annex SNEEKER COURANT (79e Jaargang)
Uit onze Raadzaal.
Uitgave KIE7EBRINK Co.
Woensdag 11 December 1935
52 e Jaargang
Ifo. 21 Eerste Blad
Dit No. bestaat uit 2 bladen.
NIEUWSTIJDINGEN.
I;
I
NIEUWE SNEEKER COURANT
Het Nut.
voor
f
en
waarvoor
ieder 50 ct. aan den heer Kanon moet betalen. Waar nu het
aanschaffen der acten voor vele beroepsvissers al bezwaarlijk
is en het B. A. moet helpen, zou spr. willen voorstellen dat de
heeer Kanon deze vissers geen 50 ct. zal laten betalen, terwijl
zijn pachtsom dan tot f 15.verlaagd zal worden.
Dit voorstel vindt geen steun.
Z. h. s. wordt het voorstel van B. en W. aangenomen.
Punt XII. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
doortrekking van de Willemstraat en de Sophiastraat en
tot bepaling van de prijs van bouwterrein aldaar. (Bijlage
139; dossierno. 1.777.812(8)).
Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig no.
de benoeming van een lid van dat College. (Bijlage
132; dossierno. 1.851.33.02.7-2).
De aanbeveling luidt:
H. Veldkamp.
J. Dethmers.
was vastgelopen en in het korte tijdsbestek voor de vorige
vergadering was indiening van een nieuw voorstel, waarom B.
en W. vroegen, niet mogelijk. Spr. heeft daarna ook elders een
onderzoek ingesteld, waar het verbod wel geldt. Spr. heeft een
artikel bij de stukken gevoegd, zoals het te Leiden geldt, en
soortgelijke artikelen gelden ook voor de groote steden en voor
tal van andere gemeenten, o. a. ook te Leeuwarden. Doch spr.
heeft nergens in die verordeningen kunnen lezen wat wij eigen
lijk gewild hadden. Wij wilden immers een verbod tot open
hebben van melkwinkels op Zondag, geen melkbezorgingsverbod.
Het een zou echter tot het ander leiden, want als de winkels
gesloten moeten zijn, is ook het bezorgverbod daarmee annex.
Waarom eigenlijk de minister niet wilde aan onze bepaling,
welke hier toch met betrekkelijk grote meerderheid is aan
genomen, is spr. niet geheel duidelijk, doch wel blijkt dat wij
enige fouten gemaakt hebben. Bij het referendum zijn alle men
sen in de gelegenheid geweest mee te stemmen, allen die melk
leveren direct of indirect, zelfs mensen, die buiten de gemeente
wonen, en ook zij die zelf niet de straat opgaan, hebben bij
het referendum een stem in het kapittel gehad. Bovendien is
er geen onderscheid gemaakt tussen melkbezorgeis en melk-
tappers. De minister is daardoor in de war gebracht en heeft
blijkbaar geen goede voorstelling hoe de leverantie hier gaat.
Wij noemen hier de melkbezorgers melktappers, die feitelijk
alleen zijn zij, die melk aan huis verkopen. Spr. heeft nu een
voorstel gedaan en z. i. moeten wij weer van voren af aan
beginnen. Er moeten twee dingen gebeuren. Bij het nieuwe
referendum zouden eigenlijk alleen de houders van melkwinkels,
zij die aan hun clientèle melk tappen en bovendien ook de
straat met melk opgaan kunnen stemmen en als er dan een
behoorlijke meerderheid is voor ons voorstel, dan is de minister
blijkbaar bereid een bepaling als wij willen goed te keuren. Doch
dan sluit men alle ondernemers, die slechts slijters zijn, en die
in Ons Belang georganiseerd zijn, buiten het referendum. Daar
om meent spr. dat men de minister eens dient in te lichten hoe
de melkleverantie hier geschiedt en te vragen hoe men het
referendum wil hebben. Naar spr. meent moeten tappers en
slijters stemmen en als die met een behoorlijke meerderheid
voor het voorstel zijn, zal het verbod waarschijnlijk worden
goedgekeurd. In Leeuwarden is ondanks vele moeilijkheden de
zaak nu ook in werking en spr. hoopt dat zijn motie hier zal
worden aangenomen, opdat het verbod ook hier ten slotte kome.
