annex SNEEKER COURANT (SOe Jaargang)
Uit onze Raadzaal.
No. 20 Eerste Bled
Uitgave KIBZEBRINK Co.
Woensdag 9 December 1936
Oit No. bestaat uit 2 bladen.
S3e Jaargang
INGEKOMEN:
SNEEK, 17 November 1936.
Aan de Gemeenteraad,
A.
SNEEK, 7 November 1936.
VERTROKKEN:
I heeft te bewijzen voor een perceel met een hoge huur- belasting 0.25 per week of gedeelte daarvan, indien de
SNEEK, 1 December 1936.
Aan de Gemeenteraad.
LIJST VAN INGEKOMENEN VERTROKKEN
PERSONEN OVER NOVEMBER 1936.
No. VI 07.352.1(1).
Rapport van de Commissie voor rekenin
gen en begrotingen betreffende een plan tot
af- en overschrijving op de begroting van
het Burgerlijk Armbestuur voor 1935.
SNEEK, 7 November 1936.
Aan de Gemeenteraad.
De commissie voor het Onderzoeken van rekeningen en
begrotingen ontving om advies een voorstel tot af- en
overschrijving van diverse posten betreffende de begroting
1935 van het Burgerlijk Armbestuur.
In totaal moeten verschillende posten worden verhoogd
met ƒ7926.waartegenover de post „Bedeling in geld'
met eenzelfde bedrag kan worden verlaagd.
De commissie adviseert tot goedkeuring.
Namens de Commissie:
D. ZUIDERBAAN, Voorzitter.
A. H. VIS, Rapporteur.
B. en W. bieden de Raad o. a. de volgende voorst „en
aan:
No. 1.842.973(2).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
nopens het verlenen van een bijslag op uit
keringen uit werklozenkassen.
Namens de Commissie,
D. ZUIDERBAAN, Voorzitter.
A. H. VIS, Rapporteur.
Namens de Commissie:
D. ZUIDERBAAN, Voorzitter.
A. H. VIS, Rapporteur.
waarde omvangrijker zijn dan die, welke zij voor een
perceel met een geringe huurwaarde heeft te verrichten.
Het zal wel niet mogelijk blijken nauwkeurig vast te
stellen in welke mate voor elk perceel diensten worden
bewezen; de onderlinge verhouding is dus evenmin precies
te bepalen. Er zal derhalve van een fixum moeten worden
uitgegaan. En, dit in aanmerking nemende, achten wij oe
gekozen maatstaf niet onbevredigend. De draagkracht-
factor is daarbij overigens niet geheel uitgeschakeld. In
de eerste plaats houdt weer in het algemeen gesproken
de huurwaarde enig verband met de financiële draag
kracht van den belastingplichtige en in de tweede plaats
zal, volgens artikel 2, 2e lid, der ontworpen regeling, de
belasting niet worden geheven van personen, die uit hoofde
van hun gering inkomen, niet in de gemeentefondsbelasting
Huurwaarde van het perceel
of perceelsgedeelte
-400.—
-350.—
-300.—
-250.—
-200—
No. VI 07.352.1(1).
Rapport van de Commissie voor rekenin
gen en begrotingen inzake onderzoek der
rekening van het Burgerlijk Armbestuur over
1935.
Arend Kors, wegwerker N. S., van Muntstraat
4 naar Stadskanaal H 226; Wessel Klaas Borg
man, kantoorbediende, van Julianapark 2 naar
Haarlem, Zaanenstraat 73; Afke Rijpkema, lief
dezuster, van Leeuwarderweg 32 naar ’s Her-
togenbosch, Postelstraat 8; Gerardus Voulon,
stoffeerder, van Singel 8 naar Bolsward, Kleine
Dijlakker 5; Johannes Hendrikus Petrus West-
hof, bakker, van Kloosterstraat 28 naar Wasse
naar, Kasstraat 1Loikje van Seijen, dienstbode,
van Grootzand 61 naar Lippenhuizen 205; Hiltje
Dijkstra, lerares, van Kloosterdwarsstraat 33 n.
