No. 36 Eerste Blad
annex SNEEKER COURANT (79e Jaargang)
Officieel Orgaan
der Gemeente Sneek
Uit onze Raadzaal.
'J
H
Uitgave KBZEBR1NS Co.
Zaterdag 1 Februari 1980
BSe Jaargang
Dit No. bestaat uit 3 bladen.
NIEUWSTIJDINGEN.
Regelprijs 9 cent. Abonnementen belangrijke kortin
Alle AdvertentlSn worden In belde bladen opgenomen
AVONDVERGADERING TE HALF ACHT.
V r ij d a g s te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawisr, Terzool, Abbega,
Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaagtmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum,
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad
en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspre’d:
D i n s d a g s te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizfti, Uitwellingerga, Oudega (W.),
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen
burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd
Controle op de oplaag toegestaan.
Voorzitter de heer P. J. de Hoop, burgemeester.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Aanwezig 14 leden. Afwezig de heer J. Greidanus, die later
ter vergadering komt.
De Algemene beschouwingen over de begroting 1936 worden
hervat.
De heer Blok: Er zijn heel wat vriendelijke en minder vrien
delijke woorden gehoord en we zullen trachten er nu een slot
aan te maken. Ten opzichte van sprekers persoon is nog al wai
in het midden gebracht, waarderende woorden met een schop
er achter aan. „Je hebt je tijd gehad, dus weg met je!” dat is
eigenlijk de bedoeling. Spr. behandelt sedert 1904 de begroting
hier mee, en altijd met ambitie. Zeker er is een tijd van komen
Vervolg van 2e blad.
Wat de opmerking van den heer Kracht betreft, deze is reeds
door den Voorzitter beantwoord; wanneer er bij spr. een can-
didaat komt voor enigerlei betrekking in de gemeente, zinspeelt
spr. nooit, welke betrekking het ook betreft, op de politieke
richting van den sollicitant. Daar denken wij niet aan; voor efire
functie willen wij de best mogelijke kracht, en het zou een
absolute fout zijn, te bepalen, dat van elke richting een bepaald
aantal bij bedrijven enz. zoude moeten werkzaam zijn. Dat is
volkomen in strijd met het beginsel der democratie en zelfs met
de grondwet. Spr. hoopt dat de democratische rechten ook ten
opzichte van dit vraagstuk ten vol!^ gehandhaafd zullen blijven.
De heer Tromp zou na het betoog van den heer De Groot,
die een goed spreker is, weinig meer willen zeggen. Het begint
spr. wat te begroten voor den iheer Greidanus, die hier evenals
wij zit en op zijn wijze voor de belangen der gemeente opkomt.
Spr. heeft niettemin, evenals de heer De Groot, behoefte zich te
uiten, nu de heer Greidanus betoogde, dat men bij vele raads
leden wel naar de woorden moet luisteren, niet naar de daden
zien en hij dit in verband bracht met de kwestie der school-
voeding, waarvoor in de vorige vergadering ook van rechts een
stem opging. Spr. rekent het zich tot een eer democraat te zijn
en komt er tegen op, dat een politiek tegenstander anderen ver
wijt het niet ernstig te nemen met wat zij lanceren. Spr., jong
raadslid, geeft zijn als collega even jong mederaadslid in over
weging bij zijn politieke tegenstanders iets dergelijks niet te
veronderstellen. Spr. heeft de vorige keer een lans gebroken
voor het arme ondervoede kind, die in de eerste plaats waren
kinderen der openbare scholen) hij twijfelde er zelf aan of de
10 kinderen der R.-K. scholen wel aan de schoolvoeding zouden
deelnemen. De beslissing daarover ligt niet bij hem. Spr. dringt
er bij den heer Greidanus op aan dat'deze zijn excuses zal aan
bieden.
Wat de opmerking van den heer Kracht betreft, deze is door
den burgemeester in bevredigenden zin beantwoord. Spr. neemt
in dit verband dankbaar acte van hetgeen de heer De Groot
zeide betreffende het s.-d. standpunt ten opzichte van grondwet
en democratie, waaromtrent wel eens twijfel heeft bestaan. Spr.
brengt na hetgeen hij gehoord heeft de kwestie van benoemin
gen thans niet ter sprake; het geluid dat de heer De Groot tpn
jopzichte van deze materie liet horen, klonk spr. als muziek in
de oren en hij hoopt op deze aangelegenheid te zijner tijd nog
eens terug te komen.
