Officieel Orgaan der Gemeente Sneek annex SNEEKER COURANT (77e Jaargang) Sa. 32 Eerste Blad Wave KIEZEBRUtK Co. Zaterdag 20 Januari 1934 SOe Jaargang Dit No. bestaat uit 3 bladen. NIEUWSTIJDINGEN. f: j Alle Advertentlën worden in belde bladen opgenomen. Regelprljs 9 cent. Abonnementen belangrijke korting BIOSCOOPNIEUWS. ,x - 4 ft D i n s d a g s te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemeium, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd Controle op de oplaag toegestaan. Aanwezig en te bevragen bij de navol gende ingezetenen, onderstaande voorwer pen, als gevonden aangegeven op 17 en 18 Januari 1934: parapluie, Van Elselo, Oos- terdijk; paar handschoenen, T. Mulder, 2e Oosterkade 30; paar gymnastiekschoenen, J. Beetsma, Leeuwarderkade 4; vulpen, Wed. Huisman, Looxmagracht 2; glacé handschoen, P. Meijer, Kerkgracht 10; beursje, H. Nijhuis, Galigastraat 9. Bij de reciteerwedstrjjd te Nijland be haalde de le prijs en de publieksprijs onze stadgenoot F. de Vlas met „It Geitsje”. De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe SneeKer Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid: V r ij d a g s te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega, Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Qaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum. De Snitser Stüdzjeklub is al een symp- toom van dit streven. De organisatie van de i Friesche studenten bestaat, in die beweging I zien wij zeer sterk, dat het werk anders wordt aangepakt. Dit getuigt van een spe- cifieke opvatting. Deze beweging moet ge- j noemd en gevraagd mag: Moeten wij een afwijzende houding aannemen? Men zou zeggen: ja. Maar toch moet men de zaak wat anders zien. Mogen de jongeren niet jong zijn en hun werk volgens eigen opvat ting doen? Wij willen kalm en bedaard de menschen van Friesland aanpraten, dat ze wat voor Friesland moeten zijn. Dat willen de jongeren ook maar op hun manier. Daar door schrikken de menschen wakker. En dan wordt de vraag gesteld: Gaat het zoo goed of verkeerd en komt er critiek en dus be langstelling. Dit is een voorbeeld van een specifieke groep met een specifieke werkmethode. Zoo moesten alle Friesche jonge mannen in eigen vorm naar eigen methode te werk gaan om het Friesche volk wakker te roepen. Zou dat kunnen? Zouden de Friesche jongeren eens gezind kunnen optreden voor dit doel? Over al ontwaken de jongeren. Wel zijn er veel gevaren o. a. grootsch- heid en eigenwijsheid. Wij willen geen na tionaal fascisme, ook geen Friesch fascisme. Als ’t waar is dat men ’t nationalisme alleen met het nationalisme kan keeren, dan is het tijd, dat de Friesche jongeren zich schrap zetten om alle vreemde invloeden te weren. Wij willen geen eigen staat, maar willen een nationalisme, dat liefde voor het volk heeft. Dat zal kunnen in deze tijd. Nu is er wel een zware crisis, met werkloosheid en moedeloosheid en opstandigheid, maar een Friesch ideaal zal het geneesmiddel tegen deze ,zware kwalen zijn. Dat de jongeren zich nog eens er voor zetten om het Friesche volk de oogen te openen. De jeugd wil niet langer geleid door de ouderen, doch door jongeren voorgelicht worden. En dan zullen de nu afzijdigen zich willen laten trekken. De ouderen worden hoe langer hoe vrees- achtiger, omdat zij geleerd hebben dat het ideaal niet altijd bereikt wordt. De jongeren zullen, bezield door een groote toewijding, de strijd voor het ideaal met kracht aan vatten. Door het werk der jongeren wijzen de teekens goed: wij mogen voor Friesland wel hoop hebben. Mr. J. v. d. Schaaf sprak over: „It Frysk Amptlike tael”. Dit vraagstuk is, zoo ving spr. aan, niet van heden of gister. Het Nederlandsche rijk heeft altijd voeling met Friesland en de Friesche bevolking ge had. De kwestie is altijd slapend