Bakke veen, Allardsoog 220; Zwaantje Bosma,
dienstbode, van Oude Koemarkt 65 naar Hee-
renveen, Parallelweg 23; Johannes Wier,da,
chauffeur, van lepenlaan 30 naar Voorburg,
Rembrandtlaan 45; Wiepke Holthuis, verpleeg
ster, van Maria Louisestraat 29 naar Haren,
Onnerweg 3; Julia Heemstra, hulp in de huish.,
van Overweg 2a naar Huizum, Schrans 143;
Eibert de Boer, koopman, van Singel 33 naar
Bolsward, le Hollandiastraat 5; *Wigle van der
Meer, timmerman, van Bothniakade 15 naar
Oudemirdum 153a; *Age Bloemsma, timmer
man, van Willem de Zwijgerstraat 76 n. Oude
mirdum 153a; Geeske Dijkstra, echtgen. van
Sijtze Ulbe de Boer, z. b., van Stationsstraat 18
naar Deventer, Boxbergerweg 88; Pieter Stene-
kes, schipper, van Boschgracht 7 naar Amsten-
- rade, Weijnberg 193; Johan Jorritsma, slager,
van Galigastraat 10 naar Heeg; Willem Blom,
kuiper, van Potbuurt 5 naar Harderwijk, Molen
straat 9; Akke Graafsma, dienstbode, van Frede-
rik Hendrikstraat 58 naar Heerenveen, Dracht 7;
Trijntje Spannenburg, echtgen. van Eize Hofstra,
huishoudster, van le Oosterkade 33 naar Leeu
warden, Saskiastraat 15; *Jacobus Jillings, koop
man, van Geeuwkade 27 naar Hilversum, Hoog
straat 20; Leonardos Petrus de Jong, houthan
del, van Suupmarkt 3 naar Amsterdam, Utrecht-
sestraat 41Maria Cornelia de Jong, hulp in de
huish., van Suupmarkt 3 naar Amsterdam, Her
culesstraat 25a(I); Joukje Anna Maria de Jong,
z. b., van Willemstraat 7 naar Harlingen, St.
Anna Pensionaat; Baukje Visser, verpleegster,
van Franekerkade 3 naar Harderwijk, Leuve-
numseweg 91; *Cornelia Brandsma, echtgen.
van Wabe Wilhelm Schaper, z. b., van 2e Steen-
klipstraat 45 naar Balk 135; Anna Margaretha
Catharina van Maris, liefdezuster, van Stations
weg 3. n Den Haag, Princessegracht 8; Helena
Catharina Maria Emmink, liefdezuster, van Sta
tionsweg 3 naar Maastricht, St Servaasklooster
14; Douwe Pot, handelsemployé, van le Ooster
kade 21 naar Batavia; Jaartje Broersma, hulp in
de huish., van Colignystraat 1 naar Leeuwarden,
Gijsbert Japiksstraat 9; Arte Stallinga, machine
bankwerker, van Parkbuurt 30 naar Zuilen, Ge-
Aan de Gemeenteraad.
De commissie voor het onderzoeken van rekeningen en
begrotingen ontving om advies een gewijzigde begroting
van het Burgerlijk Armbestuur voor 1936.
Aan de hand van de cijfers over de eerste 8 maanden
van dit jaar moeten verschillende ramingen der uitgaven
worden verhoogd, in totaal met ƒ5000.-, waardoor het
subsidie uit de gemeentekas zal moeten worden gebracht
van ƒ89165— op ƒ94165—
Onder verwijzing naar de bijgevoegde memorie van
toelichting adviseert de commissie U de begroting goed
te keuren.
No. VI 07.352.1(1).
Rapport van de Commissie voor rekenin
gen en begrotingen inzake onderzoek van
een wijziging der begroting van het Burger
lijk Armbestuur voor 1936.
