Officieel Orgaan
der Gemeente Sneek
I De Man mei den Groenen Ring
So. 10 Eerste Blad
annex SNEEKER COURANT (78e Jaargang)
Dit No. bestaat uit 3 bkiien.
Uitgave KIÏZEBRMB Co.
L
NIEUWSTIJDINGEN.
FEUILLETON
9 ct. p. regel.
Regelprijs 9 cent. Abonnementen belangrijke korting.
Alle Advertentlën worden in beide bladen opgenomen
geheim heeft, oogstte een luid applaus van
Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega,
Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum.
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad
en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneexer Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid:
D i n s d a g s te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.),
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen
burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd
Controle op de oplaag toegestaan.
naar het naaste politiebuneau te rijden,
voldeed aan dit beviel.
In de taxi werd den onthutsten be
waker meegiedeeld, aan welk vergrijp
hij zich schuldig genaaakt had, en hij
liet niet na er terstond hevig tegen op
te komen. Evenwel vruchteloos, want
de wet stak haar hand in een zak van
zijn overjas en bracht het horloge te
voorschijn. Wilson kon niet nalaten bij
het zien van den ongelukkigen Pierre
ligheidsdienst met de feiten in kennis
gesteld zou worden. Die Commissaris
beloofde het, maar bracht Wilson on
der het oog, dat hij! in ieder geval een
voorloopig onderzoek in de zaak mojest
instellen, en wel niet later dan den vol
genden morgen, opdat die rechter van
instructie haar later in het openbaar
kon behandelen.
,Zoo noodig kunnen we den man
vertelde spr. nog een en ander van het pe-
troleumgebied van Peru.
De spreker, die zijn causerie gaf in die
Voor dr. v. d. Sleen sprak waren enkele
huishoudelijke zaken afgedaan. Een aantal
nieuwe leden werd aangenomen. De secre
taris, de heer F. W. C. de Haas, bracht het
jaarverslag uit, waarin o. a. gememoreerd
werd het overlijden van den verdienstelijken
voorzitter dr. D. H. Posthumus. Tot be
stuurslid is herkozen dr. Oosterhuis en ge
kozen dr. Schepel.
Actie tegen maximum vaarsnelheid in Friesland.
De Unie van Watertoeristen te Amster
dam houdt Zondagnamiddag a.s. te 3 uur
in hotel Hanenburg alhier een vergadering
waar alle belangstellenden in de regeling
van de maximumvaarsnelheid in de Friesche
wateren welkom zullen zijn.
De vergadering wordt gehouden in ver
band met de tallooze opgemaakte proces-
sen-verbaal in de Houkesloot tijdens de
Sneekweek.
deed was het aanroepen van een taxi.
Eerst toen dezje bijl den trottoirband
stilgehouden had, trad hij op den man
toe, dwong hem in weerwil van zijn
tegenwerpingen tot instappen, en gaf
Wilson een teeken hem te volgen. De
de verbijstering van dezen geen gren
zen, toen werd hij somber. Het kwam
Wilson voor, dat hij begon te vermoe
den welken streek men hem gespeeld
had.
Op het bureau werd de onfortuinlijke
man terstond in een cel opgeborgen.
Wilson had een kort onderhoud met
den Commissaris, en deelde hem de
ware toedracht van de zaak zoo goed
Openbare Leeszaal en Bibliotheek, Sneek.
In de afgeloopen maand bedroeg het aan
tal bezoekers 2984 en het aantal uitgeleende
banden 4295; aan werkloozen werd op ver
toon van de werkloozenkaart samen uitge
leend 285 banden, waaronder 50 studieboe
ken.
