I
Woensdag 31 Januari 1934
50e Jaargang
Uitgave KIEZEBR1NK Co.
No. 35 Eerste Blad
Uit onze Raadzaal.
Dit No. bestaat uit 2 bladen.
1
4
NIEUWSTIJDINGEN.
i II
'I
K
HINDERWET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van SN EEK maken bekend:
dat ter secretarie ter inzage ligt een ver
zoek met bijlagen van
de firma F. J. VAN ELSELO EN ZONEN,
aldaar,
om vergunning tot uitbreiding van de
bakkerij in het gebouw aan de Oosterdijk,
no. 10, kadastraal bekend gemeente Sneek,
Sectie B, nos. 3593 en 3594, door bijplaat
sing van een deegkneedmachine, een aman-
delwrijfmachine en een kluts- en roerma-
chine, met ingebouwde motoren van resp.
l'/2, en »/io P.K.;
dat op Woensdag, de 14 Febr. 1934, des
middags te 12 uur, ten gemeentehuize al
daar gelegenheid zal worden gegeven om
tegen het verzoek bezwaren in te bren
gen en deze mondeling en schriftelijk toe re
lichten en dat zoowel de verzoekster, als zij
die bezwaren hebben in te brengen, gedu
rende drie dagen voor evengemeld tijdstip
ter secretarie, in de gewone bureau-uren,
van de ter zake ingekomen bescheiden ken
nis kunnen nemen.
De aandacht wordt er inzonderheid op
gevestigd, dat, volgens de heerschende op
vatting, slechts tot hooger beroep gerech
tigd zijn zij, die voor het Gemeentebestuur
of een of meer zijner leden zijn verschenen,
ten einde hunne bezwaren mondeling toe
te lichten.
SNEEK, den 31 Januari 1934.
Propaganda-Tooneelavond
I. O. G. T.
Zondagavond hield de Hulp District-
Loge „Sneek V” der I.O.G.T. een
goed' geslaagde propaganda-tooneel-
avond in de Harmonie.
Nadat de H. D. Tempelier, de heer
W. de Vries, de talrijke aanwezigen
het welkom had toegeroepen, ,en het
Geheelonth.koor „De Schakel” onder
leiding van den heer Klingmla van Bóls-
ward, een plaar goed uitgevoerde zang
nummers ten beste had gegeven, .wias
het woord aan mej. Arriëns van Velp,
hoofdbestuurslid der I.O.G.T., die een
rede hield over het onderwerp „Naar
betere tijden”. 1
Spreekster verheugde er zich over
dat zij’, nadat ze vandaag in Bolsward
een Jeugdclub van de I.O.G.T. mee
had opgericht, hier voor de Sneeker
Tempelieren het woord kan voeren.
Wel heeft ze zich echter afgevraagd
wat ze hier in Friesland, dat voor hen,
als bewoners van de Zuidelijke pro
vinciën, als de provincie van de ge
heelonthouding geldt, en in Sneek met
z’n groot aantal aangesloten geheel
onthouders, nog over geheelonthouding
moet spreken.
Toch is men mis, als men mleent,
dat in Friesland alleen maar geheel1
onthouders zijn, en daarom is ’t goed
een enkel woord' over geheelonthou
ding. en over de Tempelieren-organisa-
tie te spreken.
Velen meenen, dat zulks niet meer
noodig is, en gelukkig is ’t waar dat
men niet veel dronken menschen meer
langs de straat ziet zwaaien, een teekën
dat de geheelonthoudersgedachte meer
en meer invloed heeft en ingang bij
dé menschen vindt. Spr. weet ook wel,
dat de tijdsomstandigheden een aan
deel in het mindere drankgebruik heb
ben, maar als men weet dat volgens
de statistiek in ons land nog 48 mil
joen gulden per jaar aan accijns wordt
betaald, en 248 miljoen-gulden per jaar
taan drank wordt uitgegeven, js er
toch nog wel degelijk' reden om de
strijd voor geheelonthouding met meer
energie voort te zetten.
