'Uitgave: RIEZEBRINR Co.
Rirste blad
O
Vier Oudejaarsavonden
Voorwaarts,
ld
het nieuwe jaar
00
tegemoet
s
S
9
9
0
W
W
SU
S3
s
O
9
B
e
e
a
No. 26
Dinsdag 1 Januari 1935.
51e Jaar gang
Een reisje naar vier
werelóteden
l
oo
rrro
ccsa
z
Het begin un een nieuw jaar
wordt doof alle volken der
aarde gevitd met feestelijkhe
den, die on een interessanten
blik gunne\ op het cultuurle
ven der vetchillende landen.
Wij makenhieronder een reis
naar vier roote steden, als
ontvangst un het jaar 1935.
i
NIEUWE SNEEKER COURANT
De oude Aarde draait
Twaalf uur middernacht
door
R. L. VAN ENGELHARD.
1
Mevrouw
Koran
Yamano, «de
be-
Japan-
roemste
sche
teekcnares,
kunst,
Nieuw-
jaarswenschen
te schrijven.
OO
=J“
altijd
1^
O*®"
L1 n k ai
Met groteske maskers tracht men de boose
geesten van het oude jaar uit Ce slraU%
der Chlneeeehe stad te verdrijven,
De klok van de oude Segiura-kerk te
Stockholm luidt sedert eeuwen het
nieuwe jaar in.
ot
t-v
i
o
CZ3
LONDEN.
De Nieuwjaarsdag is in de EngelscMe
hoofdstad geen feestdag, geen Zondag. Van
daar reeds, dat de Oudejaarsnacht geen
eigenlijk volksfeest kan worden. Men ont
vangt veeleer het nieuwe jaar met waar
digheid en plechtstatigheid. De machtig®
klokken der kerken, die bijna den gehee-
wier verwezenlijking wij zelf nauwelijks
gelooven. En daarin ligt tevens de sleutel
tot het geheim: achter den wil staat het
vaste geloof aan het ware en echte, aan de
eindelijke zegepraal van het goede, aan de
ioekomst van ons vol';!
De Nieuwjaarsdag is de dag der goede
voornemens. Voornemens evenwel vergaan
als rook bij een windvlaag. Laat ons zor
gen, dat de voornemens, die wij thans het
nieuwe jaar indragen, in onze harten vast
groeien en ons de kracht geven, 1935 beter
te maken dan 1934, 1935 te maken tot een
recht gezegend jaar!
IlieronCor:
Iedere Amerikaan heeft het voorrecht, één
maal per jaar den president der Vereen.
Staten de hand te schudden, en duizenden
maken, gelijk men ziet, daarvan gebruik
bij het Nieuwjaarsbezoek aan het Witte
Huis te Washington.
On den
Twee Jr.paruche landlieden begroeten W
’ouwe jaar op de grens hunner bezittingen
met zandlooper en altijd-groenen bom»*
volgens de zeden der vado^oa.
„Die rimpel op haar voorhoofd was er
het vorig jaar nog niet”, denkt de man,
als hij even uit zijn krant opkijkt.
„Aan zijn slapen is zijn haar al grijs ge
worden”, denkt de vrouw en leest even
niet verder In haar roman.
Zwijgen ligt drukkend in de kamer. Het
schijnsel van de staande lamp valt op een
theetafel, waarop twee punchglazen, een
karaf, een schaal met koeken keurig staan
gerangschikt. Onaangeroerd.
De oogen der vrouw laten de inéénge
zonken gestalte in het schemerlicht tegen
over haar niet los. „Wat ziet hij er moede
uit geen wonder, den ganschen dag dat
werken, die verantwoordelijkheid, en
's avonds de vergaderingen, en tenslotte de
bittertafel. Maar hij zegt niets zou hij
gelukkig zijn?”
En ze wendt zich weer tot haar boek.
