Officieel Orgaan
der Gemeente Sneek
HOLLANDSCH ZWITSERSCHE keepen KWALITEIT
Zaterdag IS April 1936
t»2e Jaargang
Ho. 58 forste Blad
annex SNEEKER COURANT (79e Jaargang)
Dit No. bestaat alt 3 bladen.
OM EEN KIND
Uitgave KIÏZEBRINK Co.
FEUILLETON
NIEUWSTIJDINGEN.
Alle Advertentlën worden In belde bladen opgenomen
Begelprljs 9 cent. Abonnementen belangrijke korting
Nadruk verboaen.
ge-
starheid van
Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega,
Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozum.
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad
en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de Nieuwe Sneeker Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid:
Dinsdags te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.),
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sonde!, Sloten, Tjerkgaast, Spannen
burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd
Controle op de oplaag toegestaan.
AANKONDIGING VERGADERINGEN. ENZ.
Maandag 20, Dinsdag 21 April. Emma-
bloemcollecte.
Amicitia. Woensdag 22 en Donderdag
23 April. 8 uur. Revue „Dat doet je weer
goed”, N.V. Nationale Revue,
Harmonie. 21, 22 en 23 April. Zuivel-
demonstraties. Zie adv.
EEN H Z WASCII
IS EEN GENOT OM TE ZIEN
Roman van
NORBERT GARAI
In declamatie, zang en dans werd niet
alleen gestreefd naar een eerbiedige, maar
ook schoone nadering in smart zoowel
als vreugde van het heilig onderwerp en
vaak werd daarbij een ontroerend effect be
reikt, in dikwijls kinderlijk eenvoudige, maar
ook door costuum, attribuut en symbolische
kleur kunstzinnige uitbeelding.
In deze sfeer paste uitstekend als groot
programmanummer de uitvoering van Henri
Ghéons „Het Gastmaal der kinderen”, door
K.J.C., J.W. en K.J.V. met medewerking van
het R.K. Kerkkoor. Het was een verademing
even uit deze gespannen tijden te mogen
treden in de naief-mystische sfeer der mid
deleeuwen, welke Ghéon in deze voor zijn
„compagnons de Notre Dame” geschreven
stukken zoo weet te scheppen. Ook weer in
deze bewerking van een oude klooster
legende, waarin de vertrouwelijke omgang
van het Jezuskind met twee in een klooster
opgevoede jongens wordt geschetst, van
wier van huis meegenomen voedsel Het mee
eet, tot de jongens Het vragen ook eens
iets voor hen mee te brengen, en Het hen
met Pater Bernard noodt aan Zijn maaltijd
op Hemelvaartsdag, vanwaar Het hen mee
neemt naar Zijn eeuwigdurend Gastmaal.
Er werd met een voor iemand die veel
dilettanten-uitvoeringen ziet weldadig
aandoende overgave door de jonge hoofd-
personen gespeeld, zuiver en sober; nobel
van lijn en kleur was de tooneelbouw.
Het was een avond van wijding, maar ge
tuigend ook zeer in het bijzonder van een
kunstzinnige leider, die een fraaie eenheid
van het programma wist te maken, en wiens
bekwame regie in dat geheele programma
doorwerkte.
het
meisje en plotseling wordt zij ernstig. „Zeg
Als hij bemerkt, dat deze onthulling de
beide meisjes niet bijster imponeert, buigt
hij zich over het kind en bestudeert op
merkzaam Maud’s gelaatstrekken. Maar
daarmee is hij ‘dan ook aan het eind van
zijn talenten als detective. Geheel uit het
veld geslagen, neemt hij plaats aan tafel,
waar Kitty de avondboterham reeds heeft
klaargezet.
Geen van drieën hebben zij vandaag ech
ter veel trek. Zij spreken op fluisterenden
toon om Maud niet te wekken, zij discutee-
ren, piekeren en beraadslagen.
Het is de laatste avond, welke zij in dit
huis doorbrengen. Met het weinige dat
hun is overgebleven, zullen de beide be
woonsters morgen naar Danny’s weekend
huisje aan den oever van de Theems trek
ken
En alsof het noodlot met de beide meis
jes den spot wil drijven, liggen daar n|u
vijfhonderd pond op tafel
Vijfhonderd pond, die voor de drie
jonge menschen is dat buiten kijf mor
gen aan het politiebureau zullen moeten
worden af geleverd.