Sedert 1 Januari 1934 wordt krachtens Uw besluit van
27 December 1933, no. 166, in deze gemeente onder de
naam „reinigingsbelasting” een belasting geheven voor het
gebruik maken van diensten van de gemeentelijke reini
gingsdienst. De heffing der belasting geschiedt volgens
een degressief tarief, dat rekening houdt met de draag
kracht van den belastingplichtige. Het bedrag der belas
ting wordt daarin afhankelijk gesteld van de belastbare
som, waarnaar de belastingplichtige is aangeslagen in de
Rijksinkomstenbelasting. Het maximum belastingbedrag
ad 10.per jaar is verschuldigd bij een inkomen van
4000.In de laagste klasse vallen zij, die niet in de
rijksinkomstenbelasting, doch wel in de gemeentefonds
belasting zijn aangeslagen. Voor deze groep bedraagt de
belasting 1.50 per jaar. Niet belastingschuldig zijn ge
bruikers van percelen, die in de rijksinkomstenbelasting
noch in de gemeentefondsbelasting zijn aangeslagen. De
jaarlijkse opbrengst der belasting, geregeld in 2 der ver
ordening, bedraagt ongeveer ƒ11000.
Voor het regelen van de aanslagen in de reinigings
belasting volgens de thans geldende verordening is het
aoodzakelijk, dat aan de gemeente gegevens ten dienste
staan omtrent de bedragen, waarnaar de belastingplich
tigen zijn aangeslagen in de rijksinkomstenbelasting. De
rijksbelastingadministratie, welke uiteraard over deze ge
gevens beschikt, mag deze volgens de bestaande voor
schriften niet meer aan de gemeentebesturen verstrekken
ten behoeve van de heffing van retributies. Er blijft dus
voor de gemeente, indien men het inkomen als basis van
aanslag zou willen behouden, geen andere weg over dan de
benodigde gegevens zelfstandig te verzamelen. Het behoeft
geen betoog, dat de daaraan verbonden werkzaamheden
zeer omvangrijk zijn en niet evenredig aan het in totaal aan
belasting te ontvangen bedrag. Bovendien zijn aan een der
gelijk stelsel van aanslagregeling tal van niet te onder
schatten moeilijkheden verbonden. Wij zijn tot de overtui
ging gekomen, dat het bestaande stelsel niet is te hand
haven.
Wij hebben gezocht naar een andere bevrediging schen
kende grondslag voor de heffing der onderhavige belasting
en menen deze te hebben gevonden in de huurwaarde der
percelen waarvoor diensten worden bewezen, volgens de
wet op de personele belasting. Een wijziging in de grond
slagen ener belasting zal wel steeds een min of meer sterke
verschuiving van belastingdruk tengevolge hebben. Ook
in dit geval doet zich deze omstandigheid voor; doch welke
andere grondslag ook mag worden gekozen, dit euvel zal
niet te vermijden zijn. Een oplossing, welke meer bevredi
ging schenkt dan die, welke wij hierbij aan Uw oordeel
onderwerpen, hebben wij niet kunnen vinden. Opgemerkt
mag worden, dat de reinigingsbelasting al is deze factor
in 1933 ingeschakeld naar haar aard geen draagkracht-
belasting is. De heffing van retributies zo bepaalt arti
kel 287 der Gemeentewet moet zich richten naar het
gebruik, dat van de gemeentelijke werken of inrichtingen
wordt gemaakt. Aan deze eis wordt naar onze mening
door het voorgestelde tarief in ’t algemeen voldaan. Aan
te nemen valt, dat de diensten welke de gemeente-reiniglng
Bedrag
der
belasting
No. III 07.353.8(6).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders
tot wijziging van de verordening op de hef
fing van een reinigingsbelasting.
1150
10—
8.50
7—
5.50
4—
2.50
1.50
-350—
-300—
■250—
-200—
-150—
150.of minder
No. 1.842.973(2).
Advies van Burgemeester en Wethouders
op het adres van de Sneeker Bestuurders-
bond, houdende verzoek aan de ondersteunde
en bij de werkverschaffing geplaatste werk
lozen een brandstoffenbijslag tot het toege-
stane maximum te verlenen.
SNEEK, 7 November 1936.
Aan de Gemeenteraad.
De rekening van inkomsten en uitgaven van het Bur
gerlijk Armbestuur over het dienstjaar 1935 werd in
handen gesteld der commissie voor het onderzoeken van
rekeningen en begrotingen om advies.
De commissie heeft geen op- of aanmerkingen en advi
seert tot goedkeuring.
2. Zij, die uit hoofde van hun inkomen niet in de ge
meentefondsbelasting zijn aangeslagen voor het bij de
aanvang van het kalenderjaar lopende belastingjaar, zijn
echter niet belastingschuldig.
