annex SNEEKER COURANT (76e Jaargang) Officieel Orgaan der Gemeente Sneek Io. 49 Eerste Blad Uitgave KIEZEBRINK Co. Zaterdag 18 Maart 1933 49e Jaargang Dit No. bestaat uit 3 Bladen. f Sproeten komen vroeg in het voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. NIEUWSTIJDINGEN. Iffl Regelprlja 9 cent. Abonnementen belangrijke korting Alle AdvertentlSn worden In belde bladen opgenomen. de 1932. f 50280.77 van: |ta| V r ij d a g s te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega, Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum. Be NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid: D i n s (1 a g s te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd Controle op de oplaag toegestaan. strijd. Ook in dit land moet de heerschende klasse gehoorzamen aan de wetten van eigen stelsel; tientallen millioenen guldens zijn belegd in de Belgische en Fransche bewapenings-in- dustrie; zij kan niet breken met haar stelsel, daarom moeten wij het voor haar doen. Wij moeten ons kunnen verantwoorden tegenover het nageslacht, dat ons zal vragen: Hebt gij, menschen van de wereldoorlog, meegewerkt om een toekomstige oorlog te verhinderen en een nieuwe maatschappij in fundament neer te leg gen? Wij moeten niet karakterloos en niet fut loos zijn, wij moeten durven zeggen: wij zullen staan als een dam tegen de aanzwellende gol ven van een nieuwe oorlog. En daarom moeten we zoo spoedig mogelijk een zoo groot moge lijke macht vormen tegen de oorlog. De typische vertegenwoordiger van de heerschende klasse, dr. Colijn, die zeker niet dom en ook geen mis dadiger is, wil ook wel gaarne van de oorlog af, omdat hij het alvernietigende element er in ziet, doch hij zit in zijn eigen stelsel opgesloten en daarom kan en mag hij niet zijn de leider der Nederlandsche regeering in de komende periode. Daarom roept spr. uit: Sta achter de democra tische partijen, democratie is meer dan een po litiek samenstel van krachten, ze beteekent vrij heid voor een nieuwe cultuur; door haar zullen wij oude vormen en gedachten breken. En dan van de democratische partijen die eene groote partij, die de partij is van de arbeiders in Ne derland, de S.D.A.P., het groote beveiligings- apparaat tegen het militairisme. Steunt haar, opdat binnen de tijd van een geslacht het fun dament gelegd zij voor een maatschappij, waar in wij in vrede zullen leven. Er was eenig debat met de vertegenwoordiger der comm. partij Holland, Koolmoes. f 2378.16 - 3524.20 - 9434.76 - 3678.25 - 2513.50 - 3945.35 - 4852.33 - 8319.26 - 5500.— - 6134.96 26 50 58 62 68 I Ontwapening of ondergang. Dinsdagavond sprak in de Harmonie voor de afd. Sneek der S. D. A. P. de heer Paul Kiès over bovenstaand onderwerp. De zaal was vol. De voorz., de heer Terpstra, heette allen welkom hier in deze vergadering, welke op de 50e steifdag van Karl Marx wordt gehouden, wiens portret, omrand door doode tulpen, op het podium staat en aan wiens nagedachtenis pg. Kiès straks enkele woorden zal wijden. Daarna is de spreker aan het woord, die in het eerste deel van zijn rede het onmiskenbaar verband tusschen de ontwikkeling van het pro- luctie-systeem en die van het militairisme zal lantoonen. Passiva,' Friesche Bank Aandeelen-kapitaal Obligatielening 1921 5 Obligatieleening 1924 6 Obligatieleening 1926 6 Obligatieleening 1931 4J£ de ondanks de hooge waterstand, zeer ondiep is, zoodat hij op uitbaggering f 5180.77 - 20000.— - 3600.— - 10200.— - 5600.— - 5700.