Naast die 248 miljoen gulden, kost
het alcoholisme echter nog heel -veel
meer aan geld, daar dat cijfer verhoogd
moet worden met de kosten die ge
maakt worden voor de slachtoffers van
de drank, o.a. zij' die ongelukken krij
gen tengevolge van verkeersongevallen,
die door alcohol verb ruik ontstaan, voor
de ontzetting van ouders uit de ouder
lijke macht over hunne kinderen enlz.
Maar er is toch nog iets dat heel
veel erger is, n.l. dé ellende die de
drank brengt in het leven van den
mensch -die aan alcohol verslaafd i,s,
die daardoor iets ingebotet heeft van
wat het leven hem gegeven heeft. Maar
ook het matige drinken heeft heel veel
op z’n verantwoording, en niet alleen
de nfiensch die drinkt lijdt -daar onder,
maar niet minder de vrouwen, en niet
minder de kinderen, die vaalk wegkrui
pen als vader thuis komt inplaats van
hem tegemoet te kómen, met hem te
spelen en vertrouwel'ijk met hem te
spreken.
Het alcoholisme is een kwaad dat in
vele vormen over de geheele wereld
verbeid is. In Frankrijk drinkt men
een perceel water met jachthuis, kadastraal bekend ge
meente Sneek, Sectie C, no. 1179, gelegen aan de Koop-
mansgracht, voor de som van vijfhonderd gulden (f 500.
en onder voorwaarde, dat de aanvaarding en betaling
van het gekochte zal geschieden bij de onderteekening der
koopakte;
II. in te trekken het bepaalde onder II van het raads
besluit van 26 Mei 1930, no. 7, goedgekeurd door de
Gedeputeerde Staten, den 11 Juni 1930, no. 12, 2e Afd.;
III. Burgemeester en Wethouders te machtigen de zes
jachthuizen aan de Koopmansgracht, kadastraal bekend
gemeente Sneek, Sectie C, nos. 774, 775, 1179 en 1264
onderhands te verhuren in dier voege, dat zij tezamen per
jaar ten minste f350.aan huur opbrengen.
Z. h. s. conform het voorstel van B. en W. besloten.
Punt IX. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
wijziging van de verordening tot regeling van het vervolg
onderwijs en van de regeling voor de bezoldiging van het
personeel van de cursus voor openbaar vervolgonderwijs
en tot het verleenen van eervol ontslag aan den heer O. ty.
Brouwer als onderwijzer bij het vervolgonderwijs wegens
opheffing van zijn betrekking. (Bijlage 5; dossierno. 1.
851.25.02 A).
Per adres verzoekt de heer G. N. Brouwer om een jaarlijksche
schadeloosstelling, in welke vorm dan ook.
Het voorstel vindt men in een vorig nr.
De raad neemt z. h. s. aan het voorstel tot het schrappen
van het handteekenen en de nieuwe regeling der bezoldiging.
Nu is aan de orde het ontslag van den heer Brouwer.
De heer P o t m a is van meening dat zooals dit advies luidt,
nl. de opheffing van het vak teekenen, dit niet de bedoeling is
geweest van den voorsteller noch van de voorstemmers. De
bedoeling is geweest het vervolgonderwijs op beperkte schaal
voort te zetten, wat wel geschiedt, doch de heer Brouwer wordt
gedupeerd. Spr. meent dat het vak teekenen ook voor deze
leerlingen zeer moeilijk gemist kan worden; in het winkelbedrijf,
de bakkerij, het timmeren enz. heeft men teekenen noodig, dit
vak is dus van zeer groote waarde. Spr. meent dat B. en W.
nog eens moeten overleggen met den heer .Brouwer of het
niet mogelijk is dat deze ook werkzaam blijft; dit lijkt hem
beter dan de heer Brouwer wachtgeld te verleenen.
De Voorz.: Het vak handteekenen is reeds opgeheven door
aanneming van het voorstel onder 1 en 2, de heer Brouwer
vraagt ook -geen handhaving van zijn vak, doch een schadeloos
stelling. In het voorstel van den heer Boeijenga was wel dege
lijk de opheffing van dit vak voorgenomen en de inspecteur
heeft dat ook goedgekeurd.
