Officieel Orgaan der Gemeente Sneek Uitgave KIEZEBRHUK Co. No. 48 Eerste Blad 40e Jaargang annex SNEEKER COURANT (76e Jaargang) Dit No. bestaat uit 2 Bladen. Woensdag IS Maart 1988 I NIEUWSTIJDINGEN. Regelprijs 9 cent. Abonnementen belangrijke korting Alle Advertentlën worden In belde bladen opgenomen. INGEKOMEN: Zijn gezinnen. I 4 Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega, Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum. De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneexer Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid: Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd Controle op de oplaag toegestaan. LIJST VAN INGEKOMEN EN VERTROKKEN PERSONEN GEDURENDE FEBRUARI 1933. Anna Hendrika Huisman, dienstbode, van Am sterdam naar aan boord; Jacob Visser, contro leur Levensverz.mij., van Den Haag naar Koop- Amersfoort, Vlasakkerweg 48; Grietje van der Molen, dienstbode, van Frederik Hendrikstraat 80 naar Amersfoort, Vlasakkerweg 48; Cecilie Schüiler, dienstbode, van Oude Koemarkt 77 n. Leeuwarden, Voorstreek 60; Hendrikje Kisjes, dienstbode, van Hoogend 8 naar Zwartsluis, Meppelerdiepkade 83a; Maria Saers, religieuse, van Leeuwarderweg 32 naar Sassenheim, St. Annagesticht; *Lammert Beetstra, timmerman, van Frederik Hendrikstraat 49 naar Zwolle, van Galenstraat 76. Ned. Chr. Radio Omroep. In het bestuur der afdeeling Friesland is inplaats van dr. Honders, die wegens ver trek moest bedanken, gekozen de heer W. Nauta alhier. rtl van Makkum naar Kleinzand 46; Eliza Postma, z. b., van Oppenhuizen naar Lemmerweg 72. VERTROKKEN: Sdhelte Edizes Westra, z. b., van Looxma- gracht 23 naar Heemstede, Vondelkade 24; Tijs Cannegieter, banketbakker, van Kleinzand 60 naar Balk, no. 353; ’Romke Roffel, galanterie- handelaar, van aan boord naar Gouda, Jaagpad; jahrë brengen hem de aanraking met gro- De rechtbank te Leeuwarden heeft ter vervulling van de vacature van deur waarder bij die rechtbank, ter stand plaats Sneek, de navolgende aanbeve ling opgemaakt 1. A. de Jong, cand. deurwaarder te Kampen; 2. R. Rinsma, deurwaarder te Lemmer, en 3. A. Dykstra, cand. t'l 1 Sijbe Brandsma, bakker, van Rotsterhaule n. Vesperstraat 25; Kornelisjen Fabriek, echtgen. van Sijbe Brandsma, z. b., van St. Johannesga naar Vesperstraat 25; Catharinas Fabriek, bak ker, van Oudeschoot naar Vesperstraat 25; Pie ter Hofmeester, schoenmaker, van Terschelling naar Scharnestraat 4; *Rein Jan Reitsma, han- delsreiziger, van Utrecht naar Korte Veemarkt- straat 2; Anna van Meekeren, dienstbode, van Bolsward naar Singel 38; Elbrigje Wolthuizen, dienstbode, van Vlissingen naar 3tationsstraat 44; Simon Ignatius de Wolf, winkelbediende, van Assen naar Kleinzand 76; ’Johannes Bernardus van Veen, venter, van Tubbergen naar woonwa genkamp; Minke Venekamp, coupeuse, van Den Haag njiar J. W. Frisostraat 32; Jelle Spijkstra, z. b., van Weidum naar Nauwe Noorderhorne 21; Else Lutter, z. b., van Solingen-Wald (D.) naar Hoogend 30; Jan de Jong, bakker, van Hommerts naar Grootzand 53; Froukje de Vries, z. b., van Haarlem n. Westersingel 13; *Bauke Andries Vlas, brievenbesteller, van Jubbega- Schurega naar Koopmansgracht 5; Grietje van der Woude, dienstbode, van Mirns en Bakhuizen naar