„Wat voor leven leidt zij eigenlijk?”
denkt de man en leest gedachteloos regel
na regel, zonder den zin te vatten. „Huis-
len avond opwekken tot de godsdienstoefe
ningen, zijn met stroo en lappen omwik-
keld, en luiden dof en somber het oude
jaar ter ruste. Klokke twaalf vallen deze
omhulsels en met frisch en helder geluid
begroeten de klokken nu het nieuwe jaar.
In de andere steden zijn het vooral de
groote restaurants, die tot openbare, weel
derige eh kostbare feestelijkheden noodi-
gen. Naast een overdadig souper met de
traditioneels gerechten bieden ze zeer
veel verrassingen, naast wijn en champag
ne, kleine uitvoeringen, cabarets, dansen
en het optreden van bekende artiesten, om
ten slotte gemeens<#appelijk, terwijl de
gasten elkaar de hand geven, te zingen:
Hallo, de oude aarde draait!
Als het rumoer van den Oudejaarsnacht
s verstorven, heeft 1934 afscheid genomes.
Een nieuw jaar schenkt ons twaalf nisu-
we maanden van nieuwe inspanning on
nieuw geloof. Nu liggen ss nog voor ons,
TOKIO.
De Oudejaarsnacht in de groote Japan-
sche stad vertoont weinig onderscheid met
het beeld, dat door Westersche steden
wordt geboden. Het Japan van heden legt
er een al te groote voorkeur voor aan den
dag, op de hoogte van den tijd te blijven.
Voor de groote hotels rijden de elegante
auto’s af en aan, waarin en waaruit de
schoone Japansche vrouwen in modern
toilet stappen, om na het officieele souper
de komst van het nieuwe jaar af te wach
ten. Maar verre van de Europeesch aan-
dpende stadswijk vindt men in menig huis
nog de Japansche dame, die in plechtig
ceremonieel met zwarte lak en sierlijk
penseel de traditioneele Nieuwjaarswen-
schen schrijft en teekent. Er zijn te Tokio
tal van scholen, waar jonge meisjes in
deze overoude kunst worden onderwezen.
Op het land worden nog met meer zorg
en eerbied de oude gebruiken in stand ge
houden. Wonderschoone symbolen spelen
een belangrijke rol: landbewoners, wier be
zit aan elkaar grenst, ontmoeten elkaar op
de grens hunner landerijen, planten een
boom, ter verzekering van de vruchtbaar
heid in het komende jaar, laten den ouden
zandlooper afloopen, en lezen de van oude
tijden overgeleverde zegenspreuken, om
dan langzaam en plechtig afscheid van el
kaar te nemen.
’t
iets
En
Als-ik
eens een gramofoonplaat meebracht, mis
schien dat ze dan weer lust kreeg...”
„Als hij maar niet ziek wordt”, denkt de
vrouw. „Ik zal hem voorstellen nu in den
winter nog acht dagen verlof te nemen en
naar Zwitserland te gaan. Alleen natuur
lijk. Vroeger skide hij toch zoo graag, en
als hij alleen is, kan hij eens echt uitrus
ten. Jk zal dan intusschen het huis schoon
maken, dan is alles vyeer opgekiia-pi als ulj
thuiskomt, zonder dat hij er iets van heeft
gemerkt.”
„Misschien moest ik me eens een paar
uur van ’t kantoor vrij maken en wat goe
de kleeren met haar koopen. Ik moet haar
ook eens zeggen, dat ze heel mooi is, nog
altijd. En v^ór alles, mag ik me niet la
ten ontmoedigen, als ze daar niet dadelijk
op ingaat ze zal zich niet dadelijk in
een andere situatie kunnen verplaatsen.”
Een klok laat een slag hooren. De vrouw
grijpt de karaf en vult de glazen. Ze houdt
aarzelend haar man haar glas voor.
„Frits?”
„Emmy?”
Een lichte blos vliegt over het voorhoofd
van den man. Een punchglas valt om.