B. en W. stellen voor op het verzoek niet in te gaan. Zij
verwijzen naar hetgeen te dien aanzien is opgemerkt in het
voorstel tot opheffing van de cursus voor openbaar vervolg
onderwijs. In het kort voegt spr. daaraan, namens het college,
het volgende toe.
De ambtenaarsverordening onderscheidt hoofd- en bijbetrek
kingen. Aanvankelijk werd bij -opheffing, ook van bijbetrekkin
gen wachtgeld in uitzicht gesteld. Welbewust heeft de raad
daarin later wijziging gebracht in die zin, dat alleen bij op
heffing van bijbetrekkingen wachtgeld zou worden gegeven,
indien daaraan een belooning van ten minste f400.per jaar
was verbonden. De betrekking van onderwijzer bij het vervolg
onderwijs valt niet -onder de ambtenaarsverordening en geeft
dan ook geen recht op wachtgeld. Maar al vielen de betrek
kingen wel onder (ft verordening, ook dan nog zou geen recht
bestaan, omdat de jaarwedde van adressant minder dan f 400.
per jaar bedraagt, nl. f 144.
Indien de raad besluit in dit geval wel wachtgeld toe te
kennen, heeft de indertijd opzettelijk opgenomen bepaling in
de ambtenaarsverordening voor een belangrijk deel haar betee-
kenis verloren.
Wanneer adressant van oordeel is dat zijn belangen niet
behoorlijk zijn verzorgd, kan hij krachtens een bepaling der
Pensioenwet 1922, beroep bij de Kroon instellen.
De heer Van der Veen meent dat waar de heer Brouwer
18 jaar werkt bij dit onderwijs, en ondanks de meening van
B. en W., dat het niet aaègaat *deze heer zoo aan de dijk te
zetten; particulieren moeten nog een opzeggingstermijn in acht
nemen, en dat is zelfs hier niet geschied; de benoemde heeft
zijn leven ingericht ook in verband met deze belooning, die hij
in het winterhalfjaar genoot. Waar volgens de verordening het
handteekeAen tijdelijk wordt opgeheven, zou spr. den heer
Brouwer ook tijdelijk, nl. gedurende eenige jaren een grati
ficatie van f50 per jaar willen verleenen, om na 2 of 3 jaar
de zaak weer onder de oogen te zien en te overwegen of het
vervolgonderwijs niet weer uitgebreid kan worden.
De heer S ij t e m a vraagt zich af of hier wel van een bij
betrekking kan gesproken worden; de man heeft geen hoofd
betrekking, doen een particulier bedrijf. Hij kan dus ook geen
bijbetrekking hebben; dit stuk inkomen maakt deel van zijn
bestaan uit, in deze tijd mag men dat wel als een deel van zijn
hoofdbestaan beschouwen en in die zin zouden wij best kunnen
beredeneeren dat hij nog voor wachtgeld in aanmerking kon
komen.
De heer Blok zegt dat de betrekking nog niet opgeheven
is, doch het vair handteekenen is dat wel. Het komt spr. voor
dat waar het handteekenen echter voor deze jongelui van groot
belang is, het verstandig zou zijn als B. en iW. dit geheele voor
stel nog even onder de loupe namen en een poging deden ook
het teekenonderwijs intact te houden en wel, door te onder
handelen met den heer Brouwer, dat is in beider belang nl. van
leerling en leeraar.
De heer Zuiderbaan: B. en W. hebben bij de begroeting
voorgesteld, om deze sluitend te maken, dit vervolgonderwijs op
te heffen, de raad besloot echter tot een beperkte voortzetting.