Harinxmakade 14; Catharina Wilhelmina Jacoba Maria Moonen, religieuse, van Culem- borg naar Leeuwarderweg 32; Hildgard Pahsler, dienstbode, van Hengelo (O.) naar Martiniplein 10; Elisabeth van der Veilde, z. b., van Harlingen naar Leeuwarderdwarsstraat 40; Hessel de Bruin, onderwijzer, van Makkum naar Geeuw- kade 54; Gerardus Johannes Petrus Wagenaar, winkelbedie. de, van Alkmaar naar Ged. Pol 2a; Antje Loen, dienstbode, van Nijland naar 2e Zomerrakbuurt 52; Heertje Horjus, etaleur, van Andijk naar J. W. Frisostraat 8; Bouwetje de Jong, echtgenoot van Durk Jaarsma, z. b., van Leeuwarden naar Parallelweg 7; Maria Hendrika van de Sande, religieuse, van Den Bosch naar Leeuwarderweg 32; ’Wouter van der Bij, be steller N. T. M„ van Meppel naar Parkbuurt 13; ’Pieter de Boer, z, 1 Parkbuurt 20; Hèlene Michalak, dienstbode, van Leeuwarden naar Martiniplein 10; Louisa Maria Mercx, religieuse, van Sassenheim naar Leeu warderweg 32; Hermina Visser, dienstbode, van Trijntje van den Berg, coupeuse, van J. W. Frisostraat 32 naar Leeuwarden, le Koestraat 5; ’Herman Meima, koopman, van Korte Veemarkt- straat 2 naar Rotterdam, Zomerhofstraat 30; ♦Imke de Vries, baggermolenbaas, van aan boord naar Steenwijk, aan boord; Sibbele Zeil- stra, predikant, van Parallelweg 24 naar Ping- jumt Herv. Pastorie; Aagje Hofstra, echtgen. van Sibbele Zeilstra, z. b., van Parallelweg 24 naar Pingjum, (Herv. Pastorie; ’Jacob Bruinsma, besteller N. T. M., van Parkbuurt 13 naar Leeu warden, Jacob Binckesstraat 54; Ids Bergsma, rijksklerk Dir. Bel., van Jan van Nassaustraat 19 naar Drachten, van Haersmasingel 20; Idsche Aukema, wed. Joseph F. Tusch, z. b„ van 3e Selfhelpstraat 9 naar Stiens, no. 272; Grietje Yfs, dienstbode, van le Steenklipstraat 93 naar Krommenie, Krommeniedijk 57; Tjeerd Wesse- lius, boerenarbeider, van Franekervaart 13 naar Ijlst, p. a. den heer Attema; Jantje Gerrits Bak ker, wed. F. de Leeuw, z. b., van Parkbuurt 19 naar Akkrum A 2 (h.)Fokje van der Woud, winkeljuffrouw, van Oosterdijk 16 naar En schede, Getfertstraat 12c; *AUe Wijsenbach, metselaar, van Parkbuurt 16 naar Enkhuizen, Breedstraat 80; Sijke de Jong, dienstbode, van Maria Louisestraat 17 n. Heeg, no. 163; Monica Catharina Uitewaal, leerares huishoudschool, van Oude Koemarkt 71 naar Huissen (Gld.), Huis houdschool; Jitske de Haas, wed. Hendrik Schrie- mer, z. b., van Bothniakade 37 naar Hommerts, no. 161; Stijntje Postjhuma, wed. van Ernst Huis man, z. b., van Tranendal 10 naar Nijehaske, G 14; Minke Hulshoff, huishoudster, van Leeu wenburg 8 naar Harlingen, Paul Krugerstraat 11; Jacobus Binksma, kellner, van 3e Zomerrak buurt 7 naar Laren (N.-H.), Restaurant „De Witte Bergen”, Rijksstraatweg; Annigje SijsUng, huishoudster, van J. W. Frisostraat 28 naar Uit wellingerga, no. 75; Jothanna Kamphausen, echt gen. van Eduard Weijermanns, z. b., van 2e Steenklipstraat 57 naar Gladback-Reydt (D.); Christina Geertruida van Waveren, echtgen. van Dirk Schroor, z. b., van Tjotterstraat 21 naar vere naturen en hun afgunst op z’n talent; hij maakt een barre groentijd door en uit zijn tweede zelfportret, dat in deze periode valt, klinkt ons de angstkreet van een verloren illusie tegemoet. Hij maakt ook Zijn eerste houtsnede, hetgeen teekent