’EKER COURANT
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het bureau van politie,
Martiniplein, en aldaar te bevragen op alle
werkdagen tusschen 11 'Z? en 12!6 uur, de
navolgende voorwerpen als gevonden ge
deponeerd op' 31 Oct. en 1 Nov., 1934: rij
wielen; dop van auto; ceintuur; damestasch.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 31 Oct.
en 1 Nov. 1934: zwart hondje, H. Vriesema,
Koopmansgracht 73; bril in doos, J. Tiche
laar, Pr Hendrikkade 1; rijwielbélasting-
merk, M. Hoekstra, Napjusstraat 28; vul
pen, J. Hettinga, Korte Vreugde 2; beurs
met inhoud, J. de Jong, Emmastraat 11;
bruine alpenmuts, Cnossen, Geeuwkade 29;
rijwielbelastingmerk, T. Hoekstra, Monnik-
straat 18; tasch met inhoud, P. Hollander,
Looxmastraat 13; mantelceintuur, Van der
Laan, Pr. Hendrikkade 12.
de voorzitter, dr. Klein, vertolkte daarna
i uug cciio uc uaiin. van ancn.
Cuzco geen enkele boom behalve Eucalyp
tus, het geschenk van de beschaving aan
Zuid-Amerika, dat de beschaving zelf heel
wat producten schonk als de aardappel,
mais, kinine, enz. enz.
De stad zelf is niet veel meer dan een
vies, vuil Spaansch dorp, al heeft men er
een groote kathedraal en klooster, de hui
zen hebben een typisch Spaansch karakter
ze zijn gebouwd om een patio, een open
binnenplaats.
Dan vertelt spr. van de Peruanen, de In
dianen met hun veelkleurige ponchos, de
vrouwen met tallooze rokken, de mannen
met de slaapmuts met oorkleppen, waarover
de vilthoed; deze Indianen van de hoog
vlakte vallen op door hun breede borst, blijk
dat hun longen zich hebben aangepast aan
de ijlheid der hooge luchtlagen.
De kathedraal bevat nog heel wat kunst
werken, door de Spanjaarden uit moeder
land of Vlaanderen meegenomen, of door
Vlamingen, welke met de Spanjaarden mee
kwamen, vervaardigd; er is o. a. een van
Dijck.
Eerbied voor de producten der Inca-cul-
tuur hebben de Spanjaarden niet getoond,
ze hebben van de oude bouwwerken alleen
laten staan wat ze konden gebruiken om er
hun eigen gebouwen, kerken, kloosters enz.
op op te trekken; enkele tientallen jaren na
de komst der Spanjaarden was alles ver
nietigd. Trouwens ook thans toont de be- wischte welke op de daar aanwezige reus-
de oude cultuur. Spr. zag elders in Peru heeft daar zelf achter de zonnetempel eenige
opgravingen verricht en in een graf eenig
aardewerk gevonden benevens een schedel.
Op een der in dat graf gevonden kruikjes
was een afbeelding aangebracht van een
gelaat met sterk gezwollen lippen. Toen
spreker de schedel onderzocht, constateerde
hij dat deze gaaf was behalve de boven
kaak, die sterk poreus was, bewijzende dat
deze bij het leven reeds rotte. Gezien de
gezwollen lippen van het afgebeelde gelaat
concludeerde spr. dat op dit gevonden
kruikje een portret was aangebracht van de
overledene. De Indianen ,die voor spr. het
graafwerk verrichtten, achtten dit zeer
waarschijnlijk, daar zij bv. vroeger wel ske
letten hadden gevonden zonder voeten en
in datzelfde graf beeldjes waaraan de voe
ten ook ontbraken. In die graven zijn zoo
wel afbeeldingen van negers als Chineezen
gevonden, zoodat we hieruit mogen aflei
den, dat ver voor Columbus negers en Chi
neezen tot de Z.-Amerikaansche kust waren
doorgedrongen.
Na nog gewezen te hebben op de invloed
van de Maja-cultuur (Chichen Itza), op die
der Inca’s en bij de beroemde opgravingen
van Machu Picchu te hebben stilgestaan,
Wilson liep nu zelf tot den rand van
het trottoir. Daarmee liep hij! geen ge
vaar, zelfs al hield de man, Pierre, het
hotel in het oog, dan zou hij Wilson
niet van aangezicht kennen. Hij keek
rechts; de lichten van een juwelierswm-
kel straalden helder over het trottoir
uit.