Als de H.Z. wasch ophangt 'is zij zoo
prachtig helder, dat het werkelijk een
genot is om er naar te kijken. En bovendien gaat het
wasschen verrassend gemakkelijk en kost bijna niets meer.
declamatie en zang, welke tot een 1
stemming konden bijdragen, een lid der K.J.
V. declameerde „Lijdensengel”, een lid der
K.J.M.V. „Barabbas”, een spreekkoor van
de J.W. „Golgotha”, terwijl de R.-K. Zang-
ver. St. Caecilia als slot van dit deel „Po-
pule meus” van Palestrina zong.
Zoo was met een uitbeelding van Chris
tus’ lijden in de hof van Olijven, tijdens Zijn
kruisweg en bij Zijn kruisdood de Paasch-
jubel voorbereid, welke zich uitstortte in
blijde declamatie dans en zang. Een lid van
de J.W. droeg vóór „Paschen” van mevr. A.
SteenhofSmulders, een groep meisjes der
K.J.V. gaf een dans „Victimae Paschaeles”,
een groep der K.J.M. gaf „Paschen” van
Guido Gezelle, St. Caecilia zong „Christus
is opgestanden” van Diepenbrock, en dit
deel van het programma werd besloten met
een spreekkoor: „O, ik loof U” door de
K.J.V.
De Oxford Beweging.
Men schrijft ons:
Een christelijke wereldrevolutie noemde
Frank Buchman, de leider, de Oxfordgroep-
beweging en inderdaad geeft de groei en het
resultaat van een jaar werken van deze be
weging in Denemarken een beeld daarvan.
Het was 27 Maart jl. een jaar geleden dat
deze beweging daar haar werk was begon
nen nadat het optreden van een bekend
Noorsch journalist, Frederik Ramm, die ook
met Amundsen over de Noordpool is gevlo
gen, het Deensche volk hiervoor de oogen
had geopend.
Frederik Ramm was nl. de man die in de
Noorsche pers tendentieuse en opruiende
artikelen tegen Denemarken had geschreven
en daardoor het conflict tusschen deze beide
landen over de visscherij op Groenland bijna
tot een oorlog had opgedreven.
Gegrepen door de Oxfordgroepbeweging
zag hij het verkeerde van zijn optreden in
en verklaarde daarover in de Deensche pers
openlijk zijn spijt. Men kan zich de verwon
dering der Deenen voorstellen en ieder wou
weten wat daar achter zat. Zoo werd de
belangsteling gewekt en de basis voor het
werk der groep gelegd.
De verjaardag van dit gewichtige feit is
gedurende de Paaschdagen in Denemarken,
waar deze beweging een volksbeweging is
geworden in de beste zin des woords, met
een groote demonstratie en bijeenkomsten
gevierd. Ook 300 Nederlanders namen er
aan deel en waren daartoe met de „Prinses
Juliana” van de Mij. Zeeland naar Svend-
borg gevaren.
Na een dag en een nacht over vrij woelige
zee was de „Prinses Juliana” Zaterdagmor
gen tel acht uur in de pittoreske haven van
Svendborg aangekomen, waar een groep
Denen de Nederlanders ontving. Met extra
treinen vertrok het gezelschap naar Ollerup,
waar men het in het Stadion der Volkshoo-
geschool voor lichamelijke opvoeding ont
ving en het toegesproken werd door dr.
Frank Buchman, den pionier der Oxford-
groep, waarna voor Nederland nog ’t woord
werd gevoerd door de dochter van den Ne-
derlandschen gezant te Kopenhagen, een
commissionair te Amsterdam, een advocaat
te Den Haag en een werklooze intellectueel.
Om twaalf uur trokken de Nederlandsche
deelnemers in langen optocht, voorafgegaan
door de nationale driekleur, het stampvolle
stadion binnen, waar de menigte het Deen
sche volkslied zong.
Daarna kwamen de deelnemers uit Let
land, Noorwegen, Duitschland, Engeland en
tal van andere naties het stadion binnen.
Na de pauze begon ’s middags om twee uur
de groote demonstratie. De jeugd van vele
naties, die zich buiten het gebouw had op
gesteld, marcheerde binnen, voorafgegaan
door de vlaggen van 20 naties, die in het
afgeloopen jaar vertegenwoordigers naar
Denemarken hadden gezonden. Nadat de
jeugd zich had opgesteld langs de wanden,
waarvan er een met reuzenletters de woor
den droeg: „Waar menschen luisteren,
spreekt God”, werd de bijeenkomst opnieuw
geopend met de Paaschboodschap, die door
ieder in zijn eigen taal tegelijk werd beant
woord.
