49e Jaargang
Uitgave KIE ZE BRISK Co.
Ifo. 57 Eerste Blad
der Gemeente Sneek
Officieel Orgaan
Dit No. bestaat uit 4 Bladen.
De Grijze Schim
Zaterdag 15 April 1933
NIEUWSTIJDINGEN.
Regelprlja 9 cent. Abonnementen belangrijke korting
Alle AdvertentlBn worden in belde bladen opgenomen.
door
HERMAN LANDON.
2.
V r ij d a g s te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega,
Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum.
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad
en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneexer Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid:
D i n s d a g s te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.),
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen
burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd
Controle op de oplaag toegestaan.
schitterend. Vooral de laatste acte is
heel sterk, zooals u zoo dadelijk zult
De crisis zou niet zoo hevig zijn als ze niet
gekomen was over een wereld, ontwricht door
de oorlog. Niet straffeloos gaan volken 4 jaar
met geweld om, dan is het geloof aan het ge
weld gekweekt, dat niet zoo spoedig is uitge-
van overschotten; van 1924 tot 1930 bleven er
354 millioen aan overschotten in de schatkist.
De s.-d. hebben toen de goede raad gegeven
in de vette jaren het crisisfonds te vormen om
te voorkomen dat in magere jaren allerlei nut
tige uitgaven direct moesten stopgezet. Maar
dat geschiedde eerst in het laatste jaar; de heer
De Geer verlaagde te voren niet de belastingen
op de armen, dus de indirecte, maar wel de be
lasting op de rijken, een aantal directe belastin
gen werden verminderd, de indirecte bleven zoo
als Colijn ze had gemaakt. En toen de crisis
kwam werden niet de verlaagde directe belas
tingen weer verhoogd, neen, nieuwe indirecte
heffingen ingevoerd en eerst daarna kwamen de
verhoogingen van eenige directe belastingen.
Was het billijk of niet dat de s.-d. zeiden: aan
deze politiek doen wij niet mee. Daartegenover
hebben wij ons uitgewerkt financieel program
gezet, dat zoowel bezuiniging beoogde als be-
lastingverhooging, nl. van de directe, die naar
de draagkracht Wij wilden aan geleden ver
liezen in alle opzichten tegemoet komen, doch
meenden dat de groote vermogens, al zijn ze
zwaar getroffen, toch in d'e eerste plaats geroe
pen waren in deze zware tijden ons volk voor
inzinking te behoeden. Maar voor alles wilden
wij bezuiniging en niet op nuttige uitgaven, maar
op het militairisme. Wij hebben gezegd: zoolang
gij 90 millioen voor leger en vloot uitgeeft, waar
van het grootste reel van het volk beseft dat
het weggegooid geld is, gelooft het Nederland-
sche volk niet dat er financieele nood is en moet
gij zeker van ons onderwijs en sociale wet
geving afblijven. In 1932 hebben wij gevraagd
nationale ontwapening, maar men wilde niet;
wel schond men de geestelijke en zedelijke be
langen van ons volk door op onderwijs en so
ciale wetgeving te bezuinigen, doch op defensie
deed men het niet.
Voorts zeiden wij: Nu ten behoeve van het
crisisfonds een heffing van de vermogens ineens.
Dat is inderdaad een nadeel voor het economisch
leven, doch men moet niet alleen naar het kapi
taal zien, als het om het volksvermogen gaat.
Het nationaal vermogen van ons volk bestaat
ook uit gezondheid en geestelijk en zedelijk
weerstandsvermogen. De regeering wilde het
materieele vermogen niet aantasten. Welnu dan
blijft zij ook af van dat zedelijk-geestelijk ver
mogen. Want de ervaring leert dat spoedig na
de crisis een geldelijk verlies ingehaald is, maar
de geestelijke en zedelijke verliezen blijven druk
ken. Door beknibbeling op tuberculosebestrijding
liden, waarvan dat niet noodig was. Dat is niet
te herstellen, evenmin als een tekort aan onder
wijs bij een heel geslacht van kinderen, die
je niet goed?”
„Ja, ik mankeer niets vader,” ant
woordde het meisje. „Hoe vindt u het
stuk.”