Twee mannen stonden de uitstalling menschen, die
te bekijken. De eene was oud en ar
moedig gekleed, en wierp begeerige
blikken op de uitgestalde kostbaarhe
heden. De andere was jong, en droeg
een net, hoewel eenvoudig pak; iemand,
die tusschen een menigte moeilijk te
herkennen zou zijn, want hij had niets
aan zich dat hem van anderen onder
scheidde.
Wilson was juist bijtijds om iets veel-
beteekenends te zien. In hetzelfde
oogenblik waarop Wilson hem in het
oog kreeg, keek die jonge man omlaag
naar het trottoir. Hij richtte het hoofd
bijna onmiddellijk weer op, en een flauw
glimlachje krulde zijn lippen. Toen
liep hij langzaam, uiterst op zijn gemak
door, als iemand die met zijn tijd geen
Natuurkundig Genootschap.
Voor ’t Natuurkundig Genootschap sprak
Dinsdagavond in hotel Leeuwen de heer dr.
W. G. N. vanderSleen over Peru, het
land der oude Inca-beschaving, van India
nen voorheen en thans.
Peru, het land waar in lang vervlogen
tijd een zoo gelukkig volfr heeft geleefd, zoo
gelukkig, dat in het geheele rijk geen geld
voorkwam, terwijl er toch eten en drinken
voor allen was, waar dus een sociaal-eco-
nomisch probleem scheen opgelost, dat nu
de economen zooveel hoofdbreken kost.
Schijn is dit echter, want in werkelijkheid
was er een oplossing aan dit probleem ge
geven, welke wij zeker hier niet zouden be-
geeren, immers de Indianen van Peru waren
slechts ellendige slaven van hun Incavorsten,
die honderdduizenden hunner gebruikten om
de machtige bouwwerken, waarvan de ruï
nes nu nog aanwezig zijn, te scheppen,
bouwwerken, uitsluitend ten gerieve van
hun vorst en waarvan de kolossale over
blijfselen ons nu nog bewonderend doen af
vragen hoe ze tot stand kwamen. De gra-
niet-steenblokken, waaruit ze werden opge
trokken, werden eerst ruw gehouwen, welke
dan door het voortdurend langs elkaar slij
pen soms van blokken van 6000 K.G.
voegranden kregen, welke zoo in elkaar
pasten, ,dat men er geen lemmet van een
mes t
welke spr. ook opmerkte in sommige oude
bouwwerken van Athene 1
Het spreekt dat voor deze bouw slaven
werk van de ergste soort noodig was van
honderdduizenden Indianen, die dan ook
gevoed en verder verzorgd moesten wor
den, zoodat ongetwijfeld de Incavorsten
meesters waren in organisatie, temeer daar
het voedsel moest gewonnen in een land
dat buitengewoon droog is.
De geschiedenis van Peru is er eene van
de jacht naar goud. Het goud van Peru
lokte de Spaansche avonturiers steeds
verder zuidelijk, Balboa trok reeds in 1513
over de landengte van Panama, maar het
was eenige tientallen jaren later dat Pizarro
met zijn benden, na een tocht die ook nu nog
bewondering wekt, door barre kuststreken
en het hooggebergte in Peru aanlandde en
daar ongelooflijke schatten buitmaakte.
Ieder zijner 200 soldaten kreeg zooiets van
l/2 millioen, doch geen hunner heeft veel
profijt daarvan getrokken, het is alles spoe
dig verspeeld en verloren.
De Spanjaarden hebben ontzaglijke el
lende over geheel Zuid-Amerika gebracht.
Voor zij er kwamen waren er in Peru on
geveer 10 millioen Indianen, 100 jaar later
waren er nog 2 millioen, wat te wijten was
aan het slavenwerk dat de overheerschers
de bevolking, die, gewend hun Incas te ge
hoorzamen, zich willig boog voor de Span
jaarden, in goud- en zilvermijnen deden
verrichten. Zoo bestuurden de Spanjaarden
de landen, door de Paus hun toevertrouwd.
