De Verloving van H. K. H. Prinses Juliana. w 1 Uitn^ve mZBBRïNK Co «orsto Bhl tap i Saterdag 12 September 1036. Olliciesl Orgaao der Cemeeole Sneek. 52e No. 100 SHEERER COORAHT m WYHBRITSERADEEL SNEEK DINSDAGS Bureau: Het verloofde paar In Den Haag. Den Haag heeft Dinsdag kennis ge maakt met den aanstaanden man van Prin ses Juliana het had er als geboortestad van de Prinses een zekere prae voor, zal men moeten erkennen en wij zijn ge lukkig te zeggen, dat deze eerste ontmoe ting een van de schoonste en hartelijkste oogenblikken is geweest, waarbij wij', in bijzondere verhouding, welke van puds be staat tusschen Nederland en het Huis van Oranje. verbintenis met rijken zegen moge bekro nen. Dat de aloude band tusschen Neder land en Oranje, waarin de eenheid van ons volk telkens weer tot uiting komt, tot in verre "toekomst moge worden bestendigd. Achter de regeeringstafel stonden met minister Colijh de ministers SHngenberg, Slotemaker de Bruine, Gelissen, van Schalk, Oud, de Wilde en van Lidt de Jeude. De Kamerleden hebben beide redevoe ringen staande aangehoord. Verschijnt en VRIJDAGSAVONDS KLEINZAND 5—7 - TELEFOON 2200 cident” van zal maken!) heen van waar hij gekomen was, zonder dat hem zelfs de ge legenheid was gegeven uit te stappen. Het was precies zes uur, toen men van den kant van de Heulstraat een duidelijk en aanzwellend gejuich vernam. En met een verscheen er eerst een open autotje, waarin een paar hoeren van de rijkspolitie gezeten waren, toen een open Ford V 8 model 1935, gemerkt I A 105108, waarin het tweetal gezeten was. Hij blootshoofd, met een zwarten bril op aan het stuur, naast hem de Prinses met een grooten vilten hoed pp, waarom een groen lint. De Ford stuurde tusschen de rijen juichende, dringende menschen dopr, over het voor plein van het Paleis en hield bij de rech- terdeur stil. Men zag vervolgens een langen jongen man met een wip er uit springen en meteen de Koningin, gevolgd door een hofdame, van het bordes afkomen met een donkeren hoed op het hoofd en een bruin bont los omgeslagen. De jonge man snelde haar op de stoep tegemoet en omhelsde haar.1 Toen volgde de Prinses die ook haar moeder en de hofdame kuste. Het ging alles met de snelheid van een film en men werd zich eigenlijk pas later bewust, dat men in dit oogenblik de ont- Abonnement: per jaar 2.50, fr. p. post 3.60. Advertentlën: 9 ct. p. regel. Ingezonden mededeelingen hooger. Abonnement belangrijke korting. Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT Het was bekend geworden, dat het jonge paar om en bij zes uur in Den Haag pp het Paleis zou aankomen. Men had dat in de courant gelezen en er was dan ook een zeer en zeer talrijk publiek naar het Nöordeinde gestroomd om bij de aankomst tegenwoordig te zijn. Van het paleis woei de Koninklijke Stan daard. De Koningin was daar reeds den heelen middag. Over de balustrade van het balcon waren tapijten uitgespreid, een ze ker teeken, dat het publiek beneden niet zou behoeven heen te gaan zonder de Prin ses en haar verloofde goed gezien te heb ben. Politie was in de weer om den weg schoon te houden. Toen even voor zes uur een auto met de letters C.D. (Corps diplomatique) bij het Paleis voorreed, blijkbaar om een lid van het corps diplomatique af te leveren, die het felicitatieregister moest teekénen, maakte de politie kort proces en zond den hoogwaardigheidsbekleedcr (die er onder de gegeven omstandigheden wel geen „in- Redevoeringen in de Eerste Kamer. In de Dinsdagavond gehouden vergade ring van de Eerste Kamer heeft de voor zitter, mr. W. L. baron de Vos van Steen- wijk, de volgende rede gehouden: Met levendige en hartelijke belangstel ling heeft de Eerste Kamer van de Staten- Generaal de 'heuglijke tijding vernomen, dat de Kroonprinses ter huwelijk gaat. Harer Koninklijke Hoogheid bidden wij toe, dat eerlang een groot en langdurig geluk in haar paleis zich moge ontspinnen. Een zegen, waaraan zij, die de drukkende zorgen van zoo verheven stelling draagt, dubbele behoefte heeft. Zij de hooge echtverbintenis, welke ge sloten staat te worden, een bron van vreugde voor onze