der Gemeente Sneek
EISCHT HIT MOUNTAIN WILES llfflH!
Tiny Carteret
Fa. H. VAN DER MOLEN
Officieel Orgaan
Io. 98 Eerste Blad
Uitgave KIEZEBRIIK Co.
Dit No. bestaat uit 3 bkden.
I
feuilleton
I
I
1 J
Zaterdag 8 September 1934
SOe Jaargang
NIEUWSTIJDINGEN.
Regelprijs 9 cent. Abonnementen belangrijke korting.'
Alle Advertentiën wordcxj in beide bladen opgenomen
RECLAME KOLOM.
47.
Niets”, antwoordde de ander.
was veel ite gevaarlijk.
D i n s tl a g s te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.),
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen
burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd
Controle op de oplaag toegestaan.
door
SAPPER
in verzegelde zakken, dan alleen
is U verzekerd deze le soort
Anthraciet te ontvangen.
BOLS WARDER WEG TELEFOON 2304
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad
en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid:
Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tints, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega,
Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum
t'ijig'er, maar wie is de snuiter, die in
den boom zal gaan zitten?”
„Laat dat aan mijl over, Carteret,”
zei Gillson. „Je zult onwankelbaar ver
trouwen jn mijl moeten stellen. Ik wil
ja alleen zeggen, dat hij de gescnikste
man is, dien we bij de hand hebben,
en als het menschelijk mogelijk is, zal
hijl het met jou niet tot het uiterste la
ten komen.”
„Welnu, als dat alles is wat u mij
kuilt vertellen, dan zal ik er mee te
vreden moeten zijn. Wat wenscht u dat
ik doe?”
„Niets”, antwoordde de ander. „Je
zet je gewone levenswijze voort, alsof
de iepenziekte, oorzaak en verbreiding,
waren toen dus bekend, en men kon
de bestrijding krachtig ter hand nemen.
In de eerste plaats lag het natuur
lijk voor de hand te trachten, de iepen-
spintkevers, die de ziekte overbrengen,
te verdelgen. Dit kan het best geschie
den, door hun de gelegenheid tot het
afletten van die eieren te ontnemen.
Dejze eieren nu worden gelegd in de
schors van iepen, die geveld zijn, en
van iepen, die nog staan, maar die
reeds zwaar ziek of dood zijn. In een
volkomen gezonden iep treft men geen
spintkeverlarven aan; in een gevelden
boom, onverschillig of hijl ziek of ge
zond is, daarentegen reeds spoedig na
het omhakken. Vandaar, dat wijl bij de
bestrijding van de iepenspintk evers
twee eischen moeten stellen:
a. Hak de zwaar zieke en dooide
boomer om.
b. Maak de schors van alle ge
velde iepen ongeschikt als broedplaats
voor de iepenspintkevers. Dit laatste
kan geschieden door de boomen te
ontschorsen en de schors te verbranden
of door de boomen gedurende Jangen
tijd) onder, water gedompeld te houden.
Ook kan men den stam en de dikkere
takken bestrijken met timmermanscar-
bolineum. Zelfs wanneer het bestrijken
zeer grondig geschiedt, is dit middel
echter niet geheel afdoende.
De groote iepenspintkever maakt zijn
broedgangen alleen in den stam en de
dikke takken, de kleine iepenspintke
ver, die even gevaarlijk is, ook in dün-
nere takken. Ook de dunnere takken
moeten dus onschadelijk gemaakt wor
den en mogen bijvoorbeeld niet zonder
meer als brandhout worden opgesta
peld.
