No. 36 Eerste Blad annex SNEEKER COURANT (79e Jaargang) Officieel Orgaan der Gemeente Sneek Uit onze Raadzaal. 'J H Uitgave KBZEBR1NS Co. Zaterdag 1 Februari 1980 BSe Jaargang Dit No. bestaat uit 3 bladen. NIEUWSTIJDINGEN. Regelprijs 9 cent. Abonnementen belangrijke kortin Alle AdvertentlSn worden In belde bladen opgenomen AVONDVERGADERING TE HALF ACHT. V r ij d a g s te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawisr, Terzool, Abbega, Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaagtmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum, De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspre’d: D i n s d a g s te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizfti, Uitwellingerga, Oudega (W.), IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd Controle op de oplaag toegestaan. Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester. Secretaris de heer P. Sikkes. Aanwezig 14 leden. Afwezig de heer J. Greidanus, die later ter vergadering komt. De Algemene beschouwingen over de begroting 1936 worden hervat. De heer Blok: Er zijn heel wat vriendelijke en minder vrien delijke woorden gehoord en we zullen trachten er nu een slot aan te maken. Ten opzichte van sprekers persoon is nog al wai in het midden gebracht, waarderende woorden met een schop er achter aan. „Je hebt je tijd gehad, dus weg met je!” dat is eigenlijk de bedoeling. Spr. behandelt sedert 1904 de begroting hier mee, en altijd met ambitie. Zeker er is een tijd van komen Vervolg van 2e blad. Wat de opmerking van den heer Kracht betreft, deze is reeds door den Voorzitter beantwoord; wanneer er bij spr. een can- didaat komt voor enigerlei betrekking in de gemeente, zinspeelt spr. nooit, welke betrekking het ook betreft, op de politieke richting van den sollicitant. Daar denken wij niet aan; voor efire functie willen wij de best mogelijke kracht, en het zou een absolute fout zijn, te bepalen, dat van elke richting een bepaald aantal bij bedrijven enz. zoude moeten werkzaam zijn. Dat is volkomen in strijd met het beginsel der democratie en zelfs met de grondwet. Spr. hoopt dat de democratische rechten ook ten opzichte van dit vraagstuk ten vol!^ gehandhaafd zullen blijven. De heer Tromp zou na het betoog van den heer De Groot, die een goed spreker is, weinig meer willen zeggen. Het begint spr. wat te begroten voor den iheer Greidanus, die hier evenals wij zit en op zijn wijze voor de belangen der gemeente opkomt. Spr. heeft niettemin, evenals de heer De Groot, behoefte zich te uiten, nu de heer Greidanus betoogde, dat men bij vele raads leden wel naar de woorden moet luisteren, niet naar de daden zien en hij dit in verband bracht met de kwestie der school- voeding, waarvoor in de vorige vergadering ook van rechts een stem opging. Spr. rekent het zich tot een eer democraat te zijn en komt er tegen op, dat een politiek tegenstander anderen ver wijt het niet ernstig te nemen met wat zij lanceren. Spr., jong raadslid, geeft zijn als collega even jong mederaadslid in over weging bij zijn politieke tegenstanders iets dergelijks niet te veronderstellen. Spr. heeft de vorige keer een lans gebroken voor het arme ondervoede kind, die in de eerste plaats waren kinderen der openbare scholen) hij twijfelde er zelf aan of de 10 kinderen der R.-K. scholen wel aan de schoolvoeding zouden deelnemen. De beslissing daarover ligt niet bij hem. Spr. dringt er bij den heer Greidanus op aan dat'deze zijn excuses zal aan bieden. Wat de opmerking van den heer Kracht betreft, deze is door den burgemeester in bevredigenden zin beantwoord. Spr. neemt in dit verband dankbaar acte van hetgeen de heer De Groot zeide betreffende het s.