Zij hoorde zijn antwoord niet meer.
Haar oogen waren even afgedwaald
van het tooneel en gleden langs de
achterste rijen stoelen en daar had een
zonderling gelaat haar aandacht getrok
ken. Het was een frappant gelaat, hoe
wel Helen het niet schoon had kunnen
noemen. Er was iets in de trotsche hou
ding van de kin, dat haar niet beviel.
De gelaatstrekken waren regelmatig,
maar koud en de gewelfde lippen en
rechte wenkbrauwen deden haar den
ken aan een portret van Velasquez. De
vrouw zat een weinig afgezonderd van
de rest van het publiek, daar de plaat
sen om haar heen onbezet waren geble
ven. Het licht van een rood schemer
lampje, achter haar aan den muur tpo-
verde duizenden flonkeringen pp de
juweelen in haar kapsel.
Maar niet dat gelaat had de aandacht
getrokken van Helen Hardwick; meer
de zonderlinge gefascineerde blik, waar
mee die vrouw zat te staren naar Vin
cent Starr. Zij volgde al zijn bewegin
gen met haar oogen, zooals een kat de
bewegingen volgt van een muis. Zoo nu
en dan boog zij zich een weinig naar
voren en dan speelde een vreemd glim
lachje om haar lippen als vermaakte zijl
zich met haar eigen gedachten. Helen,
die de vqouw eenigen tijd aandachtig
gadesloeg ging zich afvragen of het de
acteur was of de man zelf, die zoo de
volle aandacht van die vrouw had ge
trokken.
Het kostte haar eenige moeite haar
oogen van de vrouw af te wenden en
haar aandacht weer te schenken aan
de gebeurtenissen op het tooneel. En
weer geraakte zij in bewondering voor
Starr’s spel. Vaag voelde zij evenwel,
dat zich daar voor haar oogen iets af
speelde, dat niet normaal kon zijn. Starr
wat
Meer hoorde Helen nietzij had om
gekeken en zag een geheimzinnig glim
lachje spelen om de lippen van de
I
trachtte Helen een verklaring te vinden
voor dat glimlachje. Na een oogenblik
van aarzeling haalde de dame een zil
veren potlood uit haar handtaschje en
schreef daarmee iets op een blaadje dat
zij' uit haar programmaboekje had ge
scheurd. Zij wenkte daarna een be
diende, overhandigde hem het briefje
en knikte in de richting yan Helen. De
bediende verwijderde zich en trad een
oogenblik later Helen’s loge binnen,
maakte een diepe buiging voor Starr
en zei:
„Een dame verzocht mjj u dit te bren-
naar binnen. De man had een rood
opgewonden gelaat en zag er moe uit,
alsof hij al zijn kracht gelegd had in de
rol, welke hij zooeven had gespeeld. In
die vermoeide oogen kwam evenwel een
Delangstellend licht, toen Helen hem
maar Vincent Starr had ze aan- voorstelde aan haar vader. Het eerste
dat aan Vincent Starr opviel waren
zjjn lichte fletse oogen, die in lijnrechte
tegenspraak waren met zijn levendige
gebaren en opgewonden mlanier van
spreken. En wanneer men in die oogen
keek voelde men zich onwillekeurig on
der den invloed komen van dien man,
terwijl men onbewuist alle mogelijke
moeite deed zich aan dien invloed te
zien. De aarde, reeds vroeger gul, is tienmaal
guller geworden, dank zij de wetenschap, en te
midden van die rijkdom wordt er armoede en
ellende geleden. En duizenden hebben leeren in
zien dat er iets verkeerd is, dat het particulier
initiatief, hoe nuttige rol het ook gespeeld heeft,
de groote productiemiddelen niet meer beheer-
schen kan.
Er moet een organisatie van (het economische
leven mogelijk zijn, opdat we van alles gebruik
kunnen maken en niet dui renden behoeven te
sterven van ellende te mie. den van overvloed.