— Hoe was de publieke opinie vóór de wereld oorlog over het oorlogsvraagstuk? In iedere kring der bevolking was er toen een gemis aan inzicht wat een moderne oorlog zou beteekenen; voor het grootste deel was dit een gevolg van het feit, dat het militairisme van de wereldoorlog nieuwe ervaringen bracht, die de massa eerst daarna in staat stelden ’t juiste standpunt in te nemen. Ook bij de beroepsmilitairen miste men dat inzicht. Nooit was in de historie de veran dering in ’t militairisme zoo merkbaar, als toen het kapitalisme zijn zwaartepunt verlegde naar de industrie, toen naast het machine-kapitalisme ook het machine-militairisme moest ontstaan; dat werd een massa-productie van vernietiging, een massa-verdelging dus, welke aan alle sol- datenroinantiek een eind maakte. Men meende nog altijd een nuttig beroep uit te oefenen, en de militairen van de kleine landen waren nog van meening, dat de weermacht van zoo’n klein land de eerste stoot kon opvangen, totdat bond genooten hun te hulp kwamen, een meening, die a.-r. en c.-h. nu nog koesteren. De menschen van de wetenschap zagen in de oorlog een soort natuurverschijnsel, waarin men dus maar moest berusten. En prof. Steinmetz noemde de oorlog zelfs een opvoedende factor; zoo oppervlakkig oordeelde men over de oorlog, die een ramp voor mensch en maatschappij zou blijken. De burgerij was opgevoed in de idee dat het een eisch van goede burgerzin was het va derland te verdedigen. Maar oude gedachten zullen in de wereldoorlog ondergaan, het zal weldra blijken dat in een tijd van trusts en kar tels het niet gaat om het vaderland, maar om een botsing tusschen groote machten op econo misch gebied; de oorlog is een economisch be drijf gebleken; wel verre van voor ’t vaderland, sneuvelden de slachtoffers voor de brandkast der oorlogsspeculanten, zeide een R.-K. priester, de moraal-theoloog prof. dr. Keiler. De dogmatisch denkenden redeneeren dat de overheid niet tevergeefs het zwaard draagt; en voor 1914 was er nog geen menigte religieus pacifisten, die nu schouder aan schouder met ons optrekt. Men verklaarde de oorlog tot Gods wil, de oorlog, die straks de grootste Godslastering zal blijken. Bij de arbeidersklasse bestond, voorzoover zij georganiseerd was, een anti-militairistische ge zindheid, maar het mankeerde zoowel daar als bij de niet georganiseerden aan ervaring van wat een oorlog ging beteekenen. Er was geen verschil van opvatting tusschen communisten en sociaal-democraten inzake het bij een oorlog in te nemen standpunt. En dat standpunt was: „Ook de arbeidersklasse heeft belang bij de onafhankelijkheid van een land, zoodat, wanneer viel vast te stellen waar de aanvaller zat, de arbeiders daar dienst moesten weigeren, zoodat men zou kunnen verhinderen, dat er oorlog kwam. Maar dat vaststellen van de aanvaller bleek een volmaakte illusie toen de wervelwind van de oorlog kwam; alle kanselarijen knoeiden om eigen land voor te stellen als het aangeval lene, zoodat de massa er overal inliep en haar „Verdammte Pflicht” moest doen, aangezien de geheele Internationale stond op het standpunt der landsverdediging. Ook Karl Liebknecht liep er in Juli 1914 in; eerst in December stemt hij tegen de oorlogscredieten met een groepje an deren en men doet dat in alle landen, minder heden welke in 1918 de meerderheden zouden worden. De s.d.a.p. behoeft het dus niet op zich te laten zitten als men haar beschuldigt dat zij in 1914 .e oorlog niet verhinderde; nergens ter wereld was een groep, die zich verzette. Spr. komt nu tot de oorlog zelf. Reeds in de vorige eeuw was de mechanisatie van het mili tairisme onder de ijzeren wetten van het kapi talisme begonnen. Aanstonds in 1914 zal blijken dat het militairisme is ontwikkeld tot een trust van de dood, tot een monsterbedrijf. Men zie het spoorwegbedrijf; van 2 tot 16 Augustus 1914 liepen in Duitschland over 15 spoorbruggen over de Rijn om de 3 minuten dag en nacht door treinen met troepen- 30.000 locomotieven met 700.000 goederenwaggon» en 65.000 personen gaat herzien. Troelstra ziet in- 1917 al, onder i de invloed der feiten en de veranderde techniek I der oorlogvoering, dat het oude standpunt on- i houdbaar is. De arbeidersklasse rekende dan i ook af met dit standpunt en schreef in haar pro- i gram: nationale ontwapening, afschaffing der i oorlogsbewapening, behoud van een politieleger. i Dit is niet Nederland eenzijdig ontwapenen, 1 doch de erkenning van een feit, nl. dat Neder- i land ontwapend staat en dat de volgende oorlog i met of zonder leger een eind zal maken aan de i cultuur van het land. Nog altijd komen a.