-d. standpunt ten opzichte van grondwet en democratie, waaromtrent wel eens twijfel heeft bestaan. Spr. brengt na hetgeen hij gehoord heeft de kwestie van benoemin gen thans niet ter sprake; het geluid dat de heer De Groot tpn jopzichte van deze materie liet horen, klonk spr. als muziek in de oren en hij hoopt op deze aangelegenheid te zijner tijd nog eens terug te komen. Wat het politiek intermezzo betreft, wil spr. bij alles wat hij ten opzichte van den heer Blok wil opmerken, het oog houden op diens leeftijd, waaraan hij eerbied verschuldigd is. Ook spr. is te principieel aangelegd, dan dat hij het ieder naar de zin zou kunnen maken, maar spr. is overtuigd, dat de mens met principes gerespecteerd wordt ook door den tegenstander. Spr. zou voor den heer Blok dubbel respect hebben, als deze op het juiste moment was teruggetreden. Dat zou hem hebben gesierd. Spr. wenst inzake de kwestie der wethoudersverkiezing één ding vast te stellen, waarover niet gedebatteerd behoeft te wor den, nl. dat het zeker was dat de r.-k. ditmaal een a.-r. wet houder zouden hebben geaccepteerd, als het niet de heer Blok geweest was en dat wist men. Dat wenst spr. ten aanhore van de burgerij vast te leggen als de zuivere waarheid. Spr. zit hier persoonlijk zonder oude plunje, en hij wenst als zodanig te constateren, dat het een feit is, dat de gehele wet- houdersgeschiedenis op de meest simpele wijze had kunnen worden opgelost door een persoonlijk offer. Men dient zich zelf te realiseren, dat als men dat offer niet brengt, men de toe standen toespitst, en verwijdering schept met de r.-k. fractie. De schuldvraag is voor spr. geen vraag, trouwens voor niemand meer. Hij kan met alle medeleden in goede harmonie leven, ook na wat men hem persoonlijk aandeed, maar het zal niet lukken sprekers overtuiging in dezen te doen wijken in wat historisch vaststaat. Het is niet gelukt de zaak in het goede spoor te leiden, men dreef zijn zin door, ondanks waarschuwingen ook uit eigen kring. Spr. betreurt zeer dat door deze hele geschiedenis loopt een draad van animositeit, waaraan wij niet debet zijn, en wij dragen dan ook de verantwoordelijkheid voor de gevolgen in dezen zéér licht. Spr. stelt nogmaals vast dat ook het nieuwe lid der r.-k. fractie absoluut de bedoeling had ditmaal met een a.-r. wethouder in zee te gaan, als men niet de eis gesteld had een persoon te aanvaarden, welke óók hij niet kon aanvaarden. De heer Oppen huizen kende de r.-k. antipathie tegen den heer Blok, doch acht deze onredelijk; als iemand bejaard is, maar geestelijk volkomen in staat z’n taak waar te nemen, is bejaardheid alleen geen reden hem niet goedgezind te zijn. De heer M a s e 1 a n d is het met B. en W. eens dat de tijden moeilijk zijn, doch- had graag iets meer richting aangegeven gezien in de financiële politiek en had gemeend dat te mogen verwachten omdat men een werkmeerderheid had; het was niet aan de minderheid die richting aan te geven, zij beschikte boven dien niet over de gegevens en had toch geen meerderheid achter haar plannen. Spr. had echter gaarne iets van de toekomstplan nen van de werkmeerderheid gehoord. Spr. zou dus graag willen horen hoe men zich het perspectief voorstelt, men kan desnoods zelfs vaag blijven. De heer Blok moge niet populair zijn, niet de man ook die met alle winden meedraait, maar zijn impopu lariteit vloeit voort uit de daden, door hem in de gemeentepolitiek gesteld. De heer Dokkum heeft destijds geëist, dat spr. duidelijk zou zijn, welnu dat is hij geweest en is spr. daarbij te ver ge gaan, dan biedt hij gaarne zijn excuses aan, hij heeft zakelijk willen zijn. Spr. eist niet dat de heer Blok zijn principe zal prijs geven, doch de a.