annex SNEEKER COURANT (79e Jaargang)
Uit onze Raadzaal.
B?e Jaargang
Zaterdag 9 November 1935
Uitgave KIEZEBRINK Co.
|o. 12 Eerste Blad
Dit No. bestaat uit 3 bladen.
n
i
NIEUWSTIJDINGEN.
I
i)
a.
b.
P. VAN DER VEEN.
SNEEK, 15 October 1935.
Aan de Gemeenteraad.
De heer A. P. Lankhorst te Heerenveen, eigenaar van
B. en W. bieden de Raad o. a. de volgende voorsteen
aan:
No. X 07.351.11(71).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot aankoop van het'perceel sectie D, no. 97,
bij de Oudvaart, ter grootte van 80 are, van
A. P. Lankhorst te Heerenveen.
No. X 07.6(3).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
om te bepalen dat door hen zal worden be
sloten omtrent het verpachten van gemeente-
landerijen.
SNEEK, 29 October 1935.
Aan de Gemeenteraad.
De Gemeentewet, een nadere omschrijving gevende van
de in art. 167 aan de raad toegekende autonome bevoegd
heid met betrekking tot de regeling en het bestuur van
de huishouding der gemeente, bepaalt in art. 172: „Hij
besluit omtrent het verhuren, verpachten of op eenige
andere wijze in gebruik geven der gemeente-eigendom-
men”. Sedert de wijziging van de Gemeentewet in 1931
is de mogelijkheid geopend, deze macht van de raad onder
goedkeuring van de Gedeputeerde Staten over te dragen
aan burgemeester en wethouders (artt. 212 en 213).
Het komt ons in het belang van een soepele afdoening
van zaken en ter vermijding van overbodige administra
tieve arbeid wenselijk voor, dat door U van de bevoegdheid
tot delegatie gebruik wordt gemaakt met betrekking tot*
de verpachting van gemeentelanderijen. Tot nog toe
stoffenbijslag uit te keren van 1.per
week.
SNEEK, 26 October 1935.
Aan de Gemeenteraad.
Bij schrijven van 17 October 1935 is door den Minister
van Sociale Zaken aan de gemeentebesturen bericht, dat
No. 208.
Advies van Burgemeester en Wethouders
op het adres van S. Koopmans, hoofd der
openbare schippersschool, houdende verzoek
hem als hoofd over te plaatsen naar de o. 1.
school no. 2.
SNEEK, 22 October 1935.
Aan de Gemeenteraad.
De heer S. Koopmans, hoofd der openbare schippers
school, heeft in een hierbijgaand adres tot U het verzoek
gericht hem als hoofd over te plaatsen naar de openbare
lagere school no. 2, ter vervulling van de vacature, ont
staan door het aan den heer J. van der Velde verleend
eervol ontslag.
Toen de heer Koopmans zijn verzoek om overplaatsing
bij ons indiende, was reeds een oproeping van sollici
tanten voor hoofd van school 2 geplaatst en hadden zich
reeds enkele sollicitanten aangemeld. De sollicitatietermijn
is thans gesloten; het onderzoek naar de geschiktheid der
gegadigden is nog lopende. Tot deze gegadigden behoort
ook adressant. In overeenstemming met het advies van den
Inspecteur van het lager onderwijs, dat zich bij de stukken
bevindt, komt het ons, onder deze omstandigheden hel
beste voor, niet op het gedaan verzoek in te gaan, maai
den heer Koopmans, naast de anderen, gewoon te beschou
wen al? sollicitant. Van de uitslag van het in gang zijnde
onderzoek zal dan afhangen of zijn naam op de voordracht
wordt geplaatst.
Wij geven U in overweging het volgende besluit te
nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het adres van S. Koopmans, hoofd der openbare
schippersschool, houdende verzoek hem als hoofd over te
plaatsen naar de o. 1. school no. 2;
Gelet op het advies van Burgemeester en Wethouders
van 22 October 1935, no. 208;
BESLUIT:
aan adressant mede te delen dat tegen voldoening aan
zijn verzoek bezwaar bestaat.
