annex SNEEKER COURANT (78e Jaargang) Uit onze Raadzaal. 11 No. 48 Berste Riad ültgave KIEZER RINK Co. Woensdag 30 Maart 1935 51e Jaargang Dit No. bestaat uit 2 bkden. 1 OFFICIEEL GEDEELTE. NIEUWSTIJDINGEN. ons hetzelfde \houder van die instelling. (Bijlage 35f dossierno. 208). t - HINDERWET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SNEEK maken bekend: dat tér secretarie ter inzage ligt een verzoek mtet bijlagen van S. DIJKSTRA, aldaar, om vergunning tot het oprichtten van een Vernikkel- en verchroominrichting met een moffeloven in het gebouw Parkstraat no. 13, kadastraal bekendge meente Sneek, Sectie A no. 2786, waar in geplaatst zal worden een ruwolie- motor van 9 P.K- voor .het in werking bréngen van twee slijpkoppen en van drife dynamo’s, één voor het vternikkeL bad, één voor hét verchroombad len één ten behote^e van de verlichting; dat op Woepsdag 3 April 1935, Hes middags te 12 uur, ten gemeentehuize al daar gelegenheid zal worden gegeven om tegen het verzoek bezwaren in te bren gen en deze mondeling en schriftelijk toe te ichten en dat zowel de verzoeker, als zij die bezwaren hebben in te brengen, gedu rende drie dagen voor evengemeld tijdstip ter secretarie, in de gewone bureau-uren, van de ter zake ingekomen bescheiden ken nis kunnen nemen. De aandacht wordt er inzonderheid op gevestigd, dat, volgens de heersende op vatting, slechts tot hoger beroep gerech tigd zijn zij, die voor het Gemeentebestuur jf een of meer zijner leden zijn verschenen, en einde hun bezwaren mondeling toe te ichten. SNEEK, 20 Maart 1935. verhoging van de huur voor dat gebouw. (Bijlage 39; dossierno. 1.85). Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nr. De heer Boeijenga zegt dat zijn fractie tegen dit voorstel zal stemmen; bij de vroegere beraadslagingen over deze zaak is al voldoende gebleken hoe wij principieel tegenover deze kwestie staan en wij wensen ons standpunt dus nu slechts te motiveren met te herhalen, dat naar onze mening op dit gebied de gemeenschap geen taak heeft. De heer Blok zegt dat in dit voorstel enige concurrentievrees zit, want als deze vergroting niet plaats heeft, zou men in Gaas- terland ook een dergelijke inrichting krijgen. Men moet echter in dit opzicht ook geen muren oprichten tussen Qaasterland en Sneek, al is het dan geen Chinese muur. Wij hebben hier meer dan genoeg aan wat wij bezitten. Men begint met zo iets voor te stellen of het maar een kleinigheid is, het kost niet yeel, maar als men het eenmaal heeft, gaat het al maar1 omhoog, in dit geval v; n kwaad tot erger, en daarom hebben wij geen vergroting nocig; de heren moeten zich maar vermaken met dit gebouw voor 40 gasten en als er meer komen, gaan ze maar naar Gaasterla ad, daar is het ook wel aardig, en zij kunnen zich daar dan op hin wijze vermaken. Het voorste, van B. en W. komt in stemming. Voor stemm ;n de leden Zuiderbaan, Maseland, Van der Veen, Sijtema, Hoge'een, De Groot, Hoekstra en Siemensma. Tegen stemrien de leden Blok, Dokkum, Oppenhuizen, Potma, Boeijenga en Sreeuwsma. Dit voorstel is dus aangenomen met 8 tegen 6 stemmen. Punt VIII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot afgraving van het perceel weiland, kadastraal bekend gemeente Sneek, sectie A, no. 37, gelegen bij de Franeker- vaart en tot ophoging van de bouwterreinen bij de Bols- warderweg. (Bijlage 40; dossierno. 1.836.1). Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nr. De heer Hoekstra acht, hoe gaarne hij de werklozen weer aan de arbeid ziet, de keuze van B. en W. niet gelukkig. Alle percelen om d t stuk land liggen hoog boven de waterspiegel, alleen 2 pdm. ligt een halve meter lager en dat perceel is in kwaliteit zeer achteruit gegaan; hetzelfde dreigt hier met het voorgestelde terrein te gebeuren. De percelen liggen nu alle even hoog, hebben een schitterende kwaliteit en het grasbestand is zeer goed; die kwaliteit zal sterk achteruit gaan voor het betrokken perceel en het grondwater zal nu naar dit lage stuk lopen, het zal c rassig land worden. Laten B. en W. eens omzien of zij voor afgraving geen geschikter terrein hebben. Bij de woning van Groninger aan de Franekervaart liggen 2 pdm. opgespoten land, dat kan hiervoor gebruikt en ook bij de Houke- sloot ligt zulk land. Spr. acht het voorgestelde kapitaalvernie tiging en zou een commissie van onderzoek wensen. De heer Va a de r Vee n kan zich wel met dit voorstel ver enigen; er is ook een advies van den deskundige der gemeente bij, dus het za wel in orde zijn. Spr. is echter opgevallen dat nergens gesproken wordt van een basis uurloon, zoals dat tot nog toe gebeurde. Zal voor dit werk hetzelfde basisloon gelden als bij de werkverschaffing „verlenging wandelweg”? Daar is nog al enige malen geklaagd over de berekening, nl. dat als men eens een week er alles opzette en zeer hard werkte, men toch nog minder beurde dan in weken met 13 a 14 uren regenverlet. Spr. zou willen dat men dit hier trachtte te voor komen en men ongeveer berekende wat men gemiddeld kon halen, terwijl als er eens extra hard wordt gewerkt, de werk lozen dan ook een paar centen meer krijgen dan anders. De heer Blok zegt dat de deskundige der gemeente er anders over denkt dan de deskundige heer Hoekstra; spr. laat zich dus over de door den heer Hoekstra aangesneden kwestie niet uit. Heeft men echter ook een poging gedaan, dit werk in het vrije bedrijf te doen uitvoeren; als men dat altijd uitschakelt, zien die ondernemers hun materiaal verworden en hebben ze geen emplooi en dat acht spr. verkeerd. Hebben B. en W. ook eens gedacht aan een mogelijkheid de vrije bedrijven in te schakelen? Spr. acht dat inderdaad mogelijk; het zou echter kunnen afstuiten op een andere mening in dezen-in Den Haag, waar men inzake werkverschaffing samenwerkt met de Heide-» maatschappij. Toch zou men ’t kunnen proberen. Het is goed dat men zoveel mogelijk arbeiders tracht aan het werk te zetten, maar de ondernemers in het vrije bedrijf kunnen niet aldoor op een houtje bijten. Spr. gelooft dat men door van de deskundigheid dezer ondernemers te profiteren, misschien zelf goedkoper uitkomt, en ook ten opzichte der lonen zouden de werklozen zelfs beter af kunnen zijn. Als men liet inschrijven zou men betere basis krijgen dan door dit werk in werkverschaffing zonder meer uit te geven. Overigens juicht spr. het toe dat men dergelijke werkobjecten zoekt; alleen merkt spr op dat, als men deze herfst geen andere werk objecten zou hebben, het feitelijk beter zou zijn dit werk dan te doen uitvoeren, omdat het land nu vrucht draagt. De Voorz.: Onze eigen deskundige hebben we naar zijn mening gevraagd betreffende het afgraven van dit land, trou wens er zitten ook hier mensen, die hoewel niet absoluut des kundig, zich toch een gezond Oordeel kunnen vormen over een dergelijke landkwestie. Wat de uurlonen betreft, men zal trachten dit in werkver schaffing gedaan te krijgen, maar dan schrijft den Haag ons die lonen voor, en die kunnen wij dus thans nog niet noemen. Bij ons zijn nooit klachten inzake de lonen bij de werkverschaf fing bij de wandelweg ingekomen, alleen in den beginne waren er moeilijkheden en die zijn opgelost. Wat het werken met het particulier bedrijf betreft, we had den het plan de weg naar het paviljoen aan te leggen en heb ben alle mogelijke moeite gedaan, het particulier bedrijf daar bij te