Duizenden ook in de kapitalistische kringen heb
ben leeren zien, dat de socialistische ordening
der productie moet komen en tienduizenden ar
beiders hebben dat leeren inzien en dat is voor
de R.-K., A.-R. en. C.-H. partijen het ergste, om
dat deze slechts macht hebben door hun arbei
dtere de liberalen hebben al geen arbeiders
meer achter zich en worden straks verdeeld over
Verbond tot Nat. Herstel en Colijn. Bij verlies
van hun arbeiders zien bovengenoemde partijen
de socialistische overwinning nabij. Bovendien
heerscht er groote ontevredenheid over de maat
regelen dter regeering op het platteland, waar de
pachters hun lasten niet verlicht zagen en in de
steden, waar de angst heerscht voor verlaging
der steunuitkeering, die juist, hoe langer de cri
sis duurt, eer verhoogd moet, omdat het laatste
bezit in het werklooze gezin is verdwenen.
Wanneer de financieele toestand' nog slechter
wordt, zal een der eerste daden der regeering
zijn de salarissen van haar personeel en de steun
uitkeering der werkloozen te verlagen l
Er kan veel meer gedaan worden aan uit
voering van nuttige werken ter bestrijding der
werkloosheid, doch de regeering doet het niet
om de loonen omlaag te krijgen. In de bouw
vakken zou de werkloosheid niet zoo groot zijn
als de regeering niet haa, steun onthield aan
trouwplannen om de arbeidtere te dwingen met
loonsverlaging genoegen te nemen.
Evenwicht tusschen uitgaven en ontvangsten
in de staat moet er zijn, ook bij de vorige crisis,
toen de heer Colijn aan financiën zat, hebben wij
daarvoor gestreden, omdat wij een staats
bankroet noch inflatie willen, die in het bijzon
der de arbeiders zwaar zouden treffen.
De uitgaven kunnen verminderd of de ont
vangsten vermeerderd. Nu wordt de heer Colijn
geprezen om wat hij in 1923 deed. Hij bezuinigde
echter toen ten koste van onderwijs en sociale
wetgeving en hij verhoogde niet de belastingen
naar draagkracht, maar uitsluitend die, welke
op de armen het zwaarst drukken: de accijnzen, sterven er menschen of komen er blijvend inva
de invoerrechten e. d., hij liet de belasting op de
rijken onveranderd. Toen kwam in 1926 de heer
De Geer, die geen last had van tekorten doch
In het eerst meende zij in verzet te
moeten komen tegen de vrijheden die
de man zich met haar tooneelspel had
gepermiteerd, maar dan gingen al haar
gedachten en al haar bewondering weer
uit naar de prachtige figuulr, die
Starr van Marius had gemaakt. Marius
was een levende persoonlijkheid ge
weest in haar gedachten, toen zijl het
tooneelstuk schreef, maar niet zooi le
vendig, niet zoo werkelijk als zij hem
nu op het tooneel van het Thelma
theater aanschouwde. Zij boog zich een
weinig naar voren én sloeg den man
aandachtig gade. Het was, alsof een
wezen dat alleen maar in haar fantasie
had bestaan, plotseling in vleesch en
bloed gematerialiseerd was.
Het was een beetje angstaanjagend.
Gebaren, die zij wel had gevoeld, maar
niet 'zop sterk, dat zij' ze op papier
had kunnen brengen, wenden door dien
man 'gemaakt met een vlotte geste, die
wonderlijk was. Het scheen alsof de
acteur 'bij het instudeeren van zijn rol
gebruik had kunnen maken van de half
uitgewerkte 'gedachten van de schrijf
ster zelf.
Onwillekeurig stak het meisje haar
hand uit en legde die op de hand van
haar vader. Mr. Hardwick, beheerder
van het Cosmopolitan Museum scheen
zijn gedachten te moeten losrukken van
ieds anders, voordat hij al zijn aandacht
aan zijn dpchter kon schenken.
„Maar kindl” fluisterde hjj dan een
beetje angstig, „wat ben je koud? Ben
„U heeft mijn dochter een groote
eer aangedaan,” mppipelde M,r. Hard
wick.
„In het geheel niet/’ antwoordde
Starr glimlachend, maar Helen meende
te zien, dat die glimlach niet verder
ging dan zijn lippen. „Ik heb een heel
groote verplichting jegens uw dochter,
schade wordt nimmer ingehaald.