De heer Greidanus vindt een goede kant van de motie
dat de melkbezorgers een vrije Zondag zouden krijgen, en dat
misgunnen wij hun niet, doch de kleine boer, die zelf uittapt
en reeds zo zwaar door de crisis getroffen wordt, wordt door
dit verbod gedupeerd. Deze boer heeft bij het verbod geen
voldoende melk op Zaterdag en zal zijn Zondagsmelk naar de
fabriek moeten sturen. Dat is voor hem dus dubbele schade.
Deze belangen moeten wij nu tegen elkaar afwegen en daar -
wij ook opkomen voor de belangen der kleine zelfstandigen
en kleine boeren, wegen deze bezwaren in dit geval het zwaarst
en zal spr. dus tegenstemmen.
Den heer V i s is deze kwestie nieuw, al is ze reeds eerder i
in de raad behandeld. Spr. meent dat niemand verplicht is op
Zondag melk te kopen of te verkopen. Men koopt op Zondag
in het algemeen reeds zo weinig mogelijk, doch voor zieken,
zuigelingen en kinderen moet, vooral ook in de zomermaanden,
ook op Zondag verse melk verkrijgbaar zijn. Voorts zullen de
melktappers met eigen vee van dit verbod ernstig nadeel onder
vinden, omdat ze nu de Zondagsmelk aan de fabriek zullen
móeten verkopen en Zaterdags melk moeten bijkopen, een
dubbele schadepost voor mensen, die toch al erg getroffen zijn
door de crisis. Om al de bovenstaande redenen zal spr. tegen
stemmen.
De heer Zuiderbaan zegt dat het moeilijk is over deze
zaak te spreken zonder in herhaling te treden van vorige keren.
Spr. zou dus niet het woord gevraagd hebben, als er niet een
onjuistheid was in de motivering van den heer De Groot. Die
zegt daarin, dat B. en W. vooral om hygiënische redenen het
voorstel ontrieden, doch er waren drie redenen en vooral op
de eerste legden B. en W. de nadruk nl. op de uitslag van de
stemming onder de belanghebbenden. B. en W. moeten wetten
en verordeningen zo goed mogelijk toepassen en ze hebben
daarom een stemming gehouden onder de melktappers. Misschien
waren ze daarbij zelfs te objectief, de loontappers zijn zelfs
gehoord, die volgens den minister geen belanghebbenden zijn.
De heer De Groot komt nu met een bezorgverbod. Spr. ziet niet
dat het daar beter van wordt, zeker niet voor de Zondagsrust;
de enkele tapper, die bezorgt, wordt dan vervangen door par
ticulieren, die melk gaan halen.
De hoofdzaak is echter, dat de wet eist, dat een voldoende
meerderheid onder de belanghebbenden voor zo’n voorstel
moest zijn en die was er niet en daarom konden B. en W.
niet anders handelen. Ze hebben de zaak zeer objectief behan
deld en de uitslag van de stemming de raad voorgelegd. Spr.
ziet niet dat door deze motie de zaak beter wordt en zal er
zijn stem niet aan geven.
De heer Boeijenga zegt dat het uiterst moeilijk schijn*
de weg te vinden, welke tot het doel leidt dat wij beogen. Toen
de heer De Groot zeide, dat hij een nieuwe weg meende gevon
den te hebben, heeft spr. hem gaarne gesteund, omdat spr. nog
van mening is, dat dit verbod van groot belang is.
Het verwondert spr. dat de h.h. Greidanus en Vis het eens
zijn; blijkbaar raken de uitersten elkaar. De communist komt
nu op voor de boerenbelangen, maar het bezwaar voor die
boeren is meer een theoretisch dan een practisch, meer dan de
helft der bevolking koopt hier op Zondag al geen melk en vele
boeren tappen op Zondag uit principe niet. De heer Vis behoort
tot de oud-liberale vleugel, die steeds toepaste het laat-maar-
waaien-systeem, dat veel ellende veroorzaakt heeft in de maat
schappij, zodat er reden is tot verheugen dat de latere jaren
sociale maatregelen verandering in dat systeem brachten. D
toestand fe de maatschappij is uit zijn evenwicht, het terug
zoeken van dat evenwicht is het zoeken van recht. Ook d:
voorstel is daarvan een stukje en we willen ook de Zondag
beschermen; deze maatregel is daarom van zo uitnemend be
lang, dat spr. hoopt dat voor deze motie een meerderheid zal
zijn te vinden.