Vooral in Friesland, waar men nog
zeer mpoie, weinig aangetaste iepenbe-
plantingen aantreft, is het geraden, dat
men zorgvuldig de aanwijzingen van
het lepepziekte-Comité, betreffende het
rooien van boomen opvolgt, ten einde
een verder voortwoekeren van de ziek
te te .voorkomen. Men riji niet te bang
om zieke boomen op te ruimen I Vroeg
of Haat moeten zij er toch uit, daar de
pFaktijk heeft geleerd, dat een eenmaal
aangetaste iep pp den duur slechts zeer
zelden geneest Hoe eerder men zieke
iepen er uit haalt, des te minder stelt
men de gezonde iepen in de omge-
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het bureau van politie,
Martiniplein, en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen ll'/z en 12J6 uur, de
navolgende voorwerpen als gevonden ge
deponeerd op 5 en 6 Sept. 1934: rijwielbe-
lastingmerk.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden jaangegeven op 5 en 6
Sept. 1934: kippenkist, Sj. Faber, le Steen-
klipstraat 76; heerenrijwiel, Sj. Koelmans,
Makkum; rijwielbelastingmerk S. Landstra,
2e Woudstraat 16; muts, H. Blauw, 3e
Steenklipstraat 5; tube tandpasta, J. Pac-
ques, Kleinzand 29; koperen gewichtje, A.
Mijboer, Overweg 6; schaar, J. Dijkstra,
Marktstraat 3.
Besmettelijke veeziekten.
Gedurende de maand. Augustus jl. zijn in
deze provincie de navolgende besmettelijke
veeziekten geconstateerd:
mond- en klauwzeer bij 1108 veebeslagen
en wel in de gemeenten Achtkarspelen 23,
Baarderadeel 33, Barradeel 1, het Bildt 5,
Dantumadeel 4, Doniawertsal 97, Ferwer-
deradeel 5, Franeker 3, Franekeradeel 10,
Gaasterland 16, Haskerland 43, Heeren-
veen 92, Hemelumer Oldephaert c. a. 7,
Hennaarderadeel 5, Idaarderadeel 86, Kol-
lumerland c. a. 25, Leeuwarden 2, Leeuwar-
deradeel 24, Lemsterland 44, Menalduma-
deel 17, Ooststellingwerf 16, Ópsterland 97,
Rauwerderhem 50, Sloten 2, Smallinger-
land 55, Sneek 11, Tietjerksteradeel 41,
Utingeradeel 58, Weststellingwerf 59, Won-
seradeel 5, Wymbritseradeel 168 en Ijlst 4;
rotkreupel bij 45 schapen en wel in de
gemeenten Heerenveen 3 schapen van 1
king te brengen. En als Fritz bezig was
ijnet wat hem een gemakRelijlfc kar-
w,eitje toescheen, stortten onze snelle
vliegers, die veel hooger in de lucht
g,eweest waren, zich op hem. Aas, jeug
dige Carteret ziedaar wat je worden
zult. Altijd, natuurlijk, wanneer je je
als aas beschikbaar stelt.”
„Twijfel asjeblieft daaraan niet/’ant
woordde Tiny kalm.
„Prachtig van je. Hoewel ik, eerlijk
gezegd, piet geloof dat de beslissing
jn jouw handen ligt. Of je wilt of niet,
je zult het je moeten laten welgevallen
daarvoor zal de tegenpartij zorgen. Hij
wenscht je hoofd op een schotel, en
zal1 zich niet veilig voelen tot hijl dat
heeft.”
„Tal van menschen schijnen uw mee-
ning te deelen,” merkje Tiny berus
tend op. „Maar, nu wij het er tpch
over hebben, zou ik omtrent één punt
graag nog nadere opheldering ontvan-
tenschappeljjke werkers in binnen- en
buitenland volkomen worden beves
tigd, zoódat er thans niet meer (de ge
ringste twijfel bestaat, dat Graphium
ulmi de ziekte teweeg brengt. Als het
meest doorslaande bewijs hiervoor kan
het feit gelden, dat het mogelijk is een
gezonden iep binnen enkele wekten ziek
te maken door hem met sporen van
Graphium ulmi te besmetten. Dat deze
kunstmatige infectie zoo gemakkelijk
gelukt, is van groot belang geweest bij
het verdere onderzoek, zooals straks na
der zal blijken.
In 1929 ontdekte Dr. Betrem (Wa-
geningen) dat de ziekte door de iepen-
spintkeyers van de zieke boomen op de
gezonde wordt overgebracht.
De voornaamste punten betreffende
eigenaar, Tietjerksteradeel 18 schapen van
2 eigenaren en Wymbritseradeel 24 schapen
van 1 eigenaar.
De I epenFiekte.