Toen hebben B. en W. met de leiding en den inspecteur over
legd, waarbij het noodzakelijkste gehandhaafd is en het hand
teekenen vervallen. Nu is dat voorstel aangenomen, doch blijk
baar willen eenige heeren nu weer daarop terug komen. Toen
B. en W. voorstelden het geheele vervolgonderwijs op te hef
fen, was het ook de bedoeling geen wachtgeld te verleenen;
het zijn bijbetrekkingen, bijverdiensten ook voor den heer
Brouwer. Dit voorstel is schadelijk voor hem, dat wordt toe
gegeven, doch als men gratificaties gaat geven buiten de ver
ordening om, vreest spr., met alle respect voor de verdiensten
van den heer Brouwer, dat men een precedent schept, dat op
een zeer gevaarlijke weg voert.
De Voorz. is van meening dat als een schilder van beroep,
als leeraar f 144 per jaar verdient, men niet moet hopen, dat
dit zijn hoofdbetrekking is; dat heeft hij in zijn schildersvak en
als zoodanig zal de heer Brouwer zich ook uitgeven.
Wat het door den heer Blok opgemerkte betreft zegt spr.
dat de heer Boeijenga een ingekrompen vervolgonderwijs wilde
en blijkbaar stond daarbij ook voor het teekenen op te heffen,
want ook het hoofd heeft, vóór de zaak bij de begrooting aan
de orde kwam, bij de raadsleden aangedrongen op beperkte
instandhouding met opheffing van het vak teekenen. En nu dat
is geschied, is het logisch gevolg dat de betrokken leeraar
ontslag krijgt; als men nu een gratificatie gaat verleenen, baant
men een weg voor meerdere aanvragen, die dan ook met recht
zouden moeten worden ingewilligd. De raad heeft in de ambte
naarsverordening nu eenmaal vastgelegd wat als bijbetrekking te
VERGADERING van de RAAD der gemeente SNEEK op
MAANDAG 29 JANUARI 1934, ’s avonds 7% uur.
Voorzitter de heer P. j. de Hoop, burgemeester.
Secretaris de heer L. Rasterhoff, loco-secretaris.
Aanwezig 13 leden.
Afwezig de h.h. Maseland en Breeuwsma, die beide wegens
ongesteldheid verhinderd zijn de vergadering bij te wonen.
Punt 1. Notulen van de vergadering van 27 December
1933.
Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld.
Punt II. Ingekomen stukken:
a. Adres van Hendrik van der Werf, caféhouder te
Sneek, houdende verzoek te bevorderen:
le. dat door derf Burgemeester een soepeler uitvoering
van het „Dansbesluit” wordt gegeven;
2e. door den Burgemeester opnieuw muziekvergun-
ningen op Zondag worden gegeven;
3e. dat het sluitingsuur voor café’s uniform wordt be
paald. (1.758.3).
B. en W. stellen voor aan adressant te berichten, dat, wat
de punten le en 2e aangaat, de Raad onbevoegd is eenig be
sluit te nemen en dat, wat punt 3e betreft, deze zaak in onder
zoek is.
Z. h. s. conform besloten.
b. Verslagen omtrent de 3 bijzondere gesubsidieerde
scholen voor voorbereidend lager onderwijs over 1933.
(1.851.11 B).
Deze verslagen worden voor kennisgeving aangenomen.
Nog is ingekomen een adres van den heer G. N. Brouwer,
waarbij hij verzoekt bij zijn ontslag als leeraar aan het vervolg
onderwijs in eenigerlei vorm een schadeloosstelling te mogen
ontvangen.
Wordt behandeld bij punt 9.
Voorts zijn vragen ingekomen van den heer VanderVeen,
wien het bevreemdt dat zijn voorstel betreffende toeslag aan
kastrekkenden en werkloozen nog niet op deze agenda voor
komt. Hierover dient de raad zich toch uit te spreken. Vrager
verwacht dat dit nog in deze vergadering behandeld wordt.
Voorts verzoekt deze vrager te mogen vernemen wat de op
roep aan jeugdige werkloozen inzake de ontwikkelingscursussen
heeft opgeleverd.
Deze vragen komen na behandeling der agenda aan de orde.
Punt Ill. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een geneeskundige voor de armen
verzorging. (Bijlage 7; dossierno. 208).