Het was het goud en 'zilver van Peru en
andere Zuid-Amerikaansche win-gewesten
dat Spanje nog tientallen jaren op de been
hield, toen zijn macht in Europa reeds
taande. Na nog een oogenblik stil te heb
ben gestaan bij de heldentocht van Pizarro
naar Peru, vertelt spr. bij lichtbeelden en
film van het land zelf. Van het Titicaca-
meer, dat daar, drie maal de oppervlakte
van Nederland, ligt op 4000 M. hoogte met
op de achtergrond het gletscherrijke Andes-
gebergte met toppen, die meer dan 7000
M. hoog zijn en waarvan de passen ook op
4000 M. hoogte liggen.
De hoogvlakte ligt op 3500 en 4000 M.
boven de zeespiegel en daar speelt zich het
voornaamste leven van Peru af, want alleen
daar valt voldoende regen voor landbouw
en veeteelt, de kuststreken vormen de vree-
selijkste woestijn welke zich denken laat,
een woestijn welke een groot deel van de
westkunst van Z.-Amerika hetzelfde troos-
telooze beeld geeft.
Rond het Titicacameer zijn de gebergten
alle geterrassiseerd, de'lncavorst had voed-
sel noodig voor zijn bouwslaven, dat voed-
tusschen kan krijgen. Een^bouwwijze, se| wercj verbouwd op al die bergterrassen.
Op de geheeie hoogvlakte komt geen boom
voor, enkel Eucalyptus, welke in 1860 uit
Australië werd ingevoerd en men nu door
de geheele Andes-vlakte vindt, ander hout
groeit er niet,
De Spanjaarden waren, toen zij het land
binnentrokken, vol lof over de wegen, en
C. L I.W.I. .v.au wvz *vw,
toen in heel Spanje nog slechts onnoozele
muilezelpaadjes waren, hadden de Inca
vorsten voor hun legers en de slaven, die
hun schattingen kwamen brengen, reeds
breede wegen aangelegd.
Incawegen welke zich van Noord naar
Zuid over een lengte van 2000 K.M. uit
strekken, ook dit wijst wel op een bewon-
derenswaardige organisatie.
Van het Titicacameer gaat een spoorweg
naar de oude keizerstad van het Inca-rijk
Cuzco, op' 3200 M. hoogte gelegen, de trein
voert ons door de hoogvlakte waar scha
pen, geiten en llama’s grazen. Ook rond
Uit het Engelsch door
Jhr. R. H. G. NAHUYS
11.
te bekijken. Wilson liep langzaam deze
richting uit.
Bijl zijn nadering bemerkte hij tot
zijn voldoening, dat de man zijn over
jas los droeg en dat de zakken niet
van kleppen voorzien waren. Hij! liep
den man voorbij, bleef stilstaan, trad J chauffeur, wien te voren aangezegd was
tot bij het winkelvenster, en plaatste
zich ter linkerzijde vlak naast hem.
Evenwel slechts voor een oogenblik;
toen liep hij snel de straat op om een
politie-agent te zoeken.
Het geluk wilde, dat hij! er op den
hoek van de eerste de beste zijstraat
een tegen het lijf liep. In korte woor
den legde hij zijn geval uit. Hij had voor
een winkelvenster staan kijken, of gaf
dit althans voor. Een man had vlak
naast hem gestaan. H'ijl had op zijn hor- inwendig te lachen; in het begin kende
loge gekeken, gezien dat het tijd was
naar huis te gaan, zijn horloge weer
in zijn vestzak laten glijden, een laat-
sten blik op de uitstalling geworpen, en
zich vervolgens verwijderd. Om de een
of andere reden, waarvoor hiji zelf geen
verklaring wist te geven, had hij het
hoofd omgewend en gezien, dat de man
op verdachte wijtee iets in den zak van
zijn overjas stak. Hij had onmiddellijk
in zijn vestzak gevoeld; zijn horloge mogelijk mee, met verzoek dat de Vei-
was daar niet langer aanwezig. Het
horloge werd nauwkeurig door hem
beschreven.
