Io. 40 Eerste Blad
Uitgave KIEZEBR1HK Co.
annex SNEEKER COURANT (77e Jaargang)
der Gemeente Sneek
Officieel Orgaan
De Stem des Bloeds
Jaargang
Zaterdag 17 Februari 1934
Dit No. bestaat uit 3 bladen.
FEUILLETON
WERKEND heid en tegen hoofd
en
RECLAME KOLOM.
NIEUWSTIJDINGEN.
SNEL
R
MAY WYNE.
26.
HOOFDSTUK XX.
Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega,
Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum.
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad
en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe SneeKer Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid:
D i n s d a g s te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellïngerga, Oudega (W.),
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen
burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd
EEN NACHTELIJK
BEZOEKER.
Hè?
Squire Pengarth hield zijh adem 'in,
was met drie groote stappen b'ijl het
raam van zijn werkvertrek en wierp
het venster wijd open.
Het was donker, want de maan was
nog niet op en zoo kwam het, 'dat Pen-
gairth zijln. bezoeker niet eerder herken
de, voordat het lamplicht van hinnen
uit de kamer op diens gelaat viel.
Die drommelsche Franschmlan,
mompelde hij binnensmonds en moest
oogenblik zou ontmoet hebben.
Maar reeds het volgend oogenblik
stond zijd gelaat weef strak en was de
n ver
dwenen. De squire herinnerde zich hoe
miss Peard al haar best gedaan had,
om niet te hooren, walt hij haar op een
mooien Meidag, drie weken geleden
had Willen vertellen en hield' dus de
hartelijke begroeting voor zich, waar
mee hij! weülicht haar had kunnen stoe
ten, nu hij niet meer dan een gewone
vriend voor haar mocht zijn.
Dus nam hij' zijh steek af, boog" met
ernstige hoffelijkheid, maar maakte
geen aanstalten om af te stijgen, zoo^
als eerst zijn plan was geweest- Zij
echter weerde met opgeheven hand
de vormelijke beleefdheids vraag naar
hare gezondheid af.
Ik wilde u over Jack spreken,
en
Die alleen helpt sneb
zonder
schadelijk
te zijn. I
heim te verraden? En toch, als ge
malar heel sterk aan kleinen Jack dacht
en ook da'araan dat de square aan niets
anders dan aan hem zou denkenvriéndelijke glans uit zijln oogen
ongewone nerveusheid en daarop ver
telde ze haar geschiedenis in zoo wei
nig mogeliijk woorden. Squire Pengarth
keek haiar strak aan, terwijl hij luis
terde.
Was het alleen om wille van Jack
dat haar oogen vol tranen stonden en
dat ze hu eens bloosde, dan weer
doodsbleek weird?
Ik zal zoo mogelijk de waarheid
hiervan onderzoeken, zei hij. Enis
die Fransche aanbidder van Ursula
volgens u ook alan het zoeken gegaan
Hij! stelde die laatste vraag met ge
fronst voorhoofd, want er kwam een
vaag vermoeden bij hem op, dat de
Severeux wel eens èen dubbelzinnig
spel kon spelen, hoe eerlijk hij voor
En zonder zich om Mary’s aanwezig
heid te bekommeren, nam hlij' Ursula’s
hand en kuste die met een zoo over
dreven hoffelijkheid dat Mary zich on
willekeurig voorstelde hoe Tom Pen-
gairth zoo iets zou doen en heel even
en een beetje minachtend lachen moest.
Misschien dat Ursula dien glimlach
zag... misschien ook, dat ze haar ge
liefde zorg voor eigen veiligheid op
het hart wilde drukkenin elk geval
ze keek over zijh schouders heen Mary
aan en zei
Mollie pis je nu eens heel' lief wilt
zijln, ga dan naar huis en als Tom er
nog niet js vertel hem je nieuwtje
dan. Het is beter dat hij het uit de
eerste hand hoort en ik zal nu meteen
naar moeder Trevorrpw gaan.
Ze zei het zoo dapper alsof ze niet
de minste vrees voor heksen koes
terde.