-r. fractie promoveert wel eens gauw iets tot principes; de heer Blok is niet soepel genoeg; als hij A gezegd heeft, is hij niet meer in staat B te zeggen, en voor de samenwerking in een college als het onze moet men wei eens wat over zijn kant kunnen laten gaan. Men wil geen belastingverhoging, dat is best, doch wij hebben bezwaar tegen kapitaalsuitputting. Kunnen B. en W. verzekeren, dat dit niet het geval zal zijn, dan zullen wij gaarne nog over wegen voor de begroting te stemmen. Wat het bewaarschoolonderwijs betreft, toen het voorstel door den heer Blok werd ingediend, werkten de rechtse fracties sa men, doch er is niet onderling over gesproken; wij werden voor het feit gesteld dat wij van het voorstel eerst kennis kregen via de raadsagenda. Dat is onze eerste grief en de tweede, dat toen het voorstel kelderde, de heer Blok zijn verlies niet wist te dragen, terwijl hij wist dat hij met de indiening aan een échec bloot stond. Wat de meterhuur betreft, deze was reeds afgeschaft onder het oude college. De heer Dokkum verweet spr. zijn agressieve toon, dat was sprekers bedoeling niet; spr. moest echter uiting geven aan het gevoel van diepe gegriefdheid, dat leeft in katho lieke kringen en als men wondeplekken aanraakt, doet men wel eens pijn. Waarom heeft de a.-r. fractie in 1935 aan de rechtse fracties niet gezegd: wij willen den heer Blok als eerherstel voor 1931; waarom om de hete brij heengedraaid en van ons geëist te stemmen op wie door de a.-r. fractie aangewezen zou worden. Spr. ontkent niet het recht van deze fractie in eerste instantie zelf die man aan te wijzen, maar van de andere fracties te eisen, dat zij zonder meer op zo iemand zullen stemmen gaat te ver. 'En met die mening bevindt spr. zich in goed gezelschap, want in het Fr. Dagblad van 3 Sept, wordt gezegd, dat ieder raadslid moet uitmaken wie hij zal stemmen, terwijl hier geëist werd een kat in de zak te kopen, waarvan men trouwens met de klompen kon voelen, dat het iemand zou zijn, die wij niet konden aanvaarden. Dat de punten van het r.-k. program niet uitgevoerd werden in de periode 193135 is te wijten aan het feit, dat 3 van die jaren crisisjaren waren; in 11932 is wel uit het reservefonds ge put, maar zijn ook positieve beslissingen genomen en toen zat in de f42000 uit de reserve ook het bedrag dat van de bedrij ven kwam. Deze begroting draagt een voorlopig karakter, dat kan spr. toegeven en als zodanig kunnen wij haar aanvaarden als B. en W. nog iets meer perspectief geven inzake de toekomst. De heer Van der Veen, speciaal door zijn fractie belast met de kwestie der werklozenzorg, zegt dat men hem toch in deze niet beschuldigen kan, traag te zijn, voortdurend heeft hi; deze aan de orde gesteld. Maar als voorstellen aan de orde komen, die geen kans hebben aangenomen te worden, omdat de raad niet het recht heeft ze aan te nemen, voelen wij ons zeker niet verplicht die voorstellen te steunen. Wij houden reke ning met de mogelijkheden, die beperkt worden door de rege ring. Wij verschuilen ons niet achter den minister, met wie wij het niet eens zijn, maar als de raad niet het recht heeft bepaalde voorstellen aan te nemen, wat schieten wij dan met dergelijke voorstellen op. De heer Greidanus kon dan ook weten als hij maar leest, maar z’n eigen vrienden zeggen, dat hij bijna niet leest. En omdat hij deze dingen niet weet, verkondigt hij dat de s.-d. eigenlijk de beroerdsten zijn van de gehele Sneker raad. Ook wij willen samenwerken, maar dan zal van communistische zijde nog heel wat moeten veranderen. Dan zal niet alleen de kritiek hier op ons geoefend moeten eindigen, maar ook de zure kritiek, die men in deze kringen op straat uitoefent en het ver dacht maken van de mensen, die de maatregelen moeten uit voeren, en de houding tegen de mensen, die controle moeten uitoefenen, in één woord op allen, die hier „het Orgaan” met elkaar uitmaken; de woorden, die door deze zure kritiek worden rondgestrooid, dag in dag uit, zullen moeten worden ingetrokken. Hoe is het met verschillende zaken gegaan? Wij verzochten B. en W. om tot verstrekking van goedkope groenten over te gaan, B. en W. waren echter reeds met deze zaak bezig. Toen wij een en ander publiceerden, werd ér een hetze op touw gezet, de werklozen zou een minderwaardig soort groenten in de maag worden geduwd, de verbroeide spinazie, de zaad schie tende sla enz. Toen de fabrieken hier tienduizenden liters onder melk lieten wegvloeien, deden wij ’n poging de werklozen goed kope melk te verschaffen. Toen werd er in de volksbuurten ge leurd met het praatje, dat de werklozen de ondermelk konden krijgen, de s.