Artikel 3.
1. Voor de toepassing van artikel 2 wordt als huur
waarde aangemerkt de belastbare huurwaarde, welke voor
het perceel of perceelsgedeelte, ten behoeve waarvan dien
sten worden bewezen, met inachtneming van het bepaalde
in artikel 11, 2 en 3 der wet op de Personele belasting
1896 en van het bepaalde in de op artikel 31 duodecies
2, 2e lid dier wet steunende gemeenteverordeningen, is
vastgesteld voor de heffing der personele belasting op het
tijdstip, waarop de aanslag ten kohiere wordt gebracht.
2. Is voor een perceel of perceelsgedeelte, bij denzelf-
den belastingplichtige in gebruik, meer dan één belastbare
huurwaarde vastgesteld, dan wordt de belasting geheven
naar de hoogste dier huurwaarden.
3. Indien voor een perceel of perceelsgedeelte geen
belastbare huurwaarde is vastgesteld krachtens de wet op
de personele belasting 1896, wordt de huurwaarde voor
de berekening der belasting geschat door burgemeester en
wethouders met inachtneming, voor zoveel mogelijk, van
de bepalingen dier wet.
4. Wanneer na het opleggen van een aanslag in de
reinigingsbelasting de belastbare huurwaarde van het
perceel of perceelsgedeelte voor de heffing der personele
belasting nader wordt vastgesteld, wordt de aanslag, voor
zover nodig, in overeenstemming gebracht met de herziene
huurwaarde.
5. Burgemeester en wethouders kunnen gehele of ge
deeltelijke vrijstelling van de betaling der belasting ver
lenen op grond van tijdelijk onvermogen, ontstaan door
ziekte, werkloosheid of andere bijzondere omstandigheden.
Artikel 4.
In afwijking van het bepaalde in artikel 2 bedraagt de
De Minister van Sociale Zaken heeft ons bij circulaire
van 9 October jl. medegedeeld, dat in het tijdvak van 1
November 1936 tot en met 3 April 1937 evenals de vorige zjjn aangeslagen,
winter is geschied, aan ondersteunde en bij de werkver
schaffing geplaatste werklozen een brandstoffenbijslag
van ten hoogste ƒ7.per week mag worden verstrekt.
Wij hebben, naar aanleiding hiervan, besloten met
ingang van 1 November jl. voorlopig 1 H.L. cokes ter
beschikking te stellen, ons voornemende om, zodra de
temperatuur enigszins beduidend mocht dalen ,tot aan
vulling van deze bijslag over te gaan. Wij hebben, niet
tegenstaande Uw beslissing van 11 November 1935, no.
15 (Raadsverslag blz. 152), gemeend, evenals andere jareu
deze beslissing te moeten nemen, omdat wij daarbij het
meest blijven in de lijn van de bedoeling, in de aange
haalde circulaire weergegeven, nl. om niet meer te geven,
dan voor een arbeidersgezin bepaald noodzakelijk moet
worden geacht. In de achter ons liggende jaren is steeds
behalve in het vorige jaar op grond van Uw aangehaald
besluit begonnen met de verstrekking van 1 H.L. cokes
en verder in de loop van het winterseizoen, als de daling
der temperatuur daartoe aanleiding gaf, tot verhoging
overgegaan. Klachten, dat dit onvoldoende zou zijn, heb
ben ons niet bereikt. Wij weten zeer goed, dat een werk
loze een bijslag in geld, boven de te verstrekken H.L.
cokes, voor het gewone levensonderhoud uitnemend kan
gebruiken, maar daarvoor wordt geen „brandstoffen
bijslag” gegeven en daarvoor moge wij haar derhalve ook
niet bestemmen.
Er komt bij, dat het ons practisch van belang schijn
dat de mogelijkheid bestaat om, indien de koude toeneemt,
de bijslag te verhogen.
Stellen wij zo de zaak, dan komt het ons voor, dat er
geen aanleiding bestaat op het verzoek van de Sneeker
Bestuurdersbond in te gaan.
Wij adviseren U derhalve op dit verzoek afwijzend te
beschikken.
meer dan 450.
- 400.doch niet meer dan 450.