De heer S ij t e m a meent dat deze motie verhelderend werkt;
de zaak is vroeger wat vertroebeld, die vertroebeling bracht ook
den minister op een dwaalspoor. Melkwinkels, melkbezorgers
en melkventers, die drie begrippen moet men goed onderschei
den. Melkwinkels hebben op Zondag als tal van andere winkels
volgens de wet recht enige uren op Zondag open te zijn, daar
mee is het bezwaar, dat geen melk voor zieken en zuigelingen
te krijgen zou zijn, opgeheven. Melkbezorgers zijn personen
die aan vaste klanten melk brengen; een melkventer is iemand
die met zijn waar de straat opgaat en probeert wat hij kwijt
kan. Er is een ventverbod op Zondag, dus van het melk ven
t e n hebben we geen last. De enige belanghebbenden zijn dus
de melk bezorgers aan vaste klanten, die willen wij nu
een vrije Zondag bezorgen. Dat zijn dus de enigen die in aan
merking komen om bij referendum geraadpleegd te worden.
B. en W. trokken de kring waarin zij het referendum hielden te
ruim. Spr. meent dat als dit nieuwe referendum gunstig uitvalt,
het melkbezorgingsverbod geen veto bij den minister zal ont
moeten.
De heer De Groot had verwacht, dat na de verkiezingen
van dit jaar men hier een nieuw geluid zou horen, een buiten
gewoon modern. De heer Greidanus heeft echter waarachtig
sprekers voorstel niet gesteund, dat is de klap op de vuurpijl.
Spr. had gedacht iemand naast of tegenover zijn fractie te zullen
vinden, die de regeling van staatswege van alles en nog wat
zou steunen, gezien wat men in een bepaald deel van de wereld
doet, waar men het particulier initiatief geheel aan de kant zet.
Men kon nooit verwachten, dat volgelingen van die richting niet
zouden meewerken aan de ordening hier in de stad. Dat is
buitengewoon antiek; het blijkt dat de heer Greidanus niets
weet van de strijd die de arbeiders al tientallen jaren om de
winkelsluiting voeren. Want de argumenten die de heer Grei
danus gebruikt zijn precies dezelfde als die de handels- en
kantoorbedienden steeds tegenover zich zagen gebruikt nl.: de
schade voor de winkelstand. Dat zou alleen hout snijden als
deze boeren zulke stakkers waren, dat ze het laatste dubbeltje
op Zondag nog nodig hadden. Spr. meent echter dat die schade
niet zo groot is; het aantal klanten dat op Zondag melk koopt
moet niet zo groot zijn dat het vervallen er van hun buiten
gewone schade zou berokkenen. En juist zij die melk leveren
aan onze bevolking behoren niet tot wat men noemt de nood
lijdende boerenstand.
Den heer Zuiderbaan merkt spr. nog op, dat spr. de hygië
nische motieven inderdaad de voornaamste van B. en W. achtte,
al waren ook andere genoemd. Wat deze hygiënische motieven
betreft ook de directie van de gezondheidsdienst te Amsterdam
was oorspronkelijk daarom tegen het verbod, maar legde er
zich later bij neer, omdat statistisch nooit van enig nadeel voor
de gezondheid was gebleken. Het referendum is hier foutief
gehouden, dat heeft spr. aan de hand van het ministerieel schrij
ven aangetoond. Spr. gelooft, dat als de zaak eenmaal werkt, de
voorstanders gelijk zullen krijgen, nl. dat er een voordeel voor
de bevolking als geheel uit zal voortvloeien en de schade voor
gend voorzitter, leden en plaatsvervangende leden der
Commissie van toezicht op de Arbeidsbeurs, bedoeld in
artikel 13 der Arbeidsbemiddelingswet 1930. (Bijlage 133;
dossierno. 1.839.6(4)).
De aanbeveling vindt men in ons vorig nr.
Tot voorzitter wordt benoemd de heer F. Blok met 12 st.;
de burgemeester had 1 st., 1 st. blanco.
Tot plaatsvervangend voorzitter de burgemeester met 12 st;
de heer D. Zuiderbaan had 2 st.