Aldus enz.
I
I
SNEEK, 15 October 1935.
Aan de Gemeenteraad.
W. Hoppe en J. Wuring hebben verzocht het recht van
inning van de voor het gebruik van het parkeerterrein
Nb. 1.842.97.
Advies van Burgemeester en Wethouders
naar aanleiding van het voorstel van het lid
van de Raad, den heer P. van der Veen, om
aan de daarvoor in aanmerking komende per
sonen gedurende het tijdvak van 27 October
het perceel kadastraal bekend gemeente Sneek, sectie D, ^35 ^t.e,n me*.Maart 1936 een brand-
no. 97, groot 80 are, gelegen bij de Oudvaart, op welk
perceel betrekking hebben de raadsbesluiten van 5
Augustus 1935, no. 8 en 7 October 1935, no. 9, heeft zich
thans tot verkoop van dit perceel aan de gemeente bereid
verklaard tegen een prijs van 1000.per 36% are of
in totaal van ƒ2175.
Wij herinneren er aan, dat! bij het laatste der boven
aangehaalde raadsbesluiten tot onteigening van het perceel
in het belang der volkshuisvesting was besloten. Deze
onteigening behoeft, wanneer door U op de bereidverkla
ring van den heer Lankhorst wordt ingegaan, dan geen
voortgang te hebben. Wij stellen U voor tot aankoop te
besluiten. De prijs schijnt ons, al met al, acceptabel en
met het oog op de uitvoering van het plan tot aanleg van
een kanaal tussen de Oudvaart en de Houkesloot, waar
omtrent wij U thans spoedig voorstellen hopen te doen,
is het gewenst binnenkort de beschikking over het perceel
te hebben.
Wij geven U derhalve in overweging het volgende be
sluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 15 October 1935, no. X 07.351.11(71);
BESLUIT:
onder voorbehoud der goedkeuring van de Gedeputeerde
Staten tot aankoop van het perceel kadastraal bekend
gemeente Sneek, sectie D, no. 97, ter grootte van 80 are,
van A. P. Lankhorst te Heerenveen, voor de som van
ƒ2175.onder bepaling, dat de aanvaarding en betaling
zullen geschieden op 1 Januari 1936 en dat de kosten op
de te sluiten transactie vallende komen voor rekening van
de gemeente.
Aldus enz.
SNEEK, 29 October 1935.
Aan de Gemeenteraad.
De Minister van Sociale Zaken heeft ons bij rondschrij
ven van 17 October jl., no. 200-1353, afd. W. en S., mede
gedeeld, dat in het tijdvak van 27 October 1935 tot en
met 28 Maart 1936, evenals de vorige winter is geschied,
aan ondersteunde en bij een werkverschaffing geplaatste
werklozen een brandstoffenbijslag van ten hoogste ƒ1.
per week mag worden verstrekt.
Wij hebben, naar aanleiding van dit schrijven besloten
aan de bovenbedoelde personen voorlopig 1 H.L. cokes
per week te doen verschaffen, ons daarbij voorbehoudende,
zodra het kouder mocht worden, te overwegen op welke
wijze het nog resterende bedrag zal kunnen worden aan
gewend. Wij hebben hierbij dezelfde gedragslijn gevolgd
als in de vorige winter. Toen is met ingang van de eerste
week van Januari 1935 overgegaan, tot de uitkering van
het maximum der bijslag.
Ernstige klachten over het onvoldoende der getroffen
voorziening hebben ons niet bereikt. Reden om nu anders
te handelen dan toen, hadden wij niet.
Uw medelid, de heer P. van der Veen, is van oordeel,
dat onmiddellijk moet worden overgegaan tot uitkering
van het door den Minister als maximum genoemde bedrag
van 1.per week en heeft een daartoe strekkend voor
stel bij U ingediend.