Mary aarzelde even. Ze had er veel
voor willen geven als ze niet haar huis
had moeten gaan en nog meer ais’ ze
den squire niet behoefde te ontmoe
ten. Want hoe zou ze haar nieuws kun
nen overbrengen zonder haar eigen ge-
zich geweld aandoen om beleefd te
vragen, wat zijn bezoeker wenschte.
Jules de Severeux glimlachte flauw
tjes. 4,
Zooveel, antwoordde hij! hylgerid,
dat ik graag bij u binnen zou komen
om er uitleg van te geven, monsieur.
Ofschoon Pengairth bij hun eerste
onderhoud een vrij' gunstigen indruk
van den jongen man gekregen had,
bleef het feit, dat hijl een Fransch-
man was en bovendien naar Ursula’s
hand dong, hem een doom in het oog.
Zooals u wilt, gromde hij1, maar u
moet weten dat ik het erg druk heb'.
Ik heb heel den dag in het zadel geze
ten en zal denkelijk heel den nacht
ook moeten rijden. Als ik ten minste
de boodschap, die ik verwacht uit Pen
zance, krijg.
De Severeux ging op de minder
vriéndelijke uitnoodiging i|n en kroop
met eenige moeite het venster binnen.
Hij zag er treurig uit met gescheur
de kleeren, doornat en blootshoofds.
Hijl grinnikte op het gezicht van de
plassen water, die uit zijh kleeren dro
pen en op den glad gewreven vloer
kleine meertjes vormden.
Ik malak m’n excuus, zei hijl,
ofschoon u dat onnoodig vinden zult,
als ik u mijh relaas verteld heb.
Op zijh gelaat vertoonde zich een
uitdrukking, van triomf, gemengd met
een zekeren weerzin, waarvoor de
squire geen uitleg wist te vinden. Maar
toch vergat hij' dé wetten der gastvrij
heid' niet zoozeer, dat hij zijh onwelko-
men gast in dien onbehagelijken toe
stand liet-
pijn helpt As
pirin afdoen
de. Let erop,
dat U de
echte Aspirin
krijgt met het
Bayer-kruis
den oranje band.
onschadelijk
niet aan haar,en verder over miss
Cicely Mulliton, zijn verloofdedan
zou ze er wellicht in slagen, niet te
denken aan wat mijnheer Nathaniel
haar verteld had over de bekendheid,
van zijn broer met hare liefde voor
hem... of dat hijl... uit medelijden
met haiar had willen .trouwen.
Heel langzaam liep ze de laan in
en dacht laan de twee, die ge daar
achteir liet èn die zooveel van elkan
der hielden, ondanks de groote geva
ren, tide hen- van alle kanten bedreig
den.
Och achter de wolken scheen altijd
de zon, en die zou voor hen beiden
nog wel eens doorbreken, maar voor
haarzelf bestond er geen zon meerSir, zei ze en haar lippen trilden van
voor halar was er niets anders jdan
een altijd .grauwe hemel I
Ze werd jn haar droomerijlen ge
stoord door paardengetrappel, en
©ogenblikkelijk vergat Mary al haar
zorg en medelijden met zichzelf, toen ze
uitwijkend, de zorgvolle trekken op- het
gelaat van den squire zag. En meteen
riep ze hem aan, bliji, dat ze hem hier
trof en niet in de sombere omgeving
van zijn werkkamer.
Mijnheer Pengarth I Mjjfoheer Pen-
garthll
Hijl hoorde halar dadelijk' en hielt,
zijn merrie in en een oogenblik ving
MaTy een blik óp uit zijn oogen, die ze
veronderstelde, dat 'daar ook zou ge
weest zijn, als hij miss Mulliton op dat
het uiterlijk ook geweest was bijl zijn
onderhoud met hem.
Ja zeker, antwoordde Mary met
wat meer opgewektheid, nu ze (dan
vriend van Ursula verdedigen kon. Hij
heeft er rijh woord op gegeven, daft hij'
Jack zoeken zou.... en ik denk wel,
dat hijl zich er aan houden zalnu
hij1’ het uit liefde doelt.