-r. leiders aandragen met uitspraken van Troelstra van voor 1915; dat is een valsch getuigenis als men weet, dat deze leider daarna op deugdelijke argumentatie tot een ander standpunt kwam. Troelstra lette immers niet alleen op het „daar staat geschreven”, doch ook op het „daar is geschied en zal geschieden”. De gedachte der nationale ontwapening is niet alleen bij de arbeiders gebleven, doch ge lukkig tot duizenden buiten onze rijen doorge drongen, doch wij zeggen tot hen: strijdt niet alleen tegen de verschijningsvorm: het militai risme, doch strijdt tegen de voedingsbodem daarvan: het kapitalisme. Wat de internationale ontwapening betreft: Onder de dwang der publieke opinie is de Ont wapeningsconferentie bijeen gekomen, doch van de aanvang af is de verkeerde weg ingeslagen en ook ons land heeft mede daaraan schuld; de Nederlandsche regeering gaf het slechte voor beeld door 4 beroepsmilitairen in de 9 man groote delegatie te benoemen, en 4 vertegen woordigers van bank- en industriekapitaal; de negende was de soc.-dem. Vliegen, die het eenige goede werk dat de delegatie verrichtte deed, en die begreep, dat hij geen moreel gezag meer had toen de eigen regeering haar lands kinderen bestreed met bommen. Hier te Genève zijn geen volken vertegenwoordigd, doch regee- ringen, die harlekijn zijn van ’t geconcentreerde bankkapitaal. In de delegatie hadden moeten zit ten bv. de leider der S.D.A.P., voorts prof, van Embden, prof. Heering, en waar ons land be stuurd wordt door een vrouw, had toch ook wel een vrouw zitting moeten hebben. De oorlogstechniek staat niet stil; in 1918 wordt Parijs beschoten van zoo groote afstand, dat als men zoo’n kanon aan de Nederlandsch- Duitsche grens opstelde, de projectielen in de Noordzee zouden vallen. Als wij zulke kanonnen hadden, zouden we er niet mee kunnen oefenen, omdat de projectielen over de grens gingen. Het bombardementsvliegtuig is niet meer aan afstand gebonden en toch, bouwen wij forten aan de Afsluitdijk, dus in de gedachte van de Neder landsche generale staf zal Friesland slagveld zijn; men houdt manoeuvres) aan de Nieuwe Hollandsche Waterlinie, terwijl de vliegtechniek de wereld omspant! De Amerikaansche schrij vers hebben al lang ontdekt, dat de Europeesche landen onderling geen oorlog meer kunnen voe ren, omdat ze te dicht bij elkaar liggen en elkaar in een paar uur zouden vernietigen. Alleen we- relddeelen kunnen het nog, maar prof. Piccardt steeg naar de stratosfeer en straks zal men met stratosfeervliegtuigen in vijf uur naar Amerika kunnen vliegen. Nu zal er weldra geen land ter wereld zijn, dat niet binnen enkele uren de bommen op zijn hoofdstad krijgt als er oorlog ontstaat en dan zal ook de heerschende klasse in de oorlog betrokken zijn en de oorlog zichzelf vernietigd hebben. De dunne, ijle laag, welke het productieproces beheerscht, de heerschende klasse dus, wil nu wel van de oorlog af, maar door haar stelsel moet ze produceeren en de ontwikkeling van het nabije en verre Oosten heeft gemaakt dat tal van afzetgebieden voor haar gesloten zijn. Nu moet zij zich vastklampen aan de industrie, die nog vruchten afwerpt: de oorlogsindustrie en naarmate zij er in slaagt steeds volmaakter verdelgingsmiddelen te schep pen, krijgt ze aan de andere kant angst voor de eigen "productie. Al wat daar gebeurt in Ge nève is geen bedrog, men