Wat het politiek intermezzo betreft, wil spr. bij alles wat
hij ten opzichte van den heer Blok wil opmerken, het oog houden
op diens leeftijd, waaraan hij eerbied verschuldigd is. Ook spr.
is te principieel aangelegd, dan dat hij het ieder naar de zin
zou kunnen maken, maar spr. is overtuigd, dat de mens met
principes gerespecteerd wordt ook door den tegenstander. Spr.
zou voor den heer Blok dubbel respect hebben, als deze op het
juiste moment was teruggetreden. Dat zou hem hebben gesierd.
Spr. wenst inzake de kwestie der wethoudersverkiezing één
ding vast te stellen, waarover niet gedebatteerd behoeft te wor
den, nl. dat het zeker was dat de r.-k. ditmaal een a.-r. wet
houder zouden hebben geaccepteerd, als het niet de heer Blok
geweest was en dat wist men. Dat wenst spr. ten aanhore van
de burgerij vast te leggen als de zuivere waarheid.
Spr. zit hier persoonlijk zonder oude plunje, en hij wenst als
zodanig te constateren, dat het een feit is, dat de gehele wet-
houdersgeschiedenis op de meest simpele wijze had kunnen
worden opgelost door een persoonlijk offer. Men dient zich zelf
te realiseren, dat als men dat offer niet brengt, men de toe
standen toespitst, en verwijdering schept met de r.-k. fractie.
De schuldvraag is voor spr. geen vraag, trouwens voor niemand
meer. Hij kan met alle medeleden in goede harmonie leven, ook
na wat men hem persoonlijk aandeed, maar het zal niet lukken
sprekers overtuiging in dezen te doen wijken in wat historisch
vaststaat. Het is niet gelukt de zaak in het goede spoor te leiden,
men dreef zijn zin door, ondanks waarschuwingen ook uit eigen
kring. Spr. betreurt zeer dat door deze hele geschiedenis loopt
een draad van animositeit, waaraan wij niet debet zijn, en wij
dragen dan ook de verantwoordelijkheid voor de gevolgen in
dezen zéér licht.
Spr. stelt nogmaals vast dat ook het nieuwe lid der r.-k. fractie
absoluut de bedoeling had ditmaal met een a.-r. wethouder in
zee te gaan, als men niet de eis gesteld had een persoon te
aanvaarden, welke óók hij niet kon aanvaarden.
De heer Oppen huizen kende de r.-k. antipathie tegen
den heer Blok, doch acht deze onredelijk; als iemand bejaard
is, maar geestelijk volkomen in staat z’n taak waar te nemen,
is bejaardheid alleen geen reden hem niet goedgezind te zijn.
De heer M a s e 1 a n d is het met B. en W. eens dat de tijden
moeilijk zijn, doch- had graag iets meer richting aangegeven
gezien in de financiële politiek en had gemeend dat te mogen
verwachten omdat men een werkmeerderheid had; het was niet
aan de minderheid die richting aan te geven, zij beschikte boven
dien niet over de gegevens en had toch geen meerderheid achter
haar plannen. Spr. had echter gaarne iets van de toekomstplan
nen van de werkmeerderheid gehoord. Spr. zou dus graag willen
horen hoe men zich het perspectief voorstelt, men kan desnoods
zelfs vaag blijven. De heer Blok moge niet populair zijn, niet
de man ook die met alle winden meedraait, maar zijn impopu
lariteit vloeit voort uit de daden, door hem in de gemeentepolitiek
gesteld. De heer Dokkum heeft destijds geëist, dat spr. duidelijk
zou zijn, welnu dat is hij geweest en is spr. daarbij te ver ge
gaan, dan biedt hij gaarne zijn excuses aan, hij heeft zakelijk
willen zijn. Spr. eist niet dat de heer Blok zijn principe zal
prijs geven, doch de a.-r. fractie promoveert wel eens gauw iets
tot principes; de heer Blok is niet soepel genoeg; als hij A
gezegd heeft, is hij niet meer in staat B te zeggen, en voor de
samenwerking in een college als het onze moet men wei eens
wat over zijn kant kunnen laten gaan.
Men wil geen belastingverhoging, dat is best, doch wij hebben
bezwaar tegen kapitaalsuitputting. Kunnen B. en W. verzekeren,
dat dit niet het geval zal zijn, dan zullen wij gaarne nog over
wegen voor de begroting te stemmen.