zijn verlangen zijn werk onder velen te verbreiden, een democratisch verlangen dus, voor welke houtsnede hij het traditioneele gegeven van de Heilige Hieronimus, die de bijbel vertaalt, neemt, maar in de leeuw volgens de le gende door Hieronimus eens van een doorn verlost en die hem daarna steeds vergezelt welke men op deze houtsnede ziet, breekt reeds het humanistisch element bij Dürer door: zijn liefde tot de natuur. Zijn ouders hebben intusschen een vrouw voor hem ge vonden liever gekocht Agnes Frey en haar huwt hij, doch een gelukkig huwelijk wordt dat niet. Hij vestigt zich nu in Neu renberg en we naderen het jaar 1500, voor welk jaar tal van geleerden ’t wereldgericht hadden voorspeld, hetgeen het volk hevig beroerde. Een kopergravure van 1497 toont dan ook de mentaliteit van Dürer door angstvisioenen verstoord, het is „De Ver loren Zoon”, een zelfkritiek, en zooals kun stenaars in alle bewogen tijden hebben ge daan, verwerkt hij in een aantal wonderlijke angstvisioenen dat mirakelboek: de Open baring van Johannes, doch hij verwerkt het tot een geniale conceptie en reeds blijkt uit een zelfportret van deze tijd, dat zekere innerlijke rust toont, dat zijn geest bezig is zich van zijn angst te verlossen; in 1500 maakt hij dan een zijner verhevenste wer ken, zij het dan ook een klein vignet, een Christus weenend over de ondergang dezer wereld; in die gestalte snikt ook Dürer zijn leed uit over een wereld, die ten ondergang gedoemd schijnt. Doch 1500 is voorbij, er is niets gebeurd van wat de geleerden voor spelden en de verlossing uit zich bij Dürer in een intensief meeleven met de natuur; hij maakt het beroemde „Haasje”, dat hij beziet met een ziel vol liefde, het nerveuze van het diertje treft hij weergaloos; het diertje blijkt hem innerlijk te interesseeren als uiting van de schoonheid van de natuur. Hij schildert ook groote dieren, bv. leeuwen, die hij waar schijnlijk toen nog niet levend had gezien. Ook in de flora ontdekt hij de eeuwige schoonheid en hij beeldt die met een uitvoe righeid welke wij alleen in de 19e eeuw of bij de Japanners terug vinden. In tal van andere werken beeldt Dürer de schoonheid, die hij ontdekte in micro, en macrokosmos, hij had de schoonheid ontdekt die overal is: „Ja, overal is God!” Dürer bezit echter naast dit alles ook humor, zijn „Kraamkamer” van deze tijd verraadt het, een humor die toch voert naar het hart der dingen. Plotseling breekt dan een element in zijn werk door, dat hem te voren vreemd was; er is iets massaals, we voelen invloed van de Italiaansche renais sance, hij had Jacopo di Barbieri in Neu renberg leeren kennen, zelf geen buitenge woon schilder, maar Dürer imiteert hem eenige tijd en in 1504 gaat hij naar Italië om daar de grooten van de renaissance: da Vinti, Mantegna, Michel Angelo, Bellini te leeren kennen. Hij werkt daar, krijgt op drachten, hij schildert o. a. de 12-jarige Jezus temidden van de Schriftgeleerden, in het caricaturale waarvan we da Vinci’s in vloed merken, doch in de uitbeelding van de 12-jarige Jezus stelt hij toch zijn talent veilig voor elke invloed, daarin zien wij iets hefel anders dan het toch altijd wat dik doen der Italianen. Hij schildert nu ook zijn beroemde zelfportret, vereenzelvigt