9
Firma JOHs. TBOMP Sneek.
Hoe lang nog
kan het slagwoord
Brand
Firma JOHs. TROMP Sneek
CAcA°j
UitgaveKIEZEBRINK fi Co
No. 32
Eerste Blad
KREYKAMP’S
TABAK
Griep, Influenza. heeft om spoedig
te herstellen, zijn een paar Mijnhardfs Poeders.
Per stuk 8 ct.; doos 45 ct. Bij Uw Drogist.
Zaterdag 23 Januari 1937.
(Heel Orgaan Oer Gemeente Sneek.
STEP TABAK
PUZZLE
ïz&zorgd
els
sinds 1841
is en blijft
KWALITEIT
53e Jaargang
uv
vfordi
,.u schoo^oni11
tokend®
^eU0P
NIEUWSTIJDINGEN.
lets ver^*'
eetD^
DINSDAGS
Bureau
KLE1NZAND 5—7
SNEEK
- TELEFOON 2200
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
t
en kwaliteit
enz. enz.
I RIJWIELPAD
betreffende het zijn na den dood. In
ijzonder onderscheidt zich het spiri-
2 ons voor 1 kwartje
worden gehandhaafd
Boerenjongensbonbons de Heer,
IJschocolade,
Montecarlobonbons de Heer,
Verkade’s Oranjekeps,
Hopjes van Melle,
Tonnema’s Rocco’s
Verpakte Napolitain's de Heer.
Rumboonen Kwatta,
De Heer’s Chocolade licht in
gewicht,
Na de pauze, waarin gezongen werd Gez.
77 1 betoogt spr. dat als we het zóó zien,
Jacobus op één rij treedt met de profeten
van ’t Oude Verbond; met een Jesaja, die
het volk oproept tot getuigen in hun leven
van de heerlijkheid Gods, van een Amos, die
’t waas van oppervlakkige vroomheid weg
rukt en uitroept: „wat is godsdienst zonder
te doen de wil van God!” Dat is de bodem
der echte profetische Israëlietische vroom
heid, de bodem, die God bereidde in hei
volk der Openbaring, waarop ook Jezus
stond, vooral als Hij de Bergrede uitspreekt.
De verwantschap tusschen Jacobus’ brief
en het woord van Jezus in de Bergrede is
eigenlijk de kern van sprekers onderwerp.
Ziet daar Jezus op den berg, omringd door
Zijn jongeren en Zich over hun hoofden
heen richtend tot de schare. Zij, de jonge
ren, zijn de gemeente en achter elk woord
dat Hij hier tot die jongerengemeente
spreekt, staat Hij zelf met Zijn volle per
soon, Hij, de Messias, de Verzoener. Achter
elk Zijner woorden staat dus het kruis der
Verzoening. En zij, die Hem volgden, heb
ben deel aan die verzoening. Tot die verlos
te, vrijgekochte gemeente spreekt Hij Zijn
woord en haar geeft Hij Zijn wet van het
Koninkrijk. Een wet, welke niet anders kan
zijn dan de wet van God in het Oude Ver
bond. Gods wil immers verandert niet, is
dezelfde van eeuwigheid tot eeuwigheid, nl.
de wet van Gods Liefdewil. En als Jezus
deze Bergrede verkondigt staat Hij dus op
de bodem van het Oude Verbond, en Hij
graaft daarin en verkondigt Gods liefdewil.
En zoo is het ook, dat Jezus dan tot de jon
geren dat ernstige woord richt, naar het
welk wij als gemeente nooit genoeg kunnen
luisteren nl. het: „Tenzij uw gerechtigheid
overvloediger zij dan der Schriftgeleerden,
gij zult in het Koninkrijk geenszins ingaan”.
Daar nu raakt Jacobus met zijn wet en
werken Jezus in de Bergrede. Het uitgangs
punt is bij Jacobus en Jezus hetzelfde, nl.
de vrijgekochte gemeente, die in de genade
kleur
model
ringetje
verpakking
alles is in orde
en dan voor 4 et.
Dit wonder heet Spatram.
Heeren Rookers neemt proef.
Ziet onze Etalage.
HET adres voor den Handel
in Tabaksfabrikaten.
P.S. Nieuwe Courante
Sigaretten ontvangen.
van het evangelie van Christus staat. Dat is
voor Jacobus het vaststaand feit. En nu
komt hij met de conclusie: dat dan ook daai
de gerechtigheid overvloediger zij dan bij
de Farizeeërs.
Paulus komt met de boodschap der Ver
lossing, de gemeente vormende, en Jacobus
komt dan en wijst er op wat de vrucht van
het geloof in deze boodschap in de gemeen
te moet zijn.
i heid; tal van functies worden door hen ver-
Na beantwoording van een vraag door
den spr. dankte de v o o r z. ds. Langman
voor zijn rede, hem gaarne een tot weerziens
toeroepend.
