Io. 15 Eerste Blad Uitgave KIEZEBBffiK Co. Officieel Orgaan der Gemeente Sneek ROODE STER ROODESTER^ geeft minstens i Woensdag 22 November 1988 50e Jaargang Dit No. bestaat uit 3 bladen. i NIEMEIJER’S I van het hoogste rookgenot voor slechts 13 cent! 10 UUR I I Alle Advertentlën worden in beide bladen opgenomen* Hegeiprljs 9 cent. Abonnementen belangrijke korting INGEZONDEN MEDEDEELING. NIEUWSTIJDINGEN. v Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd Controle op de oplaag toegestaan. De strijd, zooals die gevoerd wordt, is den met stemmen overheersching, maar met de geest. Een wedstrijd moest van de geboden en rijkdom van het evan gelie het meest toonde in eigen, leven en uitdroeg in de gemeenschap. Maar zoo gaat het niet; het gaat door machtsoverheer- sching, met middelen die het doel niet hei ligen en zoo dat bij velen een afkeer komt van een kerk, die zoo onheilige strijd voert. Wat houdt dat velen op een afstand en de verantwoordelijkheid is groot voor hen die zoo’n strijd bestendigen. Bij de verdrukte minderheid komt de wil zich af te scheiden en het lidmaatschap op te zeggen. de Kerk stelt. Nu is er wel eens misbruik gemaakt van de „geest en hoofdzaak”-vrij- heid; aan beide kanten gebeuren wel eens rare dingen; er zitten zoowel links als rechts paljassen, maar de hemel beware ons om op grond dier rariteiten een re-organisatie te moeten beginnen. Er is een onverdedigbare tweeslachtigheid in de houding der rechtzinnigen tegenover de vrijzinnigen. Een eisch van billijkheid is dat men voldoet aan de rechten der vrijzin nigen, die volkomen reglementair tot de kerk zijn toegetreden. Het is het volle recht der orthodoxie de grondslag zoo te wijzigen, dat er voor vrijzinnigen geen plaats meer is, maar zoolang die wenschen van de con- fessioneelen nog niet in vervulling zijn ge gaan, heeft de orthodoxie zich te gedragen naar de reglementen der Kerk, waartoe zij is toegetreden. Ieder die in de Kerk treedt weet dat deze is ingericht op samenwonen van richtingen. Hoe zou de orthodoxie het anders goed kunnen krijgen dat vrijzinnige lidmaten toetraden? Prof. Haitjema zegt dat de strijd met de vrijzinnigen onverzoen lijk moet voortgezet, maar wonderlijk is het, dat deze professor de candidaten moet exa- mineeren en door hun toelating zoo telkens meewerkt dat er vrijzinnige predikanten in de kerk komen. En dan is het toch een eisch van billijkheid en fatsoen om de vrijzinnigen daar billijk te behandelen. Men haalt iemand de voordeur niet in om hém direct de ach terdeur uit te gooien. De orthodoxie moet telkens weer sanctio- neeren de vrijzinnige prediking in de kerk en als dit haar geweten 'hindert, moet zij de consekwentie trekken en buiten de kerk gaan, die ruimte laat voor verschillende richtingen en moet zij zoeken naar een eigen sectekerk. In dat opzicht trokken de dolee- renden de consekwentie in 1886, toen zij zelfstandig uit de kerk gingen en zich in een kerk organiseerden, die aan hun ideaal beantwoordde. De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f 2.50, naar buiten fr. per post f 3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid: V r ij d a g s te Hommerts, Jutrijp, Tims, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega, Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum. alle karakter en wijding ontbreekt, is de taak van de voorganger heel moeilijk, daar weten de groepen vrijzinnigen van mee te spreken, die de kerk verlieten. Men mag zich wel tweemaal bedenken eer men de band met de kerk verbreekt. Maar hier in Sneek behoeft men dat heelemaal niet, men is nog bevoorrecht, omdat men een eigen predikant heeft, een die de Ned. Herv. Kerk tot sieraad is, met groote gaven van hoofd en hart, hij verkondigt het evangelie, onderwijst uw kinderen, bezoekt uw zieken. Wat hebt gij hier nog veel; als gij dat be denkt, mag de gedachte de Kerk te verlaten