der Gemeente Sneek Officieel Orgaan Uitgave KIEZEBRINK Co. Zateru. HS Augustus 1934 No. 94 Eerste Blad Dit No. bestaat uit 2 bladen. Uit onze Raadzaal. - 50e Jaargang annex SNEEKER COURANT (77e Jaargang) f NIEUWSTIJDINGEN. Regelprljs 9 cent» Abonnementen belangrijke korting» Alle Advertentiën worden In belde bladen opgenomen B. en W. bieden den raad de volgende voorstellen aan: SNEEK, 14 Augustus 1934. Aan de Gemeenteraad. Aldus enz. Aldus enz. SNEEK, 14 Augustus 1934. SNEEK, 14 Augustus 1934. Aan de Gemeenteraad. Aldus enz. Aldus enz. SNEEK, 21 Augustus 1934. V r ij d a g s te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega, Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid: D i n s d a g s te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.), IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd Controle op de oplaag toegestaan. No. Ill 07.353.8. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een kohier van de reini- gingsbelasting voor het jaar 1934. vast te stellen het bij dit besluit gevoegde kohier voor de heffing van een reinigingsbelasting voor het belasting jaar 1934 op een bedrag van f735.06 en te bepalen, dat de belasting verschuldigd is in twee gelijke termijnen, ver vallende op 15 September en 15 November 1934. No. X 07.352.11(21). Aanbieding door Burgemeester en Wet houders van de gemeentebegrooting voor 1935 en van de begrootingen voor 1935 van de takken van dienst ten aanzien van welke art. 252 der Gemeentewet is toegepast. aan de adressanten mede te deelen, dat aan hun ver zoek niet kan worden voldaan. No. X 07.351.12(86). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het verkoopen van een perceel bouwter rein aan de Leeuwarderdwarsstraat (Sectie D, no. 1051 (ged.)) aan B. Nijdam en J. Hoekstra te Sneek. Aan de Gemeenteraad. Wij hebben overwogen of er, met het oog op de sedert eenige tijd op de kapitaalmarkt heerschende stemming, a. b. c. e. f. Wij bieden U hierbij ter vaststelling aan, het derde kohier voor de heffing van een reinigingsbelasting voor het jaar 1934. Dit kohier, dat een gedeelte van de op te leggen aanslagen bevat, wijst in totaal aan f735.06. De vervaldagen van de termijnen, waarin de belasting is ver schuldigd, zouden wij willen bepalen op 15 September en 15 November 1934. Wij geven U in overweging het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 Augustus 1934, no. Ill 07.353.8; BESLUIT: BESLUIT: behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten, te verkoopen aan B. Nijdam en J. Hoekstra, timmerlieden te Sneek, een perceel bouwterrein ter grootte van ongeveer 374 M’., gelegen aan de Leeuwarderdwarsstraat, hoek wandelweg, te Sneek, en deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Sneek, Sectie D, no. 1051, onder beding van een jaarlijksche grondrente van dertig cent (f 0.30) per vierkante meter en verder onder de door Burgemeester en Wethouders nader te stellen voorwaar den. No. X 07.352.71(18). Voorstel van Burgemeester en Wethouders nopens verlaging van de rente van de 4% geldleening 1930, aangegaan met de Spaar bank, opgericht door het Departement Gro ningen van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen. SNEEK, 14 Augustus 1934. Aan de Gemeenteraad. In Uw vergadering van 30 Juli jl. is onder no. 2n om advies in onze handen gesteld een adres van G. en B. Velsink, houdende verzoek aan hen, in verband met de onbewoonbaarverklaring van aan hen toebehoorende woningen in de Nieuwbuurt, een schadeloosstelling uit de gemeentekas toe te kennen, hetzij door uitkeering van een bepaald bedrag, hetzij door aankoop van de onbewoonbaar verklaarde woningen voor een som, waarin de geleden schade is verdisconteerd. Wij adviseeren U een afwijzende beschikking op het verzoek te nemen. Voor de motiveering'van dit standpunt kunnen wij in hoofdzaak verwijzen naar het schrijven, dat wij onder dagteekening van 5 Mei jl. tot de ^gebroeders Velsink hebben gericht in antwoord op hun brief van 28 April 1934, waarin zij tot ons een verzoek van dezelfde strekking richtten als thans aan U wordt