Tot leden-werkgevers: de h.h. G. Velsink met 11 st.; Jac.
Dijkstra met 11 st.; H. Miedema met 14 st; H. Koopmans met
14 st.
Tot plaatsvervangende leden-werkgevers: de h.h. H. F. Ring-
nalda met 14 st; A. Douma Jzn. met 14 st.; D. Volkers met
14 st. en S. Groninger met 11 st.
Tot leden-werknemers de h.h. A. Brandsma met 14 st.; P.
van der Veen met 12 st.; G. Reehoorn met 13 st. en B. Fran
kena met 13 st.
Tot plaatsvervangende leden-werknemers de h.h. S. Molenaar
met 14 st.; H. Laskewitz met 14 st.; Johs. van der Horst met
13 st. en P. Kingma met 13 st.
VERBOD VAN MELKBEZORGING OP ZONDAG.
Punt VII. Motie van het lid van de raad den heer de
Groot, waarbij aan Burgemeester en Wethouders wordt
verzocht „aan de hand van het schrijven van den Minister
van Handel, Nijverheid en Scheepvaart van 10 September
1935, no. 41229, maatregelen te willen treffen, nodig om
te komen tot een verbod van melkbezorging op Zondag”.
(Deze motie wordt door het lid van de raad den heer
F. Boeijenga ondersteund.)
(Bijlage 134; dossierno. 1.838.1).
De motie vindt men in ons vorig nr.
De heer De Groot zegt dat na ’s ministers weigering tot
goedkeuring, we in de modder terecht gekomen waren, de zaak
de leveranciers zal meevallen. Spr. beveelt zijn motie als sociale I
maatregel met nadruk aan.
De heer Greidanus zegt dat het geen nieuw geluid is dat
de communisten ook voor de boeren strijden, voor de grote
boeren, de koelakken, ook, maar anders dan de heer Boeijenga
denkt. Voor de belangen der kleine boeren, die onze mede
arbeiders zijn, kwamen wij altijd op. Het is opmerkelijk, dat de
heer De Groot nu op medewerking van spr. had gerekend, ter
wijl in de eerste vergadering, waar spr. aanwezig was, de soc.-
dem. fractie verklaarde nooit samenwerking te willen. Spr. be
schouwt de opmerking van den heer De Groot dus als een
compliment.
De heer De Groot: Dat is 't ookl
De heer Greidanus: Er zijn hier 15 kleine boeren, die
en over
De heer E. Elema wordt benoemd met 12 st; de heer H. J.
Haytink had 2 st.
Punt V. Aanbeveling van Curatoren van het Gymnasium
voor
eigen melk uittappen en op Zondag gedupeerd zullen worden
voor minstens 4 5 gulden en dat is wel een belang, dat tot
ons spreekt.
De heer Vis: De heer De Groot betoogde dat op Zondag al
weinig melk verkocht wordt; is dan dit verbod wel urgent,
de tegenwoordige toestand voorziet dan toch al in het nood
zakelijke. Als men de mensen naar de melkwinkels wil sturen,
dwingt men hen vaak, van leverancier te veranderen en ont
staat schade voor de tappers.
De heer Boeijenga sprak van het laat-maar-waaien-systeem
der liberalen, maar spr. heeft evenzeer recht in het algemeen te
beweren, dat van dat stelsel de maatschappij nog elke dag de
zegeningen ondervindt.
De heer ffoeijenga heeft nooit de liefde van de commu
nisten voor de boeren ontdekt, maar in ieder geval nu blijkt ze
hoog opgelaaid; men rekent daar er blijkbaar op dat de heer
sende ontevredenheid voor hen vruchten zal afwerpen.
Spr. houdt vol dat het meer theoretische dan practische be
zwaren zijn, welke de boeren van het verbod zullen onder
vinden.
Als men alle dingen in de weegschaal legt zag de maat
schappij er onder het oud-liberale stelsel zeer slecht uit; de
"ociale maatregelen van latere jaren hebben veel hersteld wat
:n de oud-liberale maatschappij was verwaarloosd.