De regeering is benauwd voor het geldelijk
welzijn, wij voor het lichamelijk, zedelijk en
geestelijk welzijn van het volk. En als wij moe
ten kiezen, kiezen wij tegen het geld, de regee
ring er voor, en dat laatste heeft groote onte
vredenheid onder het volk gewekt.
Waarom zijn de burgerlijke partijen bevreesd
voor de verkiezingen? Staatsrechtelijk zijn zij
niet verantwoordelijk voor de daden van dit
extra parlementair kabinet, maar in waarheid
zijn ze het wel* het zijn hun mannen die het
kabinet vormen, en zij hebben het steeds ge
steund, ook de liberalen, en al die partijen vrees
den het vonnis der kiezers. Sedert 1922 zijn al
die partijen op de terugweg: procentsgewijs ook
dü R.-K.; de [C.-H. en A.-R. en liberalen, de
laatste twee zelfs absoluut. Peze partijen waren
bezig weg te zakken, vandaar de angst voor de
verkiezingen. Toen kwam een gebeurtenis hun
te hulp: de Zeven Provinciën. Zeiden is er zulk
een opwinding gewekt en misbruik gemaakt van
dit voorval. Het is voorgesteld alsof een greep
naar de macht werd gedaan door het Indische
volk, alsof we op z’n minst voor de burgeroorlog
stonden, waarvan niets waards. Er is daar geen
sprake geweest van revolutie. De matrozen heb
ben onmiddellijk zelfs tot enkele minuten voor
de bom viel, gezegd dat zij geen enkele daad
van revolutie bedoelden, doch enkel protesteer
den door deze demonstratie tegen de salaris
verlaging, waaromtrent zij door een telegram in
de waan waren gebracht dat deze verlaging niet
doorging. De jeugdige Inlandsche matrozen aan
boord der Zeven Provinciën waren niet politiek
geschoold, wat de schuld is der Nederlanders,
omdat Nederland geen vrijheid toestaat aan de
Indische bevolking, doch haar slechts laat ge
hoorzamen. Ongetwijfeld hebben die matrozen
een verkeerde manier van protest gekozen,
maar de gewaarschuwde commandant ging met
26 officieren feestvieren aan wal, toen ging het
personeel er van door. Slachtoffers van het
verkeerde beleid waren ze, eerst door de ver
keerde regeeringsmededeeling, dan door het ver
keerde optreden van het commando, en deze
Rede ir. Albarda v©or de S. D. A. P.
Woensdagavond trad in de Harmonie voor de
S. D. A. P. op ir. Albarda. Als de partijleider
de zaal betreedt wordt hij begroet met de So-
cialistenmarsch, welke Morgenrood, dat op het
podium verzameld is, aanheft en meegezongen
wordt door het overtalrijke publiek, er zijn on
geveer 800 menschen.
Morgenrood zong daarna nog 3 liederen, waar
na de leider der S. D. A. P. aan het woord was.
Ir. Albarda zegt dat men bij deze verkie
zingen tot gewichtiger beslissingen wordt ge
roepen dan ooit te voren en spr. heeft overal
ervaren dat de arbeidersklasse dit beseft, getuige
iet vergaderingbezoek. De groote economische
crisis, in 1929 in N.-Amerika begonnen, heeft
elk land aangegi^pen en teistert ook ons on
barmhartig, het is de zwaarste crisis in het ka
pitalistische tijdperk ooit over de menschheid
gekomen. Deze crisis luwt niet, dat is het erg
ste; nu doen zich in Amerika enkele gunstige
teekenen voor door de maatregelen door presi
dent Roosevelt genomen, doch Europa reageert
er niet op, het heeft de hoop verloren. Het aan
tal geregistreerde werkloozen is volgens de Vol
kenbond 30.000.000, in Nederland zijn over de
360.000 werkloozen. Onze industrie produceert
veel meer dan in Nederland kan afgezet, land
en tuinbouw evenzeer, en in het buitenland is
de koopkracht verminderd en zijn tolmuren op
gericht, invoerverboden en contingenteeringen
afgekondigd, alle maatregelen welke de ellende
vermeerderen, zooals men algemeen te Genève
erkent. Tientallen millioenen moeten hier besteed
aan werkloozensteun en steun aan landbouw; de
uitgaven van de staat stijgen en zijn inkomsten
dalen. Schier onoplosbare problemen dreigen
hier; daarbij komt de toestand in het Oosten,
de oorlog tusschen Japan en China; ook al zou
den wij onmenschelijk genoeg zijn ons daarvan
niets aan te trekken, men begrijpt dat die oor
log gemakkelijk naar Europa kan overslaan, ter
wijl wij als naaste buren van Japan in Indië en
leveranciers van de petroleum voor zijn vloot in
het bijzonder bedreigd worden. Daarbij komt
roeid, en politieke en zedelijke ontaarding mee
brengt.