gedaan en waarin zij ons verzochten hun een onderhoud ter bespreking van dit verzoek toe te staan. Ons schrijven luidt als volgt: „Wij zijn niet bereid te bevorderen, dat aan U in een of andere vorm een schadeloosstelling uit de gemeentekas wordt toegekend in verband met het door U geleden gel delijk nadeel als gevolg van het raadsbesluit van 3 April 1933, no. 28, tot onbewoonbaarverklaring van een aantal woningen. De gemeenteraad heeft door het nemen van dit, op de bepalingen der Woningwet steunende besluit, in alle opzichten een rechtmatige daad verricht. Voor het geval de gemeenteraad in strijd handelt met de bepalingen der Woningwet en zijn beslissingen een rechtmatige grondslag zouden missen, zijn in die wet zelf de rechtsmiddelen aan gegeven, welke belanghebbenden ter bescherming van hun belangen kunnen hanteeren. Door het instellen van beroep tegen ’s raads beslissing, heeft U van een in de wet toe gekend rechtsmiddel gebruik gemaakt. Nu de Gedeputeerde Staten dezer provincie het ingesteld beroep ongegrond hebben verklaard en het besluit van de gemeenteraad is gehandhaafd, is de rechtmatigheid van dit besluit boven alle twijfel verheven. Voor het toekennen van eenige scha deloosstelling in welke vorm ook kan in dit geval, waarbij een wet op normale wijze is toegepast, geen sprake zijn. De gemeente mist, naar onze meening, ook de be voegdheid daarvoor gelden beschikbaar te stellen. Bovendien, al zouden er termen kunnen zijn, U in een of andere vorm een tegemoetkoming te verleenen wat wij blijkens het vorenstaande ten stelligste ontkennen dan is het nog zeer de vt^ag of het op de weg der ge meente zou liggen, U déze toe te kennen. Immers, de zorg voor een goede volkshuisvesting is door het in het leven roeper van de woningwet gestempeld tot een rijkszaak. De organen der gemeente zijn slechts geroepen aan de uitvoering der wet hun medewerking te verleenen. Ont staan nu door die uitvoering onbillijkheden, dan draagt daarvoor niet de gemeente eenige verantwoordelijkheid maar de rijkswetgever. Wij merken nog op, dat Uwerzijds niet uit het oog mag worden verloren, dat de toestand, waarin de woningen verkeerden, aanleiding heeft gegeven tot onbewoonbaar verklaring. Daarvoor treft de gemeente geen schuld. Het spreekt van zelf, dat een onbewoonbaarverklaring waarmede U in de gegeven omstandigheden rekening had moeten houden steeds nadeel voor belanghebbenden te weeg brengt? Daar de wetgever het niet noodig heeft geoordeeld, te dien aanzien voorzieningen te treffen, is hier vóór de gemeente geen taak weggelegd. In verband met het door U aangevoerde argument, dat enkele jaren geleden door U verschillende verbeteringen aan de woningen zijn aangebracht, moet ons de opmerking van het hart, dat het verhuren der woningen desondanks daarna toch geen onvoordeelige zaak voor U is geweest. De aanschrijvingen, welke tot het aanbrengen van de door U bedoelde verbeteringen verplichtten, bleven beperkt tot het allernoodzakelijkste. Het komt ons voor, dat in de gegeven omstandigheden het toestaan van een onderhoud, waarin deze aangelegen heid zou worden besproken, geen zin heeft. Ons hierboven ontwikkeld standpunt, al ware het alleen reeds om de daar aan verbonden consequenties, is niet voor wijziging vat baar. Wij hebben dan ook afwijzend beschikt op,het in Uw nevensaangehaald schrijven vervat verzoek. Ook het voeren van verdere correspondentie met ons over deze zaak is noodeloos.” Wij hebben hier weinig aan toe te voegen. Slechts een tweetal opmerkingen meenen wij nog te moeten maken, naar aanleiding van een nader door de adressanten onder dagteekening van 15 Mei 1934 tot ons gericht schrijven. De eerste opmerking betreft de staat waarin de wonin gen vóór de onbewoonbaarverklaring verkeerden. Adres santen veroorloven zich in dat nadere schrijven de tirade op te nemen: „Wat Uw bewering betreft, dat de toestand der woningen aanleiding is geweest tot onbewoonbaar verklaring, deze kunnen wij niet als ernstig nemen”. Daartegenover meenen wij, dat waar èn de Gezondheids commissie, èn de Raad, èn de