Van mening als wij zijn, dat voorlopig met de door ons
getroffen maatregel voldoende in de behoefte wordt voor
zien, raden wij U, dit voorstel niet aan te nemen. Het is
wel juist, zoals de heer Van der Veen aanvoert, dat, als
gevolg van een door den Minister in de steunregeling
aangebrachte wijziging thans meer werklozen tot de zgn.
dubbel-uitgetrokkenen behoren dan het vorige jaar het
geval was, waartegenover staat dat sedert het begin van
dit jaar de normen voor steunverlening - behalve voor
de landarbeiders zijn gewijzigd in die zin, dat als hoofd
uitkering wordt betaald ƒ9.50 in plaats van ƒ9.en als
gezinsledenbijslag ƒ1.in plaats van ƒ0.75 per persoon.
De daling der lonen heeft tot dusver op de hoogte der uit
kering geen noemenswaarde invloed uitgeoefend.
Aldus, enz.
Het voorstel van den heer Van der Veen luidt:
No. 1.842.97(2).
Voorstel van het lid van de Raad, den heer
P. van der Veen, om aan de daarvoor in
aanmerking komende personen gedurende
het tijdvak van 27 October 1935 tot en met
28 Maart 1936 een brandstoffenbijslag uit te
keren van ƒ1.per week.
in het tijdvak van 27 October 1935 tot en met 28 Maart
1936, evenals de vorige winter is geschied, aan onder
steunde werklozen en bij een werkverschaffing geplaatste
werklozen een brandstoffenbijslag van ten hoogste ƒ1.
per week mag worden verstrekt.
Door Burgemeester en Wethouders van Sneek is beslo
ten aan de daarvoor ter plaatse in aanmerking komende
personen voorlopig 1 H.L. cokes per week te doen ver
strekken.
Met dit besluit blijven Burgemeester en Wethouders bij
de uitvoering van het bericht van den Minister, in de lijn
van de vorige jaren toegepaste regeling.
Ondergetekende meent dat bij de argumenten die vorige
winters konden gelden, om tot verstrekking van de maxi
mum bijslag door den Minister van Sociale Zaken toege
staan, over te gaan, als:
dat 1 H.L. cokes per week voor eenigszins behoor
lijke verwarming onvoldoende is;
dat het stoken met cokes voor geregeld aanhouden
van de kachel aanvullende brandstof noodzakelijk maakt,
ook voor het steeds opnieuw aanzetten;
voor de komende winter nog kunnen worden toegevoegd:
a. dat de steuntrekkenden meest behoren tot de dubbel-
uitgetrokkenen, waardoor de steun ƒ1.lager is,
b. dat door loonsverlagingen de steun automatisch
lager wordt,
c. dat de levensmiddelenprijzen, mede door regerings
maatregelen, helaas een stijgende lijn vertonen; terwijl,
zó men de vorige winters al van de veronderstelling mocht
uitgaan m. i. ten onrechte dat van de steun nog iets
af kon voor aanschaffing van brandstof, dit deze winter
wel ten ene male als uitgesloten mag worden geacht, wat
in meerdere, zelfs gesaneerde gemeenten, ook zo wordt
gevoeld.
Een en ander is voor ondergetekende aanleiding om U
voor te stellen aan genoemde werklozen de door den Mi
nister van Sociale Zaken toegestane maximum brandstof
fenbijslag te verlenen en daartoe het volgende besluit te
nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
BESLUIT:
aan de door den Minister van Sociale Zaken genoemde
werklozen en bij de werkverschaffing geplaatsten, gedu
rende het tijdvak 27 October 1935 tot en met 28 Maart
1936, de maximum brandstoffenbijslag, 1.per week,
te verlenen.
Abessinië, begin van den Rassenstrijd.
In hotel Hanenburg hield de heer A.
Schmutzler, pred. te Leeuwarden, zijn 2e
lezing over bovenstaand onderwerp.
Abessinië, zoo ving hij na de opening met
gebed aan, is thans het middelpunt der
wereldgeschiedenis. Tot voor kort wisten wij
van dit land eigenlijk niets; met één slag is
nu de heele wereld daarover in spanning.