En wat de oorlog niet deed, deed de vrede
van Versailles, het was de voortzetting van den
oorlog door de geallieerden tegen de Centralen
met andere middelen. Dat alles leidde tot op
leving van het nationalisme, tot de razernij van
het fascisme. In Italië en Duitschland heerscht
het al, Oostenrijk staat aan de rand er van.
Hitler heeft het Duitsche volk nieuw grondge
bied in het Oosten beloofd, grondgebied dus
ten koste van Rusland en Polen; dat deed hij
al 10 jaar lang, terwijl hij weet dat dit niet kan
zonder Frankrijk te verslaan, zoodat hij de aan
valsoorlog tegen Frankrijk predikt. De andere
mogendheden voelen dat gevaar en om het te
voorkomen is het mogelijk, dat ze de eerste slag
willen toebrengen en de oorlog snel ontketenen.
En in zulke ernstige omstandigheden, ernsti
ger dan ooit, heeft de regeering de Kamer ont
bonden; de staatkundige geschiedenis van Ne
derland sedert 1814 kent geen enkel feit dat in
lichtzinnigheid, roekeloosheid en domheid even
aart deze daad van het kabinet Ruijsch, dat zelfs
al had het voortreffelijk geregeerd, daarom alleen
verdiende naar huis gestuurd te worden. En de
aanleiding van de ontbinding was slechts een
geschilletje; niet over de gewenschtheid om op
de kosten van de rechtspraak te bezuinigen,
maar over de wijze waarop deze bezuiniging kon
verkregen. Bij ontbinding wordt ’t geschil voor
gelegd aan de kiezers en dus zullen deze moeten
beslissen over de vraag of bepaalde rechtbanken
moeten opgeheven I Een vraag waarover geen
mensch zich druk maakt. De regeering beweert
dat de uitspraak van de Kamer echter is één
over het geheele bezuinigingsplan der regeering,
dat over 100 millioen liep, dat de Kamer echter
voor 90 al had aanvaard; dit geschil liep maar
over f500.000. Deze bewering is dus evident
onjuist. En dat wordt ook bewezen door het feit
dat de heer De Geer, de man van het bezuini
gingsplan, als Kamercandidaat op dezelfde lijst
staat met de c.-h. Kamerleden, die tegen dit
deel der bezuiniging stemden. De reden der ont
binding is een andere, de regeering wilde ver
vroegde verkiezingen; zij zag de verkiezingen
van Juni evenals de burgerlijke partijen met
angst tegemoet. Er is nl. wat veranderd in Ne
derland gedurende de crisis, nl. in het denken
van vele mannen en vrouwen, die geleerd door
de feiten, nu weten hoe het in deze maatschap-
nog de" politieke ontwikkeling in Centraal Europa, pij gaat, een maatschappij, rijk toegerust met
productiemiddelen en vervoermiddelen, met de
pakhuizen vol grondstoffen, met arbeidskracht
in overvloed beschikbaar, zoodat alle voorwaar
den voor welvaart en overvloed aanwezig zijn
en in alle behoeften der menschheid kan voor-
gen, mijnheer.”
Starr mompelde iets tot Helen en
haar yader en vouwde het briefje open.