zich niet alleen uiterlijk met Christus doch assimileert zich ook geestelijk, en schildert in deze periode ten slotte een Christus aan het kruis, welke doet zien dat hij in de renaissance zijn eigen weg gevonden heeft, zich verlost heeft van de Italiaansche invloed, een schilderij, dat in z’n lichtende achtergrond ook het duidelijke profetische geluid van de reformatie laat hooren, nl. dat we door het duister heen worstelen naar het licht. Nog altijd is Dürer in Venetië, waar hij zijn verlangen naar het Duitsche land en de Duitsche vrouw uit drukt in een ideëele uitbeelding van de stoere Duitsche vrouw, schilderij niet alleen intuïtief schoon, maar schoon ook als pro duct van zijn wetenschappelijke opvatting betreffende maten. Hij schildert hier de vrouw, zooals hij die niet had, want zijn vrouw, die hem geen kinderen schonk, was een ijzige figuur in tegenstelling met het zonnige, sterke en stoere, dat hij hier uit beeldde; ook in zijn uitbeelding van Maria treft altijd weer das ewig weibliche. Nu keert hij naar Neurenberg terug, hij opvattin^ houtsnede, hij werkt weer voor het volk, en hij geeft tal van passies, het lijden van Jezus, alle een eigen visie verradend, en in dat lijden de bewogenheid van eigen leven ver werkend; dikwijls geeft hij Gethsémané, de Eenzame Christus temidden zijner vrienden. Eenzaam was ook Dürer, doch het is een eenzaamheid verinnigd door de godsdienst, zooals we zien in het werk van 1511: Chris. toforus het Christuskind door het water dragend. Zijn Allerheiligenbeeld om deze tijd gemaakt, draagt reformatorische ge dachten. Stil en zuiver vertelt hij van het leven van Christus, aldus de bijbel voor zijn volksgenooten vertalend, zijn winst doende met een renaissance-inslag. Zijn werk ver raadt nu toch een heel andere kijk op het leven; de angstvisioenen van de apocalyps zijn verdwenen, de rust, de berusting ook is gekomen, zooals de kopergravures, waarmee hij in 1513 begint, ons vertellen, bv. de Christusridder die onbevreesd door de vallei des doods gaat; de reformatie, welke Luther in 1517 zal verkondigen, spreekt Dürer in zijn werk van 1513 reeds uit. Van dat jaar dateert ook het portret zijner moeder, die zooveel doormaakte; van haar 18 kinderen overleefden haar slechts 3; in nerlijk vrome vrouw, in wier beeld Dürer al de liefde legde welke hij voor haar koes terde. Deze moeder ontviel hem na veel lijden in 1514, en de groote smart over dat verlies en zijn gevoel van eenzaamheid doen hem dan dat mysterieuse beeld van de Me lancholie maken, een belijdenis van ’t einde der wijsheid; die Melancholie welke op Odi lon Redon, de zoo sterk met Dürer ver wante schilder uit de 19e eeuw, een zoo diepen indruk maakte, dat hij niet kon wer ken zonder dat beeld in z’n atelier te heb ben. Maar de melancholie is niet het laatste woord bij Dürer; nog in datzelfde jaar maakt hij opnieuw een Hieronymus, een werk waarin we de verandering in Dürers gemoedsleven sinds zijn jeugd duidelijk op merken, alles is verstild in een glanzend gouden licht; zoo verwerkt Dürer zijn een zaamheid; in zijn werken van de natuur zien we de bewogenheid welke eeuwen later een Cézanne en Van Gogh zullen kenmerken. Rustiger en rustiger wordt geleidelijk nog de aanschouwing der