geweest. Maar bij toeneming van invloed kwam hoe langer hoe meer de yraag of Friesch offi cieel mocht worden 'gebruikt naar voren. Vroeger was er geen kwestie. Toen spraken Friesche mannen Friesch recht over Friesche zaken. tZoo was het een 2000, 1000 en 500 jaar geleden. Nu is-het Friesch verdwenen uit de ambtelijke taal. Er is geen contact meer en het recht heeft geen grond meer in het volk. In Friesland is dat te wijten aan het feit, dat het Friesch geen ambtelijke taal meer is. En toch is het van belang, dat het Friesch gebruikt wordt in de rechtzaal. Spr. geeft een paar voorbeelden van rechtzittingen in Heerenveen, waar de president geen Friesch verstond, en waardoor de getuigen niet in eigen woorden hun getuigenis konden geven. Zoodoende is er geen contact tusschen het volk en de rechters en bestaat de kans op onrecht. Sinds deze feiten voorvielen is de Leer plichtwet gekomen, doch elke Fries kan zich nog niet goed in ’t Nederlandsch uitdrukken. In dit verband is de beslissing van den kan tonrechter van Harlingen van belang. In Limburg wordt Limburgsch gesproken, in Zwolle 'Overijselsch; de rechter spant zich soms in om het verschil in uitdrukking zoo dicht mogelijk nabij te komen. De praktijk vraagt dat de locale kleur in de taal wordt aangenomen, hoewel het Friesch geen locale maar een nationale zaak is. Men kan zich indenken, dat er zijn die vragen of deze zaak van zooveel belang is, dat de heele boel daardoor over de kop moet gehaald. Dan kan geantwoord, dat men in het recht het beste moet geven. Daarom is noodig alle zorg daaraan te geven; de rechtsoefening moet zoo dicht mogelijk aan het volk aansluiten. Het is een staatsbelang dat er verandering komt. 30 jaar geleden schreef het Hbl al: In Ne derland Nederlandsch, dat wil zeggen: Hol- landsch. Een cultuurbelang is het ’t Friesch plaats te geven in de rechtzaal. 400 jaar is bet geleden dat het Friesch in de ambtelijke taal gebruikt werd. Met voorbeelden illus treert spr. de stelling, dat het Hollandsch in de rechtspraak positief schade doet. Er is ook een psychologische factor: Een taal die niet gebruikt mag, krijgt het gevoel van minderwaardigheid. De taai moet op gebouwd en de regeneratieve kracht aan gewend. De cultureele waarde van het Friesch beseft de regeering, wat blijkt uit de stichting van het professoraat in Gronin gen. De druk op de taal weg te nemen is het zwaarste werk voor het nationalisme. Om 1900 wordt de zaak van het Friesch gezien als een zaak van wenschelijkheid. Dat wordt anders als de Friesche beweging zich er voor spant. Spr. geeft dan een reeks voorbeelden, om te doen zien hoe er ge werkt is en hoeveel tegenkanting men heeft gehad om het Friesch in de vertegenwoor digende lichamen in deze provincie ingang te doen vinden. Van de Fransche revolutie is de leus af komstig: In Nederland Nederlandsch. Het is het dogma van de eene ondeelbare staat, welke geen andere taal duldt. Daarom wordt een andere taal onderdrukt. Het Frie sche volk is geen minderheid in Nederland. Het is daarmee samengegroeid. Maar het recht om Friesch te spreken is gelijk aan de rechten van de minderheden, die door de Volkenbond worden beschermd. In de Friesche taal zit kracht, gelijk uit de vertaling van het Nieuwe Testament en de Psalmen blijkt. Wat wordt gevraagd van een taal? ’t Antwoord luidt: Om daar in juiste en scherpe uiteenzettingen te kun nen geven. Dat kan in 't Friesch, al zal de overzetting van de thans gebruikt worden de rechtstermen, niet gemakkelijk gaan. Kan het Friesch in de rechtspraak tot realiteit worden gebracht? Het Nederland sche recht spreekt er niet van. Aan de Frie sche taal is’ niet gedacht. In Friesland is het de gewoonte hen, die zich moeilijk in het Hollandsch kunnen uiten, het gebruik van de Friesche taal toe te staan. Die