betrekken; dat gaf aanleiding tot veel geschrijf en he‘ resultaat was dat de minister zijn goedkeuring niet gaf. Het was zelfs al aanbesteed! De heer Maseland heeft niet de pretentie deskundige op het gebied van land te zijn, maar meent wel te zeil te mogen gaan op het advies van onzen deskundige, dien spr. zeer be- Tot heden is bij het Crisis-Comité B nog geen bericht ont vangen omtrent de regeling 1935, noch bestaat er zekerheid omtrent de reeds in December 1934 in uitzicht gestelde extra hulp voor dekking en kleding uit de door de regering beschik baar gestelde f 2.000.000. Was eerst het wachten op aanneming van de begroting van Sociale Zaken door de le Kamer, wat op 28 Februari geschiedde, thans is de grootste helft van Maart reeds verstreken en nog is niets officieel bekend, terwijl een paar honderd aanvragen om extra hulp dringerd op afdoening wachten. Bestaat er bezwaar dat door de gemeente aan Comité B f 1000.voorschot wordt verleend, opdat spoedig, liefst de week van 1823 Maart, aan de aanvragen enigszins kan worden voldaan? Volksonderwijs afd. Sneek. Gisteravond hield de afd. Sneek van Volks onderwijs een feestelijke openbare vergadering in de „Harmonie”, waar als spr. optrad de heer Th. J. Thijssen, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, terwijl vervolgens nog een tooneelstuk werd opgevoerd. De heer mr. P. C. Andreae opende de bijeen komst met een hartelijk welkomstwoord tot de aanwezigen en’verheugde zich er over, dat de zaal zoo goed bezet was. In deze tijden van zorg worden de geestelijke waarden, zooals de Openbare School, wel eens verwaarloosd en wij meenen dat een tooneelvoorstelling wel geschikt is om de zorgen een oogenblik te helpen ver geten. En niet het minst is van groote beteekenis het optreden van den heer Theo Thijssen, wiens rede over dit onderwerp stellig interessant zal worden. Hierop werden de namen genoemd van ver schillende gevers, die voor de loterij geschenken beschikbaar hadden gesteld. Na deze korte inleiding ving de heer Thijssen aan met de behandeling van zijn onderwerp. Ik heb op mij genomen om vanavond te spre ken over het wezen van het klassikaal onder wijs, begon spr. Dit werd vroeger en wordt nog steeds door tegenstanders aangevallen en men heeft al eenige keeren zijn dood voorspeld. Toch wil ik het met u bespreken. Niet de karikatuur, niet het primitieve uit den oertijd, maar zooals het in de laatste 125 jaar is gegroeid. Over schoolhervormingen heerscht bij velen een tast baar misverstand. Men denkt dat zulk een pro ces zich sprongsgewijze voltrekt, dat men proe ven neemt en dan de ontwikkeling door geslaag de experimenten wordt geleid en bepaald. De schoolhervorming is echter zoo intens verweven met de maatschappij, dat men een groote her vorming alleen maar kan verwachten wanneer ook de maatschappij zelf sprongsgewijze ver andert, dus in een revolutionaire periode. De idee van het klassikale onderwijs werd na de Fransche Revolutie gepresenteerd door den be kenden paedagoog Pestalozzi. Toen werd in de ■anders georganiseerde maatschappij ook in ons land het klassikale onderwijs geboren. De wet verklaarde dat een school in drie klassen ver deeld moest zijn, waarin gelijktijdig onderwijs zou plaats vinden. In enkele jaren is daarop het klassikaal onderwijs ingevoerd en heeft de oude manier van hoofdelijk onderwijs verdrongen. De oude leerkrachten, die les gaven volgens het vroegere systeem, werden gedwongen nieuwe methoden in toepassing te brengen. De idee van Pestalozzi stoelde op het groote beginsel van gelijkberechtiging, om aan ieder mensch dezelf de kansen en mogelijkheden te bieden. Natuur lijk dient men dit principe van gelijkheid