Wat het bewaarschoolonderwijs betreft, toen het voorstel door
den heer Blok werd ingediend, werkten de rechtse fracties sa
men, doch er is niet onderling over gesproken; wij werden voor
het feit gesteld dat wij van het voorstel eerst kennis kregen
via de raadsagenda. Dat is onze eerste grief en de tweede, dat
toen het voorstel kelderde, de heer Blok zijn verlies niet wist
te dragen, terwijl hij wist dat hij met de indiening aan een échec
bloot stond.
Wat de meterhuur betreft, deze was reeds afgeschaft onder
het oude college. De heer Dokkum verweet spr. zijn agressieve
toon, dat was sprekers bedoeling niet; spr. moest echter uiting
geven aan het gevoel van diepe gegriefdheid, dat leeft in katho
lieke kringen en als men wondeplekken aanraakt, doet men wel
eens pijn.
Waarom heeft de a.-r. fractie in 1935 aan de rechtse fracties
niet gezegd: wij willen den heer Blok als eerherstel voor 1931;
waarom om de hete brij heengedraaid en van ons geëist te
stemmen op wie door de a.-r. fractie aangewezen zou worden.
Spr. ontkent niet het recht van deze fractie in eerste instantie
zelf die man aan te wijzen, maar van de andere fracties te eisen,
dat zij zonder meer op zo iemand zullen stemmen gaat te ver.
'En met die mening bevindt spr. zich in goed gezelschap, want
in het Fr. Dagblad van 3 Sept, wordt gezegd, dat ieder raadslid
moet uitmaken wie hij zal stemmen, terwijl hier geëist werd
een kat in de zak te kopen, waarvan men trouwens met de
klompen kon voelen, dat het iemand zou zijn, die wij niet konden
aanvaarden.
Dat de punten van het r.-k. program niet uitgevoerd werden
in de periode 193135 is te wijten aan het feit, dat 3 van die
jaren crisisjaren waren; in 11932 is wel uit het reservefonds ge
put, maar zijn ook positieve beslissingen genomen en toen zat
in de f42000 uit de reserve ook het bedrag dat van de bedrij
ven kwam.
Deze begroting draagt een voorlopig karakter, dat kan spr.
toegeven en als zodanig kunnen wij haar aanvaarden als B.
en W. nog iets meer perspectief geven inzake de toekomst.
De heer Van der Veen, speciaal door zijn fractie belast
met de kwestie der werklozenzorg, zegt dat men hem toch in
deze niet beschuldigen kan, traag te zijn, voortdurend heeft hi;
deze aan de orde gesteld. Maar als voorstellen aan de orde
komen, die geen kans hebben aangenomen te worden, omdat
de raad niet het recht heeft ze aan te nemen, voelen wij ons
zeker niet verplicht die voorstellen te steunen. Wij houden reke
ning met de mogelijkheden, die beperkt worden door de rege
ring. Wij verschuilen ons niet achter den minister, met wie wij
het niet eens zijn, maar als de raad niet het recht heeft bepaalde
voorstellen aan te nemen, wat schieten wij dan met dergelijke
voorstellen op. De heer Greidanus kon dan ook weten als hij
maar leest, maar z’n eigen vrienden zeggen, dat hij bijna niet
leest. En omdat hij deze dingen niet weet, verkondigt hij dat
de s.-d. eigenlijk de beroerdsten zijn van de gehele Sneker raad.
Ook wij willen samenwerken, maar dan zal van communistische
zijde nog heel wat moeten veranderen. Dan zal niet alleen de
kritiek hier op ons geoefend moeten eindigen, maar ook de zure
kritiek, die men in deze kringen op straat uitoefent en het ver
dacht maken van de mensen, die de maatregelen moeten uit
voeren, en de houding tegen de mensen, die controle moeten
uitoefenen, in één woord op allen, die hier „het Orgaan” met
elkaar uitmaken; de woorden, die door deze zure kritiek worden
rondgestrooid, dag in dag uit, zullen moeten worden ingetrokken.
Hoe is het met verschillende zaken gegaan? Wij verzochten
B. en W. om tot verstrekking van goedkope groenten over te
gaan, B. en W. waren echter reeds met deze zaak bezig. Toen
wij een en ander publiceerden, werd ér een hetze op touw
gezet, de werklozen zou een minderwaardig soort groenten in
de maag worden geduwd, de verbroeide spinazie, de zaad schie
tende sla enz. Toen de fabrieken hier tienduizenden liters onder
melk lieten wegvloeien, deden wij ’n poging de werklozen goed
kope melk te verschaffen. Toen werd er in de volksbuurten ge
leurd met het praatje, dat de werklozen de ondermelk konden
krijgen, de s.-d. wilden zelf de volle melk houden. Als men
samenwerking wil, zal men ernstig moeten pogen met eigen
kritiek op te houden en aan de zure kritiek van satellieten een
eind te maken.