gewoonte moet blijven bestaan. De rechter zou dat kunnen bevorderen. Het is daarom van be lang, dat de rechters Friesch kunnen spre ken, vooral in kinderzaken. Dat zou de uit breiding van het Friesch ten goede komen. Moeten de thans geldende wetten in het Friesche Onderwijsraad. In het Gebouw voor Chr. Belangen kwam gisteravond een aantal belangstellenden bijeen, om in de tweede samenkomst van bovengenoemde Onderwijsraad te luisteren naar wat de heer U. van Houten van St. Anna Parochie zou zeggen over „Fryslêns Jongfeinten” en de heer Mr. J. v. d. Schaaf van Beetgumermolen over: „It Frysk Amptlike tael”. De heer O. Santema van Sneek, open de met gebed en een kort openingswoord, waarin hij sprekers en luisteraars welkom heette. Daarna ving de heer U. van Houten zijn rede aan. Het is geen mode meer, dat een spreker met een breede beschouwing tot zijn onderwerp komt. Hij moet direct bij het begin een zin zeggen, die de hoorders pakt. Toch kan spr. aan deze eisch niet vol doen. Hij is plotseling ingevallen en heeft zijn onderwerp niet zoo kunnen bestudeeren als wel noodig was. Toch heeft hij niet dur ven weigeren. Het onderwerp is wat vreemd, maar er valt wel iets over te zeggen, al moet de wetenschappelijke beschouwing, waartoe de oorspronkelijke inleider, drs. W. Kok, on getwijfeld zou zijn gekomen, nu achterwege blijven en men het woord van een eenvou dig burger zal moeten aanhooren. De eerste vraag van het programma: „Wat Friesland voor zijn jonge mannen be- teekent”, mag niet worden voorbij gegaan. Wel loopen er velen, die geen belangstelling voor deze vraag hebben, die naar het woord van Folkertsma loopen in de rook van siga retten en alles weten als ze een glas bier op hebben. Vóór dezulken is Friesland geen ideaal, geen ideëel goed, geen roeping. Er zijn ook anderen, die misschien wat liefde voor Friesland, zijn natuur en taal hebben. Maar hun liefde is aan de senti- menteele kant, zij is geen deel van hun leven; zij mogen er eens een goed woord voor over hebben en wel eens het Friesch Volkslied zingen, maar zij willen geen or ganisatie en in geen geval arbeid voor Friesland; het blijft bij pruften. Voor beide groepen beteekent Friesland niets. Voor degenen, die geen andere belang stelling hebben dan voor sport of zoo iets, en voor dezulken, die we! Idealen, maar geen arbeidskracht hebben, mag de vraag gesteld worden: Doen zulken ook schade aan de Friesche beweging? Voor de eerste groep mag dit zeker bevestigend worden beantwoord; Bonga zeide op de vergade ring van het Kristiik Frysk Selskip dat deze soort dood hout is en dus geen schade kan doen. De tweede groep moet voor Friesland gewonnen worden. Er is nog een derde categorie, die Fries land als een ideaal ziet en het Friesche volk als een volk met eigen beginselen. Zij willen strijden voor een gezonder Friesland, en voorzoover zij christelijk georiënteerd zijn, voor een heiliger en christelijker Friesland. Zij hebben liefde voor de taal en willen meewerken deze op te heffen en te brengen, waar ze zoo lang verdrongen is. Zulke jon gelui moeten er meer komen en dat kan, als de Friesche beweging doorzet. Er zijn teekenen, die moed geven. In de Selskippen, die op de nationale grondslag staan, komen hoe langer hoe meer jonge mannen en Vrouwen, die van alles willen probeeren, om de actie door te zetten. Er groeit een jeugd, die studie wil maken van alles wat Friesland aangaat en dit is ver blijdend. Als de jongeren klaar staan om het werk der ouderen over te nemen, is dat dan vol doende? Neen! Dat antwoord is geen ver wijt aan de jongeren. De Geref. Jong.