-d. wilden zelf de volle melk houden. Als men samenwerking wil, zal men ernstig moeten pogen met eigen kritiek op te houden en aan de zure kritiek van satellieten een eind te maken. Tot oen heer Blok zegt spr. nog, dat wanneer deze meent dat spr. toezegde steun voor diens bezuinigingsplannen, hij zich heeft vergist; „men heeft, aldus heeft spr. gezegd, aan a.-r. zijde de mond wat te vol gehad”. De heer Dokkum bracht de plaat „Bouwers en Brekers” ter sprake. Als wij weten enigszins te kunnen rekenen op mede werking van anderen willen wij bouwers zijn; als de heer Qrei- danus aan de goede zijden van het Plan erkent, laat men dan van deze zijde niet komen met een prul van zichzelf. De heer Dokkum neme eens kennis van ons Plan; inderdaad hebben wij geweigerd met den heer Colijn samen te werken, wij zijn zoals Albarda het uitdrukte: „niet belust, wel bereid”, maar zeker niet belust en bereid als wij onze principes aan de kant moeten schuiven en niet belust als men komt met de aanpassingspolitiek, waaronder men nu al enige jaren gebukt gaat. De vergadering wordt alsnu geschorst tot des avonds half acht. en gaan, maar dat gaan ligt aan de persoon zelf en spr. heeft er nog geen zin in; spr. gaat nog niet en hoopt in de komende vier jaar nog iets te mogen doen zoals hij wel eens meer iets voor de gemeente heeft mogen doen. Zeker spr. heeft vroeger opmerkingen gemaakt over de finan ciën; met deze begroting verkeert nfen echter in een moeilijke positie en onze fractie kan wel voorstellen doen, doch daarvoor zal geen meerderheid te vinden zijn en daarom wil men nu afwachten. Spr. hoopt z n best voor de gemeente te doen, doch hij zal het moeten verliezen als de andere heren menen dat zij het alleen goed kunnen. Men heeft spr. hier wel meer in z'n hema laten staan, hij zal echter steeds voor zijn mening uitkomen. Hij is voor overtuiging vatbaar, doch weigert de dingen door ander mans ogen te zien. Spr. zal met tegenzin voor de begroting stemmen, omdat hij meent dat men geen voortgang genoeg maakt met de bezuiniging in de verschillende takken van dienst. Wij geven ons lang niet genoeg rekenschap van dé moeilijke tijden, welke we tegemoet gaan. Spr. hoopt de gemeente nog te dienen met de krachten en gaven welke hij bezit. De heer Zuiderbaan antwoordt nog even den heer Kracht dat zolang spr. in het college zit hij nooit iets gemerkt heeft van partijbenoemingen; de capaciteit is de maatstaf hier ter beoor deling van een sollicitant. Spr. heeft de andere wethouder niet gekozen, zoals de heer Sijtema zeide, dat is in onderling goedvinden bepaald, in tegen stelling wat andere fracties betreft, die eisen stellen dat hun candidaat moet benoemd. Het experiment is inderdaad gelukkig uitgevallen, moge dat zo blijven. De heer Maseland had veel opmerkingen over de begroting. Wat zou er nu van een experiment terecht komen als men ging samenvoegen degeen die geen opmerkingen had over de be groting (spr. bedoelt de heer Sijtema) en degene die tal van opmerkingen had (spr. bedoelt den heer Maseland). Spr. heeft tevergeefs gewacht op de denkbeelden van den heer Maseland over de begroting; toen wij, v.