geen oogenblik plaats worden gegeven. Voelt gij niet, dat als gij bedankt, de positie van uw predikant onhoudbaar wordt, uw uit treden is een niet bedoeld congé aan uw dominee! En wat zou men dan toch gaan doen? De Ver. v. Vrijzinnig Hervormden de hoofdelijke omslag afdragen, een voorganger nemen enz.? Maar dan blijft gij toch ontzaglijk veel verliezen. De Ver. v. Vrijz. Hervormden kan niet meer bestaan als haar leden bedanken voor de kerk. Wie uit de kerk treedt, hand haaft het vrijzinnig beginsel in die kerk niet en dat wil de Ver. v. Vrijz. Herv. Hij die uittreedt, verloochent dat beginsel. Gij zoudt dus een nieuwe vereeniging stichten die het godsdienstig leven zou verzorgen, doch het zou gaan als zoo vaak elders, nl. naar een kwijnend bestaan. M’n laatste woord is: Blijf in de kerk, blijf in de kerk, vooral nu aan de orde wordt ge steld het reorganisatierapport van Kerkop bouw, dat ten doel heeft de minderheden in kerkelijk verband te brengen en te houden en als huisgemeente in het kerkelijk verband in te schakelen en maatregelen te nemen, die ernstig rekening houden met de belangen dier minderheden. Spr. beveelt dit rapport warm ter studie aan; het is een verblijdende poging om in de strijd der richtingen te brengen dat hooger geestelijk niveau, dat ons verlossen moet van alle lage middelen die men thans wel te baat neemt. Blijf in de kerk en geef uw geestdrift, liefde en geloof. Schaar u achter hem, uw leider niet alleen in dagen van strijd maar bovenal in zijn eigenlijke kerkelijk werk, als hij u geeft het allerbeste wat hij u te geven heeft. Laat de orthodoxie onder de indruk komen van uw liefde, trouw en offervaar digheid voor de kerk en uw ernst, opdat zij Wat staat ons nu te doen? Spr. kan zich de ontstemming en bitterheid onder de vrij zinnigen hier begrijpen; er zijn dingen ge beurd, die de toets der redelijkheid niet kun nen doorstaan. Daar is het ontslag van een, zelfs ook door orthodoxen gewaardeerde kracht, als de vrijz. hulppredikante. Haar ongevraagd ontslag is een der strijdmidde len, welke niet op geestelijk plan liggen, doch machtsoverheersching bewijzen. Dan het ontslag van vrijzinnigen uit de colleges van bestuur en beheer. Begrijpelijk is de ontstemming daardoor gewekt, vooral als men ziet dat in gemeenten met vrijzinnige meerderheid recht wordt gedaan aan de orthodoxe minderheid. Neem Leeuwarden, Zwolle, Deventer, Zutfen, waar de ortho doxie predikantsplaatsen zijn afgestaan en iedere predikant een paar ouderlingen en diakenen in de colleges heeft. Een ideaal kerkelijk samenleven is het in Leeuwarden met 7 predikanten van alle richtingen, die allen hun ouderlingen en diakenen hebben. Er is daar samenwerking en een bloeiend kerkelijk leven, omdat men elkaar het ker kelijk leven mogelijk maakt en er een meer derheid is, die alle richtingen recht doet we dervaren. DAèr hoort men de rechtzinnigen niet roepen, dat het er verkeerd gaat. En zie nu eens daar waar de orthodoxie de meerderheid heeft. In Groningen is een groote vrijzinnige minderheid, die met sterke liefde aan de kerk verbonden, haar offers brengt en bovendien haar zware offers voor het eigen godsdienstig leven. En de kerke- raad weigert daar zelfs de medewerking voor ’t doopen in de eigen gemeente! Spr. (vroeger te Groningen) is viermaal met zijn lidmaten naar Zuidlaren moeten trekken om hen aangenomen te krijgen. Stel nu dat kerkelijk leven in Groningen en Leeuwarden tegenover elkaar en het is niet zoo moeilijk voor een orthodoxe toe te geven dat het kerkelijk samenleven in plaat sen waar de vrijzinnigen de meerderheid hebben beter en rechtvaardiger is dan in gemeenten, waar de meerderheid ortho dox is. Waarom dan nog langer te blijven in de kerk? Is het niet verstandiger zich zelf standig te organiseeren? Wil dan in de eerste plaats bedenken dat het een diep ernstige zaak is te bedanken voor