De square zuchtte en keek de lange
laan door.
Dat is een heel krachtige reden,
denkt u pok niet, miss Mary? vroeg
hij' zacht.
En met bevende stem, die ze on
danks haar trots nauwelijks kon hou
den, antwoordde ze:
Ochja 11 en dacht aldoor aan
Cicely Mulliton.
Tegen een opko
mende ongesteld-
L
1'
NIEUWE SNEEKER COURANT
Regelprijs 9 cent. Abonnementen belangrijke korting
Alle Advertentlën worden In beide bladen opgenomen.
doo®
Controle op de oplaag toegestaan.
Uitsluitend verkrijgbaar in de oranjeband-buisjes van
20 tabl. 70 ets. en oranjezakjes van 2 tabl. 10 ets.
toen onverklaarbare wijze stierf. Semmelweiss
en Lister brachten hier redding. In 1844 kwam
de eerste als jong Hongaarsch assistent aan de
eerste afdeeling van de verloskundige kliniek
te Weenen, en de eerste maand dat hij er was
stierven van de 208 kraamvrouwen 48 aan
kraamvrouwenkoorts, in 1846 stierven er totaal
451 vrouwen, terwijl in de 2e afdeeling, waar
geen studenten werkten doch vroedvrouwen, ’t
aantal sterfgevallen nauwelijks een vijfde was.
Dit probleem hield Semmelweiss voortdurend
bezig. Dan sterft een vriend van hem aan bloed
vergiftiging, doordat hij per ongeluk door een
andere student met een ontleedmesje gewond
De ontwikkeling der chirurgie.
Onder voorzitterschap van den heer dr. Klein
vergaderde het Natuurkundig Genootschap
Woensdagavond in hotel Hanenburg. De heer j.
A. C. Schepel, chirurg alhier, sprak over: De
ontwikkeling der chirurgie.
Zelfs de praehistorische mensch, van wien
eigenlijk slechts weinig meer bekend is dan
zijn werk vormt een nieuwe grondslag voor de
heelkunde, welke grondslag verbreed wordt als
W. Harvey in de aanvang van de 17e eeuw de
bloedsomloop ontdekt. In veel landen bestond
er een hevige tegenstelling tusschen de genees-
heeren en de barbiers, die de kleine ingrepen
verrichtten, welke nog mogelijk waren; zoo ook
in Frankrijk, waar Lodewijk XV echter voor de
barbiers, dus chirurgijns, in de bres sprong en
hen gelegenheid liet geven zich verder te be
kwamen. Toch waren er onder die barbiers-
chirurgijns voor dien tijd zeer bekwame; spr.
noemde Ambroise Paré, de gruote chirurg van
de 16e eeuw, die in ’t Hotel Dieu te Parijs veel
kennis opdeed, een nieuwe manier van bloed-
stelping toepaste in plaats van het gebruik van
kokende olie en dichtbranden en die ook de
onderbindingsdraden tegen bloedingen toepaste.
In dien tijd legde een barbiersfamilie zich vaak
op één bepaalde operatie toe, waarvan de ken
nis van vader op zoon overging; zoo had men
breuksnijders, steensnijders enz. Spr. vertelde
van den Engelschman Chapman, die in 1730
de verloskundige tang uitvond, waarmee hij zeer
geheimzinnig was en welk instrument van vader
op zoon overging, tot een der afstammelingen,
die geld noodig had, de tang aan het Neder-
landsch Medisch Genootschap verkocht, die de
tang weer aan de leden tegen een hooge prijs
mocht verkoopen. Toen verlossingen er mee niet
goed slaagden, bleek dat de Engelschman maar
de 'helft van de tang had verkocht! Men ziet,
dat van uitwisseling van wetenschappelijke
methoden geen sprake was. Ook de 18e eeuw
bracht echter hare vorderingen o. a. door sa
menwerking van verschillende vakken; zoo werd
de physiologic van de adc’fi'rëling-bekend door
de vorderingen van de chemische wetenschap.