Tot oen heer Blok zegt spr. nog, dat wanneer deze meent
dat spr. toezegde steun voor diens bezuinigingsplannen, hij zich
heeft vergist; „men heeft, aldus heeft spr. gezegd, aan a.-r.
zijde de mond wat te vol gehad”.
De heer Dokkum bracht de plaat „Bouwers en Brekers” ter
sprake. Als wij weten enigszins te kunnen rekenen op mede
werking van anderen willen wij bouwers zijn; als de heer Qrei-
danus aan de goede zijden van het Plan erkent, laat men dan
van deze zijde niet komen met een prul van zichzelf. De heer
Dokkum neme eens kennis van ons Plan; inderdaad hebben wij
geweigerd met den heer Colijn samen te werken, wij zijn zoals
Albarda het uitdrukte: „niet belust, wel bereid”, maar zeker
niet belust en bereid als wij onze principes aan de kant moeten
schuiven en niet belust als men komt met de aanpassingspolitiek,
waaronder men nu al enige jaren gebukt gaat.
De vergadering wordt alsnu geschorst tot des avonds half
acht.
en gaan, maar dat gaan ligt aan de persoon zelf en spr. heeft
er nog geen zin in; spr. gaat nog niet en hoopt in de komende
vier jaar nog iets te mogen doen zoals hij wel eens meer iets
voor de gemeente heeft mogen doen.
Zeker spr. heeft vroeger opmerkingen gemaakt over de finan
ciën; met deze begroting verkeert nfen echter in een moeilijke
positie en onze fractie kan wel voorstellen doen, doch daarvoor
zal geen meerderheid te vinden zijn en daarom wil men nu
afwachten. Spr. hoopt z n best voor de gemeente te doen, doch
hij zal het moeten verliezen als de andere heren menen dat zij
het alleen goed kunnen. Men heeft spr. hier wel meer in z'n hema
laten staan, hij zal echter steeds voor zijn mening uitkomen. Hij
is voor overtuiging vatbaar, doch weigert de dingen door ander
mans ogen te zien. Spr. zal met tegenzin voor de begroting
stemmen, omdat hij meent dat men geen voortgang genoeg
maakt met de bezuiniging in de verschillende takken van dienst.
Wij geven ons lang niet genoeg rekenschap van dé moeilijke
tijden, welke we tegemoet gaan. Spr. hoopt de gemeente nog
te dienen met de krachten en gaven welke hij bezit.
De heer Zuiderbaan antwoordt nog even den heer Kracht
dat zolang spr. in het college zit hij nooit iets gemerkt heeft van
partijbenoemingen; de capaciteit is de maatstaf hier ter beoor
deling van een sollicitant.
Spr. heeft de andere wethouder niet gekozen, zoals de heer
Sijtema zeide, dat is in onderling goedvinden bepaald, in tegen
stelling wat andere fracties betreft, die eisen stellen dat hun
candidaat moet benoemd. Het experiment is inderdaad gelukkig
uitgevallen, moge dat zo blijven.
De heer Maseland had veel opmerkingen over de begroting.
Wat zou er nu van een experiment terecht komen als men ging
samenvoegen degeen die geen opmerkingen had over de be
groting (spr. bedoelt de heer Sijtema) en degene die tal van
opmerkingen had (spr. bedoelt den heer Maseland). Spr. heeft
tevergeefs gewacht op de denkbeelden van den heer Maseland
over de begroting; toen wij, v.-d., vroeger kritiek oefenden,
hebben wij steeds ook de weg gewezen hoe het o. i. wel moest.