Het is thans ongeveer 15 jaar gele
den, dat bij den Plautenziektenkuridi-
gen Dienst te Wageningetn berichten
binnen kwamen over een ernstige ziekte
in de iepen. Sindsdien zijn door we
tenschap en praktijk vele onderzoekin
gen ingesteld naar den aard vani deze
aantasting, die spoedig als ,„de” iepen
ziekte overall bekend en gevreesd was.
Het is de bedoeling hier een korte
uiteenzetting te geven over onze tegen
woordige kennis, betreffende het ver
breidingsgebied, de oorzaak en de mid
del ep ter bestrijding van deze ziekte1. - t
In Nederland heeft zich de iepen- haar onderzoek kon door patere we-
zjekta na 1919 snel verbreid, echter
njet óveral in dezelfde mate. Terwijl in
het Zuiden en Oosten van ons land al
spoedjg den groot gedeelte van de
iepen moest worden opgeruimd, ble
ven de Noordelijke provincies en het
Noorden van Noord-Holland geduren
de, langen tijd feitelijk vrij’ van de aan
tasting. In de laatste jaren hebben ech
te^ ook zeer vele iepen in Friesland en
Groningen de verschijhselen van de
iepenziekte vertoond. Zelfs op de Wad
deneilanden Texel, Terschelling, Ame
land en Schiermonnikoog werd in 1933
de leekte geconstateerd, evenals op het
eiland Urk. We mogen dus wel aanne
men, dat overal in Nederland thans
slachtoffers van de iepenziekte zijn aan
te toonen.
boom ;zat? Er was een tweede de tijr
ger? Em toen gaf hij zich plotseling
rekeinschap, jiat hij een zeer dom ding
deed. Als het eejn kwestie is van je,ge
wone gang te gaap, blijf je niet piidden
pp de straat stjlstaain ,pm de gezichten
va» de voorbijgangers te bestudeeren.
Wjlde hij die rol spelen, dan moest hij
het [doein volgens de regels van de
kunst. Zooals Gjllson gezegd had,
moest hij de voorvallen van de laatste
dggen ujit zijn hoofd zetten. Werd het
niet langzamerhand tijd voor een pot
bier En hij had minstens nog een uur
den tijd, voordat hij bïf Mary kon
gaap lunchen.
Hij slqnterde langs Pall Mall en gjng
zijn club binnen. Het nieuwtje omtrent
Roinald scheen zjch reeds verspreid
te hebben, en hij werd onmtfddellijk be
legerd door bekenden, die om bizonder-
heden schreeuwden. Gedachtig aan het
officjeele persbericht,, dat uitgegeven
was, liet hij het woord, moord achter
wege), en .zoodïa hij er kans toe zag,
Hipt hij hqn schieten 'en kroop weg ach
ter een krant. Hier, in ieder geval, kon
hijl Vrij adem halen; in zijn eigen club
kon Zayier hem niet deren.
En dat bracht zijn gedachten terug
paar Mary. Toen zij besloten hadden
om hun krachten te yereenigen, had
Wijl Gillson nog niet gesproken. Alles
was vaag en onbestemd1 geweest. Nu
had de zaak een geheel ander aanzlen
gekregen. Aangezien hijl de rol van de
geit .óp zich genomen had, was 'de
eenige plaats waar zijl zich niet mocht
ving aan besmettingsgevaar bloot 1
Er bestaat ook nóg een andere me
thode, om, izgi het middellijk, de iepen-
ziiekte te bestrijden. Men heeft zich de
vraag gesteld, of er geen andere ijepen-
soortien bestaan, die onpen voor de
iepenziekte zoo geyoeligen Holland -
schen iep (Ulmus hollandica belgica)
zouden kunnen vervangen. Door mjd-
del vpn besmetting met sporen van
Graphium ulmi is uit te maken, of een
bepaalde soort iepen al dan niet vat
baar js voor de piekte. Het bleek bjj
depe proeven, dat de Amerjkaansche
soorten ponder uitzondering peer ge
voelig pijh. Ook alle Europeesche soor
ten pijn gevoelig. Er zijn echter en
kele variëteiten van Europeesche soor
ten, die een zekere mate van onvatbaar-
hejcUbezitten (Ulmus hollandica vege-
ta, U. glabra fastigiata, U. foliacea
Dampieri en U. foliacea Wredei). Ook
onder de Aziatische soorten zijn er en
kele, die veel minder gevoelig blieken
voor de zjekte d,an onze gewone Hol-
(andsche jep (n.l. U. puinila, U. pumilia
pinpato-ramosa, U. Wilsoniana en U.