De alfabetische aanbeveling luidt:
J. Dethmers.
H. Gerritsma.
Dr. J. W. v. d. Zijpp, allen arts te Sneek.
Benoemd wordt de heer H. Gerritsma met 7 st.; de heer J.
Dethmers had 6 st.
Punt IV. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een schoolarts. (Bijlage 8; dossier
no. 208).
Aanbevolen worden:
I. Dr. J. W. v. d. Zijpp,
2. H. Gerritsma.
Benoemd wordt de heer dr. J. W. v. d. Zijpp met 7 st.; de
heer J. Dethmers had 6 st.
Punt V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van de woning Molen de Hen no. 8 en een per
ceel weiland, deel uitmakende van het perceel kadastraal
bekend gemeente Sneek, Sectie D, no. 954, aan J. P. van
der Laan. (Bijlage 1; dossierno. X 07.351.32(58)).
Z. h. s. conform het voorstel van B. en W. besloten.
Punt VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
onderhandsche verhuring aan S. Bruinsma van de sathe
„Welgelegen” aan de Leeuwarderweg met bijbehoorende
landerijen. (Bijlage 2; dossierno. X 07.351.32(38)).
Z. h. s. conform het voorstel van B. en W. besloten.
Punt VII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot het verleenen van vermindering op de op 1 November
1933 verschenen termijn van de huur over 1933 van vóór
1 Januari 1932 verhuurde gemeente-landerijen. (Bijlage 3;
dossierno. X 07.351.32(13)).
Z. h. s. conform het voorstel van B. en W. besloten.
Punt VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot aankoop van een perceel water met jachthuis aan de
Koopmansgracht, kadastraal bekend gemeente Sneek,
Sectie C, no. 1179, eigen aan S. D. Posthumus te Amster
dam. (Bijlage 4; dossierno. X 07.351.11(50)).
B. en W. adviseeren:
In 1930 werden door de gemeente aangekocht, teneinde
in de toekomst bij de uitvoering van plannen tot veran
dering van de toestand ter plaatse de handen vrij te
hebben, drie perceelen water,met vijf jachthuizen aan de
Koopmansgracht, kadastraal bekend gemeente Sneek,
Sectie C, nos. 774, 775 en 1264. (Zie raadsbesluit d.d. 18
November 1929, no. 5 en bijlage raadsverslag 1929, no.
122).
Een vierde perceel, kadastraal bekend Sectie C, no.
1179, dat met de drie hiervóór genoemde één complex
vormt, kon toen nog niet worden overgenomen.
Thans doet zich de gelegenheid voor, om ook laatst
bedoeld perceel, waarvan nu eigenaar is de heer S. D.
Posthumus te Amsterdam, aan te koopen, zulks voor de
o. i. aannemelijke koopprijs van f 500.Wij meenen, dat
de gemeente deze gelegenheid om de eigendom te ver
krijgen, niet moet laten voorbijgaan.
Evenals de drie perceelen, waarover de gemeente nu
reeds beschikt, kan het thans aan te koopen perceel, zoo
lang de tijd voor uitvoering der meerbedoelde plannen
niet is aangebroken, als jachthuis worden verhuurd.
Rekening houdende met de algemeene daling der huur
prijzen, zouden wij thans de minimum-huur van het ge
heele complex willen stellen op het bedfag, dat voor de
vijf jachthuizen bij raadsbesluit van 26 Mei 1930, no. 7
(bijlage raadsverslag 1930, no. 47) is bepaald, nl. op
f 350.per jaar.
Wij stellen U voor te nemen het volgende besluit:
De Raad der gemeente Sneek;
Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 10 Januari 1934, no. X 07.351.11(50);
BESLUIT:
onder voorbehoud, voor zooveel noodig, van de goed
keuring der Gedeputeerde Statep:
I. aan te koopen van S. D. Posthumus te Amsterdam
beschouwen is. De. heer Brouwer kan recht op uitgesteld pen
sioen doen gelden en kan daarom in beroep gaan bij de Kroon.