In deze meeting ook heeft dr. Frank Buch
man een oproep aan de naties der wereld
gericht. Dr. Buchman citeerde daartoe de
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het bureau van politie,
Martiniplein, en aldaar te bevragen op alle
werkdagen, de navolgende voorwerpen als
gevonden gedeponeerd op 1417 April:
Sleuteltje Zak wortelen Tabakspijp
Ceintuur Wollen want Dames
handschoen Fietssleutel Alpinomuts
Oliebus Zak met brood.
Aanwezig en te bevragen bij de navol
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 1417
April: Belastingmerk, R. Spoelstra, Fra-
nekervaart 12; Belastingmerk, J. S. v.
Schiffaert, Wommels; Beurs, D. Koop-
mans, Oude Koemarkt 5; Vulpen, A. Siet-
sma, W. de Zwijgerstraat 22; Beurs met
inh., S. Kroles, 2e Steenklipstr 12; Rij
wiel, Gez. Sinnema, Regenboogstraat; Wol
len das, S. Dijkstra, Marktstraat,- Alpen
muts, S. Oppenhuis, Potbuurt 6; Groen
kinderwantje, H. Doevendans, Singel 11
Zakmesje en Sleutel, H. Blauw, Sweris-
steeg 6; Alpinomuts, Greijdanus, ie Woud-
straat 6; Paar handschoenen, P. van der
Werf, Eenheid 1 o.
BIPSCOOPNIEUWS.
Het Amicitia bioscoop Theater brengt
als hoofdnummer „Vergeet mij niet”, de
film met Benjamino Gigli, de grootste zan
ger van het oogenblik; Magda Schneider
heeft de vrouwelijke hoofdrol.
De Telegraaf schrijft er o.a. van:
„Gigli’s eerste film. Die woorden bepa
len de grenzen en den inhoud van dezen
„Vergiss mein nicht!”: zij verklaren den
filmliefhebber dat hij hier niet een product
verwachten moet dat in de eerste plaats
cinematografie is, en zij beloven den mu
ziekminnaar de weelde van een-uur-lang
een der allerschoonste stemmen van de
wereld. Gigli, meester van ’t bel canto, eer
ste zanger na Caruso, operaverschijning
die in ieder land dat maar een opera be
zit zijn lauweren geoogst heeft: Gigli zingt
fragmenten van zijn gansche rollenreper-
toire, en liederen, terwijl uw oog en oor
door lens en microfoon hem gadeslaan en
hooren van dichtbij: van zóó dicht bij als
ge wel nimmer in uw leven kans zult krij
gen’ hem te naderen
Om de verrukkelijke stem heen, heeft
men een scenario gemaakt dat uiteraard
eenvoudig en direct is, en dat redelijk vol
doet aan beide eischen die het genre stelt:
gelegenheid tot nummers voor de hoofdrol
Dicht bij Kensington.
De ondergaande zon van een kostelij-
ken zomerdag zet de randen van een, onbe
weeglijk in den azuur-blauwen hemel han
genden wolkengroep, in purperen gloed.
De schemer daalt over de stille, droo-
mende berkenbosschen en geeft het lichte
paars van de bloeiende heide geleidelijk
een donkerder tijft.
Diepe stilte heerscht alom. Doch aan
den rand van een, met een scherpen hoek
in de heide vooruitspringend boschje, loopt
een hond, gevolgd door twee politie-agen-
ten.
De hond, een bruine, grijsgevlekte her
en een atmosfeer met niet te zware of ge
compliceerde spanningen en met veel roe
rende momenten.”
der, blijft van tijd tot tijd staan, bromt
zachtjes, snuffelt met de spitse neus vlak
bij den grond en loopt dan verder.
De tropwe, bruine hondenoogen hebben
iets menschelijk-begrijpends, alsof het
dier zich bewust is, dat de man, dien het
over de verlaten heide tracht op te sporen,
een moordenaar is.
Steeds verder loopt de hond. Achter hem
de beide agenten. Regelmatig, bijlna inge-
houden, gaat de ademhaling van het drie
tal. Eén wil beheerscht mensch en dier.
Reeds geruimen tijd duurt deze jacht.
Het uitgangspunt was een boschje laag
kreupelhout, waarbij thans drie auto’s
staan. Vooraan een groote alarmwagen,
welke iedereen in den omtrek als het
eigendom van de Londensche politie kent.
De tweede is een ruime, luxe wagen, waar
mee het parket zich naar de plaats van
de misdaad heeft laten brengen^ doch die
derde auto, welke eerst later arriveerde, is
opzij geheel gesloten, diep zwart gelakt en
heeft één deur achterin.