niet te verwarren met uniformiteit. Pestalozzi ontwierp een stelsel, dat als de paedagogische weergave van deze rechten kan gelden. Geef mij de ergste zwervers, zegt hij, ik zal ze onderwijs geven en u aantoonen, dat zich onder hen zoowel ministers als bruikbare handwerkslieden kunnen bevinden. Het beginsel van de gelijkheid is de groote idéé van Pesta lozzi. Vóór de Fransche Revolutie kreeg slechts een deel van de jeugd waarlijk onderwijs, eerst daarna kwam het volksonderwijs in de eigenlijke zin. Men moest er een massa-zaak van maken. De kunst om hiertoe te geraken was de taak van het klassikaal onderwijs. De school, welke dateert uit het tijdperk vóór de Fransche Revo lutie, kende ook wel een groot aantal kinderen, maar het succes bleef beperkt tot de uitzonde ringen. Het klassikaal ond?rw;js bracht tl entegen succes voor alle-:. N he* oordeel var De voordracht vindt men in ons vorig nr. De heer H. J. Haytink wordt met alg. (14) st. benoemd. Punt IV. Voorstel van Burgemeester en Wethouders om over te gaan tot de benoeming van 4 leden der schattings- commissie voor de Rijksinkomstenbelasting. (Bijlage 36; dossierno. 1.714.521-4). Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nr. De heren F. Blok, Th. F. Brouwer, P. Th. Potma en U. Sijtema worden resp. met 11, 11, 11 en 10 st. benoemd. Punt V. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het raadsbesluit van 25 Februari 1935, no. 5, houdende een nieuwe regeling van de bezoldiging van het gemeente-personeel. (Bijlage 37; dossierno. X 08.741 (14)). Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nr. De heer Blok vindt het w;l een beetje vlug, dat B. en W. met een wijzigingsvoorstel op een zo kort gekden genomen raadsbesluit komen. Ook de motieven van B. en W. zijn wat naïef, want zij betwijfelen of het genomen raadsbesluit 's raads mening wel juist weergeeft. B. en W. zeggen, dat ze wei eerbied voor het besluit hebben in zoverre geen verhoging moet ge geven; de vorige keer zeiden ze dat de raad daarop geen kijk had, dat is dus al enige vooruitgang. Maar welke reden hebben 13. en W. te veronderstellen, dat ’s raads mening niet juist is weergegeven door ’s raads besluit. Het is best mogelijk, dat B. en W. kennis hebben genomen van de mening van raadsleden, die zich de vorige keer bij de stemming zouden kunnen hebben vergist, maar dan mocht dat toch wel uit het advies blijken, want zoals dat advies thans luidt, getuigt het toch wel van weinig eerbied voor ’s raads beslissingen. De heer S ij t e m a heeft de vorige raadszitting gezegd, dat bij de salarisvoorstellen van E. en W. «iet uitsluitend het oog gericht was op de functies zelf, maar ook op de personen, welke tegenwoordig bepaalde functies uitoefenen. Spr. is nu weer in die mening versterkt, nu zij weer er van spreken, dat het niet in ’s raads bedoeling kan hebben gelegen de betrokken tegen woordige functionarissen in salaris te verlagen. In de vorige vergadering is op voorstel vai B. en W. zelf het salaris van den commies verlaagd, en de raad sprak daarbij slechts uit dat hij een functie tussen commies en hoofdcommies nl. van commies-chef niet wenste; omdat een commies als zodanig met leiding belast mag worden en daarvoor dus geen recht op een extra beloning heeft. Acht men de beloning van den commies te laag, dan had dit de vorige keer uit het voorstel van B. en W. moeten blijken. Als in de beloning voor die rang verlaging is gekomen, dan is dat geschied op voorstel van B. en W. zelf, de raad wilde alleen de tussenfunctie niet. In de voorvorige vergadering is voorgesteld een persoonlijke toelage te geven aan den hoofdcommies omdat hij den secretaris vervangt. In de