Inspecteur van de Volks gezindheid en in beroep de Gedeputeerde Staten van oordeel zijn geweest, dat de staat waarin de woningen verkeerden, tot onbewoonbaar verklaring moest leiden, een verder debat daaromtrent achterwege kan worden gelaten. De opvatting vani adressanten getuigt van een al te groote overigens niet onbegrijpelijke subjectiviteit. Onze tweede opmerking raakt het gedeelte in het boven bedoelde nadere schrijven van adressanten van 15 Mei 1934, waarin zij zeggen: „Het is onbetwist zeker, dat de gemeente toch ook de gevolgen van haar daad heeft te dragen en volgt dan daaruit ook logisch, dat de gemeente niet alleen de bevoegdheid, maar zelfs op zedelijke, moreele en billijkheldsgronden ook de verplichting heeft, de voor derden door haar daad ontstane en aanwijsbare schade te vergoeden.” Wij verwijzen met betrekking tot deze passage in de eerste plaats naar ons in extenso in dit advies opgenomen schrijven. Voor zoover nog noodig vestigen wij er de na druk op, dat de hier tot uiting komende meening van adressanten ten eenenmale onjuist is. De Woningwet heeft zeer opzettelijk van vergoeding van schade in een geval als het onderhavige gezwegen. En dat niet, zooals adres santen meenen, omdat zij een vergoeding van berokkende schade in een geval als dit vanzelfsprekend achtte, maar juist andersom omdat zij het verleenen van een vergoeding niet wenschte. Er is dan ook geen enkel geval bekend, waarin bij onbewoonbaarverklaring schadevergoeding is verleend. Er zijn tal van gevallen aan te wijzen waarin bij vol komen rechtmatig overheidsoptreden schade aan bepaalde personen wordt berokkend, zonder dat er met recht aan kan worden gedacht het betrokken overheidsorgaan voor vergoeding van deze schade aansprakelijk te stellen. Een dergelijk geval doet zich hier voor. Welke gevolgen een tegenovergesteld standpunt zou hebben, valt met geen mogelijkheid te overzien. Op al deze gronden geven wij U in overweging afwijzend op het ingediende verzoek te beschikken en daartoe te nemen het volgende besluit: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het adres van G. en B. Velsink, houdende ver zoek aan hen, in verband met de onbewoonbaarverklaring van aan hen toebehoorende woningen in de Nieuwbuurt een schadeloosstelling uit de gemeentekas toe te kennen, hetzij door uitkeering van een bepaald bedrag, hetzij door aankoop van de onbewoonbaar verklaarde woningen voor een som, waarin de geleden schade is verdisconteerd; Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders van 14 Augustus 1934, no. 1.778.522(5); BESLUIT: Aan de Gemeenteraad. In het hierbij overgelegd schrijven verzoeken B. Nijdam en J. Hoekstra alhier, onder beding van een jaarlijksche grondrente, van de gemeente te mogen koopen, een perceel bouwterrein, ter grootte van ongeveer 374 M’., liggende op de hoek, welke ingesloten wordt door de Leeuwarder dwarsstraat en de wandelweg, tegenover de woning van den heer J. Lootsma. Het gevraagde perceel is op de bijge voegde situatie-teekening nader aangeduid. Aangezien aan den heer Lootsma indertijd een grond rente in rekening is gebracht,- berekend naar een verkoop prijs van f 6.per M’. (zie bijlage no. 57 bij het raads- verslag voor 1932) en het thans gevraagde terreingedeelte ten opzichte van de omgeving in eenzelfde positie verkeert als het aan den heer Lootsma verkochte perceel, stellen wij voor bij de prijsbepaling dezelfde maatstaf aan te leggen en de grondrente te berekenen naar f 0.30 per M’. Wij (wijzen U er nog op, dat het ons thans nog niet gewenscht voorkomt de uitgifte van bouwterrein in dit stadsdeel volledig te regelen. Zoodra de belangstelling der bouwondernemers voor dit terrein grooter wordt en in verband hiermede tot straataanleg zal moeten worden overgegaan, zullen onze voorstellen dienaangaande U bereiken. Wij stellen U thans voor het volgend besluit te nemen: De Raad der gemeente Sneek; Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 14 Augustus 1934, no. X 07.351.12(86); Sneeker Zweminrichting. De temperatuur van het water in de Sneeker