-d., vroeger kritiek oefenden, hebben wij steeds ook de weg gewezen hoe het o. i. wel moest. In de stilte van de studeerkamer kan men wel een grote rede voering ineenzetten, maar om dan later alles te bewijzen en de weg uit de moeilijkheden te wijzen, valt niet mee en dan blijft men wel eens in gebreke. En dat is toch plicht en daarom neemt spr. de beschuldigingen van den heer Maseland niet ernstig, hij wijt die aan een enigszins geprikkelde stemming, hij meent het niet zo erg; er is veel veranderd, principiële verlangens moet men naar de achtergrond dringen, omdat de toestand verbiedt ze te verwerkelijken. Spr. vindt het daarom zo juist wat de me morie schrijft inzake de onzekerheid, welke over onze financiële toestand heerst. De daling der gasproductie is ietwat tot staan gekomen, dat verheugt spr., doch alles blijft nog onzeker. Bij al die onzekere factoren kunnen B. en W. de toekomstige politiek niet uitstippelen, doch de ernstige wil zit voor de zaken zeer ernstig te behandelen en niet te veel te putten uit het reserve fonds en als het niet al te erg gaat, dan zullen we het met die ernstige wil nog lang klaren. De Voorzitter: Er is nog weinig over de begroting ge sproken, wel veel over zaken, die daarmede geen verband hiel den. Spr. adviseert nu zo zachtjes aan met de begroting te beginnen. De heer Greidanus stelt echter voor om in derde instantie het woord te voeren; dit voorstel wordt gesteund door den heer Sijtema. Dit voorstel wordt met 12 tegen 3 stemmen, die van de h.h. Vis, Blok en Oppenhuizen aangenomen. De heer Greidanus wijst er op dat het de schuld der s.-d. is dat hij hier zit, omdat de communisten hadden toegezegd zijn candidatuur te zullen terugnemen als de s.-d. een werkelijke arbeiderspolitiek wilden voeren. Zij antwoordden dat zij die politiek steeds hadden gevoerd. Ook de s.-d. gaven een manifest uit, waarin zij o. a. schreven, dat de stemmen op ons uitgebracht, waardeloos waren. Als de s.-d. wérkelijk arbeiderspolitiek voer den, waar vandaan dan de 500 st. op spr. Wat de zure kritiek betreft, herhaaldelijk hebben de s.-d. ge zegd, dat spr. een ongeletterd sjouwerman was, en hij niet anders kon doen dan vloeken en schelden! Spr. heeft zich toch aardig beheerst, al valt het niet mee altijd kalm te blijven als men bv. spreekt van „kwajongensachtig”. Als wij het volk al zeggen: „het geeft toch niets”, dan zijn onze eisen inderdaad onuitvoerbaar, maar als men de actie ontketent in en buiten de raad, dan worden onze eisen door het volk zelf verwezenlijkt. Wat de Kerstgave betreft, wijst spr. er op dat de betrokkenen toch nog wat kregen, al was het niet wat spr. wenste; dus ons optreden gaf wel wat. Als men voor schoolvoeding reeds lang heeft gestreden, hadden de s.-d. in 1932 ons voorstel daartoe ook moeten steunen. Inzake de ondermelk hebben wij eerst een adres tot de raad gericht. Aan het optreden van de h.h. Van der Veen en De Groot is concurrentiezucht niet vreemd. De heer Sijtema gaf na de vorige vergadering toe, dat er voor de arbeiders aan het voorstel tot verschuiving van de uit- keringsdatum een ongunstige kant zat en nu spr. met een voor stel komt, wordt dat demagogie genoemd! Spr. heeft niet de bedoeling iemand persoonlijk te beledigen, ook niet den heer Tromp, spr. heeft enkel gewezen op de plicht de kinderen in het gezin te voeden, dus dat men de gezinnen daartoe moest in staat stellen. Als men spr.’s voorstellen bij dergelijke zaken niet steunt, heeft hij het recht verschil tussen theorie en praktijk te con stateren. Spr. neemt geen woord terug van wat hij in eerste instantie zeide. De heer Van der Veen zegt dat de heer Greidanus weer met verdachtmakingen begon en juist die treffen ons, ook arbei ders, het meest. Een ongeletterd sjouwerman zegt hij, welnu spr. is de zoon van een ongeletterd sjouwerman, al gaat hij zelf elke dag met duizenden letters om; maar de neer Greidanus haalt dit aan, omdat de heren De Groot en Sijtema ambtenaren zijn, volgens hem natuurlijk al een soort partijbonzen! Dergelijke dingen beledigen ons in ’t diepst van ons proletarisch