In de stilte van de studeerkamer kan men wel een grote rede
voering ineenzetten, maar om dan later alles te bewijzen en de
weg uit de moeilijkheden te wijzen, valt niet mee en dan blijft
men wel eens in gebreke. En dat is toch plicht en daarom neemt
spr. de beschuldigingen van den heer Maseland niet ernstig, hij
wijt die aan een enigszins geprikkelde stemming, hij meent het
niet zo erg; er is veel veranderd, principiële verlangens moet
men naar de achtergrond dringen, omdat de toestand verbiedt
ze te verwerkelijken. Spr. vindt het daarom zo juist wat de me
morie schrijft inzake de onzekerheid, welke over onze financiële
toestand heerst. De daling der gasproductie is ietwat tot staan
gekomen, dat verheugt spr., doch alles blijft nog onzeker. Bij
al die onzekere factoren kunnen B. en W. de toekomstige politiek
niet uitstippelen, doch de ernstige wil zit voor de zaken zeer
ernstig te behandelen en niet te veel te putten uit het reserve
fonds en als het niet al te erg gaat, dan zullen we het met die
ernstige wil nog lang klaren.
De Voorzitter: Er is nog weinig over de begroting ge
sproken, wel veel over zaken, die daarmede geen verband hiel
den. Spr. adviseert nu zo zachtjes aan met de begroting te
beginnen.
De heer Greidanus stelt echter voor om in derde instantie
het woord te voeren; dit voorstel wordt gesteund door den heer
Sijtema.
Dit voorstel wordt met 12 tegen 3 stemmen, die van de h.h.
Vis, Blok en Oppenhuizen aangenomen.
De heer Greidanus wijst er op dat het de schuld der
s.-d. is dat hij hier zit, omdat de communisten hadden toegezegd
zijn candidatuur te zullen terugnemen als de s.-d. een werkelijke
arbeiderspolitiek wilden voeren. Zij antwoordden dat zij die
politiek steeds hadden gevoerd. Ook de s.-d. gaven een manifest
uit, waarin zij o. a. schreven, dat de stemmen op ons uitgebracht,
waardeloos waren. Als de s.-d. wérkelijk arbeiderspolitiek voer
den, waar vandaan dan de 500 st. op spr.
Wat de zure kritiek betreft, herhaaldelijk hebben de s.-d. ge
zegd, dat spr. een ongeletterd sjouwerman was, en hij niet
anders kon doen dan vloeken en schelden! Spr. heeft zich toch
aardig beheerst, al valt het niet mee altijd kalm te blijven als
men bv. spreekt van „kwajongensachtig”. Als wij het volk al
zeggen: „het geeft toch niets”, dan zijn onze eisen inderdaad
onuitvoerbaar, maar als men de actie ontketent in en buiten de
raad, dan worden onze eisen door het volk zelf verwezenlijkt.
Wat de Kerstgave betreft, wijst spr. er op dat de betrokkenen
toch nog wat kregen, al was het niet wat spr. wenste; dus ons
optreden gaf wel wat. Als men voor schoolvoeding reeds lang
heeft gestreden, hadden de s.-d. in 1932 ons voorstel daartoe ook
moeten steunen. Inzake de ondermelk hebben wij eerst een adres
tot de raad gericht. Aan het optreden van de h.h. Van der Veen
en De Groot is concurrentiezucht niet vreemd.
De heer Sijtema gaf na de vorige vergadering toe, dat er
voor de arbeiders aan het voorstel tot verschuiving van de uit-
keringsdatum een ongunstige kant zat en nu spr. met een voor
stel komt, wordt dat demagogie genoemd! Spr. heeft niet de
bedoeling iemand persoonlijk te beledigen, ook niet den heer
Tromp, spr. heeft enkel gewezen op de plicht de kinderen in het
gezin te voeden, dus dat men de gezinnen daartoe moest in staat
stellen. Als men spr.’s voorstellen bij dergelijke zaken niet steunt,
heeft hij het recht verschil tussen theorie en praktijk te con
stateren. Spr. neemt geen woord terug van wat hij in eerste
instantie zeide.
De heer Van der Veen zegt dat de heer Greidanus weer
met verdachtmakingen begon en juist die treffen ons, ook arbei
ders, het meest. Een ongeletterd sjouwerman zegt hij, welnu
spr. is de zoon van een ongeletterd sjouwerman, al gaat hij
zelf elke dag met duizenden letters om; maar de neer Greidanus
haalt dit aan, omdat de heren De Groot en Sijtema ambtenaren
zijn, volgens hem natuurlijk al een soort partijbonzen! Dergelijke
dingen beledigen ons in ’t diepst van ons proletarisch gevoel. Als
de heer Greidanus zo 500 st. kreeg, gunt spr. ze hem en als wij
door dergelijke propaganda hier met 8 leden terug kunnen
komen, dan bedanken wij toch daarvoor. Als wij ergens stem
men verliezen, omdat wij voor werkverschaffing zijn, dan blijven
wij toch voor werkverschaffing, ook al zouden wij daardoor
Pater Siardus Veldman O. C. f
In het ziekenhuis te Deiden is gisteren op
29-jarige leeftijd overleden onze oud-stad-
genoot de WelEerw. pater Siardus Veldman,
van de orde der Carmelieten, phil. en theol.
doctor.