Het is een lijkwagen.
„Een schot door de longen in het hart”,
constateert de politie-arts. „Uit de onmid-
dmijke nabijheid van achteren afgevuurd.
Revolverschot. De misdaad moet acht h
tien uur geleden gepleegd zijn. De dood is
is onmiddellijk ingetreden.”
Het slachtoffer, ”een man van ongeveer
vijf-en-dertig jaar, wordt opgericht. Een
agent ondersteunt het bovenlichaam, ter
wijl de politie-fotograaf eenige opnamen
maakt.
Hoewel het hoofd van den vermoorde op
den rechterschouder rust, heeft de dood
aan de scherpe gelaatstrekken niet de uit
drukking van wilskracht en vastberaden
heid kunnen ontnemen. De smalle, bleeke
lippen zijn vast opeen geklemd. Een diepe,
schuine plooi, welke de starheid van oen
Paaschavond R.-K. Parochie.
In het Gebouw voor Christelijke Belangen
lield gisteren de R.-K. Parochie alhier een
?aaschavond, waarvoor ’t Parochie-avond-
comité het initiatief had genomen.
Voor een geheel bezette-zaal sprak Hoog
Eerw. deken Van Galkom, die met den
Dhristelijken groet opende, een woord van
velkom tot allen die op deze parochie-avond
ianwezig waren. Het is iets nieuws wat we
lezen avond hebben, constateert spr. Dat
lieuwe bestaat in de eerste plaats hierin dat
leze avond niet van deze of gene vereen,
jitgaat, maar van de- verschillende jeugd-
vereenigingen dezer parochie te samen.
Deze avond is bedoeld voor alle parochia-
len en zoo hebben die dat blijkbaar ook be
grepen, gezien het verheugend groote be
doek. Voorts is iets nieuws dat er ditmaal
naar niet zoo iets wordt voorgedragen of
jespeeld, dat dus niet de tragedie van een
of anderen mensch het onderwerp van he-
ienavond is, maar de tragedie van Christus,
straks zullen we van de Passiestemming
□vergaan in de Paaschjubel. De jeugdver-
eenigingen, met welwillende medewerking
van eenige heeren van het Kerkkoor en de
zangver. St. Caecilia zullen ons dit aan
stonds vertolken. Er is spr. gevraagd de cle
mentie van het publiek te verzoeken voor
mogelijke gebreken; hij gelooft niet dat dit
noodig zal zijn omdat alles zeer serieus is
voorbereid, doch mocht er iets haperen, dan
hopen we dat de volgende keer te verbete
ren, dus dan niet met een vermeerderde, wel
met een verbeterde uitgave te komen. Spr.
rekent het zich tot een plicht een woord van
dank te richten tot allen die aan de voor
bereiding van dezen avond medewerkten of
op de avond zelf medewerking verleenen.
Spr. mag geen bepaalde namen noemen, dat
is hem verboden, anders zou hij stellig die
van kapelaan Jansen vermeld hebben, hij
doet dat echter nu niet! Maar hij brengt In
het algemeen dank aan de jeugdvereenigin-
gen, de heeren zangers van het Kerkkoor,
de zangver. St. Caecilia, de directeuren, de
leidsters en leiders van al deze vereenigin-
gen, ’t college collectanten, dat ook al weer
bereidwillig medewerking verleende en de
dames en neeren die in het comité zitting
namen. Hun allen hartelijk dank. Daar geen
slotwoord zal worden gesproken, vertrouwt
spr. dat het publiek zich reeds thans bij dit
woord van dank voor wat zal worden gebo
den wil aansluiten. Spr. wenscht allen een
prettige avond en de jonge medewerksters
en medewerkers van harte succes.
De Paasch-avond werd nu ingezet met
dood voor altijd in het hooge voorhoofd
heeft gegrift, geeft het gelaat een drei
gende trek.
„RoofmoordInspecteur Bennett van
de Londensche recherche doorzoekt de zak
ken van het slachtoffer. „Geen geld, geen
papieren, geen sieraden
Een jonge beambte met een verstandig,
energiek gezicht stenografeert elk woord,
dat Bennett op gedempten toon, alsof hij ’t
slechts tot zichzelf zegt, laat hooren.
„Haar bruin, gezicht ovaal, blauwe
oogen, hoog voorhoofd, stompe neus
grijs Homespun-pak, tailleur Charles
Dean, Seattlegrijze das met blauwe
streepen, grijze vilthoed, merk House of
Lords, Londenbruine lage schoenen
zakdoek monogram H. D.”