gevoel. Als de heer Greidanus zo 500 st. kreeg, gunt spr. ze hem en als wij door dergelijke propaganda hier met 8 leden terug kunnen komen, dan bedanken wij toch daarvoor. Als wij ergens stem men verliezen, omdat wij voor werkverschaffing zijn, dan blijven wij toch voor werkverschaffing, ook al zouden wij daardoor Pater Siardus Veldman O. C. f In het ziekenhuis te Deiden is gisteren op 29-jarige leeftijd overleden onze oud-stad- genoot de WelEerw. pater Siardus Veldman, van de orde der Carmelieten, phil. en theol. doctor. Kunstkring. Van stukken als „Het kind van de buur vrouw” -dat Woensdag in het Amicitia theater ging als vierde abonnementsvoor- stelling pleegt men te zeggen, dat het volksstukken zijn, dus dat ze een greep uit het volksleven brengen. Bij een schrijver als Johan Elsensohn beteekent dat een greep uit het leven van het volk in de groote stads achterbuurten dat zoo sterk leeft uit primi tieve gevoelens; in zulke stukken zoeke men geen tintelende geest, wel „derbe” volks humor en geen verstandelijk redeneeren, maar de felle gevoelsuiting in de onge- kuischte taal der achterbuurt. Dergelijk rea lisme waardeert niet ieder, verschil van ap preciatie van zoo’n stuk is mogelijk en was er ook hier. Maar tooneel is het, echt levend tooneel, daar gaat niets van af. Er is ook in dit stuk veel wat cru is, maar welk een ge legenheid biedt het een ensemble tot spel, tot spel van de bovenste plank. En een ras echte actrice als Aaf Bouber laat zoo’n kans niet loopen, ze speelde tante Daatje prach tig in de innige overgave aan laat en ge leend moedergeluk en in de tragiek van het verloren gaan van dat geluk, al zat er dan in haar spel en in dat der anderen in het eerste tafreel stellig te veel charge. De bloe men haar aangeboden en het hartelijk ap- Storm op ’den Mont Bi 1 a n c. u In het Gebouw voor GhT. Belangen werd gisteravond door het Ned. Chr. Filmbureau uit Haren een filmvoor stelling gegeven. ■Allereerst zagen ‘wij de droeve plech tigheid van de Uitvaart van koningin Astrid van België, welke film tal' van herinneringen gan 'deze lieve vorstin in beeld bracht. Een grappige teekënfilm volgde, ge volgd door een „Banketbakker ge vraagd” met allerlei dollle situaties, waarom har^lijk ‘wprcl gelachen. In dustrieën uit oriderschQidene landen passeerden dan de revue, terwijl als laatste hr. 'de „Springende Boonen” werd gegeven, 'waarbij het publiek zichtbaar zich ‘amuseerde. Nla een korte pauze 'kwam het hoofdnummer: Storm óp 'den Mout Blanc”. i Op een punt 5500 M. hoog is op tien Mont Blanc een post voor weer kundige waarnemingen gevestigd. Te midden van reusachtige, sneeuwmassa's verricht de 'ambtenaar zijn werk, ter wijl zijn mondbehoeften hem bezorgd worden per vliegmachine. De doch ter van de directeur van 'de sterre- wacht maakt een tochtje per vliegma chine mee, tie twee in de hut raken op elkaar verliefd, wat natuurlijk voor elkaar komt. Als de professor omkómt in de bergen,gaat de dochter eeji zieke vriend van den weerwaarnemer verplegen, .die eveneéns vériiéfd wordt en zijn vriend in de waan brengt dat de verloving aanstaande is. Zijn .af lossing weigert hü> °P een zeer storm; Jachtige d'ag heeft hjj Levensgevaarlijke oogenblikkenhij' verliest zijn hand schoenen, breekt z'jjh ski’s, vergeet de deur van iij’n hut te sluiten, totdat een treddingscolonnë hem ’met de vliege nier ter hulp snelt en een happy end' volgt De prachtige Vergezichten en 3e Ischittereride opnamen van bergen en sneeuwmassa's, gïetschers, lawines enz. enaken deze film tot een geheel, dat met groote 'belangstelling gevolgd: werd. Ook tie stoute verrichtingen van skiloopers trokken (bijzondere aandacht. Hèt publiek ’heeft dan ook wel geno ten van deze grootsche natuuropna men. NIEUWE SNEEKER COURANT o i I

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1936 | | pagina 1