De heer S ij t e m a meent dat de Voorz. de zaak omdraait
Spr. hoopt ook dat dit baantje niet de hoofdbetrekking van den
heer Brouwer is, doch alleen heeft hij er op gewezen dat dit
geen bijbetrekking is in de zin der verordening. Dat is wel een
beetje naar de letter gesproken, doch dat doen we bij dit punt
toch wat veel. De heer Potma heeft vermoedelijk bij punt 1
van het voorstel willen voorstellen het handteekenen niet op
te heffen. En wanneer de raad toch nog meent dat het niet
gewenscht is dat dit vak opgeheven wordt, omdat het van
minstens zooveel practisch nut is als andere vakken, zouden
B. en W„ als ze zich niet te veel aan de letter houden, toch
nog wel eens kunnen overleggen over deze kwestie met den
inspecteur en de leider. Laten we niet te veel aan de letter
hangen. Als de heer Potma zoo’n voorstel wil doen, zal spr.
dit gaarne steunen.
De heer Potma zegt dat het inderdaad zoo is als de heer
Sijtema zeide. Spr. meende dat de kwestie, van het teekenen
bij p.unt 3e kon geregeld.
De Voorz.: De raad besloot tot vereenvoudigde voortzet
ting van dit onderwijs. B. en W. hebben toen met de betrokke
nen overlegd en wanneer het hoofd zegt dat juist het vak
teekenen heel best kan gemist, dan moet u ons niet kwalijk
nemen dat wij meer aan diens meening hechten, dan aan die der
leden. Andere onderwijsinrichtingen voorzien in die behoefte
aan teekenonderwijs, daarvoor is de avondschool voor lager
theoretisch nijverheidsonderwijs, dat was de meening van de
inspecteur zoowel als van het hoofd. Vandaar ons voorstel.
De heer B o e ij e n g a: De heer Brouwer stelt zich blijk
baar op het standpunt dat er niets meer aan te doen is en dat
hij voor een voldongen feit staat, doch hij wil nog het liefst
doorgaan met dit onderwijs. Bij spr. heeft nooit de bedoeling
voor gezeten een vak uit te schakelen, doch hij wilde een be
zuiniging over de geheele linie, spr. heeft vooral het teekenen
niet willen uitschakelen, dat noodig is in bijna alle vakken. De
raad kan in dezen vrij beslissen, ook al meenen autoriteiten
dat het teekenen wel kan verdwijnen, wat geen wonder is,
immers die wilden het geheele vervolgonderwijs opheffen. Spr.
zou ook willen dat B. en W. nog eens overlegden met de
heer Brouwer over een mogelijke voortzetting van dit onderwijs
in teekenen.
De heer Blok heeft van geen raadslid gehoord, die zeide
dat teekenen het hoofdvak is, zooals de Voorz. beweerde
gehoord te hebben, doch wel dat het een voornaam vak is;
spr. heeft ook maar lager onderwijs genoten en van 2 uur tee-
kenles in de week zoo geprofiteerd dat hij toen een teekening
kon lezen en maken en spr. acht het inderdaad van belang dat
door overleg dit vak alsnog wordt gehandhaafd.
De Voorz. wil den heer Boeijenga niet te na spreken als
deze beweert dat de raad beslist, maar de heer Boeijenga zal
het B. en W. niet kwalijk nemen dat, toen B. en W. in opdracht
van de raad een voorstel moesten doen tot inkrimping van dit
onderwijs, zij deskundigen raadpleegden en spr. hecht meer
aan de meening dier deskundigen dan aan die van enkele
raadsleden.
Spr. wil nu eerst in stemming brengen het voorstel-v. d. Veen.
De heer v. d. Veen heeft dit voorstel gedaan omdat het
eerste gedeelte van het voorstel van B. en W., waarin de op
heffing van het teekenen is begrepen, reeds is aangenomen,
doch indien een raadslid voorstelt dit geheele voorstel nog eens
aan B. en W. te renvoyeeren, om het handteekenen te behou
den, zal spr. daarvoor stemmen, wordt dat verworpen dan
handhaaft spr. zijn eigen voorstel.