De Voorzitter: B. en W. meenden van den beginne
de zaak zo objectief mogelijk te hebben beschouwd, in de toe
lichting van den heer De Groot wordt enigszins aan die objec-
*iviteit getwijfeld. Wij hebben echter de notulen aan den minis
ter overgelegd; wat getuigt beter van onze objectiviteit? Men
kan toch niet verwachten dat B. en W. deze zaak beter konden
verdedigen dan de voorstanders?
De heer De Groot heeft niet beschuldigd, maar geconsta
teerd.
De Voorzitter: De notulen werden overgelegd; men kon
van B. en W. niet verwachten dat zij het voorstel zelf zouden
verdedigen, waarvoor zij niet waren.
De motie-De Groot komt in stemming.
Voor stemmen de leden Tromp, Kracht, Van der Veen, Sme
ding, Dokkum, Boeijenga, Sijtema, Blok, Oppenhuizen en De
Groot; tegen stemmen de leden Hogeveen, Zuiderbaan, Vis en
Greidanus.
IVIet 104 st. is de motie dus aangenomeen.
Punt VIII. Voorstel van het raadslid den heer J. Orelda-
ius betreffende steunverlening van gemeentewege, met
idvies van Burgemeester en Wethouders. (Bijlage 135;
dossierno. 1.842.973).
De voorstellen van den heer Greidanus, die men in ons
vorig nr. vindt, worden niet gesteund en worden dus niet verder
behandeld.
De heer Greidanus: Dat is het nieuwe geluid.
Punt IX. Advies van Burgemeester en Wethouders op
het verzoek van het bestuur der R.-K. Werkliedenvereni
ging „Leo XIII” om te besluiten, dat aan „kastrekkenden"
'.en bijslag op hun kasuitkering zal worden verleend, zo
nede gedurende het winterseizoen een brandstoffenbijslag.
Bijlage 136; dossierno. 1.842.973).
Het voorstel van B. en W. vindt men in ons vorig nr.
De heer Greidanus is verheugd, dat B. en W. het verschil
:ussen Bonds- en crisis-steun als onbillijk aanvoelen, doch nog
meer over het feit, dat B. en W. sprekers amendement over-
ramen, dat nu misschien meer aannemelijk wordt dan wanneer
het van een communist kwam. In het adres wordt 1 Januari
als datum van invoering genoemd, dan worden echter de leden
van de Bond van Landarbeiders gedupeerd, die profiteren er dan
niet van. Spr. stelt dus voor de regeling vanaf 1 December in
te voeren.
De Voorzitter: In ons voorstel wordt gesproken van „ge
durende het nog resterende, gedeelte der winterperiode van
93536”, dus als vandaag het voorstel wordt aangenomen,
kan het direct in werking treden.
De heer Greidanus: Dank u.
De heer Van der Veen: Wij zullen voor dit voorstel stem-
nen; bij de behandeling van de begroting 1934 is reeds door
ons aangedrongen op een dergelijke regeling en reeds in Fe
bruari 1934 deden wij een voorstel daartoe en werd dit behan
deld; beide keren was het advies van B. en W. echter afwijzend
op principiële gronden. Het doet spr. genoegen dat B. en W.
daarover nu zijn heengestapt, doch het doet toch eigenaardig
aan, dat B. en W. nu met geen woord meer op genoemde be
zwaren terug komen; het geeft enigszins de indruk dat het
verschil maakt van welke zijde de verzoeken komen. Wij hopen
echter dat dit voorstel in tegenstelling met het onze wel een
meerderheid zal vinden in ’t belang der 91 gezinnen, die hiervan
kunnen profiteren.
De heer Kracht zegt dat een goed financieel beleid een
belang is voor de bevolking, maar dat als één groep door een
onbillijke regeling wordt getroffen, het bewaren van de kracht
van die groep ook een gemeenschapsbelang is. Het betreft nu
hier een sociale onrechtvaardigheid tegenover de groote ge
zinnen; de vakbonden hebben daarop reeds vroeger gewezen in
de contactcommissie; dank zij dat feit heeft de minister de on
billijkheid erkend, waardoor ook aan de financiële bezwaren
voor de gemeenten enigszins werd tegemoet gekomen. Met dit
feit voor ogen meent spr. vrijheid te mogen vinden zijn stem
aan dit voorstel te geven.