wil er wel van de oorlog af, de heerschende klasse heeft geen be lang meer bij de oorlog, doch ze kan niet puiten de oorlogsindustrie, die geheel door haar stelsel doorweven is. Zij staat op een tragische twee sprong. Zij verwekt spanningen om orders te krijgen voor haar industrie, en vreest een ont ploffing van die spanningen. En nu staan daar de arbeidersklasse en de honderdduizenden, die nog meenen te behooren tot de bourgeoisie. Wil men van de oorlog af dan zal men moeten breken met de oude vormen en gedachten van het oude kapitalistische stel sel en daarom kan het geen vraag zijn wat te doen bij oorlogsgevaar. Wanneer vroeger de massa zich beschikbaar stelde voor de lands verdediging, dan is nu maar één houding mo gelijk: tegenover de oorlog de revolutionnaire onwil der massa. Dan zal historisch een geheel nieuwe periode ingeluid worden. Spr. gelooft dat in een land als dit zoo iets niet gepaard behoeft te gaan met groote botsingen, al zal het in an dere landen niet altijd zoo gaan. Als wij een i kans zien met legale middelen een stap voor- waarts te doen op de weg der ontwapening, t rust op ons de plicht de middelen te baat te i nemen om in de richting van de ontwapening ook dat de arbeider»kla»»e haar standpunt I voort te schrijden en dat is door de verkiezings- ’t Volgende jaar denkt ’t bestuur echter met een voorstel tot belangrijke huurverla- ging, nl. van 25—30 te komen. De Voorzitter dringt aan op zuinigheid bij ’t watergebruik, terwijl hij er tevens op aandringt, met ’t oog op brandgevaar, geen motoren in de jachthuizen te repareeren. Ook verzoekt hij namens ’t bestuur niet op de terreinen van de jachthaven te fiet sen en geen reclame in de jachthuizen aan te brengen. Het bestuur zou best een duizend gulden met dergelijke reclames kunnen verdienen, maar ’t wenscht de jachthaven, die er net jes uitziet, liever niet door reclame te ont sieren. Mr. Mulder merkt op dat er een kano vereniging opgericht zal worden. Is ’t ook mogelijk dat die menschen tegen een be paalde vergoeding in de Jachthaven opge nomen kunnen worden? Het bestuur antwoordt dat die menschen zich daarvoor tot het bestuur kunnen wen den, dat deze kwestie dan wel nader zal onderzoeken. In een schrijven vraagt de heer Hofstra of ’t mogelijk is om de aandeelhouders op de benzine uit de pomp aan de Jachthaven een reductie te geven van 5 cent per 10 L. De penningmeester zegt dat de prijs door de Maatschappij wordt bepaald, terwijl uit de winst de kosten voor water en telefoon worden bestreden. Het bestuur wil wel probeeren in dezen voor de aandeelhouders op te komen, mits de benzine contant betaald wordt. De heer D. Oppenhuizen wijst op slechte ingang naar de Jachthaven, en zou graag willen dat bijv, de gemeente de in gang van de Oudvaart wat royaler maakte, wat straks misschien, na de afbraak van de oude boerderij daar, wel kan gebeuren. De goed bezochte vergadering wordt hierna gesloten. wagens werden voor de concentratie in weste- lijke richting gebruikt; zie daar het grootbedrijf, i en 800.000 spoorwegarbeiders verzorgden dit i vervoer en hadden het geheele apparaat kunnen 1 stil leggen als zij zich bewust geweest waren dat toevallig aan de andere zijde van een grens j wonende arbeiders hun vijanden niet zijn. En als op 17 Augustus de opmarsch der 1 Duitschers begint, moet de theorie van de eerste - stoot opgaan in België; inderdaad hebben de I Belgen gepoogd de Duitschers op te houden, maar de bondgenooten kwamen niet en de Duit- schers, tegen wie zij streden, bleken maar vre- desgarnizoenen, die de Belgen wegveegden voor de opmarsch van het eigenlijke Duitsche oorlogs- leger. Maar gesteld de Belgen hadden een leger gehad dat de stoot had opgevangen? Later in September bleek dat voor een slag als aan de Marne ’n terrein noodig was ter grootte