Josèphus Wilhelmus Stockmann, koopman,
van Wolvega naar Kruizebroederstraat 93;
Pietje Hoogma, echtgenote van Jan Johannes
Postma, z. b., van Oosterwierum naar Lemmer
weg 16; Geerlruidla Mous, z. b., van Bolsward
naar le Woudstraat 47; Roelof Jasper Boonstra,
winkelbediende, van Groningen naar Leliestraat
14; Hendrika Catharina Grootjans, echtgenote
van Kornelis van den Heuvell, z.b., van Vlaar-
dingen naar Bothniakade 1*Albert Koopmans,
machinist N.T.M., van Leeuwarden naar Kloos
terstraat 21Martha van der Veen, z. b., van
Groningen naar Kleinzand 9; Anna Brouwer,
dienstbode, van Nijland naar Grootzand 61;
Jan de Boer, belastingadviseur, van Leeuwarden
naar 3e Selfhelpstraat 10; *Sieuwke Katharinus
van der Meer, verzekeringsagent, van West-
hem naar Priorstraat 45; Leendert Gerrit Sies-
üng, winkelbediende, van Utrecht naar Lelie
straat 14; Siebe Veenstra, arbeider, van Drach
ten naar 3e Frittemahovenstraat 5; Esther Maria
Margaretha de Vries, verpleegster, van Rotter
dam naar Kleinzand 40; Jetske de Groot, zie
kenverzorgster, van Bloemendaal naar Leeu
warderweg 6; Beitsche de Jong, dienstbode, van
Leeuwarden n. 4e Frittemahovenstraat 4; Aga
tha Maria Wortelboer, dienstbode, van Ootmar-
sum n. Stationsweg 3; Trijntje Bruinsma, echt-
genoote van Taede Huitema, van Scharnegou-
tum naar Lemmerweg 34; Cornells Hendrikus
K Martinus Tijburg, pakhuisknecht, van Purmer-
end naar 2e Selfhelpstraat 6; *Hantje Nooitge-
dagt, fabrikant, van Amsterdam naar Bothnia
kade 39; Jan Johannes Postma, vrachtrijder, van
Bolsward naar Lemmerweg 16; Hams Engelsma,
monteur, van Oosterend naar Prins Hendrik
kade 21; Durkje Corneliske Schotanus, dienst
bode, van WoudSend naar Julianapark 17;
Klaaske Hibma, weduwe van Meindert Wijbrens
Hoogterp, z. b., van Leeuwarden naar Tjotter-
straat 21; Luitjen Mulder, z. b., van Follega naar
Leliestraat 6; Martha Koldijk, dienstbode, van
Joure naar Grootzand 54; Marius Ridderikhof,
z. b., van Amsterdam naar Scharnestraat 7;
Antje Veltman, weduwe van Ane Donia, z. b.,
van Dronrijp naar Prins Hendrikkade 32; Har?-
manna Raspe, winkeljuffrouw, van Sappemeer
naar Westersingel 33; *Egbert Bouma, horloge
maker, van Buitenpost naar le Steenklipstraat
46; Pieter Johan van Leeuwen, hulpprediker, van
’s Gravenhage naar Schoolstraat 30; Akke van
dier Zee, dagdienstbode, van Andijk naar Lijn-
baansbuurt 9; Rieuwert Kuiper, monteur, van
Oldeholtpa naar Grootzand 40; Andries Schepel,
onderwijzer in stenografie, van Marum naar
Julianapark 17; *IJme de Groot, conducteur N.
T.M., van Harlingen naar Korte Veemarktstraat
11; Alambertus Eibert Lammertsma, los werk
man, van Hoensbroek n. IJlsterkade 59; Grietje
Hoomans, dienstbode, van Leeuwarden naar
Galigastraat 16; Maria Andrea Fraats, liefde
zuster, van Zwolle naar Stationsweg 3.
De in het ontwerp-besluit opgenomen bepalingen behoe
ven nagenoeg geen toelichting; zij spreken voor zichzelf.
Alleen de grondslag welke voor de berekening der belas
ting zal worden toegepast is gewijzigd, overigens is de
regeling in hoofdzaak onveranderd gebleven.