Aan het begin van de 19e eeuw moet de tech
niek van het opereeren geweldig geweest zijn,
immers narcose was niet bekend, in enkele se
conden vaak moesten dus om de hevige pijnen
bepaalde ingrepen verricht; er werden dus snel
alle zieke deelen weggesneden. De beroemdste
oorlogschirurg van Napoleon verrichtte eens in
24 uur 200 amputaties. Welk een groote invloed
moet de persoon van de chirurg op de menschen
gehad hebben om hen tot de operatie met zoo
verschrikkelijke pijnen, te brengen. Anderzijds
is dit verklaarbaar, omdat bv. een galsteenlijder,
die bedreigd werd met hevige pijnen gedurende
zijn geheele leven, tenslotte de operatie de voor
keur zal hebben gegeven. Maar naast de pijnen
kwamen de gevaren van een funeste afloop der
operatie. Onbewust brachten de chirurgen, die
vaak zoo van de ontleedtafel aan het ziekbed of
de operatietafel verschenen, de meest virulente
bacteriën in de wonden. Vaak werd pluksel, dat
voor het verbinden van wonden'werd gebruikt,
door patiënten gemaakt; zoo was de sterfte on
der geopereerden geweldig; er waren toen
hospitalen, waar 80 van de wonden door
hospitaalgangreen waren aangetast. Wel was
in 1850 de narcose gevonden, doch wat gaf het
pijnloos opereeren als de patiënt later toch op
vrouwen vertoont zich, en nu beseft Semmel
weiss dat hij en de studenten zelf de moorde
naars geweest zijn, door uit de ontleedkamers
direct naar de verloskamers te gaan. Hij wascht
zich thans met chloorwater, laat dat ook de stu
denten doen en zie: de sterfte onder de kraam
vrouwen daaii in één maand van 24 tot 1
Semmelweiss, het Boedapester broekje, zooals
de professoren te Weenen hem noemden, had
de dood overwonnen. Men geloofde hem echter
niet en onder een voorwendsel kreeg hij ont
slag. In Boedapest kreeg hij aan het hospitaal
een nieuwe aanstelling en geloofde men hem.
Hij richtte zich tot alle professoren ter wereld
met de waarschuwing: „wasch, wasch, wasch”,
doch voor het meerendeel sloeg men z n raad
in de wind. Semmelweiss vond eeq tragisch
einde in een krankzinnigengesticht. Zijn vinding
was er een uitsluitend aan redeneering te dan
ken, hij bracht ze niet in verband met bacte
riën, tot welker ontdekking Leeuwenhoek
in de 18e eeuvz de stoot gaf. Terzelfder tijd
als Semmelweiss kwam echter op de jonge
Fransche chemicus Pasteur, die vond dat
iedere rotting gevolg is van smetstof van
buiten. Het was Joseph Lister te Glasgow,
die dit ter harte nam en bij operaties be
gon te werken met carbolwater, waarmede
hij verbanden drenkte, terwijl hij ook de carbol-
spuiting toepaste om de lucht te ontsmetten. Hij
paste dit alles het eerste toe bij gecompliceerde
fracturen, de meest gevaarlijke voor gangreen,
doch bij Listers methode was er geen sprake
van wondkoorts. Nu werden nieuwe verschieten
voor de chirurgie geopend; nu het hospitaal
gangreen was verdwenen waren ook operaties
mogelijk welke men vroeger niet aangedurfd
had, bv. inzake de maag enz. Het geheele ka
rakter der chirurgie veranderde tusschen 1870
en 1900; men kon nu conserveeren inplaats van
amputeeren, bewaren en opbouwen inplaats
van afbreken.