dingen, hij schept dan zijn beroemde werk „De handen”, enkel een paar handen, maar die een geheel gebeds leven uitbeelden; deze man, dat lezen wij uit dit werk, weet van bidden. In 1520 reist Dürer naar de Zuidelijke Nederlanden, en ontmoet er o. a. die groote humanist Desiderius Erasmus; wederkeerig vatten zij bewondering voor elkaar op. Hij maakt nog een portret van Lucas van Leij- den, en teekent Zeeuwsche boerinnen. Bij een tocht met een schip op de Schelde krijgt hij een ziekte, waaraan hij eenige jaren later zal sterven; van 1521 tot 1528 lijdt hij licha melijk, doch dat verhindert hem niet nog z’n groptste werken te scheppen, geconcen treerd op het allerheiligste, in 1523 bv. zijn: Laatste Avondmaal. Als een afscheidsgroet aan zijn beste vrienden maakt hij van elk hunner nog eens een portret, om ten slotte alles wat hij nog te zeggen heeft samen te vatten in zijn laat ste werk: De vier Apostelen, een monumen taal werk, dat hij Neurenberg schenkt uit de warme liefde welke hij zijn stad toedraagt, de schilderij, waarin ’t accent valt op de twee figuren Paulus en Johannes, Paulus de man van de daad, Johannes die van de droom, Paulus de strijdbare held, Johannes de ge stalte der stille liefde. Op 6 April 1528 sterft Dürer. Op de zerk, welke zijn graf dekt, staat slechts: „Hier ligt wat sterflijk was van Albrecht Dürer”, het eenige wat op ieder graf’ moest staan, immers dat wat onsterflijk is wordt niet begraven. Dit alles vertelde spr. bij een serie prach tige lichtbeelden. De voorz., de heer F. W. C. de Haas ver tolkte de dank der aanwezigen en deelde mede dat voor het Nut nog een extra lezing zal worden gegeven nl. door den heer Alt van Bolsward. Het bouwkundig bureau „Jan Bas” te Zaandam heeft aanbesteed het bouwen van een klompenpakhuis met woning en kantoor aan de Kanaalstraat alhier voor rekening van de h.h. fa. Gebr. Zaman. Ingeschreven als volgt: S. de Boer, IJs brechtum, f 18550; H. F. Ringnalda, Sneek, f 18900; »A. v. d. Zee, Sneek, f 18650; Joh Olij en v. d. XVeij, Sneek, f 17748; De Boei en Hollander, Bolsward, f 18400; W. v. d. Meer, Sneek, f23750; J. de Groot en K Kingma, Beers, f 19625; E. Metz, Sneek f19975; H. Speelman, Sneek, f17640; Joh. W. de Jong, Sneek, f 18200; O. de Vries, Sneek, f21663; U. van Dijk, Sneek, f20100; R. de Jong, Grouw, f 15740; Gebr. Beljoh, Lemmer, f 19580; C. van Leer, Lippenhui zen, f 18240; J. v. d. Sluis, Langweer, f18550; F. Anema, Harlingen, f20320; J. G. Dijkstra, Wommels, f 19290; Gebr. v. d. Velde, Gprredijk, f 16930; P. Frölich, Har lingen, f 19350; J. S. Veldman, St. Nico- laasga, f 17600; J. Kingma, Hantum, f20444; S. de Wolf, Sneek, f18222; K. Hiemstra, Sneek, f 17322; Gebr. Velsink, Sneek, f 19222; J. Schaap en Zn., Heeren- veen, f 17600; O. de Vries, Kortezwaag, f 17870; Gebrs. Draisma, Piaam, f 18890; Krijtenburg, Harlingen, f 19800; Nauta, Harlingen, f 19938; H. Hoekstra, St. Nico- laasga, f17457; A. S. v. d. Veer, Grouw, f 15570; B. G. Bijlstra en Zonen, Wartena, f18700; Jan de Haan, Ternaard, f20540; W. Kuperus, Birdaard, f 19200; H. de Boer en F. Bijlsma, Bolsward, f 18000. Gunning aangehouden. Uitvoering Leeuwarder Mannenkoor. Wij ’mogen er nog even op wijzen dat de uitvoering van het Leeuwarder Mannenkoor