Twee rassen zijn het die elkander bekampen
en deze worsteling heeft ons veel te zeggen.
Met deze titanenstrijd heeft Europa veel te
winnen of te verliezen. Allereerst is daar
het prestige van den Volkenbond. Mussolini
heeft de eerste steen daartegen geworpen
en vol spanning wachten'wij de uitslag af.
Geeft Italië geen krimp, dan gaat de Vol
kenbond bankroet; verliest Italië zijn ver
zet, dan heeft Europa het gelag te betalen.
Immers, de kleurlingen zien uit naar bevrij-
ding; zij verwachten een nieuwe era, Xvaar-
mee een nieuwe tijd ingaat.
Binnen enkele dagen is het 17 jaar gele
den, dat het laatste schot in den grooten
oorlog werd gelost. Vier jaar duurde deze
broedermoord, waarbij de bloem der naties
werd vernietigd. 13 millioen gesneuvelden
vielen er; 20 millioen verminkten of kreu
pelen waren het gevolg. Dat was een hel op
aarde. En wilt ge’ een plastische voorstel
ling, wat dit aantal gesneuvelden beteekent?
Als allen schouder aan schouder naast el
kaar worden gelegd zullen ze een weg be
dekken van Madrid naar Moskou. 1 Juli
1916 ving de slag aan de Somme aan. In
24 uur viel op elke meter' per minuut een
granaat. Dat was een hel en in die hel
leefden menschen. Voor de kosten van één
dag oorlog moeten arbeiders met een flink
salaris 40 jaar lang arbeiden.
Het vertrouwen van de volkeren in elkaar
is totaal weg; met een menschenleven wordt
niet meer gerekend. Vóór 1914 hadden we
vrede op aarde, men verwachtte nooit meer
oorlog. In Den Haag werd uit de gift van
Carnegie het Vredespaleis gesticht; 48 na
ties sloten zich aan om hun geschillen voor
het Hof van Arbitrage te beslechten. Doch
de spreuk: Wie den vrede wil, bereide zich
ten oorlog, heerschte nog altijd bij de regee-
ringen, inplaats van het devies: Wie den
vrede wil moet dien waarlijk ook willen.
Een andere macht kwam op: het inter
nationale socialisme. Alle menschen zou
den broeders zijn, zoo leerde dit. Maar 1914
sloeg ook deze beweging, zoodat heel de
broederschap verdween.
Dan waren er de Christenen. Deze ge
loofden niet in de mogelijkheid van een oor
log; was Christus, de Vredevorst, niet op
aarde gekomen? In Zijn Naam hadden zij
den oorlog moeten verhinderen, doch dit
lieten zij na en nu worden de wapenen weer
gezegend.
In 1918 slaakte men de verzuchting: Ein
delijk vrede 1 Doch de groote ontgoocheling
volgde; niets dan ellende, armoede en werk
loosheid waren de gevolgen, en zeide men
vóór 1914 dat er een weinig menschen te
veel op aarde waren, na den strijd meende
men dat er veel te veel waren, doch dit is
een dwaling.
De Volkenbond heeft sinds zijn bestaan
talrijke samenkomsten gehouden. Wat is ’t
gevolg? Dat Japan en Duitschland er uit
gegaan zijn en meerdere staten er over den
ken eveneens te bedanken. Wij maken een
mee, waarin de bewapening sterker is door
gevoerd dan ooit te voren. Frankrijk heeft
zijn oostgrens versterkt van Zwitserland tot
België als in den oorlog Verdun; Engeland
zal zijn vloot uitbouwen; Duitschland her-
wapent zich; Italië wil een luchtvloot zoo
groot, dat de zon er door verduisterd wordt.