gebiedster, Hare Ma jesteit de Koningin, beziele, sterke zij ons gevoel van saamhoorigheid in den kamp om het behoud en de bevestiging van onze kostelijke nationale instellingen en goede ren, en strekke zij aldus mede tot heil van Harer Majesteit’s onderdanen en van het ons zoo innig dierbare vaderland. Gode moge het geven. De voorzitter van den raad van minis ters, dr. H. Colijn, heeft daarna de vol gende rede gehouden: Ook het kabinet wenscht deze gelegen heid aan te grijpen om zijinerzijds in het openbaar uitdrukking te geven aan zijn vreugde over het voorgenomen huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana. Van ganscher harte sluit het zich aan bij 'de warme gelukwenschen, tot onze troonopvolgster gericht, en niet minder stemt het in met de bede, dat God deze Er was ondertusschen echter nog wel wat anders gebeurd ook. Toen de auto met den Prins en de Prin ses het Noprdeinde gepasseerd was, drong het publiek, alle politieafzettingen in zijn opgewondenheid op zij zettende en de be reden politie, die in dit geval niet al te ri goureus optrad, niet schuwende, over de middenstraat naar het voorplein van het Paleis op, dat nu aan drie kanten door toe schouwers omsloten was. De Koningin, de Prinses en Prins Benno stonden nog waar zij elkaar begroet had den, de Prinses met een grooten bos roze rozen in de hand en werden daar om te beginnen het middelpunt van zoo een over weldigende uiting van geestdrift en ingeno menheid, dat hun hooren en zien er wel haast bij vergaan moet zijn. Men juichte, men schreeuwde, men zong van alles door elkaar, duizenden handen al of niet met zakdoeken er in wuifden door de lucht Uit een gedeelte van de menigte werd het Wilhelmus aangeheven, maar men had nu geen geduld voor den statig en gang van dit lied en 't werd dan ook overstemd door nóg luidere, nóg hartstochtelijker toe juichingen en door een met buitengewonen nadruk aangeheven: Lang zullen zij leven Lang zullen zij leven In de gloria waarop dan wéér toejuichingen en wéér meeting van een gelukkige familie had bijgewoónd. De staatsrechtelijke positie Van Prins Bernhard. Uit de bijzondere staatsrechtelijke posi tie, welke wijlen Prins Hendrik in ons land innam, kan men zoo ongeveer afleiden, welke de positie zal zijn van Prins Bern- hard. Op 16 October 1900 deelde H. M. de Koningin vrij onverwacht persoonlijk per proclamatie aan haar volk mee, dat zij verloofd was met Z.H. Hertog Hendrik van Mecklenburg Schwerin. Rede Prinses Juliana. Hoe kan ik u beschrijven, wat een blij moment het voor mij! is, u mijn verloofde voor te kunnen stellen. Ik ben heel gelukkig, nadat wij elkan der in den loop van dit jaar in alle stilte heel goed hebben leeren kennen. Het eerst ontmoetten wij elkaar in de wintersport, daarna herhaalde malen hier te lande, ten slotte onlangs in de bergen. Geleidelijk aan zijn wij het Samen „eens” geworden en wel zeer eens. Nu wij vanuit deze stilte plotseling ge komen zijn in de feestvreugde te onzer pere gisteren nog heel onopgemerkt rij dende naar mijn ouderlijk huis nu ma ken wij uren mee, die onder de mooiste van ons gemeenschappelijk leven gerekend zullen blijven. Wij staan verrast en overwel digd door wat ons hier opwachtte en ik dank u bij dezen hartelijk voor dit alles en tevens voor mijn deel van de tallooze schriftelijke en telegrafische gelukwen schen en het paradijs van bloemen, die wij hier gevonden hebben, en wat sindsdien nog steeds aangegroeid is. Mijn verloofde wil zich eerst nog eeni- gen tijd rustig wijden aan de studie van ons land en zijn overzeesche gewesten en die, geleid door zijn persoonlijken aanleg, speciaal van de economische zijde aan vatten. i Wij zijn zoo gelukkig en ontvangen zoo veel blijken van hartelijk medeleven, dat onze grootste wensch is, zooveel mogelijk geluk te verspreiden, waar wij de mogelijk heid zullen vinden, dit te doen. Rede van prins Bernhard. De prins sprak in het Nederlandsch het volgende Ln de eerste plaats een woord van in- nigen dank voor de hartelijke ontvangst, welke mij in Nederland ten deel is geval len. Ik begrijp natuurlijk v hartelijkheid in de allen