van ’n klein land, welnu, als dus de bondgenooten tijdig geweest waren, was de groote ontmoetingsslag niet aan de Marne maar in België geleverd en was er niets van dat land overgebleven. Dan ontstaat het Westfront van 700 K.M., waar 4 jaar lang 40.000 man dag in dag uit zullen sterven of verminkt worden. De mannen die in 1914 in chauvinistische geestdrift te velde waren getrokken, leefden daar in een sfeer die niemand nog in een boek heeft durven vertel len; zij leefden in het enkele oerinstinct tot zelf behoud, de schijn van moraal viel van de mensch af, hij is een wild beest geworden, die leeft naar zijn instincten. Zedelijke nood bij de mannen aan het front, bij de vrouwen in het achterland. Maar nu ging het in de oorlogvoerende landen ontbreken aan grondstoffen en toen kwamen de kapitalisten op neutraal gebied bijeen en leverden elkaar grondstoffen om de oorlog nog wat voort te zetten. Paus en de tweede Inter nationale mogen pogingen tot vredesbemiddeling doen, de kapitalisten zetten de oorlog door. Dit te weten is al voldoende om ons te doen uit roepen: Gij krijgt ons nooit meer voor de oor log; de vrouw dient zich voor de man te stel len, die wil optrekken en hem toe te roepen: „je bent een lafaard als je gaat, een held als je weigert.” Naarmate blijkt dat het front niet door te bre ken is wordt de normale welvaart-industrie in het achterland omgezet in oorlogsindustrie, de industrie wordt nu dt' hoofdvijand en men zint op middelen om eikaars industrieën te vernie tigen en hand in hand met de gasoorlog komt de uitbreiding van de luchtoorlog tegen het ach terland, de burgerbevolking wordt betrokken in de oorlog. De grootindustriëelen krijgen al meer en meer macht; deze concerns leiden in wezen de oorlog; dat wat de militairen vroeger tracht ten te behouden, wordt nu het eerste doel van vernietiging, de oorlog verplaatst zich van het front naar het achterland en het gevaar is aan het einde van de wereldoorlog grooter in het achterland dan aan ’t front. Dan houdt die oor log plotseling op. De krijgskunde leert echter dat de laatste fase van de laatste oorlog is een beeld van de eerste fase van de volgende. De volgende oorlog zal er dus een zijn, die in een kort tempo zal worden beslist door de poging eikaars industrie te vernietigen en de burger bevolking te terroriseeren. Spr. beschrijft dan de eerste chloorgas-aan- val der Duitschers op 22 April 1915 aan het IJserfront, waar 40.000 man het leven lieten. Als de Franschen dan gassen weten te produceeren in granaten en bommen, is in een tooverslag de chemische industrie oorlogsbedrijf geworden, en gaat een stroom goud naar die bedrijven. Dan de tanks; de eerste 7 Engelschè tanks, elk met 3 man bemand, maken 3000 slachtoffers; dat is het gerationaliseerde grootbedrijf. Tel kens ziet men dit verband tusschen militairisme en kapitalisme. Een gevecht van bepaald for maat, dat onder Napoleon aan vuurvoorbereiding f 20.000 kostte, kostte in de laatste fase van de wereldoorlog 240 millioen. De Engelsche lucht vloot begon de oorlog met 272 vliegtuigen; in Januari 1917 heeft zij 5496 vliegtuigen; in Jan. 1918 11091 vliegtuigen en 21000 reserve-moto ren en op het eind van de oorlog, trots de ver liezen, 22171 vliegtuigen en ruim 32000 reserve motoren. En laat /men ons dan nog wat wijs maken omtrent de eerste stoot! Als men deze industrialisatie ziet zegt men: de oorlog is niet meer uiterste middel van de staatkunde, doch erger dan de kwaal. De arbei dersbeweging moet het massa-apparaaat zijn welke die oorlog verhindert. Nadat spr. een kort doch gevoelvol woord had gewijd aan Karl Marx en Jenny van Westfalen, het echtpaar dat zijn leven in dienst van het proletariaat had gesteld, en de aanwezigen staan de hebben geluisterd naar de zanghulde van het koor, vervolgt spr zijn