En Amerika en Japan blijven niet achter,
terwijl Rusland een staand leger van 1 mil
lioen manschappen heeft met een in de per
fectie uitgevoerde transportgelegenheid per
vliegtuig. Het gaat om de wereldheerschap
pij. Doch heeft het menschdom dan niets
geleerd? Het Oosten zal zich keeren tegen
het Westen en als Japan en China straks
vereenigd zijn, zullen ze zich haasten zich
te ontdoen van het gehate juk der blanken.
En als dan de vraag rijst, hoe ’t zal komen,
dan behoeven wij niet in het duister te zit
ten, het antwoord is ons geopenbaard in
den bijbel. Als Daniël bij koning Nebukad-
nezar in Babel aan het hof is, heeft deze
koning een droom (Daniël 2 3135).
Deze droom bevat de wereldgeschiedenis. -
Eerst kwam de heerschappij van Babylon,
één en ongedeeld; daarna van de Meden en
Perzen; ten derde Griekenland; ten vierde
het Romeinsche rijk en het vijfde zal geen
wereldmacht zijn: tien koninkrijken zullen
ontstaan waar eerst de Romeinsche adelaar
heerschte.
In 800 greep keizer Karei de Groote naar
de wereldheerschappij; bij zijn dood werd
zijn rijk gedeeld en ontstond de erfvijand-
schap tusschen Frankrijk en Duitschland; in
de 16e eeuw doet Karel V een poging, maar
Willem 1 en de Reformatie doen zijn pogin
gen stranden. Napoleon staat op; 1812 ziet
hem verslagen in Rusland, 1813 bij Leipzig,
1815 bij Waterloo. En waarom heeft
Duitschland in 1918 de zege niet bevochten?
Omdat het een gedeeld koninkrijk zal zijn.
Zelfs Rusland zal de heerschappij over de
wereld niet bezitten.
Heeft dit iets te maken met Abessinië?
Zeer zeker, want wat zich daar afspeelt, is
slechts het voorspel van de eindbeslissing.
No. X 08.17.
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van de Ambtenaarsverordening
en het Werkliedenreglement.
SNEEK, 22 October 1935.
Aan de Gemeenteraad.
In de Ambtenaarsvérordening (art. 36, 3e lid) en in
het Werkliedenreglement (art. 47, 3e lid) is de volgende
bepaling opgenomen:
„Voor zoveel de raad dit jaarlijks bij de behandeling
der gemeentebegroting bepaalt, ontvangen de ambtenaren
(werklieden) een vacantiegeld van ƒ1.50 (ƒ2.voor
elke vacantiedag”.
Toen voor enkele jaren bij een wijziging der boven
genoemde verordeningen, de tot die tijd genoten vacantie-
bijslag werd ingetrokken, is, op verzoek van de organisa
ties van het gemeentepersoneel, het beginsel in de ver
ordeningen gehandhaafd. Toegekend is sedert dien de
bijslag behalve in 1930 echter niet.
Blijkens een door den heer Minister van Binnenlandse
Zaken tot de Gedeputeerde Staten dezer provincie gericht
schrijven bestaan bij dezen bewindsman tegen handhaving
van de boven weergegeven bepalingen overwegende be
zwaren, waarom hij verzoekt tot intrekking over te gaan.
Ofschoon de door den heer Minister voor zijn verzoek
aangevoerde gronden ons niet buitengewoon sterk schijnen,
nu er niet de minste reden is om aan te nemen dat de
gemeenteraad van Sneek onder de huidige omstandig
heden tot toekenning van een vacantiebijslag zou over
gaan, achten wij over de andere kant deze zaak practisch
van zo weinig betekenis, dat een weigering om aan het
verzoek van den heer Minister te voldoen, ons niet gemoti
veerd schijnt.
Wij stellen U daarom voor het volgende besluit te
nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 22 October 1935, no. X 08.17;
BESLUIT:
le. de Ambtenaarsverordening, vastgesteld bij raads
besluit van 15 Juni 1925, no. 7, laatstelijk gewijzigd bij
raadsbesluit van 25 Februari 1935, no. 9, te wijzigen in
die. zin, dat daaruit het 3e lid van artikel 36 vervalt, ter
wijl in verband hiermede in artikel 3, 2e lid, vervallen de
woorden: „terwijl het 3e lid van dat artikel slechts van
toepassing is, voor zoveel betreft een vacantietoeslag
gedurende het aantal dagen, waarop de overige ambte
naren recht van vacantie hebben”.