Prinses geldt en niet mij, die voor u een onbekende 1 reeds zoovele hartelijke gelukwenschen ont vangen, dat ik niet kan nalaten, er hier mijn diepgevoelden dank voor uit te spre ken. Maar ik wil trachten, mij zoo spoedig mogelijk met mijn nieuw vaderland ver trouwd te maken en ik hoop, dat men mjj zoodat het welhaast geen einde scheen te zullen nemen. Wel een minuut of tien lang duurde deze ovatie en de Koningin, de Prinses, de Prins hadden geen handen genoeg om terug Je wuiven. De Koningin straalde, in langen tijd hadden wij haar niet met zóó’n gelukkige uitdrukking op het gelaat gezien. En de Prinses Zij straalde natuur lijk ook. Het scheen welhaast of zij eenigs- zins verlegen was met zooveel enthousias me, maar men kon pok goed zien, dat zij er van genoot. En haar toekomstige ge maal blijkbaar niet minder. Zou hij op zoo’n ontvangst gerekend hebben? Er staat hem nog wat anders te wach ten! dat durven wij" voorspellen. Het was slechts een kleine voorproef! Vergenoegd stond hij, nu eens met Prin ses Juliana aan den arm, dan weer los van haar, er bij. Hij was allerminst op ceremonieel gekleed en dat zou dan ook slecht bij de Ford gepast hebben. Niet eens een hoed! En een lange bruine jas over een donker pak, een blauw boordje. Kort om, zeer gewoon een aardige jonge man, zonder een zweem van stijfheid en zooals wij er allemaal een voor Prinses Juliana gewenscht hebben. Zij zouden er wellicht op het oogenblik nóg staan, want het publiek wist niet van uitscheiden, maar op een gegeven oogen blik gaf de Koningin blijkbaar een wenk en toén verdwenen zij voor een oogenblik in het Paleis, nadat zij voor de talrijke fotografen hadden geposeerd. Dadelijk daarop verschenen zij echter weer, nu op het balcon. Prinses Juliana en Prins Benno aan de balustrade, de Konin gin eenigszins op den achtergrond, zoodat men haar bijna niet zag. Zij liet den kin deren den voorrang. Zoo gauw de balcondeuren open gingen, verbrak o,ok het publiek, dat op dat oogen blik nog achter het ruiterstandbeeld had gestaan, de politieafzetting stormde naar den rand van de kleine steentjes tus schen de vleugels van het Paleis. En toen begon het opnieuw! Een uitbarsting, waarbij wij velen tege lijk zagen lachen en huilen. Men vierde zijn geluk over de verloving yan de Prinses, zijn genegenheid jegens haar en haar moeder uit En wij hadden het gejuich niet verkeerd getaxeerd: want er weerklonken ook reeds uitingen van genegenheid tusschen door je gens onzen toekomstigen Prins-Gemaal, uitingen, die nu juist niet in hoftaal wa ren gevat, maar die daarom toch niet min der duidelijk lieten blijken, dat de keuze van Prinses Juliana onder dit publiek met volle instemming werd ontvangen. Weer werden ér pogingen gedaan het Wilhelmus te zingen, maar weer won het „Lang zullen zij ‘Levenhet met stuk ken. De vensters aan het Noordeinde en zelfs aan de Hoogstraat moeten van het gejuich getrild hebben, het was als de uitbarsting van een vulkaan. En dit van ons gevroonlijk toch niet zoo opgewonden, eerder lauwe volk! De Koningin was als gezegd eenigszins op den achtergrond gebleven. Op de voor ste rijen de politie had een ketting van armen gemaakt om ze in bedwang te houden, wat moeite kostte! zag men eigenlijk alleen haar hoed. Maar rij werd op den voorgrond geroepen. Geweldig zette iemand naast ons den kreet „Leve de Koningin” in, zóó ge weldig, dat hij werkelijk boven den storm van stemmen vernomen werd en toen volg de er een orkaan van toejuichingen voor H.M., die, zichtbaar diep getroffen, de me nigte toewuifde. Ook deze ovatie duurde als of ze geen einde wilde nemen. Tot de Koningin, de Prinses en de Prins zich terugtrokken. Maar men wilde hen nog niet laten gaan. De toejuichingen zwollen aan tot een kracht als zij nog niet gehad hadden en het jonge paar moest zich nogmaals vertoonen en nogmaals danken. Zij trokken zich dan ten laatste toch terug, om zich nog even aan de vensters naast het balcon te vertoo nen, wat met nieuwe toejuichingen gepaard ging. En hiermee was de eerste ontmoeting ten einde. Men bleef Voor het Paleis wachten, de politie maakte toen wat