De heer Tromp wil los van elke franje even opmerken dat
het hem onverschillig is van welke zijde een voorstel komt, hij
wil alleen letten op de bedoelingen van zo’n voorstel; spr. dankt
B. en W. voor de sympathieke wijze waarop zij een voorstel
gedaan hebben naar aanleiding van een verzoek van Leo XIII, in
het bijzonder ook voor het feit dat men de datum van invoering
<n het adres gevraagd, nog vervroegt, zodat nu een groep van
deze regeling profiteert, welke dat anders niet zou doen.
Z. h. s. wordt het voorstel van B. en W. nu aangenomen.
Punt X. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verlenen van eervol ontslag aan den heer J. A. C.
Schepel als heelkundige voor de armenverzorging. (Bijlage
137; dossierno. 208).
Z. h. s. conform besloten.
Punt XI. Voorstel van Burgemeester en Wetnoudi..
onderhandse verpachting van het visrecht in de stads
grachten aan M. Kanon. (Bijlage 138; dossierno. X 07.
351.33).
Den heer Greidanus kwam, gezien de slechte tijdsom-
i standigheden de pachtsom hoog voor, maar Kanon verpacht
aan iedere beroepsvisser het recht weer aas te vissen,
1.
2.
De heer H. Veldkamp wordt met 14 st. herbenoemd.
Punt VI. Aanbeveling van Burgemeester en Wethouders
voor de benoeming van een voorzitter, een plaatsvervan-
Het departement Sneek van het Nut hield
Vrijdag een algemeene ledenvergadering in de
Leeszaal, ter bespreking van een bestuurs
voorstel gelden beschikbaar te stellen voor
uitbreiding van het onderzoek naar de moge
lijkheid van verbetering der zwemgelegenheid
hier ter plaatse.
In verband met de plaatsruimte moeten wij
de discussies samenvatten.
Da V o o r z. de heer F. W. C. de Haas
deelde mede dat dit onderzoek reeds eenigen
tijd aan den gang is door een commissie waarin
Dr. Oosterhuis voor het Nut zitting had, de
heer S. Bakker voor de N.V. Sneeker Zwem
inrichting, terwijl Dr. Kingma als voorzitter
fungeerde. Nu er plannen moesten worden
gemaakt voor een geheel nieuwe inrichting
(achter het Sportpark) werden de kosten, welke
het Nut aanvankelijk voor zijn rekening had
genomen, zoo hoog n.L f380 dat de com
missie het Nut en de N.V. heeft verzocht
elk de helft daarvan te willen dragen, de N.V.
heeft geweigerd, waarom de commissie ont
bonden is. Wil het Nut nu met het onder
zoek voortgaan dan zullen de kosten der
voorloopige plannen voor zijn rekening komen,
zij het dat als de nieuwe inrichting tot stand
ko^t, deze kosten als oprichtingskosten dier
inrichting ten laste daarvan komen. Van de
kant van B. en W. is alle mogelijke mede
werking toegezegd, deze hebben de heer de
Kok aangewezen als vertegenw. der gemeente
in de nieuwe commissie, waarin Dr. Oosterhuis
weer voor het Nut zit en waarvan Dr. Kingma
weer voorzitter is. De voorloopige plannen
zullen worden gemaakt door den heer Wesselo,
architect te Bussum, die al meer dergelijke
plannen ontwierp. Naar aanleiding van een
vraag van den heer de Kok deelde de voorz.
nog mede dat de mogelijkheid van samen
werking van dezen architect met een plaatse-
lijken architect nog onderzocht kan.
Naar aanleiding van een vraag van den
heer v, d. Pijpekamp deelde de voorz. mede
dat het doel is plannen voor een geheel
nieuwe inrichting te ontwerpen de kwestie
der bestaande inrichting is door de oude com
missie langdurig onderzocht, doch de adviezen
van den Inspecteur zijn vooral ook met het
oog op de ligging zoo, dat de mogelijkheid
van afdoende verbetering vrijwel ontbreekt.
De heer v. d. P ij p eka m p meent dat deze
verbetering, die inderdaad hard noodig is, wel
mogelijk is. De ervaring leert dat overal waar
de nieuwe, zeer dure zwemgelegenheden ver
rezen, deze noodlijdend zijn. Daarom moet
men hier geen nieuwe zwemgelegenheid maken
maar de oude verbeteren. In Meppel kost de
nieuwe inrichting f 53480 en ook daar is een
tekort, in Assen kost ze f 62000, terwijl ze
allicht meer bezoek trekt dan hier omdat hier
water te over is. Als men twee zweminrich
tingen naast elkaar gaat exploiteeren gaan
beide naar de kelder.