de kerk, omdat die geen gewone ver eeniging is, de band met de kerk is heilig en teer. Wij hebben zelf de kerk niet ge zocht, maar de ouders en afkomst hebben onze richting bepaald voor onze eigen keuze viel en ons aan de kerk gebonden. Het is een geestelijke band, die geen kan doorsnij den, zonder er berouw van te krijgen. Onze voorouders hebben deze kerk gebouwd, onze jeugdherinneringen liggen er, zij kan ook voor ons zijn de beschermster van ons gees telijk goed. Wat men wint weegt nooit op tegen wat men prijs geeft, nl. de mogelijke aanraking met het volk in z’n verschillende geledingen. Onze kerk is volkskerk, allen die niet tot een andere kerk behooren, wor den gerékend tot onze kerk te behooren, zoo is ze ruim als het evangelie zelf. Er ligt nog een groot achterland te bewerken en de kans op Jiet contact daarmee geeft men prijs als men de kerk loslaat, evenals de kans der wederzijdsche beïnvloeding. Wij kunnen de orthodoxie, zij kan ons niet missen; het zou naar beide zijden een verlies en geeste lijke schade beteekenen. Het samenwonen in de kerk kan ons bewaren voor eenzijdigheid. Een vrijz. sekte dreigt iets ,van de rijkdom van het geestelijk leven in te boeten, doordat ze niet gecorrigeerd wordt door menschen, die de andere zijde der waarheid in het mid delpunt zetten. Bij ons wordt de nadruk wel wat veel gelegd op het volgen van Jezus, bij de orthodoxie op het geloof i n Jezus. Het is noodig dat wij elkaar corrigeeren en aanvullen, onze richting kan licht leiden tot een werkheiligheid en practisch zedelijk leven, dat de aanraking met de geestelijke bronnen waaruit ze gevoed moeten verliest, de andere zijde kan licht verloopen in een eenzijdig dogmatisch formalisme. Wij hebben de trouw en offervaardigheid van onze orthodoxe broeders en zusters na te volgen en zij hebben van ons te leeren, dat het niet voor alles aankomt op de leer, maar op het leven. Bij uittreden geeft men ook prijs dat oude gewijde gebouw, waar de sfeer stich ting mogelijk maakt, waar alles gericht is onze harten op te voeren. In gebouwen waar Ver. v. Vrijz. Hervormden. Gisteravond hield deze ver. een openbare vergadering in de Harmonie, waar ds. H. N. IJsbrandij van Grouw, voorzitter der ver. v. Vrijz. Hervormden in Friesland sprak over: Wat staat ons Vrijzinnig Hervormden thans te doen? De V o o r z. de heer F. W. C. de Haas, zegt dat deze vergadering uitgeschreven is naar aanleiding van wat er in de laatste tijd gebeurd is nl. het geheel rechts samenstellen van kiescollege en college van notabelen en het ongevraagd eervol ontslag, verleend aan da. Elink Schuurman. Bij de aftreding voor de kerkeraad zal ook deze allicht geheel uit rechtzinnigen worden samengesteld en daar om hebben we te overwegen wat pns te doen staat. Ds. IJsbrandij zal daarom een inlei ding geven en daarna zal er gelegenheeid zijn vragen te stellen om ten slotte tot een conclusie te komen. Ds. IJ s b r a n d ij zegt dat deze vergade ring, gezien tegen de achtergrond der groote wereldgebeurtenissen, bedroeft en be- schaamtErnstiger dan ooit is de dreiging van een oorlog, die voor onze beschaving wel eens het einde beteekenen kon. Als wij denken aan de 300.000 werkloozen*voor wie aan ’s levens disch geen plaats is, aan de moreele gevolgen daarvan, wanneer we zien de economische misère, waarvoor mensche- lijke wijsheid blijkbaar geen oplossing weet, wanneer we dat alles bedenken, kunnen wij zeggen dat wij ons bevinden als op een zinkend schip, met geen andere keus dan pompen of verdrinken. En de mensch pompt en strijdt dus voor z’n leven en daarom is het begrijpelijk, dat men bij dergelijke toe standen meer en meer tot het inzicht komt, dat partijzucht niet meer de toon mag aan geven, alle muurtjes dienen op zij gezet en samenwerking, éénheid gezocht dient, omdat partijschap in deze tijd als weelde dient be schouwd. De stoffelijke