Zweminrichting was heden 18 gr. Autobus door trein gegrepen. Op de onbewaakte overweg bijl Epi- men is Woensdagnamiddag 5 uur de autobus, bestuurd door Keen uit Nieuw-Amsterdam, welke 18 arbeidèrs dit de werkverschaffing naar huis ver voerde door een trein uit Emmen naar Zwolle gegrepen. De bus werd1 20 M. meegesleurd, eenige gewonden zelfs 80 meter. Overleden zljjn op de plaats van het ongevall de arbeider J. Funke uit Kla- zinaveen, vader van 10 kinderen, en de arbeider R. Nijlenhuis, vader van 2 kin deren. Later is ook overleden de 56- jarige bestuurder J. Keen, die een Vrouw met drie jonge kinderen achter laat. Een dochtertje van Keen heeft een ernstige djjbreuk, 4 arbeiders zijn er ernstig aan toe, 5 zijn lichter ge wond. Omtrent de toedracht valt te vermel den, dat de door den heer Keen be stuurde autobus achter twee andere aanreed, die beide den overweg pas seerden zbnder eenig teeken te geven. De chauffeur Keen, die als zeer Voor zichtig bekend stond en nimmer we gens een overtreding werd verbali- seerd, reed met de voorgeschreven snel heid van 20 K.M. per uur, doch zag blikbaar den trein te laat. D,e betrokken arbeiders werden tot voor enkele dagen geleden door een anderen autobusondernemer vervoerd, wiens bus evenwel werd afgekeurd door den gemeentelijken werkloosheidsdienst en vervangen door een prima bus van d,en heer I£een, die thans veronge lukt is, 1 Aan de hulpverleening werd eergiste ren deelgenomen door alle artsen uit Emmen, Klazienaveen, Nieuw Amster dam en Emmercompascuum. Ook tien verpleegsters hadden zich beschikbaar gesteld! om hulp te verleenen. jDiood'^liyk ongeluk in een garage. De 50-jarige heer W. Verhaar ujt Zijdewind, wilde in een garage te Nieu we Niedorp ijeffi een wiel van zijn auto afnemen om- een band te repareeren. Toen de garagehouder even Hater de werkplaats binnenkwam, trof hij| den heer V. met een ernstige hoofdwonde aan. H,et 'bleek, dat hijl bij het afnemen van den band deze niet eerst had! laten leegloopen, en daarop is gaan hameren. De ijizeren ring was met groote kracht uit den band gesprongen en had den heer V. het voorhoofd gespleten, waar na de ring tegen het drie meter hooge plafond is geslagen. De heer V. is naar het ziekenhuis te Alkmaar vervoerd waar hij spoedig is overleden. Geheime distilleerderij! ontdekt. Rijkscommiezen en de brigadier van de rjjksveldwacht te Schoonhoven heb ben gisterenmiddag een inval gedaan in e^n loods, staande bijl de woning van de gebroeders v. S., in de buurt schap Cabouw te Willige Langerak. Z'iji troffen daar op den zolder een ge heime distilleerder^ aan. Een complete installatie, bestemd! voor de uitoefening van dit bedrijf is in beslag genomen, evenals de aanwezige voorraad sterke drank, ruim 100 liter, die in melkbus sen werd bewaard. Naar wjjl vernemen wordt de 21- jarige v. S., op één na.de oudste der bewoners het gezin heeft geen ouders meer verdacht zich aan het misdrijf schuldig gemaakt te hebben. Het in beslag genomene is per vracht auto naar Utrecht gebracht. Hip No. 1.778.522(5). Advies van Burgemeester en Wethouders op het adres van G. en B. Velsink, houdende verzoek aan hen, in verband met de onbe woonbaarverklaring van aan hen toebehoo rende woningen in de Nieuwbuurt een scha deloosstelling uit de gemeentekas toe te kennen, hetzij door uitkeering van een be paald bedrag, hetzij door aankoop van de onbewoonbaar verklaarde woningen voor een som, waarin de geleden schade is ver disconteerd. Overeenkomstig de artikelen 238 en 253 der Gemeente wet bieden wij U hierbij aan, vergezeld van de noodige bescheiden en een--memorie van toelichting, de begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor het dienst jaar 1935 en de begrootingen voor 1935 van de volgende takken van dienst, ten aanzien van welke artikel 252 der Gemeentewet is toegepast: het electriciteitsbedrijf; het gasbedrijf; het waterleidingbedrijf; het woningbedrijf; het reinigingsbedrijf; het openbaar slachthuisbedrijf. I I d. NIEUWE SNEEKER COURANT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1934 | | pagina 1