Kunstkring.
Van stukken als „Het kind van de buur
vrouw” -dat Woensdag in het Amicitia
theater ging als vierde abonnementsvoor-
stelling pleegt men te zeggen, dat het
volksstukken zijn, dus dat ze een greep uit
het volksleven brengen. Bij een schrijver als
Johan Elsensohn beteekent dat een greep uit
het leven van het volk in de groote stads
achterbuurten dat zoo sterk leeft uit primi
tieve gevoelens; in zulke stukken zoeke men
geen tintelende geest, wel „derbe” volks
humor en geen verstandelijk redeneeren,
maar de felle gevoelsuiting in de onge-
kuischte taal der achterbuurt. Dergelijk rea
lisme waardeert niet ieder, verschil van ap
preciatie van zoo’n stuk is mogelijk en was
er ook hier. Maar tooneel is het, echt levend
tooneel, daar gaat niets van af. Er is ook in
dit stuk veel wat cru is, maar welk een ge
legenheid biedt het een ensemble tot spel,
tot spel van de bovenste plank. En een ras
echte actrice als Aaf Bouber laat zoo’n kans
niet loopen, ze speelde tante Daatje prach
tig in de innige overgave aan laat en ge
leend moedergeluk en in de tragiek van het
verloren gaan van dat geluk, al zat er dan
in haar spel en in dat der anderen in het
eerste tafreel stellig te veel charge. De bloe
men haar aangeboden en het hartelijk ap-
Storm op ’den
Mont Bi 1 a n c. u
In het Gebouw voor GhT. Belangen
werd gisteravond door het Ned. Chr.
Filmbureau uit Haren een filmvoor
stelling gegeven.
■Allereerst zagen ‘wij de droeve plech
tigheid van de Uitvaart van koningin
Astrid van België, welke film tal' van
herinneringen gan 'deze lieve vorstin in
beeld bracht.
Een grappige teekënfilm volgde, ge
volgd door een „Banketbakker ge
vraagd” met allerlei dollle situaties,
waarom har^lijk ‘wprcl gelachen. In
dustrieën uit oriderschQidene landen
passeerden dan de revue, terwijl als
laatste hr. 'de „Springende Boonen”
werd gegeven, 'waarbij het publiek
zichtbaar zich ‘amuseerde.
Nla een korte pauze 'kwam het
hoofdnummer: Storm óp 'den Mout
Blanc”.
i Op een punt 5500 M. hoog is op
tien Mont Blanc een post voor weer
kundige waarnemingen gevestigd. Te
midden van reusachtige, sneeuwmassa's
verricht de 'ambtenaar zijn werk, ter
wijl zijn mondbehoeften hem bezorgd
worden per vliegmachine. De doch
ter van de directeur van 'de sterre-
wacht maakt een tochtje per vliegma
chine mee, tie twee in de hut raken
op elkaar verliefd, wat natuurlijk voor
elkaar komt. Als de professor omkómt
in de bergen,gaat de dochter eeji
zieke vriend van den weerwaarnemer
verplegen, .die eveneéns vériiéfd wordt
en zijn vriend in de waan brengt dat
de verloving aanstaande is. Zijn .af
lossing weigert hü> °P een zeer storm;
Jachtige d'ag heeft hjj Levensgevaarlijke
oogenblikkenhij' verliest zijn hand
schoenen, breekt z'jjh ski’s, vergeet de
deur van iij’n hut te sluiten, totdat een
treddingscolonnë hem ’met de vliege
nier ter hulp snelt en een happy end'
volgt
De prachtige Vergezichten en 3e
Ischittereride opnamen van bergen en
sneeuwmassa's, gïetschers, lawines enz.
enaken deze film tot een geheel, dat
met groote 'belangstelling gevolgd:
werd. Ook tie stoute verrichtingen van
skiloopers trokken (bijzondere aandacht.
Hèt publiek ’heeft dan ook wel geno
ten van deze grootsche natuuropna
men.
NIEUWE SNEEKER COURANT
o
i
I