nood van de wereld gaat gepaard met een zeer ernstige geestelijke noods ja deze *s eerder oorzaak dan het gevolg, alles laat zich verklaren uit een geestelijke crisis, en deze crisis is dus een oordeel over deze wereld, waarin de mensth zich losmaakte van God en de eeuwige nor men. Hier ligt een reuzetaak voor de Chr. Kerk, ernstiger dan ooit is in deze tijd het beroep dat op de christenheid wordt ge daan, dat het zout der aarde, het licht der wereld moet zijn. Het evangelie van Jezus Christus komt met de belofte dat wij zijn door Gods genade Zijn kinderen, voorwer pen van Zijn eeuwig welbehagen, dat ons voert boven het vergankelijke en ons heft in de sfeer van het koninkrijk Gods, waar wij naar ons diepste wezen thuis zijn. Dat evangelie heeft ook een boodschap voor de wereld in ’t groot, voor de samenleving, die het onder het licht van Gods liefde stelt, maar het eischt dan ook liefde en broeder schap in persoonlijk en maatschappelijk leven. Wat liggen daar voor de kerk nu groote kansen in deze wereld, om heen te wijzen naar Hem, Die deze wereld en ons louteren, vernieuwen en heiligen kan. Er is toch wel geestelijke honger onder de men schen, daar sluimert in het menschenhart toch altijd wel de behoefte naar God en de eeuwige dingen van Zijn rijk. Daarom is het zoo bedroevend dat wij moeten bijeenkomen voor een onderwerp als ons thans bezig houdt. Daaruit blijkt toch dat de kerk die kansen al zeer slecht gebruikt. Spr. wil al lereerst iets zeggen over de strijd der rich tingen in de Ned. Herv. Kerk, die het ker kelijk leven bederft en voor velen de kerk tot een aanfluiting maakt. Spr. zal drie vragen behandelen: lo. Waar gaaf het om in deze strijd; 2o. Met welke middelen wordt die strijd gevoerd; 3o. Is er een oplossing uit die moeilijkheden? Het gaat bij deze strijd om een beginsel. Spr. wil probeeren de orthodoxie te verstaan en zich in te denken in haar denkwijze en houding, ’t Is bij velen onzer rechtzinnige broeders en zusters een niet anders kunnen. En bij de besten onder hen hebben wij geen reden tot twijfelen daaraan en wij moeten ons aan beide zijden bepalen tot de besten, er is bij beide richtingen kaf onder het koren en we laten de uitwassen onbesproken en willen de zaak principieel stellen. Waar gaat het dan om? Men zegt ons wel: „Het gaat voor of tegen de Christus” of dat het gaat „om een belijdende kerk”. De goede trouw der orthodoxie alle recht doende zou spr. toch willen zeggen: indien het inder daad om het voor of tegen de Christus ging, dan zouden wij wel weten waar onze plaats moest zijn, dan koos spr. onvoorwaardelijk voor Christus. Maar die leus is door en door onwaar. En is de orthodoxie verantwoord, dat ze de eenvoudigen opzweept met dit geweldige dilemma, durft de orthodoxie vol houden, dat de prediking der vrijzinnigen tegen Christus is gericht? Beseft de ortho doxie de beleedigende ernst van die beschul diging wel? Zij, de orthodoxie, zou, ware dit waar, veel scherpere maatregelen moeten nemen om de anti-christ uit de kerk te ban nen en dan zou de orthodoxie in staat van beschuldiging moeten gesteld omdat ze tien tallen jaren de vrijzinnige prediking heeft gedoogd. Dan heeft ze het reglement van opzicht en tucht te handhaven, doch bijna nergens grijpt ze naar dit reglement en leer- tuchtprocessen mislukken altijd. Daaruit blijkt wel, dat die leus misleidend is. Anders had de orthodoxie het recht de vrijzinnige predikers door de procedure van het regle ment uit de kerk te bannen. Die leus is een beleediging voor anders denkende broeders en zusters, wier overtui ging hun even heilig is als de orthodoxie de hare. Al is onze prediking van Christus an ders dan die der orthodoxie, wij willen van Hem uitgaan, en hebben Hem in het mid delpunt. En welke richting heeft de eenige ware Christus? Is deze figuur niet zoo rijk en oneindig verscheiden, 'dat al waren