parvifolia). Deze soorten en variëteiten
.zijn echter ten hoogste geschikt voor
aanplanting in straten óf parken. Zij
komen niet in aanmerking, wanneer
het er om gaat, de iepen in onze ipol1-
ders door apdere te vervangen. Daar
toe Heenen zjch slechts de Europeesche
veld-iep (U. foliacea) en de Europee
sche bergjep (U. glabra). Het is nu ge
bleken, dat, ofschoon deze beide soor
ten ju het .algemeen vatbaar zijn voor
de ziekte, er voor,al onder de eerste
enkele exemplaren voorkomen; die veel
minder gevoelig zijn. Het uitzoeken van
deze exemplaren is een zeer •veelomvat
tend werk. Met medewerking v,an het
lepenziekte-Comité, dat in ons land het
uitvoeren yan déze proeven mogel'ijk
maakte, zijn duizenden jonge iepen uit
verschillende deelen v.an Europa
(Frankrijk, Spanje, Schotland, Dene
marken, Letland, Bulgarije) hjertoe
kunstmatig met sporen van Graphium
ulmi geïnfecteerd. Uit de exemplaren,
die pa deze infectie gezond bleven,
werden dan diegene uitgezocht, die He
beste verw.achtipgen opwekten, niet al-
In het buitenland bemerkte men in
Frankrijk reeds in 1918 een sterfte on
der de iepen op. Ofschoon het niet met
Volstrekte zekerheid vaststaat, dat we
'tier te doen hebben met de echte
iepenpiekte, is dit wel zeer waarschijn-
ijk. Of de ziekte het eerst in Frankrijk
dan wel in Nederland werd opgemerkt,
is overigens niet zeer belangrijk. In
iedèr geval bleek, dat de ziekte uit
West-Europa zich met groote snelheid
voornamelijk naar het Oosten en het
Zuiden verbreidde. Thans weten wij,
dat behalve in Nederland, jBelgië en
Frankrijk de ziekte veelvuldig voor
komt in Duitschland, Zwitserland, Oos
tenrijk, Italië, Czecho-Slowakije, jRoe>-
menië en Bulgarije. Ook in Engeland
verbreidt sinds 1927 de piekte zich meer
en meer. Schotland, Denemarken en
Scandinavië zijn tot nu toe van de aan
tasting verschoond gebleven.
In de Vereenigde Staten is de piektle
sinds 1930 bekend. Voornamelijk in het
jaar 1933 vielen honderden iepen in
de buurt van New-York als slachtoffers
yan de ziekte.
Het feit, dat de ziekte in Nederland
het eerst bestudeerd werd, js He aan
leiding er toe geweest, dat in Engeland
en Amerjka de aantasting ten oprechte
bekend is geworden onder den naarr.
„Hollandsche iepenziekte” (Dutch elm
disease).
Reeds in 1922 beschreef mej. Dr. M.
B. Schwarz (Baarn) een schimmel, die
zij praphium ulmi noemde, als oorzaak
van de iepenziekte. Het resultaat van
er geten wolkje aan de lucht was. Waar
tegen ik je zou moeten waarschuwen,
weet ik tevenmin als jij. Hoe hij die
moorden bedrijft, daaromtrent tasten
wij jiog evenveel in het duister als ooit.
Als hij gaat denken dat je de zaak ,uit
jq hoofd gez'et hebt, laat hijl misschien
eein steek vallen.”
■Tdiji stond op en stak zijn handl uit.
„Het allerbeste, -Carteret. Het is
geen prettig baantje; integendeel, het
is zeer oipplleizierig. Maar, na het ge
beurde mte't Ronald, zou ik graag de
handen uit de mouWen steken.”
„Warempel, u h'eeft gelijk, sir,” riep
Tjny. „Dus i's het antwoord: mijn ge
wone gangetjte gaan.”
„Jujst,” zeiGillson, en tóen Tiny zich
bijj de deur omk'eerde, zag hij dat Gjillr
son alweer in dte documenten verdiept
zat.