Hij trof dat de agent een man was,
die geen tijd met praatjes verloren liet
gaan. Hij vergezelde Wilson terstond
naar de plek waar de zoogenaamde
zakkenrollerij gepleegd was. De niets
kwaads vermoedende bewaker had zich
eenigszins verplaatst, maar niet ver, en
Wilson wees hem aan.
Het eerstfr wat de man van de wet' waring houden, monsieur. Als de Vjea-als geestelijke.
raad weet. Hij liep evenwel niet ver
voorbij den hotelingang.
Wilson had dien blik over het trot
toir met de oogen gevolgd en dat af
gebrande eindje lucifer eveneens zien
liggen. Dit mocht op zichzelf niets om
zich over te verbazen opleveren, maar
deze lucifer verschilde van alle andere.
Hij was lichtgroen van kleur.
Tevreden dat hij het middel van ver
standhouding ontdekt had, trok Wilson
zich achter de draaiende deuren van|
het hotel terug. Hij voelde dat hij I
moest nadenken, en snel. Caryll was
reeds belangrijk over tijd, en kon nu
met reden ieder oogenblik verwacht 1
worden. Zich van den wachter buiten de
deur te ontslaan leek niet onmogelijk en
was zeer zeker wenschelijk, want hoe
wel Caryll niet in staat zou zijn zijn
aanwezigheid langen tijd geheim te hou
den, zou een uitstel hem tenminste een
voorsprong geven, waardoor hij het deze
er blijkbaar belang bij
hadden te weten wat h'ijl deed, lastig zou
kunnen maken.
Eensklaps kwam Wilson op eenschit
terend denkbeeld.' Reeds de stoutmoe
digheid daarvan alleen, trok hem aan,
deed hem verwachten, dat hij in staat
zou zijn het uit te voeren Hij nam zijn
horloge uit zijn vestzak en maakte het
van den ketting los. Het was een zeer
licht en plat uurwerk, van het type dat
gewoonfijk bij een avondkleeding ge
dragen wordt. Wilson verstopte net in
zijn hand, ging door de draaiende deu
ren. opnieuw naar buiten en liep over
het trottoir. Een snelle blik in het
rond en hij kreeg den bewaker in het
oog, die nu de uitstalling van een an
deren winkel dicht in de nabijheid stond
door
GERARD FAIRLIE
ligheidsdienst m!ij dekt en ik twijfel
niet of dit zal geschieden kan ik
dat op mijn eigen verantwoording ne
men. Wilt ge intusschen zoo goed zijn
mij uw naam en adres op te geven,
opdat ik mij met u in verbinding kan
stellen als het noodig is?”
Wilson voldeed aan het verzoek en
na in een naburig café eenige oogen-
blikken met den Commissaris getalmd
te hebben, reed hij in een taxi naar het
hotel terug.
Hij was zeer tevreden over zich zélï.
Met geringe moeite had hij iets ver
richt wat hem niet half zoo gemakke-
l'ijk toegeschenen had. Hij had zich nu
niet alleen van den bewaker weten te
ontdoen, maar dezen geplaatst in een
toestand waarin Caryll hem ieder
oogenblik een bezoek kon gaan bren
gen, ep misschien kon de man er toe
gebracht worden mee te deelen, wie zijn
lastgevers waren. Hoe meer Wilson er
over nadacht, des te behagelijker voel
de hij zich.
Hij kon niet nalaten met voldoening
te glimlachen. De dag was er een van
opwinding, van werkzaamheid geweest.