daarop volgende vergadering hebben B. en W. getracht die toelage om te zetten in salarisverhoging, doch de raad heeft dat niet geaccepteerd en alleen voor den betrokkene hetzelfde bedrag als persoonlijke toelage gehandhaafd. Nu wordt opnieuw getracht twee voorstellen, in de vorige vergadering aangenomen, te wijzigen. Spr. noemt dat taai en het getuigt niet van eerbied voor ’s raads beslissingen, waarop B. en W. zich vroeger wel eens hebben beroepen. De V o z.: Het D. B. heeft met zijn voorstellen in de vorige vergadering behandeld, zoveel mogelijk de billijkheid willen be trachten bij de salarisregeling. De raad besloot toen geen chef- commies aan te stellen; het salaris van commies werd verlaagd en de hoofdcommies kreeg ook een lager salaris, alleen met een persoonlijke toelage. Het'S. B. heeft, daarna de zaak nog eens besproken en het kwam dat college voor dat de billijkheid thans niet in alle opzichten was betracht, zoals wij dat wel wilden. Als de tegenwoordige hoofdcommies door een ander persoon zou worden vervangen, zou deze nieuwe titularis niet die persoonlijke toelage hebben en ook meenden wij dat de leider van een afdeling, de chef-commies, ook een billijke be loning voor die leiding moest hebben. Als de tegenwoordige functionarissen heengaan, moet men ook weer personen kunnen krijgen, die op deze posten kunnen worden vertrouwd, en om dat wij meenden, dat de raad deze onbillijkheid zou inzien, heb ben wij nu dit voorstel gedaan. De heer Van der Veen heeft een enigszins andere mening dan de vorige keer, nl. met betrekking tot punt a. van het voor stel van B. en W. Daarmee zou spr. nu accoord kunnen gaan; met punt b. niet, want als dat maximum salaris op f3800 werd vastgesteld, zou dat door de persoonlijke toelage voor deze functionaris f 4000 worden, dat acht spr. niet gewenst. De heer Dokkum: Er waren de vorige vergadering 2 voorstellen, een van den heer Sijtema err een van spr.; dat van den heer Sijtema was van de verste strekking en het is aan genomen, doch spr. heeft tegen gestemd; nu B. en W. voor stellen wat spr. eigenlijk destijds voorstelde, zal het niet be hoeven te verwonderen, dat spr. daarmee mee gaat. De heer S ij t e m a: Als B. en W. inderdaad van mening zijn, dat de commies, die leiding geeft, te laag gesalarieerd wordt, sluit dit voor mij in, dat de rang commies te laag gesalarieerd wordt, omdat men van een commies leiding verwachten mag. Spr. stelt daaroiï! voor, het salaris van den commies te ver hogen en vast te stellen op f2600f3000. De Voorz. acht dit niet juist; niet iedere commies is in staat leiding te geven. Het voorstel-Sijtema betreffende het salaris van den commies komt in stemming. Voor stemmen de leden Van der Veen, Sijtema en De Groot. Tegen stemmen de leden Oppenhuizen, Potma, Boeijenga, Breeuwsma, Zuiderbaan, Maseland, Blok, Hogeveen, Dokkum, Hoekstra en Siemensma. Dit voorstel is dus verworpen met 11 tegen 3 st. Nu is aan de orde de stemming over het voorstel van B. en W. Eerst wordt gestemd over punt a. Voor stemmen de leden Hogeveen, De Groot, Dokkum, Sie mensma, Oppenhuizen, Potma, Boeijenga, Breeuwsma, Zuider baan, Maseland en Van der Veen. Tegen stemmen de leden Blok, Sijtema en Hoekstra. Dit punt is dus aangenomen met 11 tegen 3 st. Nu wordt gestemd over punt b. Voor stemmen de leden Hogeveen, Dokkum, Siemensma, Oppenhuizen, Potma, Boeijenga, Breeuwsma, Zuiderbaan en Maseland. Tegen stemmen de leden Sijtema, De Groot, Hoekstra, Van der Veen en Blok. Met 9 tegen 5 st. is dit punt dus aangenomen. Het voorstel van B. en W. is dus in zijn geheel aangenomen. Punt VI. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de verordening op de gemeentelijke arbeids beurs. (Bijlage 25; dossierno. 