De heer Zuiderbaan moet toch zijn verwondering uit
spreken over deze gang van zaken, het voorstel van B. en W.
was duidelijk en is aangenomen, nu wil men weer terug omdat
de heer Brouwer blijkt geen wachtgeld te kunnen krijgen.
Als dit voorstel weer terug gaat aan B. en W. dan zal er
weer bezuinigd moeten worden en een nieuw plan gemaakt.
De heer Blok: Als u ons tracht bang te maken gelukt dat
toch niet, we zijn niet bang.
De heer Zuiderbaan: En zijn andere inrichtingen voor
het teekenonderwijs 1
De heer Smeding meent dat de raad het eerste deel van
het voorstel van B. en W. niet had moeten aannemen, doch spr.
steunt gaarne het voorstel-v. d. Veen.
De Voorz.: Ik heb nog geen ander voorstel.
De heer B1 o k:; U geeft mij nog geen gelegenheid dat te
doen.
De Voorz.: Ran geef ik U deze nu.
De heer Blok stelt voor het geheele voorstel aan B. en W.
te renvoyeeren, opdat die na overleg met het hoofd en de
heer Brouwer alsnog met een voorstel komen dat ook het tee
kenen in beperkter vorm handhaaft.
De Voorz.: De raad heeft de opheffing aangenomen, laten
de leden, die dat niet willen, nu liever in beroep gaan bij Ged,
St. dan op dit voorstel terug komen.
Spr. brengt echter het voorstel-Blok op diens verzoek in
stemming.
Dit voorstel wordt aangenomen met 94 st.
Tegen stemmen de leden: Hogeveen, Oppenhuizen, Zuider
baan en Hoekstra.
Voor stemmen de leden: Dokkum, Siemensma, Sijtema, Sme
ding, v. d. Veen, de Groot, Potma, Blok en Boeijenga.
Punt X. Voorstel van Burgemeester en Wethouders no
pens de aansluiting van de gemeente aan een bedrijfsver-
eeniging voor de verzekering ingevolge de Ziektewet. (Bij
lage 6; dossierno. X 08.743.5(4)).
B. en W. adviseeren:
Ingevolge de Ziektewet en de ter uitvoering van deze
wet genomen besluiten, is het personeel in dienst der
gemeente, dat f3000.of minder per jaar verdient en
dat geen ambtenaar is in de zin van art. 3 der Pensioen
wet 1922, S. 240, aan de verplichte verzekering tegen
ziekte onderworpen. Verzekerd zijn dus de tijdelijk aan-
gestelden voorzoover hun diensttijd minder dan twee jaar
bedraagt, zij, die per jaar f 400.of minder verdienen,
de arbeidscontracters en de losse werklieden.
In de uitvoering van de verzekering volgens de Ziekte
wet wordt, zooals U bekend zal zijn, voorzien door:
a. de Ziekenkassen van de Raden van Arbeid;
b. erkende bedrijfsvereenigingen.
Bij de inwerking treding van de wet op 1 Maart 1930
moest een beslissing worden genomen over de vraag op
welke wijze in de ziekteverzekering zou worden voorzien.
Overeenkomstig ons in bijlage no. 23 tot het raadsverslag
over 1930 vervat voorstel, werd bij raadsbesluit van 18
Februari 1930, no. 17, besloten de gemeente niet aan te
sluiten aan een erkende bedrijfsvereeniging. Door dit
besluit is het personeel der gemeente, dat onder de toe
passing der Ziektewet valt, verzekerd bij de ziekenkas
van de Raad van Arbeid te Heerenveen. De jaarlijksche
premie bedraagt f23.per f 1000.loon, behalve voor
verzekerden, die bij wijze van werkverschaffing zijn te
werk gesteld, waarvoor een premie van f 50.per
f 1000.loon wordt berekend (vóór 1 Januari 1934
f80.—).
-
I
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT (77e Jaargang)
I