alhier ten bate van het Crisis-Comité niet plaats heeft 29 maar 22 Maart. Natuurkundig Genootschap. Morgen, Woensdag, spreekt in de Har monie voor het Natuurkundig Genootschap de heer dr. P. J. Nieuwkamp alhier over „De bouw der Sterren” (met lichtbeelden). Vacature deurwaarder Sneek. BIOSCOOPNIEUWS. Het groote hoofdnummer in de b i oscoop „Bij de Waag” is „Das Blaue vom Himmel”, met Martha Eg- gerth en Hermann Thimig in de hoofd rollen van de twee gelieven, die elkaar maar zoo zelden kunnen ontmoeten, omdat hij als nachtvlieger ’s avonds nooit vrij is en zij overdag als kaartjesr verkoopster voor het loket van een sta tion van de ondergrondsche zit. Deze aardige1 operettefilm, met veel melo- dieuse schlagers, wordt in de bijrollen opgeluisterd door spel van Ernst Ve- rebes en Frits Kampers zoo amusant dat dit de film juist een zeer .bijzondere attractie geeft. Naast deze staat op het programma de film „Tsjeka” een boeiend spionnage- drama uit Rusland. 103-jarige overleden. Zondagochtend is de 103-jarige Jeltje BoonstraStaphorsius, verpleegde in het Ned. Herv. Rusthuis te Leeuwarden, over- I leden. deurwaarder te Leeuwardenterwijl de kantonrechter te Sneek, ter vervulling van de vacature van deurwaarder bij het kantongerecht aldaar, de navolgen de aanbeveling heeft opgemaakt: 1. A. de Jong, cand. deurwaarder te Kampen2. A. Dijkstra, cand. deur waarder te Leeuwarden; 3. J. v. d. Woude, cand. deurwaarder te Dpkkum. Gevonden Voorwerpen. Aanwezig aan het bureau van poli tie, Martiniplein, en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen 11 Va en 12 Va uur, de navolgende voorwerpen, als gevonden gedeponeerd op 13 Maart Twee vaten PuHJM., Twee heerenrij- wielen, Rem van carrier. Aanwezig en te bevragen bij de navolgende ingezetenen, onderstaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 13 Maart: Muts, A. Boersma, W. Frederikstraat 3; Paar roeiriemen, J. Efdé, Parkbuurt 50; Fietsplaatje, E. Graafsma, Frederik Hendrikstraat 58; Kinderbeursje, C. de Haan, Koopmans gracht 4; Broche, W. Haga, 3e Woud- straat 25Ring, Rodenburg, Ooster dijk 85. Steun in den Strijd. Zondagavond gaf Steun in den Strijd een uitvoering ten bate van het instrumenten fonds. De zaal was geheel gevuld toen de voorzitter, de heer P. Lantinga, het wel komstwoord sprak, in het bijzonder ook tot For Yens Neiste, de tooneelvereeniging, welke de avond zou aanvullen en het Snee- ker Jazz trio, dat zorgen zou voor bal- muziek. Daarna zet het corps de Internationale in en laat dit eerste nummer volgen door tal van andere, welke veel bijval verwierven. Jamiher dat een deel van het publiek zich tijdens de uitvoering vari die nummers niet rustig hield, zoodat de muziekliefhebbers gestoord werden in hun aandacht voor de voor het grootste deel goed uitgevoerde nummers. Klaarblijkelijk was Jit rumoerige deel van het 'publiek alleen voor het bal gekomen en wij twijfelen er niet aan of het bestuur zal; wanneer dit zoo voortgaat, de consekwenties trekken en geen bal meer aan deze uitvoeringen verbinden. Een kleine pauze wordt door het bestuurs lid van de afd. Sneek der S. D. A. P., de heer Stoelwinder, gebruikt om mee te deelen dat de Kortdag-actie alhier heeft opgebracht f336, voor vier jaar voor de Nou