij en v. d. XVeij, Sneek, f 17748; De Boei
en Hollander, Bolsward, f 18400; W. v. d.
Meer, Sneek, f23750; J. de Groot en K
Kingma, Beers, f 19625; E. Metz, Sneek
f19975; H. Speelman, Sneek, f17640; Joh.
W. de Jong, Sneek, f 18200; O. de Vries,
Sneek, f21663; U. van Dijk, Sneek, f20100;
R. de Jong, Grouw, f 15740; Gebr. Beljoh,
Lemmer, f 19580; C. van Leer, Lippenhui
zen, f 18240; J. v. d. Sluis, Langweer,
f18550; F. Anema, Harlingen, f20320; J.
G. Dijkstra, Wommels, f 19290; Gebr. v. d.
Velde, Gprredijk, f 16930; P. Frölich, Har
lingen, f 19350; J. S. Veldman, St. Nico-
laasga, f 17600; J. Kingma, Hantum,
f20444; S. de Wolf, Sneek, f18222; K.
Hiemstra, Sneek, f 17322; Gebr. Velsink,
Sneek, f 19222; J. Schaap en Zn., Heeren-
veen, f 17600; O. de Vries, Kortezwaag,
f 17870; Gebrs. Draisma, Piaam, f 18890;
Krijtenburg, Harlingen, f 19800; Nauta,
Harlingen, f 19938; H. Hoekstra, St. Nico-
laasga, f17457; A. S. v. d. Veer, Grouw,
f 15570; B. G. Bijlstra en Zonen, Wartena,
f18700; Jan de Haan, Ternaard, f20540;
W. Kuperus, Birdaard, f 19200; H. de Boer
en F. Bijlsma, Bolsward, f 18000.
Gunning aangehouden.
Uitvoering Leeuwarder Mannenkoor.
Wij ’mogen er nog even op wijzen dat de
uitvoering van het Leeuwarder Mannenkoor
alhier ten bate van het Crisis-Comité niet
plaats heeft 29 maar 22 Maart.
Natuurkundig Genootschap.
Morgen, Woensdag, spreekt in de Har
monie voor het Natuurkundig Genootschap
de heer dr. P. J. Nieuwkamp alhier over „De
bouw der Sterren” (met lichtbeelden).
Vacature deurwaarder
Sneek.
BIOSCOOPNIEUWS.
Het groote hoofdnummer in de b i
oscoop „Bij de Waag” is „Das
Blaue vom Himmel”, met Martha Eg-
gerth en Hermann Thimig in de hoofd
rollen van de twee gelieven, die elkaar
maar zoo zelden kunnen ontmoeten,
omdat hij als nachtvlieger ’s avonds
nooit vrij is en zij overdag als kaartjesr
verkoopster voor het loket van een sta
tion van de ondergrondsche zit. Deze
aardige1 operettefilm, met veel melo-
dieuse schlagers, wordt in de bijrollen
opgeluisterd door spel van Ernst Ve-
rebes en Frits Kampers zoo amusant
dat dit de film juist een zeer .bijzondere
attractie geeft.
Naast deze staat op het programma de
film „Tsjeka” een boeiend spionnage-
drama uit Rusland.
103-jarige overleden.
Zondagochtend is de 103-jarige Jeltje
BoonstraStaphorsius, verpleegde in het
Ned. Herv. Rusthuis te Leeuwarden, over-
I leden.
deurwaarder te Leeuwardenterwijl de
kantonrechter te Sneek, ter vervulling
van de vacature van deurwaarder bij
het kantongerecht aldaar, de navolgen
de aanbeveling heeft opgemaakt:
1. A. de Jong, cand. deurwaarder
te Kampen2. A. Dijkstra, cand. deur
waarder te Leeuwarden; 3. J. v. d.
Woude, cand. deurwaarder te Dpkkum.
Gevonden Voorwerpen.
Aanwezig aan het bureau van poli
tie, Martiniplein, en aldaar te bevragen
op alle werkdagen tusschen 11 Va en
12 Va uur, de navolgende voorwerpen,
als gevonden gedeponeerd op 13 Maart
Twee vaten PuHJM., Twee heerenrij-
wielen, Rem van carrier.
Aanwezig en te bevragen bij de
navolgende ingezetenen, onderstaande
voorwerpen, als gevonden aangegeven
op 13 Maart: Muts, A. Boersma, W.
Frederikstraat 3; Paar roeiriemen, J.
Efdé, Parkbuurt 50; Fietsplaatje, E.
Graafsma, Frederik Hendrikstraat 58;
Kinderbeursje, C. de Haan, Koopmans
gracht 4; Broche, W. Haga, 3e Woud-
straat 25Ring, Rodenburg, Ooster
dijk 85.
Steun in den Strijd.
Zondagavond gaf Steun in den Strijd een
uitvoering ten bate van het instrumenten
fonds. De zaal was geheel gevuld toen de
voorzitter, de heer P. Lantinga, het wel
komstwoord sprak, in het bijzonder ook tot
For Yens Neiste, de tooneelvereeniging,
welke de avond zou aanvullen en het Snee-
ker Jazz trio, dat zorgen zou voor bal-
muziek.