ruim baan, maar voorloopig was er niets meer te beleven. De Ford van den Prins stond onderwijl onbeheerd voor het Paleis. Een tennis racket en wat koffers werden er uitgela den, geen groote bagage en toen kwam er iemand van de rijkspolitie, die er mee wegreed. Wij merkten onderwijl op, dat het wagentje de plaquettes van den A.N.W.B. en de K.N.A.C. op rijn radiator had. Op het rechter spatbord stond een klein vlag getje, dat naar ons verzekerd werd, de vlag van Lippe moest zijn: geel rood met een roode bloem op witten ondergrond in het midden. rustig den tijd zal willen laten, om mij hier in allerlei belangen in te werken. Ik hoop, dat wij dan na twee of drie maanden kunnen trouwen. Ik ben heel gelukkig, en mijn streven zal er op gericht zijd, mijn aanstaande vrouw tot een werkelijken steun in het leven te rijn. In mijn betrekkingen met het Neder- landsche volk neem ik mij voor, mij te 1 den loop van een tamelijk langdurige jour- laten leiden door het voorbeeld van de zoo nalistieke carrière, getuigen hebben mogen zijn, aldus de N. R. Crt. Men weet door de foto’s van den Prins hoe ongeveer hij er uit ziet. Welnu, in de werkelijkheid is hij niet minder, de foto grafie heeft hem met geflatteerd hij is een knappe, wij moeten aan de dames overlaten of men ook kan zeggen: heel knappe en wat nog wel wat meer waard is een bizonder innemende, jonge man. De maat hebben wij hem niet genomen, maar hij zal om en bij de 1.90 M. zijfn en steekt een flink eind boven Prinses Ju liana, die ook niet van de ‘kleinste is, uit. Met zijn tweeën zijn zij een echt gezellig paar, waar ieder rechtgeaard mensch ple zier in zal hebben. Woensdagmiddag te kwart voor één heb ben de leden der Koninklijke familie zich door de radio, na een korte inleiding van minister de Wilde, met het volgende woord tot het Nederlandsche volk gewend: Rede H. M. de Koningin. Ingezetenen van alle deelen des R jj k s I De bladen hebben u gisteren de blijde tijding kond gedaan van de verloving mij ner dochter met Prins Bernhard van Lip peBiesterfeld. In groote en beslissende oogenblikken in mijn leven en in dat der mijnen, gevoél ik mij meer "San ooit met U nauw verbon den, dank zij uw innig medeleven met ons in lief en leed. Het is voor mij daarom een diep ge voelde behoefte in dit gélukkig, oogenblik, waarop ik, vergezeld van het van blijd schap stralend verloofd paar voor den zen der sta, enkele woorden tot u te richten, op dat gij in ruime mate zoudt kunnen deelen in onze vreugde. Ik kan u niet zeggen, hoe dankbaar ik ben, dat deze verloving eene is, die uitslui tend berust op beiderzijdsche genegenheid, de beste waarborg voor eene gelukkige toekomst. Het is mij eene voldoening, hieraan te kunnen toevoegen, dat ik de keus mijner dochter van harte toejuich en eene alles zins verstandige acht, gezien de goede eigenschappen, die mijn aanstaande schoonzoon bezit. Ofschoon hij onlangs eerst den leeftijd van 25 jaar bereikte, heeft hij blijk gege ven, een degelijk en hard werker te zijn. Aanstonds na voltooiing van rijn studie in de rechten in zijn vaderland, heeft hij werk gezocht en gevonden op economisch gebied.' Een jaar geleden werd hij te werk gesteld te Parijs en het lag in de bedoe ling, de daar aangevangen arbeid en studie te Amsterdam voort te zetten. Zijfn ver loven gebruikte hij voor buitenlandsche reizen tot verdere ontwikkeling en bezocht o.a. Nederland en Marokko. Waar het slechts mijne bedoeling is, het verloofde paar bij u in te leiden, wensch ik dit thans aan het woord te laten komen. Ik besluit met den uit het hart opwel lenden wensch, dat Juliana en Bernhard door het smaken van een groot eigen geluk in ruime mate de kunst mogen verstaan, anderen gelukkig te maken en tot een ze gen te rijn en veel, zeer veel voor ons volk m al rijn geledingen te kunnen doen. Daar toe sterke hen God. Ik heb gezegd. volgende In de eerste plaats een woord van in- nigen dank voor de hartelijke ontvangst, volkomen, dat die -eerste plaats de ben, maar toch heb ook ik de ont- i i> NIEUWE SNEEKER COURANT

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1936 | | pagina 1