Noemde Semmelweiss de oorzaak van de
bloedvergiftiging nog lijkensmetstof, toen Robert
Koch in 1876 in Posen de miltvuurbacil als ver
wekker van deze speciale ziekte kon aan wij zen,
vond men spoedig de bacteriën welke van de
verschillende infecties de oorzaak waren: de
strepto- en staphylococcen, de tetanusbacil enz.
en in de laboratoria kon gezocht naar de beste
zijn talent, wonden toe te brengen en zijn talent
voor teekenen, heeft geopereerd. In dezelfde
grotten in Z.-Frankrijk, waarin men de prae
historische teekeningen heeft gevonden, trof
men schedels aan met een gat van een rijks-
daalder grootte, niet door een wond veroor
zaakt, maar blijkbaar door operatieve behande
ling, en ook niet op de doode mensch, doch
op de levende, want een beenwoekering aan de
rand van dat gat wijst op een (genezingsproces.
Vermoedelijk betreft het in die gevallen echter
geen operatieve ingreep terwille van genezing,
doch een magisch proces.
Het staat echter vast dat de praehistorische
mensch al geopereerd heeft. Wat de historische
tijd betreft, uit het Oude Egypte is weinig be
langrijks bekend, een medische wetenschap is
er niet geweest, men kende er geen anatomie,
als men mocht denken dat het maken van
mummies daartoe toch aanleiding moest heb
ben gegeven, dient er op gewezen dat dit werk
slechts door de laagste kaste mocht uitgevoerd,
en de hoogere, ook de doktoren, er niet bij
tegenwoordig mochten zijn. Van Babylon is
echter bekend dat de chirurgie er wel werd
toegepast, er is op een steenen tafel een wet
antiseptics er tegen; van het carbol kwam men
al gauw tot sublimaat; de besmetting uit de
lucht bleek niet van veel beteekenis, zoodat de
carbolspray werd afgeschaft en toen men de
instrumenten uitkookte, handschoenen gebruik
te bij de ingreep, die ook konden uitgekookt, de
jassen enz. in de autoclaaf bracht, meende
men de antiseptica niet meer noodig te hebben.
Schimmelbusch had, meende men, de grenzen
aangetoond voor het gebruik van antiseptica,
toen hij muizen aan de staart besmette met milt-
vuurbacillen en daarna antiseptica toepaste, die
echter niets hielpen, de muizen stierven. Men
----- -- meende dat hiermede het hoofdstuk der che-
wordt. Hetzelfde ziektebeeld als bij de kraam- f mische antiseptica was afgesloten, dat men het
bij operaties met de a-sepsis kon doen. Meende,
zegt spr. met nadruk.
Sedert 1900 behandelde men gecompliceerde
fracturen volkomen afwachtend, de wond werd
behandeld alsof er geen breuk, de breuk alsof
er geen wond was, een steriel verband werd
gelegd. Von Bergmann, de groote chirurg van
4 oorlogen, zeide: „de natuur redt zich wel, er
moet enkel een steriel verbandje op.’’ Schot
wonden van verre afstand bleken vrijwel steriel
te zijn.
Toen kwam echter de wereldoorlog, de ge
wonden kwamen bij duizenden; met een steriel
gaasje werden de wonden aan het front ver
bonden en dagenlang waren de zoo verbondenen
onderweg naar de ziekenhuizen en toen bleek
de vergissing, alle wonden waren geïnfecteerd,
amputaties waren aan de orde van de dag. Men
liet het eerst op z’n beloop, ook omdat de chi
rurgen aan het front het eindresultaat ver weg
in de hospitalen niet zagen. Maar eindelijk be
gon men in te zien, dat het zoo niet langer kon.
Men herinnerde zich weer lang vergeten proe
ven, welke hadden aangetoond dat bacteriën
zich eerst na 6, 10 of 12 uur ontwikkelden
en vermenigvuldigden, hetgeen voorkomen kan
als men de wonden direct uitsnijdt. Iedere wonde
binnen 6 uur na het toebrengen uitgesneden en
gedesinfecteerd kan genezen. Men begreep nu
ook, dat Schimmelbusch bacteriën zoo uit de
broedstoof voor z’n proeven genomen had, dus
op z’n hevigst virulent, waartegen geen anti-
septicum hielp, doch de met de granaatscherven,
i aarde enz. in de wonden terecht gekomen bac-
teriën waren dat niet, hadden tijd noodig om
i zich te ontwikkelen en daarom kon men ze met
I antiseptica in de eerste uren na de verwonding
de baas worden.