1.839.6). Nader voorstel van Burgemeester en Wethouders be treffende wijziging van de verordening op de gemeente lijke arbeidsbeurs. (Bijlage 38; dossierno. 1.839.6). Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nr. Z. h. s. conform besloten. Punt VII. Voorstel van Burgemeester c Wethouders tot vergroting van de jeugdherberg aan de Ijlster kade en tot hl VERGADERING van de RAAD der gemeente SNEEK op MAANDAG 18 MAART 1935, 's avonds 7’A uur. Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester. Secretaris de heer P. Sikkes. Aanwezig 14 leden. Afwezig de heer A. Smeding (m. k.). Na de opening vraagt en verkrijgt de heer Van der Veen verlof om na behandeling der agenda de volgende vragen tot B. en W. te mogen richten: 2. Cokesverstrekking Werklozen. Hebben Burgemeester en Wethouders kennis genomen van de algemene klacht van de werklozen aan wie cokes wordt verstrekt, nl. dat de de laatste weken verstrekte cokes onge schikt is voor gewone kachels; afmeting en hoedanigheid be moeilijkt aanzetten en aanhouden van kachels, temeer als men niet de beschikking hteft over aanvullende brandstof, zoals de genoemden. Kan voor de enkele weken die nog resten voor deze brandstofverstrekking, geen betere cokes worden verstrekt? Aan de orde is: Punt I. Notulen van de vergadering van 21 Januari 1935. Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld. Punt II. Ingekomen stukken: a. Verslagen van de in 1934 aan de o. 1. scholen ge houden schoolvergaderingen. (1.851.2.02.91 A). Deze verslagen worden voor kennisgeving aangenomen. b. Verslag van de Commissie van toezicht op het mid delbaar onderwijs over 1934. (1.851.3.02.98). Dit verslag wordt voor kennisgeving aangenomen. c. Verslag van de Vereniging „Sneeker Ambachts school” over 1934. (1.851.36.02.98). Alsvoren. d. Verslag van de handelscursus der Vereniging „Mid denstand” over 1934. (1.851.35.02.98). Alsvoren. e. Verslag van het Centraal Drankweercomité over 1934. (1.761.1). Alsvoren. Staat van door Regenten van het Old Burger Wees huis ter verpleging opgenomen wezen, op 4 Maart 1935. (1.842.73). Deze staat wordt voor kennisgeving aangenomen. g. Adres van het bestuur van de Bond van bedrijfs- autohouders in Nederland, houdende verzoek een veror dening in het leven te roepen nopens de uitoefening van het autoverhikirbedrijf. (1.811.122). Dit adres wordt gesteld in handen van B. en W. om advies. h. Adres van H. de Vries en andere bij de eierhandel betrokken neringdoenden te Sneek, houdende verzoek beperkende bepalingen in het leven te roepen betreffende het venten met eieren door elders wonende eierhandelaren. (1.824.518.24). B. en W. stellen voor afwijzend op het verzoek te beschikken. De heer D o k k u m is door dit voorstel niet geheel bevredigd. Spr. kan zich indenken dat men termen aanwezig acht afwijzend te beschikken, maar irf den regel is het toch gewoonte dat eerst prae-advies uitgebracht wordt, terwijl B. en W. nu geen enkel motief voor de afwijzing geven. Spr. stelt voor dit adres in handen van B. en W. te stellen om advies en dat B. en W. dan deze zaak op wat breder basis dan dit adres zullen zien. We hebben hier een verordening op het staangeld voor stand plaatsen op de markt en B. en W. kunnen overwegen of deze in verband met de tijdsomstandigheden ook dient gewijzigd of dat andere maatregelen dienen genomen. Spr. verzoekt dat B. en W. het adres in deze geest zullen onderzoeken. De Voorz. geeft toe dat het advies van B. en W. kort luidt, doch het is toch wel overwogen. Er zijn hier ook groot handelaren in eieren. Als wij een Chinese muur om Sneek trekken, wil men daarbuiten straks ook