„Maar Frits, mijn beste tafelkleed!"
Een man rent de kamer uit en oea
vrouw zit weenend in haar stoel, als de
twaalfde klokslag nog natrilt door de groo
te kamer.
liet nieuwe jaar is begonnen.
Het laatste uur‘van een jaar te
veel te kort.
houden, keuken, kransjes, verjaardagen in
de familie dat is toch geen leven! Zou
ze werkelijk geen behoefte hebben aan iets
anders?”
„Een van ons moest beginnen", denkt de
vrouw, die al lang geen bladzijde meer
heeft omgeslagen. „Maar het begin is zoo
moeilijk. Men durft niet, natuurlijk niet.
Jaren achtereen is het zoo gegaan. Een’
verbaasde blik, een koele terugwijzing
men zou het niet dulden!”
„Ik zou kunnen beginnen", denkt hij,
„misschien zou het met kleinigheden al
gaan. Ik zal voortaan werkelijk even op
bellen, als ik van mijn kantoor ga, dat ze
geen moeilijkheden heeft met het eten. Ik
zou haar ook ’s een paar bloemen kunnen
meebrengen, en den volgenden Zondag zal
PARIJS.
De eigenlijke Prrijzenaar waagt zich in
den Oudejaarsnacht niet op de rumoerige
straat, die toebehoort aan de artiesten, de
jeugd en de vreemdelingen. Hij gaat
niet naar de artiestencafé’s en de kroegen,
maar naar de kerk. In dezen nacht moeten
dikwijls twee godsdienstoefeningen na el
kaar worden gehouden. Hoogstens neemt
hij nog deel aan een der vele weldadig-
heidsbijeenkomsten, die een kenmerk zijn
van den Oudejaarsnacht: op de straathoe-^
ken worden uit reusachtige ketels armen
en kinderen gespijzigd, speelgoed en koek
worden uitgedeeld.
Overigens heeft de Parijsche burger an
dere zorgen. De Nieuwjaarsdag beteekent
voor hem een geweldige inspanning: de
eindeloos vele bezoeken. Hij mag van ge
luk spreken, als hij getrouwd is. De vrij
gezel moet, om zijn dankbaarheid te too-
nen voor de vele uitnoodigingen in het af-
geloopen jaar, aan alle families bloemen
sturen, een vrij kostbare liefhebberij. Maar
ook zonder die bloemen zijn de bezoeken
een bezoeking.
Intuschen zijn de straten gevuld met het
lawaai van vuurpijlen en zevenklappers,
overdekt met confetti en serpentines en
vol met een golvende mensehenmenigte.
wezenloos en onvervuld. En ieder van ons
krijgt de kans en de taak, ze naar zijn
beste inzleht en geweten ta gebruiken,
met mretting van alle krachten te vullen
met daden en werk, zoodat men, wanneer
ook ÉQ eens naar hun einde zijn gespoed,
I .net beschaamd moet vaststellen: hc-weel
hebt ge verwacht, hoeveel hebt ge u voor
genomen en hoeveel heb ge verzuimd,
'oordat gjs door w eigen schuld zwtk rijt
eweest, als kracht van u werd vereischt.
Het te aas, menechen, nu eenmaal
t een gevwcate U höp«B es ai
j aarsmorgen ontvangt, kan
men zijn aanzien, crediet-
waardigheid, maatschappe
lijke positie afmeten.
En terwijl het volk op de
straten een groot verbroede
ringsfeest viert, voor alle
zekerheid zijn kerken en bi
oscopen gesloten! klin
ken in het negerkwartier de
oeroude, plechtige liederen, die onder den
Afrikaansehen hem^l ontstonden
In uitgelatenheid zoekt men de zorgen en
zonden van een voorbijgegaan jaar to ver
geten.
geeft aan jonge
dames les in de
wachten. Het was vooral de tijd, kort na
den oorlog met zijn alles vernietigende da
ling van alle krachten en waarden, die
ons er steeds meer toe bracht, het heil als
van buiten komend te verwachten en de
handen ontmoedigd in den schoot te leg
gen, wanneer het geluk ons niet als een
gebraden hoen in den mond kwam vliegen.