-Ver. waren een aantal jaren in Friesland geheel zgn. Hollandsch. Maar dat is op heel wat plaatsen veranderd. De eigen taal heeft rechten en daarvoor komt de jeugd op. Deze teekenen zijn verheugend. Ook op meetings van die vereenigingen zijn al heel wat Frie sche sprekers opgetreden. Zoo zijn er meer feiten. Voor zulke dingen mogen we dankbaar zijn. Ze werken op het volk in, zoodat dit gedurig meer in de Frie sche gedachtengang geraakt. Toch is dit alles niet voldoende, hoe be langrijk het ook is. Naast dit oude, goede wer« moet gevonden worden een eigen or ganisatie en eigen vorm en methode. Niet dat er behoefte aan nieuwe veree nigingen bestaat. Organisaties zijn er ge noeg. Toch rijst de vraag of de jeugd met dit oude volstaan kan en er niet een nieuwe organisatie moet komen. Friesch worden overgezet? Het gevaar is niet denkbeeldig, dat deze dan schaduw beelden van het Hollandsch recht zullen worden. Door het toepassen van deze wenschelijk- heden zal èn Friesland èn Nederland ge diend zijn. Naar aanleiding van beide redevoeringen werden enkele vragen gesteld, die door de sprekers werden beantwoord. De v o o r z. bracht sprekers en hoorders dank, en spoorde allen aan zich te organi- seeren in hun Friesche vereenigingen, waar na hij de vergadering met dankgebed sloot. Willem van Oranjefilm. Van Maandag tot en met Donderdag a.s. worden in de groote zaal van Amicitia vier filmavonden gegeven met een geheel natio naal programma. Daar gaat dan de eerste Nederlandsche nationale geluidsfilm: „Prins Willem van Oranje”, geheel gespeeld door Nederland sche kunstenaars. De Zwijger wordt ge speeld door Cor v. d. Lugt Melsert, Louise Kooiman speelt Julia'na van Stolberg, ter wijl Willy Haak de rol heeft van Louise de Coligny. De première voor Friesland van deze film heeft hier te Sneek plaats. Een woord van aanbeveling is, na al wat er over geschreven is, overbodig. De aandacht dient er echter op gevestigd, dat aan deze groote en grootsche film een geheel nationaal ge tint voorprogramma voorafgaat, wij ver wijzen daarvoor naar de advertentie, doch wijzen er nog op dat o. a. daarin gegeven wordt: de aankomst van de Pelikaan en de huldiging der bemanning. GEVONDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het bureau van politie, Martiniplein, en aldaar te bevragen op alle werkdagen tusschen ll'/2 en 12’/2 uur, de navolgende voorwerpen als gevonden ge deponeerd op 17 en 18 Jan. 1934: sleutel; boekje met zegels Chr. vacantiehuis; paar kinderwanten; twee heerenrijwielen; twee boeken. DeBioscoopbij deWaag heeft als hoofdnummer, een Duitsche avonturenfilm in zijn beste vorm. Brigitte Helm is er de avonturierster in en Gustav Gründgens is haar partner. De Tel. schrijft er van: De Duitschers maken in een film van dit genre graag ge bruik van vreemde entourage: vreemde lan den, vreemde steden. Hier heeft die voor keur wel bijzonder groote charmes opge leverd: in brillante buitenopnamen ziet men de wilde schoonheid van de Pyreneeën en prachtige stukken Spanje. Waar het verhaal tot rust komt, ligt de handeling in het ver rukkelijke Ronda met zijn bergen en zijn straten en zijn oude huizen; daar is het ook dat men het groote dansfeest meeleeft: een ideaal décor, waar een uitnemend gebruik van gemaakt wordt door den regisseur. Brigitte Helm’s rol mag gerekend worden tot de beste die zij speelde: een gave, rijpe figuur vol oprechtheid, leven en distinctie. Naast haar geeft Gründgens als steeds een sterke spanning en een groote virtuositeit. Wolfgang Liebeneiner is een sympathieke, ongekunstelde jongen, en twee voortreffe lijke types van Gülstorff en Tiedtke com- pleteeren het geheel. In het bijprogramma een pracht van een parodiefilm nl.: „De Stomme van Portici” met Szóke Szakalll ft NIEI SNEEKER COURANT DE ALLERBESTE ■■iisiiHi CHIEF WHIP DE BESTE KWALITEIT I EN DE BESTE - -- -» s -.tl»-- «r-.-T SIGARET VOOR 4S^-_ - i=H= - HÈ UW GEZONDHEID!

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1934 | | pagina 1