niets uit Sneek hebben, daaraan dient men te denken. De landen onderling leveren al het voorbeeld van die verkeerde politiek. Men moet ook in de toekomst zien hoe de uitwerking van een dergelijke maatregel zou zijn. Spr. verwacht bij het stellen van dit adres in handen van dit college geen ander advies dan nu voorligt. De heer Dokkum zegt dat de Voorz., door te spreken van een Chinese muur, blijkbaar een absoluut verbod op het oog heeft, terwijl dit adres slechts vraagt om beperkende bepalingen. Spr. geeft er de voorkeur aan nu niet over deze zaak te dis cussiëren, doch het nader advies van B. en W. af te wachten. Het wil spr. voorkomen dat deze zaak belangrijk genoeg is om B. en W. beleefd om een dergelijk'advies te verzoeken. De heer Blok: De heer Dokkum is zo vaak bereid mijn voorstellen te steunen, dat ik het nu gaarne het zijne doe. De heer Zuiderbaan zegt, dat hier vroeger al eens een dergelijk verzoek van de vishandelaren is geweest en even eens door de raad afgewezen en daarom meenden B. en W. ook ditmaal eenvoudig met een voorstel tot afwijzing te kunnen komen. Spr. heeft echter niets tegen een prae-advies. De heer Maseland: Inderdaad heeft het motief, dat de raad op een ander soortgelijk verzoek afwijzend heeft beschikt, gegolden om nu dit voorstel te doen, omdat het adres weer een incidentele beslissing vraagt inzake een bepaalde materie. Spr. voelt voor dergelijke incidentele beslissingen niets. Als de heer Dokkum echter vraagt de kwestie der ongebrei delde concurrentie door niet-ingezetenen aan ingezetenen aan gedaan, eens in den brede te onderzoeken, dan zou spr., voorop stellend dat een regeling in dezen door de gemeente te treffen veel haken en ogen heeft, een dergelijke zaak toch zeker van genoegzaam belang achten om haar eens in haar geheel te bekijken. En daarom zal spr. gaarne accoord gaan mei het voorstel van den heer Dokkum. De Voorz.: Wanneer de raad met het idee van den heer Dokkum accoord gaat, hoop ik, dat de wethouders hun licht zullen ontsteken als deze zaak weer aan de orde komt. Alsnu wordt z. h. s. besloten het adres om prae-advies in Linden van B. en W. te stellen. Punt III. Voordracht van Regenten van het Old Burger Pestalozzi moest men kinderen van ongeveer j W' eeshuis voor de herbenoeming van den secretaris-boek- dezelfde leeftijd bijeen brengen en hetzelfde \houder van die instelling. (Bijlage 35dossierno. 208). Doch wij zijn afhankelijk van den minister, die dit deel van zijn werk overdraagt aan de Heidemaatschappij. Wij zullen dus, voor zover ons, mogelijk is, waken voor de belangen der tewerk gestelden. Wij hebben bij de weg naar het paviljoen getracht ee ernstige proef met het vrije bedrijf te nemen, doch de minister keurde de aanbesteding niet goed, en spr. ziet geen heil in verdere pogingen in dezen, gegeven de omstandigheden waar onder dat ministerieel besluit viel, en al hoe gaarne wij het vrije bedrijf ook willen helpen. De heer Sijtema wil zich niet als deskundige opwerper, maar meent dat het wat gevaarlijk is de opmerking van de heer Hoekstra maar in de wind te slaan. Als hier land/wordt kwaam acht. En deze vindt dat het land er beter van wordt. Als* men hier nu weer een commissie van deskundigen la-' optreden, zal dat meer kosten en het is de vraag of men er verder mee komt. Spr. hecht voldoende waarde aan de menin- van onzen betrokken ambtenaar De zaak der lonen heeft onze volle aandacht, wij zullen, wil spr. hier wel verklaren, steeds op de bres staan voor de belangen onzer werklozen en deze zo goed behartigen als NIEUWE SNEEKER COURANT i f 1Crisiscomité B. mogelijk is.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1935 | | pagina 1