Voor de eerste maal sedert twee jaren
had hij iets te doen gehad, een doel
voor oogen, dat hem bezig hield en
waarbij een mensch zijn hersens gebrui
ken moest. En hij had er genot in ge-,
vonden; voor het eerst in die tw'ee ja
ren misschien, voelde hij zich gelukkig.
Hij was dankbaar dat hem het buiten
kansje geschonken was van die toeval
lige ontmoeting met zijn vriend Victor
Caryll, dat hij zich weer op den naar
„z.w uLMjuig Kuiiii'cn wt Men man opwekking leidenden weg der werk-
in ieder geval pen dag of twee in be- zaamheid bevond, zoowel lichamelijke
Z-W" - A Ia T T f A.1«11 A.
katoen, de dadel- en de cocospalm enz. De
kust is rijk aan zeevogels, dank zij de
vischrijkdom van de Pacific, en deze vogels
hebben Peru tot het bekende guanoland ge-1 boeiende en geestige vorm, waarvan hij het
maakt; de Hudson-stroom, de tegenhanger! geheim heeft, oogstte een luid applaus van
van de Golfstroom, maakt, dat, hoewel de een in flinken getale opgekomen publiek;
temperatuur hier mild is, het water er vrij
koud is. De visschers trekken er, evenals nog eens de dank van allen,
op het Titicaca-meer, op uit met booten en
zeilen van biezen! Spr. voert daarna zijn 1
hoorders naar Lima, de hoofdstad, in welks
kathedraal het gebeente van Pirarro rust,
een stad van veel weelde, waar echter ge
durende 3 maanden van het jaar de nevel
de baas is. Evenals in de meeste Zuid-
Amerikaansche steden treft men ook hier
aan een grootsch monument ter eere van
Simon Bolivar, de Venozelaan, die van uit
Venezuela de bevrijdingsoorlog van Zuid-
Amerika tegen de Spanjaarden begon, een
allermerkwaardigste figuur.
Ook in de kuststreken treft men Inca-
bouwwerken aan, maar terwijl ze op de
hoogvlakte van graniet zijn, het materiaal
daar beschikbaar, zijn ze in de kuststreken
van in de zon gedroogde klei. Op vele er
van zijn nog duidelijk de teekeningen waar
te nemen, een teeken dat het op dergelijke
plaatsen in duizend jaar niet geregend
heeft! Immers dat regen deze teekeningen
vernietigt, bewijst één plensbui in 1925 te
Trujillo gevallen, welke alle inscripties uit-
volking weinig eerbied voor wat herinnert achtige Inca-bouwwerken voorkwamen. Spr.
aan c1-J-,x---r._—
hoe leerlingen van een Mulo-school met hun
onderwijzer, die een oud Inca-bouwwerk be
zochten, de steenen cr an loswrikten en
in een ravijn wierpen.
Het Peruaansche gouvernement doet wei
nig voor de Indiaansche bevolking, die voor
2'/2 ct. per dag een slavenbestaan leidt in
dienst van de rijké hacienderos, en gedeci
meerd wordt door tallooze ziekten.
Het lastdier van Peru is de llama, het
eenige dier dat bestand is tegen de groote
temperatuursverschillen, welke soms in en-
dit is geen wonder, want rond 1500 en 1600, kele uren 60 C. bedragen! Nadat spr. nog
van een bezoek aan de Inca-vesting Titihu-
anaco had verteld, sprak hij over zijn tocht
naar het Amazonegebied met zijn oerwoud,
waarna hij vertelde van zijn reis van Cuzco
naar Arequipa, een der zonnigste steden ter
wereld, waar 364 dagen per jaar de zon
schijnt. Daarna kwam de woestenij der kust
streken aan de orde, waar plantenlooze
zandwoestijnen met hun sikkelduinen zich
over bijna oneindige gebieden uitstrekken.
Slechts daar waar de rivieren, gevoed door
de gletschers uit het hooggebergte zich baan
breken, zijn breede dalen, waar een rijkdom
van gewassen groeit, het suikerriet en de
1
l
NIEUWE SNEEKER COURk