2e. het Werkliedenreglement, vastgesteld bij raads
besluit van 15 Juni 1925, no. 8, laatstelijk gewijzigd bij
raadsbesluit van 25 Februari 1935, no. 9, te wijzigen in
die zin, dat daaruit het 3e lid van artikel 47 vervalt, ter
wijl in verband hiermede in artikel 4, le lid vervallen de
woorden: „behalve het 3e lid dat van toepassing is voor
zoveel betreft de daarin bedoelde vacantietoeslag gedu
rende het aantal dagen waarop de overige werklieden
recht op vacantie hebben”.
Aldus enz.
No. 1.754.21 (11a).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot onderhandse verpachting van het recht
van inning van de voor het gebruik van het
parkeerterrein op het Oud Kerkhof geheven
wordende rechten voor het plaatsen van per
sonenauto’s.
werden wij jaarlijks door U gemachtigd, de landerijen,
waarvan de huur afliep en die niet onder zgn. melkvoor-
zieningsvoorwaarden waren verhuurd, in het openbaar te
verpachten. Sporadisch komt het daarnaast voor, wanneer
bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven, dat
een enkel perceel buiten de openbare verhuring wordt ge
houden en onderhands wordt verpacht.
De onder „melkvoorzieningsvoorwaarden” verpachte
landerijen worden als regel onderhands toegewezen aan
de vorige huurders tegen de door den opzichter der ge-
meentelariderijen geschatte huurprijzen. Deze huurders
hebben indien althans een behoorlijke nakoming van de
verhuringsvoorwaarden is verzekerd in verband met de
kosten en de moeite welke zij zich hebben getroost om hun
veestapel en de inrichting van hun bedrijf, in het belang
van een hygiënische melkvoorziening, op een hooger peil
te brengen, enige aanspraak op continuatie van de huur
tegen een redelijke huurprijs.
Ook de raad heeft zich bij opvolgende besluiten op dit
standpunt gesteld.
Blijkens de bewoordingen van het ontworpen besluit,
dat wij U hierbij ter vaststelling aanbieden, zal de over
dracht van bevoegdheid alleen betreffen de verpachting
van de „losse” landerijen, ’s Raads bevoegdheid tot ver
huring van andere gemeente-eigendommen zoals de sathe
„Welgelegen”, de sathe „Sperkhem”, het tolhuis bij „De
Dille” c. a. en het oud-tolhuis onder Loënga c. a. blijft
onverkort.
Wij vestigen er Uw aandacht op, dat onze besluiten tot
onderhandse verpachting, genomen krachtens Uw delege
rend besluit, ingevolge art. 228 der Gemeentewet, de goed
keuring van Gedeputeerde Staten behoeven. Hierin ligt
mede een waarborg, dat de belangen der gemeente behoor
lijk zullen worden behartigd.
Wij stellen U voor het volgend besluit te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 29 October 1935, no. X 07.6(3);
BESLUIT:
behoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten, te
bepalen dat burgemeester en wethouders zullen besluiten
omtrent het verpachten van de losse gemeentelanderijen
en dat bij de uitoefening van deze bevoegdheid de volgende
regelen in acht zullen moeten worden genomen:
1. een pachtovereenkomst mag niet worden aangegaan
voor langer dan vijf jaren;
2. aan de gemeenteraad wordt tenminste eenmaal per
jaar mededeling gedaan van de gevallen waarin burge
meester en wethouders van de hun bij dit besluit toege
kende bevoegdheid hebben gebruik gemaakt onder over
legging van de gesloten pachtovereenkomsten.
Aldus enz.
NIEUWE SNEEKER COURANT
o
I
I