De voorz deelt nog mede dat het stich-
tingskapitaal hier begroot wordt op f 40.000.
alles inbegrepen.
De heer v. d. P ij p e k a m p is absoluut
overtuigd dat een dergelijke inrichting hier
niet kan geëxploiteerd worden op sluitende
basis.
De Voorz. zegt dat de inkomsten hier
geschat worden op f 5000, de uitgaven op
f 4900, maar dit is zeer voorloopig.
Er ontstaat nog een breede discussie over
de mogelijkheid van een sluitende exploitatie
der eventueel nieuwe inrichting en over de
samenwerking met de oude.
Tenslotte stelt, nadat een der leden nog
meegedeeld heeft dat de kosten van verbete
ring der oude inrichting worden geraamd op
f14000 a f16000, de heer Mendelson voor
dat de commissie een crediet ter beschikking
zal worden gesteld van f500.met als pri
maire opdracht de verbetering van de oude
inrichting onder de oogen te zien en als se
cundaire plannen te doen ontwerpen voor een
geheel nieuwe inrichting.
Dit voorstel, door het bestuur overgenomen,
is met op 1 na algemeene stemmen aangeno
men, waarna men unaniem van oordeel bleek
dat de N.V. Sneeker Zweminrichting de helft
der kosten diende te dragen van het onder
zoek naar verbetering dier inrichting.
De heer v. d. Pijpekamp pleitte nog
opneming van een deskundige van de Ned
Zwembond in de commissie. De Voorz. liet
dit over aan de commissie, men staat trouwens
met dat lichaam in voortdurend contact.
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het bureau van noli-
tie. Mar.iniplein, en aldaar te bevragen
op alle werkdagen tusschen ll1/» en
12 uur. de navolgende voorwernen
als gevonden gedeponeerd op 7 10 December
1935:
Bruin kinderwantjeSleutel.
Aanwezig en te bevragen bij de
navolgende ingezetenen, ondeis.aande
voorwerpen, afs gevonden aangegeven
op 710 December 1935:
Doos inhoud speelgoed, Sijbren Potma, Groot-
zandGrijze das, P. Nijboer, Van der Heij-
buurt 39; Paar ronde handschoenen, Vroom
Dreesmann, Schaapmarktplein Vulpen,
W. Sevensma, Kleine Kerkstraat 6; Vulpen,
IJkema, GrootzandBroche, Van Foeken,
Ged. Pol 29Ledig beursje, H. van der
Meulen. Monnikstraat 3.
VERGADERING van de RAAD der gemeente SNEEK op
MAANDAG 9 DECEMBER 1.935, ’s avonds 7% uur.
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Aanwezig 14 leden.
Afwezig de heer Maseland (m. k.).
Aan de orde is:
Punt 1. Notulen van de vergadering van 11 November
1935.
Hebben ter visie gelegen en worden onveranderd vastgesteld.
Punt II. Voordracht van Burgemeester en Wethouders
voor'de benoeming van een hoofd der openbare lagere
school no. 2. (Bijlage 129; dossierno. 208).
De voordracht luidt:
1. J. Noorman. 2. A. Vleer. 3. W. H. Stroop.
De heer J. Noorman wordt met 11 st. benoemd; de heer A.
Vleer had 3 st.
Punt ill. Aanbeveling van Regenten van het Old Burger
Weeshuis voor de benoeming van een lid van dat college.
(Bijlage 130; dossierno. 1.842.73(16)).
De aanbeveling luidt:
1. Joh. Schijfsma.
2. H. Meindersma.
De heer Joh. Schijfsma wordt met 13 st. benoemd; 1 st. was
blanco.
Punt IV. Aanbeveling van Burgemeester en Wethou
ders voor de benoeming van een lid der commissie van
toezicht op het middelbaar onderwijs. (Bijlage 131; dos
sierno. 1.851.3.02.7-2).
De aanbeveling luidt:
1. E. Elema.
2. H. J. Haytink.