rede, om in hoofd zaak nog één punt ff behandelen, nl. de ont wikkelingsfase van het militairisme nu en de positie van de bourgeoisie tegenover het ont- wapenings-vraagstuk. Logisch is het dat de kleine neutrale staten van Noord-West-Europa, minder bezeten door oorlogspsychose dan de oorlogvoerenden, het eerst de lessen uit de oorlog ter harte nemen en f 50280.77 Het verslag van den Penningmeester wordt goedgekeurd. N. V. Sneeker Jachthaven. Donderdagavond hield de N. V. Sneeker Jachthaven hare jaarvergadering in de bo venzaal van het café „Onder de Linden”. Het bestuurslid S. J. Olij is wegens onge steldheid afwezig. De commissie, bestaande uit de heeren Stoffer en Doodkorte, rapporteert bij monde van eerstgenoemde dat alle bescheiden in orde zijn bevonden, en adviseert den pen ningmeester te déchargeeren. De penningmeester, de heer Ferwerda, noemt hierna de volgende cijfers: Ontvang sten f5663.30; uitgaven f5818.52; nadeelig saldo 1932 f 155.22; afschrijvingen totaal f 2550.—. Balans per 31 December Activa. Gebouwen 1 tot 14 19 27 51 59 63 Terrein en water (oud) Terrein en water (nieuw Aandeelen-portefeuille Verlies en winst saldo Voor het jaar 1933 worden in de contröle- commissie benoemd de heeren S. Zeijl en Mr. K. (H. Mulder. Periodiek aftredend zijn de heeren J. Volkers, S. J. Olij en M. Oppenhuizen, die allen worden herkozen. De volgende obligaties worden uitgeloot: Leening 1921 de nos. 3, 8, 26, 69. Leening 1924 de nos. 92, 31, 67, 46, 47, 37. f Leening 1926 de nos. 23, 12, 46, 37. Leening 1931 de nos. 15, 11, 2. De heer D. Oppenhuizen zegt dat Oudvaart, aandringt. Het bestuur zal met deze opmerking reke ning houden. De heer Brouwer wil de aandacht van de autoriteiten vestigen op ’t feit dat meer malen te veel schepen in de Oudvaart lig gen, waardoor de doorvaart belemmerd wordt. De Voorzitter antwoordt dat de politie al geregeld toezicht houdt, maar ze zal nader naar deze zaak informeeren. De Penningmeester zegt dat ’t bestuur in de laatste jaren steeds huurverlagingen gekeerd heeft. Staatspensi on peering. De afd. Sneek van de Bpnd v. Stiaats- pensio>nneering hield Donderdagavond hare jaarvergadering in de voorzaal van „Amicitia”, die zeer druk bezocht was. De voorzitter .heet de aanwezigen welkom en spreekt daarbij een kern achtig woord. Door de buitengewone tijdsomstan digheden komt de drang naar Staats pensioen steeds meer naar voren. Ve len die voor eenige jaren nog in goe den doen verkeerden, hebben het wa ter thans tot de lippen en zien geen uitkomst meer. Nog steeds zijn 60.000 ouden van dagen, die toch ook hunne werkkracht aan <Je maatschappij hebben gegeven, zonder eenig pensioen of renteen geheel aan liefdadigheid overgeleverd, en dat in een tijd dat cumulatie van groote pensioenen nog steeds wordt besten digd. Onze tegenstanders trachten steeds de politiek er bij te halen, doch de B. v. S. houdt zich geheel afzijdig van politiek of religie. Zij edscht slechts opheffing Oud en Arml Notulen en Jaarverslag worden door de secretaris gelezen en goedgekeurd. Bij monde van de heer Haagsma wordt rapport uitgebracht over het fi- nantieel beheer. De penningmeester werd decharge verleend onder dankzegging voor zijn accuraat beheer. Niettegenstaande het ledental, hoofd zakelijk wegens werkloosheid, eenigs- zins is teruggeloopen, heeft de penning meester zijn Tekening over 1932 nog kunnen afsluiten met een batig saldo van f 61.66. De heer Groeneveld, aan de beurt van aftreding werd met groote meer derheid van stemmen als bestuurslid" herkozen en liet zich de benoeming welgevallen. De afdeeling verklaart zich voor een krachtige propaganda voor de verkie zingen, het parool moet ?ijn, stemt al- NIEUWE SNEEKER COURANT t IÉ ff ff ff ff ff ff ff.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1933 | | pagina 1