Nog eenmaal worden de zakken van
den vermoorde zorgvuldig onderzocht. In
een der vestzakjes ontdekt men nog een
gekreukeld stukje papier, dat het hoofd
van een rekening van een hotel in Kenl-
sington blijkt te zijn.
Bennett kijkt op.
In de verte naderen de beide politie
agenten.
Langzaam volgt de hond hen. Af en toe
blijft hij staan, snuffelt langs den grond en
draait dan telkens den kop om, als over
legde hij, of het toch niet beter was terug
te keeren om het spoor nog eens van het
begin af te volgen.
Maar dan laat hij den kop toch weer
zakken en sjokt hij opnieuw achter de beide
politiemenschen aan, met de fraaie staart
tusschen de pooten en slap neerhangende
ooren, als ware hij zich ten volle bewust
van het teleurstellende feit, dat hij het er
vandaag leelijk bij heeft laten zitten.
„Spoor verloren”, meldt een der beide
agenten zijn chef. „We liepen drie maal
in een kringetje rond.”
kelijkheid dooreen mengend. Maar nog is
het leven een droom voor haar. Haar fan
tasie zweeft als een vlinder over de din
gen heen, vrij en rein, zonder begrip van
tij d
Een golf van vertedering dringt Kitty
naar het hart. Met haar beide handeln
omvat zij het handje van het kind, dan
buigt zij zich over Maud heen en kust haar
op het weeke, kleine mondje. Twee natte
armpjes klemmen zich om haar hals, het
vochtige gezichtje wordt tegen haar wang
gedrukt.
„De oom, die mij hier bracht, heeft me
verteld, dat hij me naar m’n nieuwe mam
mie zou brengen. En ik ben direct meege
gaan. Marthe zal me wel zoeken
Zij lacht ondeugend.
„O, wat zal Marthe boos zijngeloot
maar, 'dat ze naar me loopt te zoeken....!”
Als Nicolle en Danny komen, is Maud
allang ingeslapen. Kitty heeft voor het
kind een bed gespreid op de sofa en op
het kussen ligt het blonde krullekopje
vreedzaam naast het zwart gelakte hoofd
van een Pierrot.
Danny, min of meer opgewonden, vraagt
of de geheimzinnige bezoeker nog is te-
ruggekomen.
„Neen”, geeft Kitty ten antwoord.
„En de vijfhonderd pond?”
„Die heb ik niet opgegeten”, stelt Kitty
hem, wat vinnig, gerust.
„Hap toch niet direct, hummel! Laat mij
die biljetjes maar eens. zien. Misschien
zijn ze wel valschl”
Danny onderzoekt de bankbiljetten,
d.w.z., hij doet, wat iedereen in zoo’n ge
val pleegt te doen, hij houdt de papier
tjes tegen het licht. Dan legt hij het geld
weer op tafel en zegt, heesch van opwin
ding: „Waarachtig, ze zijn echt...."
171 cts. ZELFWERKEND WASCHMIDDEL Hl
passie- Onze vroegere stadgenoot mr. A.
Haga, thans commies bij het Rijksarchief
in Overijssel, te Zwolle, is bevorderd tot
hoofdcommies.
4-
Maud denkt ingespannen na. Dan komt
het antwoord: „Nou, in den trein natuur
lijk.
„Ja, ja, dat begrijp ik, maar vóór jullie
met den trein gingen, waar was je toen?”
„Toen....? Toen waren we in de bios
coop. Daar heeft Mickeymouse gezongen
en gedanst. En daar was een man, zóóóó
dik. En die is telkens gevallen. In een
taart is-ie gevallen en toen kreeg-ie alle
slagroom in zijn gezichtMaud proest
het uit van het lachen bij de herinnering
aan dien raren, dikken man.
„Met wien ben je in de bioscoop
weest?"
„Met Marthe
„En vond je vader dat goed?"
„Mijn vader is in Amerika”, zegt
mamma, wanneer gaan wij naar pappa?”
„Eerst moet je me alles vertellen, dan
gaan we ook naar je pappa. Waarom heb
je gezegd, dat ik je nieuwe mamma ben?
Waar is dan je oude mamma
„Ik heb gisteren nog met haar gepraat!"
„Gisteren
„Ja, zij is in den hemel. Zij heeft een
liedje van Mickey mouse voor me gezon
gen. En ze heeft ook een heel mooi ver
haaltje verteld
Zoo babbelt zij voort, fantasie en wer-
NIEUWE SNEEKER COURANT
I
h
P. GROOT PAK J J -1