Zijn 'donker, glaid geschoren gelaat
sprak vlan verveling en het scheen dat
de man zich ergerde aan de vrijpos
tigheid van de dame, die hem dat
briefje had laten brengen. Maar nadat
hjji een enkelen blik geworpen had op
op het geschrevene, onderging zijn ge
laat een groote verandering. Een uit
drukking van vrees kwam in zijn oogen;
maar dat duurde maar zoo kort, dat
Helen naderhand niet met zekerheid
durfde zeggen, dat zij zich niet vergist
had. Hij kneep het briefje samen tot
een propje en keek op zijn horloge.
„Het is bijna tijd voor het laatste be
drijf mompelde hij. „Ik hoop u straks
nog even op te zoeken.”
Met die woorden verdween hij. He
len keek weer naar de vrouw, achter
in ide zaal. Op haar gelaat lag een uit
drukking van voldoening en triomph.
En dan gingen de lichten weer uit voor
de laatste acte. Het tooneel was geheel
in duisternis gehuld, evenals de geheele
zaal en het eenige licht in het groote
geibouw was dat van een soort kamp
vuur in een hoiek van het tooneel en
de roode lampjes boven de nooduitgan
gen. Marius stond midden op het too
neel en heel zacht klonk een sombere
muziek. De machten van het kwaad on
dernamen voor de laatste maal een
stormaanval op Marius.
Helen voelde, dat zij beefde van op
winding en kon daarvoor geen andere
verklaring vilden dan de uitdrukking
van vrees, di^ zij gezien had in de oogen
van Starr. Zij keek nog eens naar de
achterste rijen, maar het was daar nu
zoo donker, dat zij van de vrouw zelf
niets meer kon zien. Het eenige dat
haar oog trof, was het gloeien van de
juweelen in haar kapsel.
had zich te zeer in zijn rol ingeleefd. Al
die kleine bijzonderheden dat staren
bijvoorbeeld naar zijn vingertoppen als
hij' over iets nadacht al die dingen
had Helen wel in haar gedachten ge
zien, maar niet op papier kunnen bren
gen.
gevoeld en in zijn rol verwerkt.
Plotseling voelde zij een schok door
haar lichaam gaan. Een enkele blik om
zich heen vertelde haar dat zij en die
dame, achter in de zaal, blijkbaar de
eenigen waren, die iets ongewoons had
den gezien. Weer vlogen haïar oogen
naar het tooneel en toen werd de duis
ternis van haar vage gedachten ver
scheurd door een helderen lichtstraal, ontworstelen,
die haar alles duidelijk maakte. Vlug
boog zij z'ich voorover 'naar haar vader
en fluisterde hem toe:
„Kijkyaderkijk dan
Zij hield haar woorden even in en
ging weer achterover in haar stoel zit
ten. Het doek was gevallen op het eer
ste bedrijf en daarmee scheen ook een
eind gekomen te zijn aan haar illusie. Mr. Hardwick. Haar tooneelspel is zoo
Mr. Hardwick, die zich in die omge
ving niet erg op zijn gemak scheen
te voelen, zette zijn lorgnet op zijn zien. U moet me straks' eensi zeggen
neus en keek zijn dochter bezorgd aan.
„Mijn hemel, kindl Wat heib .je
toch?”
„Niets, vader. Ik dacht er niet aan,
dat u het toch niet zouidt begrijpen.” dame op de achterste rij. Tevergeefs
Zij streek met haar hand langs haar
Voorhopfd. „Vindt u het hier niet be
nauwd
„Ik ben bang, dat het een beetje te
opwindend voor je is,” meende haar
vader, die al blij was een aannemelijke
verklaring te hebben gevonden voor
het zonderlinge gedrag van zijn doch
ter. „Dat had je moeder ook altijd. Als
zij zich had opgewonden over het een
of ander, zei zij altijd dingen waar ik
geen touw aan vast kon knoopen en....”
De gordijnen van de loge werden op-
zyl geschoven en Vincent Starr trad
I
5
J
3
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT (76e Jaargang)
Het Doorzitten bij Wielrijdan
en een door de Zon Verbrande
Huid, verzacht en geneest men met
PUROL
Dooms JO-60 90 o. Tabs *0 cv Apoch. «a Drooowo
I