Op twee punten wensen wij nog te wijzen. Ingevolge d
wet op de personele belasting wordt voor perceelsgedeel-
ten, welke uitsluitend voor bepaalde doeleinden worden
gebruikt, zoals voor winkel, logement en voor verhuur van
gemeubelde woningen, een afzonderlijke (tot i/3 of Vs ver
minderde) huurwaarde vastgesteld. De heffing voor per
celen, waartoe die gedeelten behoren, kan op tweeërle
wijze geschieden. In de eerste plaats kunnen de huurwaar
den worden samengeteld en in de tweede plaats kan één
der huurwaarden tot basis voor de vaststelling van de
aanslag worden genomen. Ten einde de belastingplich
tigen, welke tot deze groep behoren, niet te zwaar te
drukken, geven wij aan laatstbedoelde oplossing de voor
keur (zie art. 3, 2e lid)
Krachtens een in 1935 in de heffingsverordening aan
gebrachte wijziging is thans voor kerken en zieken- en
armhuizen de helft der belasting verschuldigd. In het ont
werp is voor deze gebouwen een algehele vrijstelling op
genomen.
Onder mededeling tenslotte, dat de opbrengst der belas
ting volgens het nieuwe tarief, voorzoveel betreft de hef
fing voor het verstrekken en verwisselen van privaattonnen
en het ophalen van huisvuil, op ongeveer 11000.per
jaar wordt becijferd, stellen wij U voor het volgende besluit
te nemen:
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 1 December 1936, no. Ill 07.353.8(6);
BESLUIT:
behoudens Koninklijke goedkeuring de
VERORDENING OP DE HEFFING VAN
EEN REINIGINGSBELASTING IN DE
GEMEENTE SNEEK
in die zin te wijzigen, dat 2 wordt gelezen alsvolgt:
2. Verstrekken en verwisselen van privaattonnen
en ophalen van huisvuil.
Artikel 2.
1. Voor het regelmatig verstrekken en verwisselen van
privaattonnen en/of voor het op vaste tijdstippen ophalen
van haardas, keukenafval en ander huisvuil, per keer een
hoeveelheid van één hectoliter niet te boven gaande, is voor
elk perceel of perceelsgedeelte ten behoeve waarvan de
diensten worden bewezen, per jaar een belasting verschul
digd als aangegeven in onderstaande tabel.
SNEEK, 17 November 1936.
Aan de Gemeenteraad.
In Uw vergadering van 9 December 1935 werd onder
no. 9 besloten, „dat gedurende het nog resterende gedeelte
van de winterperiode 1935/36 aan kastrekkenden die aan
kasuitkering minder ontvangen dan hetgeen zij aan steun
en brandstoffenbijslag gezamenlijk zouden genieten, indien
zij onder de steunregeling vielen, zal worden uitbetaald het
verschil tussen beide bedragen.”
De overwegingen, welke tot het nemen van dit besluit
hebben geleid, gelden thans nog in even sterke mate, zodat
wij U voorstellen de indertijd getroffen regeling te con
tinueren.
De kosten, welke daaruit voortvloeien, kunnen in de
huidige omstandigheden worden gesteld op pl.m. ƒ400.
per jaar. Daarin wordt de gewone bijdrage uit het Werk-
loosheidssubsidiefonds ontvangen. Voor 1936 is deze bij
drage geraamd op 67
Daar ook na 1 April 1936 reeds in enkele gevallen een
bijslag is verleend op de voet van Uw in de aanhef vermeld
besluit, geven wij U in overweging aan Uw besluit
waarvan wij het ontwerp hierbij ter vaststelling aanbieden
tot die datum terugwerkende kracht te verlenen.
De Raad der gemeente Sneek;
Gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders
van 17 November 1936, no. 1.842.973(2);
BESLUIT:
te bepalen dat, te rekenen van 1 April 1936 af, aan kas-
trekkende werklozen, die aan uitkering uit een werklozen
kas minder ontvangen dan zij zouden genieten aan steun,
eventueel vermeerderd met brandstoffenbijslag, indien op
hen de steunregeling voor werklozen van toepassing zou
zijn, uit de gemeentekas een bijslag zal worden uitgekeerd
ten bedrage van het verschil tussen de hiervoor bedoelde
bedragen.
Aldus enz.
NIEUWE SNEEKER COURANT
1
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff
ff