Daarna zet het corps de Internationale in
en laat dit eerste nummer volgen door tal
van andere, welke veel bijval verwierven.
Jamiher dat een deel van het publiek zich
tijdens de uitvoering vari die nummers niet
rustig hield, zoodat de muziekliefhebbers
gestoord werden in hun aandacht voor de
voor het grootste deel goed uitgevoerde
nummers. Klaarblijkelijk was Jit rumoerige
deel van het 'publiek alleen voor het bal
gekomen en wij twijfelen er niet aan of het
bestuur zal; wanneer dit zoo voortgaat, de
consekwenties trekken en geen bal meer aan
deze uitvoeringen verbinden.
Een kleine pauze wordt door het bestuurs
lid van de afd. Sneek der S. D. A. P., de
heer Stoelwinder, gebruikt om mee te deelen
dat de Kortdag-actie alhier heeft opgebracht
f336, voor vier jaar voor de Nou Wij-actie
was dat f230; IJsbrechtum leverde ditmaal
van een klein groepje zelfs f 16.45. Een
prachtig resultaat dus, gezien ook de eco
nomische omstandigheden; spr. hoopt dat
het stemmenaantal der S. D. A. P. met het
zelfde percentage mag stijgen als de op
brengst van deze verkiezingsinzameling.
De heer Lantinga geeft nu nog declamatie,
waarna, For Yens Neiste op de planken komt
met „Dragten, Frjentsjer of Amsterdam”,
een kluchtspel van den heer P. Lantinga,
dat hier zijn première beleeft. Een uitstekend
stukje is dit, ’n aardig gegeven, goed ver
werkt in 2 bedrijven. Lantinga’s nieuwe pro
duct verdient een goede plaats in de Frie-
sche blijspelen. Het was aan For Yens
Neiste wel toevertrouwd dit stuk een waar
dige vertolking te geven, er is uitstekend
gespeeld, dus door het publiek uitbundig
gelachen.
Albrecht Dürer.
Voor het Nut sprak Vrijdagavond in de
Harmonie dr. R. Miedema van Amersfoort
over „Leven en werken van Albrecht Dürer”.
Als deze, is ook de tijd van Albrecht Dürer
een fel bewogene, naar de kunst immers die
van de renaissance, naar de religie die van
de reformatie, bewogenheid, welke deze
kunstenaar in z’n werk projecteert, hij is in
die kunst de--eerste moderne mensch, want
hij schijnt het naturalisme, dat zich in de
19e eeuw zou openbaren, reeds in zich op
genomen te hebben en hij is ook de demo
craat, hij voelt zich met het volk één. Al zal
hij ver boven zijn milieu uitgroeien, toch
heeft ook dat invloed op hem uitgeoefend,
het Neurenberg van de 15e en 16e eeuw,
waar de weelderige gothiek naast de mas
saliteit van het Romaansch indruk op hem
moeten hebben gemaakt. Daar leefde dan
Albrecht Dürer, een der toppunten van de
geest van alle tijden, die ons voert naar een
hoogte waar wij vrijer zullen ademhalen,
om dan tot het leven van alle dag gesterkt
terug te keeren, gesterkt omdat, zooals Ja
cob Wassermann terecht heeft gezegd, het
in deze bewogen, tijd goed is te putten uit
de geestelijke schatten van onvergankelijke
waarde, welke het verleden voor ons op
tastte.
leppci naai ^amuuun u, Op 21 Mei 1471 is Albrecht Dürer gebo-
b, van Winterswijk naar ren, als een van de 18 kinderen van de
goudsmid Dürer, die uit Hongarije naar
Neurenberg was gekomen. Op 13-jarigen
leeftijd schildert Albrecht reeds zijn eerste
zelfportret de poging van alle schilders
Leeuwarden naar Willem de Zwijgerstraat 51; o® zich te objectiveeren, deed dus, ook hij
al jong en daarin valt het weltfremde op,
dat ook vader Dürer kenmerkte, die, hoewel
hij den jongen in zijn ambacht wilde oplei-
mansgracht 23; Pieter Fokkens, slagersknecht, den, het offer bracht hem toe te staan schil-
- - der te worden. Eenige jaren studeert hij op
het atelier van Wohlgemuth in Neurenberg;
dan, in 1490 vangen de Wanderjahre aan; -j - --
als afscheid van zijn ouderlijk huis schildert heeft de renaissance-indrukken tot een eigen
hij het portret van zijn vader, zooals zijn
innerlijk die ziet, zijn liefde voor dien vader
straalt in dit werk door, dat ons de stoere
werker, de man van weinig woorden, de
innig vrome fijne geest onthult. De Wander-
ig verwerkt en keert terug tot de
ide, hij werkt weer voor het volk, en
10
NIEUWE SNEEKER COURANT