Slechts de eigen kracht echter, de on
overwinnelijke energie, de vaste wil, voor
waarts en opwaarts te gaan, kan ons hel
pen te overwinnen. Het is deze wil, die de
zoogenaamde „wonderen"-wenkt, die wij
wel gaarne hopen en droomen, maar aan
NEW-YORK.
In de verschillende ilubs komen de bui-
tenlandsche kolonies amen, om het slaan
van middernacht aanhet eind van den
Oudejaarsavond met pinch en gebak te
vieren. Men doet ongtwijfeld verstandig,
wanneer men op dezn avond wegblijft
van de straten, die ovral zijn van een on-
beschrijfefij':e drukte e lawaai. Wel wordt
steeds beweerd, dat Oudejaarsavond
van geen beteekenis ii in vergelijking tot
den Kerstnacht. Maar jat heeft voorname
lijk betrekking op de geschenken. Als
volksfeest, dat op de apnue's en op Broad
way zich afspeelt, ié e Oudejaarsnacht
slechts te vergelijken net den Dinsdag
van het carnaval.
De groote zakc -gebowen aan de hoofd
verkeersstraten, de yikenl.ra' kers met
hun pyramiden van visters, stralen in
een helder licht. Gelukig prijst hij zich,
die daarboven zijn kntoorlokalen heeft
e,y niet op aangewzen is, zich in de
overvolle straten te .ten platdrukken.
Maar ook zij, die dasboven uit de ven
sters hangen, groeten,venken, zwaaien,
lachen, en hebben een dicht te vervullen:
weken tevoren verzamt men den inhoud
van de papiermanden, n laat de loopjon
gens al de envcloppei^n drukwerken in
kleine stukjes jcheuii. Onophoudelijk
daalt een papierregen leer op de menigte
op straat. En het is got, beweren ingewij
den, dat de jaarrekeninin in Amerika niet
pas né. 1 Januari woicn verzonden. Op
deze manier heeft men;!',hans de beschik
king over een voldocncn voorraad paper.
In de huisgezinnen prdt de avond ge
woonlijk rustiger doorihracht. Do. meeste
leden van het gezin zijdruk aan 't schrij
ven van de traditionee gelukwenschen,
waaraan men groote beekenis toekent en
aan welker verzorgingde drukkers hun
uiterste kune's bested^ Aan het aantal
Nieuwjaarsv.enschen, <t m op Nieuw-
ik haar voorstellen, samen naar haar moe
der te gaan. Die paar ureq, zal ik de oude
vrouw wel kunnen verdragen. Maar als ze
dan weer zoo’n spottend gezicht zet ze
is toch wel verschrikkelijk verbitterd!”
„Morgen zal ik hem .vragen, meneer van
Lenden mee te brengen aan ’t eten. Die zal
toch wel niet zoo afschuwelijk zijn als ik
’t me verbeeld, en mijn man mag hem zoo
graag lijden”, overlegt de vrouw. „En waar
heb ik toch het kookboek van zijn moeder
gelaten? Ik geloof, dat ’t in de keukenkast
ligt. Ik zou toch wel ’s iets daaruit kunnen
klaarmaken. Misschien heeft ze werkelijk
beter gekookt dan ik. En als hij er nu een
maal meer van houdt... Hij moet toch wer
kelijk ook een nieuwe kamerjapon heb
ben
„Eigenlijk zou het genoeg zijn, als ik
ééns in de week naar de club ging”, denkt
de man. Eerlijk gezegd, is ’t daar toch ook
zoo interessant niet. En misschien is
’s avonds thuis wel gezellig, als ik
voorlees, wat haar ook interesseert,
piano spelen doet ze nooit meer.