Spr. heeft hier de groote lijnen der ontwikke
ling van de chirurgie gegeven, ontwikkeling van
een onzeker vak vol gevaren, tot een zeker vak
met vaste diagnostiek en methodiek. Kan men
nu op z’n lauweren gaan rusten, is alles be
reikt? Kan nu alles weggenomen worden, wat
het bereiken van ieders natuurlijke leeftijd be
lemmert? Helaas is men zoover niet, hier duikt
immers het kankerprobleem op, tegenover de
voortgeschreden gevallen waarvan wij nog
machteloos staan. Echter zal het toch eens ge
lukken ook hier de oplossing te vinden, al lijkt
van Hamoerabbi (2000 v. Chr.) gevonden,
waarin de belooning geregeld werd voor de
chirurg die met de bronzen priem een geslaagde
operatie uitvoerde, slaa,gde ze niet dan moesten
hem beide handen afgehouwen worden. Deze
bepalingen zullen stellig de belangstelling voor
het vak niet geanimeerd hebben! De bijbel be-
vat weinig op het gebied der chirurgie, de
Talmud echter beschrijft allerlei operaties en
het hechten van wonden, ze schreef reeds voor
dat die niet met de vingers beroerd mochten
worden; ook een keizersnede wordt beschre
ven.
Waarschijnlijk stamt deze kennis echter niet
uit Israël, doch is ze afkomstig uit de Grieksch-
Alexandrijnsche school. Bij de Hindoes werd
al heel wat aan de chirurgie gedaan, men deed
er o.a, aan neusplastiek, een operatie de moeite
t waard in een land waar de straf van het af-
,j snijden van neus of ooren veelvuldig voorkwam.
De instrumenten, welke de Hindoes gebruikten,
waren reeds zeer fijn, enkele toonen gelijkenis
met de moderne. Een medische wetenschap
werd echter eerst opgebauwd in Griekenland,
waar Hippocrates als de vader van de genees-
kunst kan worden beschouwd; de werken van
hem en zijn volgelingen, veelal familieleden,
zijn de grondslag van de Grieksche school en
verrassend knap, zij vermelden ook de mis
lukte gevallen en verraden minutieuse waar
neming van verschijnselen aan het ziekbed.
Deze Grieksche wetenschap miste echter de
theoretische grondslag, de anatomie was niet
toegestaan, eerst in de derde eeuw voor Chris
tus, toen het centrum van deze wetenschap
zich verplaatste naar Alexandrie, kon men de
anatomie beoefenen. Uit de Alexandrijnsche tijd
kent men niet veel, de Romeinsche edelman
Celsus deelt er iets van mee; voor de dan vol
gende Romeinsche tijd is ’t werk van Galenus
toonaangevend, hij is een veel schrijvend me
dicus en geeft ook anatomie, tot de renaissance
gold zijn werk als dogma, en toen bleek dat
hij de menschheid te pakken had gehad, hij
had geen menschen, doch varkens geciseerd!
Na Galenus trad stilstand in de vorderingen der
heel- en geneeskunde in en gaandeweg ging
veel van het bekende weer verloren, zoodat
in de Middeleeuwen de chirurgie weer in de
kinderschoenen was teruggevallen; het concilie
van Tours verklaarde dat de kerk een afschuw
had van bloed, zoodat de doktoren van allerlei
ingrepen moesten afzien en aan de anatomie
niets werd gedaan. Toch werden er in de Mid
deleeuwen nog wel eens verrassende ontdek
kingen gedaan; zoo beweerde reeds Monteville,
een arts te Montpellier, in de 13e eeuw, dat ette-
ring van wonden verkeerd was.
Met de opbloei van het geestelijk leven in de
renaissance leefde ook de geneeskunde en heel
kunde op. Leonardo da Vinei ontleedde in het
geheim 30 lijken en gaf er prachtige teekenin
gen van; kort na hem kwam Vesalius, wiens
ontleedkundige werken, dank zij de uitvinding
der boekdrukkunst, verspreiding konden vinden;