er nog meer richtingen, allen één zijde konden verkondigen om zoo met elkander zijn volle heerlijkheid uit te beelden? Ook wij getuigen van Hem, zooals Hij zich ons laat zien en wat wij prediken is aan Hem verbonden en gaat van Hem uit. Is het de orthodoxie wel bekend dat er de laatste jaren wel eenige verandering is gekomen bij de vrijzinnigen inzake de Chrisfus-prediking? ’t Oude ratio nalisme moge-van Christus niet veel meer overgelaten hebben dan de brave timmer manszoon van Nazareth, de jongeren, met dieper zondebesef, hebben deze figuur weer anders voor ons gesteld en de verlossende macht der zonde in Hem gezien. De leuze voor of tegen de Christus is misleidend, een ernstig Christen onwaardig. De orthodoxie wil een belijdende kerk. Dat willen ook wij; wij zien in de kerk de ge loofsgemeenschap, die een grondslag en be lijdenis heeft. Wij willen geen kerk van „elk wat wils”. Wie kerk zegt, zegt begrenzing. Dat inzicht dringt ook in vrijzinnige kring steeds meer door. Wij begeeren niet de on gebondenheid van onbeperkte vrijheid; in een kerk behoort orde te zijn en tucht, maar dat zegt niet dat wij instemmen met het confessionalisme, dat wij in 1933 gebonden zijn aan een belijdenis, drie eeuwen geleden opgesteld, die een taal spreekt welke wij niet verstaan, die vragen behandelt al lang ver ouderd, en onbesproken laat vragen, die juist nu van groot belang zijn. Als die be lijdenis steeds in contact was gebleven met het cultuurleven van elke tijd, ware het mis schien anders, nu meenen wij er ons tegen te moeten verzetten. Er zijn trouwens in onze kerk maar heel weinigen, die de drie formulieren van A tot Z onderschrijven en waar ligt nu de grens van wat wel en niet gehandhaafd moet worden? Ook in de orthodoxie leven vragen over de belijdenis en ook als de vrijzinnigen uit de kerk waren was de eenheid nog niet gevonden. Zelfs de Chr. Geref. en Gerefor meerden hebben op hun tijd hun leertucht- processen. Laat men niet meenen dat als de vrijzinnigen uit de kerk zijn, het dan pais en vree is, want dan beginnen de broeders tegen elkaar op te bieden in rechtzinnig heid. Men mag blij zijn dat we er nog zijn, de ruzie komt als >we er niet meer zijn! Een levende kerk moet haar geloof belijden, maar wijd alsl het evangelie zelf dient di'e belijdenis dan te zijn, anders wordt het ka rakter van volkskerk van de N.-H. kerk be dreigd. Wil men van haar een sektekerk ma ken, of zullen wij het protestantsche deel van ons volk trachten samen te brengen in de „groote kerk” op de grondslag van een belijdenis, waarin ieder het zijne zoeken en vinden mag? Principieel is onze kerk nog een volkskerk. Men wordt tot deze kerk aan genomen en er wordt belijdenis van geloof gevraagd en wanneer een mensch in een heilig uur als voor Gods aangezicht belijdt te gelooven in God, den Vader, den Almach tige, Schepper des hemels en der aarde, en in Jezus Christus, Zijnen eeniggeboren Zoon, onzen Heer, en in den Heiligen Geest, dan is hij rechtens lid der Herv. Kerk en heeft ingestemd met de voorwaarden door haar zelf gesteld voor de toetreding. De aanstaande predikant moet verklaren het evangelie van Jezus Christus te zullen prediken. Dat zijn de belangrijkste voorwaarden die Rekent U dat eens om per uur. En dan per pijp! Vraagt Uzelf dan eens af, of er voor U nog de minste reden bestaat om niet op Roode Sier over te gaan. U weet dat Roode Ster HOLLAND'S POPULAIRSTE MERK is, koopt nu eens zoo'n pakje en U weet ook waarom. Wal Niemeijer's Roode Ster aan smaak en geur biedt voor slechts 13 cent, dat iS zelfs voor een rooker van een veel duurder merk een openbaring! 4 onwaarachtig, hij moest niet gevoerd wor- 'g> het zijn wie NIEUWE SNEEKER COURANT annex SNEEKER COURANT (77e Jaargang) Met bons voor Niemeijer's be kende kwali- t e i t*-cadeaux. F I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1933 | | pagina 1