Hij liep langzaam door den corri
dor i©n kwam op straat. Dat G;ill'son ge
lijk had, bejgretep hij volkomen. Aange-
zjten de kansten om Zavier in Londen
t,e vjnden on’eindig klein waren, bleef
er (niets anders over dan te wachten
tot Zavjier htem vond. En dat was een
kleinigheid, voornam'elijk, wanneer hij
zijn gewone leefwijze bleef volgen. Het
was bekend waar hij woonde, welke
zjjlh club was; zijn gangen bevatten
nipts geheimzinnigs. Inderdaad scheen
alles zoo heterlijk eenvoudig een ge
voelen dat ongetwijfeld gedeeld werd
door de geit.
Hij bleef in het Park stilstaan, en
keek pchter zich. Was één man tus-
schen die zich voortspoedende menigte bey,indep, |de plaats naast hem. Dat
de man met het geweer, die in den was veel te gevaarlek.
i Tjny gaf het papier terug zonder
een woord te zeggen, en hij sprak eerst,
nadat d>e klerk de deur achter zjch ge
sloten had.
„Voor de Pers, Meker,r’ zei hij. „Waar
om mèt geen woord! gewag gemaakt
van den moord?”
„Waar zou dat goéd voor zijn?” ant
woordde Gillson. „Er wordt al genoeg
stof ojver opgejaagd om er dat nog te
laten bij komen.”
Hijl stond op en liep naar het venster,
zijn handen diep in zijn broekzakken.
Met ikljmmende woede, beschouwde Ti
ny z’ijh rug.'
Verdraaid! Kolonel,” barstte hijein
delijk los, „u schijnt den moord op den
braven kerel verduiveld licht op te ne
men.”
„Wat blijft mij anders over, Carte
ret?” zei Gillson. „Wat geeft het, of
je al in kringetjes op een stuk vloei
papier lloopt te bijten? Ze hebben Ro
nald te pakken gekregen, en daarmee
is het laatste woord gezegd.”
„Dat js het niet, bijl Jupiter!” riep
Tiny. „Denkt u soms, dat ik van plan
ben de zaak op te geven?”
„Nuwat zou j'e dan willen doen
„Dje Zavier opsporen, all waren al no,eg, om den listigen Hun in verzoe-
mijn levensdagen er mee gemoeid.”
„En hoe stel je je voor, daarmee te
beginnen? Luister eens, man,” ging
Gjllson vriéndelijk voort, „ik voel wat
jij voelt; ik weet, dat je razend bent
van woiede. Maar, laat dat je gezichts-
mogien rijet benévelen. Zooals ik je
gezegd heb, zijn bijna alle kansen te
gen je. En otm een kansje van slagen,
te hebben, {moeten de omstandigheden
zich eerst ten gunste van jou wijzigen.”
„Hoe zou u dan voorstellen om de
zaak door te zetten?” vroeg Tiny.
„Ber je ooit op jacht naar grof wild
geweest, Carteret.”
Tjny staarde hem vol verbazing aan.
„Neen nooit.”
„E,erst zoek je je een geschikten
boom uit, ,en in dien boom bouw je je
een plaatsje, waar je kunt gaan zitten.
Vervolgens neem je een geit, en legt
Hie op den grond, niet ver van dien
boom. Eto dan ga j.e kalm zitten
wachten tot de tijger op dje prooi gen. De geit kennen wiji nu, en ook den
afkomt. E:u eindelijk schiet je den tjj-
ger dood misschien.”
Hijl keerde zich om, en keek Tiny
aan, met een glimlachje in zijn oogen.
„D.e zaak gesnapt?”
„Dat zal ik niet bepaald zeggen.”
bent de geit. Ik zou alleen
wenschen, Hat je levend uit de jacht ,te
VOQr,schijn kwam.”
„R,echt aardig van je, kolonel,” zei
Tjny met ‘een grijns.
„D,e vjieger,s haalden in den Oorlog
hetzelfde kunstje uit,” ging de ander
voort. „Zij vlogen langzaam over de
loopgraven van den Boche, laag ge-
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex SNEEKER COURANT (77e Jaargang)