Wij-actie was dat f230; IJsbrechtum leverde ditmaal van een klein groepje zelfs f 16.45. Een prachtig resultaat dus, gezien ook de eco nomische omstandigheden; spr. hoopt dat het stemmenaantal der S. D. A. P. met het zelfde percentage mag stijgen als de op brengst van deze verkiezingsinzameling. De heer Lantinga geeft nu nog declamatie, waarna, For Yens Neiste op de planken komt met „Dragten, Frjentsjer of Amsterdam”, een kluchtspel van den heer P. Lantinga, dat hier zijn première beleeft. Een uitstekend stukje is dit, ’n aardig gegeven, goed ver werkt in 2 bedrijven. Lantinga’s nieuwe pro duct verdient een goede plaats in de Frie- sche blijspelen. Het was aan For Yens Neiste wel toevertrouwd dit stuk een waar dige vertolking te geven, er is uitstekend gespeeld, dus door het publiek uitbundig gelachen. Albrecht Dürer. Voor het Nut sprak Vrijdagavond in de Harmonie dr. R. Miedema van Amersfoort over „Leven en werken van Albrecht Dürer”. Als deze, is ook de tijd van Albrecht Dürer een fel bewogene, naar de kunst immers die van de renaissance, naar de religie die van de reformatie, bewogenheid, welke deze kunstenaar in z’n werk projecteert, hij is in die kunst de--eerste moderne mensch, want hij schijnt het naturalisme, dat zich in de 19e eeuw zou openbaren, reeds in zich op genomen te hebben en hij is ook de demo craat, hij voelt zich met het volk één. Al zal hij ver boven zijn milieu uitgroeien, toch heeft ook dat invloed op hem uitgeoefend, het Neurenberg van de 15e en 16e eeuw, waar de weelderige gothiek naast de mas saliteit van het Romaansch indruk op hem moeten hebben gemaakt. Daar leefde dan Albrecht Dürer, een der toppunten van de geest van alle tijden, die ons voert naar een hoogte waar wij vrijer zullen ademhalen, om dan tot het leven van alle dag gesterkt terug te keeren, gesterkt omdat, zooals Ja cob Wassermann terecht heeft gezegd, het in deze bewogen, tijd goed is te putten uit de geestelijke schatten van onvergankelijke waarde, welke het verleden voor ons op tastte. leppci naai ^amuuun u, Op 21 Mei 1471 is Albrecht Dürer gebo- b, van Winterswijk naar ren, als een van de 18 kinderen van de goudsmid Dürer, die uit Hongarije naar Neurenberg was gekomen. Op 13-jarigen leeftijd schildert Albrecht reeds zijn eerste zelfportret de poging van alle schilders Leeuwarden naar Willem de Zwijgerstraat 51; o® zich te objectiveeren, deed dus, ook hij al jong en daarin valt het weltfremde op, dat ook vader Dürer kenmerkte, die, hoewel hij den jongen in zijn ambacht wilde oplei- mansgracht 23; Pieter Fokkens, slagersknecht, den, het offer bracht hem toe te staan schil- - - der te worden. Eenige jaren studeert hij op het atelier van Wohlgemuth in Neurenberg; dan, in 1490 vangen de Wanderjahre aan; -j - -- als afscheid van zijn ouderlijk huis schildert heeft de renaissance-indrukken tot een eigen hij het portret van zijn vader, zooals zijn innerlijk die ziet, zijn liefde voor dien vader straalt in dit werk door, dat ons de stoere werker, de man van weinig woorden, de innig vrome fijne geest onthult. De Wander- ig verwerkt en keert terug tot de ide, hij werkt weer voor het volk, en 10 NIEUWE SNEEKER COURANT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1933 | | pagina 1