Na gemeenschappelijke zang (Gez. 180)
ging ds. Langman in dankgebed voor.
die jaren geleden in dat huis vermoord was.
Bij onderzoek vond men inderdaad het ge
raamte van een man. Thans zijn er volgens
Bilz 80 millioen aanhangers van het spiri
tisme. Doch dit getal is veel te gering; telt
men de heidenen er bij, dan vinden wij wel
600 millioen. In alle rangen en standen
vindt men zijn aanhangers: vorsten en
staatslieden, dragers van den godsdienst
enz. telt men onder hen.
Onder de mediums is ook verscheiden-
Verschijnt
en VRIJDAGSAVONDS
heid en gerechtigheid. Door dat uitgangs
punt wordt Jacobus’ houding bepaald en
daardoor komt zijn brief tot deze samen
vatting: „Gelijk het lichaam dood is zonder
geest, alzoo is ook het geloof zonder de
werken dood”, en zoo ziet men dat er
slechts aan de oppervlakte tegenstelling is
tusschen Paulus en Jacobus, op de bodem
raken zij elkaar. Er is slechts verschil in
accent, zij het dan belangrijk. De boodschap
is in de grond van de zaak dezelfde. Tegen
de levenshouding van de mensch, die meent
te gelooven zonder dat geloof met zijn leven
te belijden, gaat de brief van Jacobus, die
dus de prediker van ’t levend geloof is, dat
zich openbaart in de daden des levens.
Abonnement: per jaar 2.50, fr. p.
post 3.60.
^dvertentiën: 9 ct. p. regel.
Ingezonden mededeelingen hooger.
Abonnement belangrijke korting.
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
spiritisme thans christelijk is; vroeger was
het duivelsch. Op zoo’n seance wordt ge
zongen en gebeden. Dit christelijk cachet is
een -gevolg van een bericht in de Washing
ton Post, waarin een mededeeling voor
kwam, alsof de satan bekeerd zou zijn.
Daarom is zeker ook in 1914 de wereld
oorlog uitgebroken I
Als nu de zielen in een volmaakte toe
stand leven, is dan de opstanding nog noo-
dig? De spiritisten beweren nl. dat zij alles
kunnen wat Jezus ook deed, doch tot nu
toe de opstanding niet kunnen bewerkstel
ligen. Heel dit coquetteeren met Jezus is
echter in strijd met het wezen van het spi
ritisme, want dit laalste wil van het verlos
singswerk van Christus niets weten. Conan
Doyle zegt, dat als men lief en vriendelijk
doxe christen, Bij wien naar de leer alles in
orde is, maar wiens leven niet getuigt van
de verlossing door Christus, Zijn waar-
dit leven óplevert, wel waard, dat wij daar
voor de zware gang van de wieg naar het
graf gaan? Géén wonder, dat de occulte
wetenschappen opkwamen, die leeren dat
zij bovennatuurlijke verschijnselen kunnen
verklaren. In spoken en bijzondere verschij
ningen, in wijze vrouwen, die men beter
doet uit den weg te gaan, gelooft men nog
grif. Dit geloof vindt men echter niet alleen
bij onontwikkelde, heidensche volken, doch
de vooraanstaanden in onze tegenwoordige
samenleving hangen dat ook aan. Wij staan
voor raadsels, want er is tusschen hemel en
aarde meer, dan wij kunnen verklaren. Spr.
behandelt de zgn. stigmata van Theresa
Neumann, een raadsel, waarover heel de
geleerde wereld verbaasd was. Ook in
Spanje werd eenige jaren vroeger een
soortgelijk wonder gevonden.
Vooral in de middeleeuwen vierde het
geloof aan bovennatuurlijke dingen hoogtij.
Bij duizenden zijn er heksen verbrand; de
menschheid leefde in voortdurende vrees
voor zulke schepselen. Thans heeft men de
mascottes in de auto’s; de plaquettes zullen
geluk brengen, doch zij houden de ongeluk
ken niet af.
Onder deze stroomingen nu neemt het
spiritisme een belangrijke plaats in. De kerk
leert, dat de ziel dood is na het sterven;
het spiritisme zegt, dat wij met onze afge
storvenen kunnen verkeeren. Jezus zegt: de i
dood is een vijand; hij is de bezoldiging
voor onze zonde; het spiritisme leert, dat i
sterven goddelijk is.
Het hedendaagsch spiritisme dateert van
richt. Zoo heeft men o. a. schrijvende, mu-
siceerende en teekenende mediums. Doch er
wordt ook veel bedrog gevonden, wat door
de spiritisten zelf erkend wordt. Dan is er
nog verschil in goede en kwade geesten.
Een eigenaardig verschijnsel is, dat het
makend, levend geloof is gÊIIjk. Maar Pau
lus staat tegenover de wettische Jood, bij
wien de godsdienst is geworden een uit
wendig stelsel van kunstig geweven gebrui
ken; hij staat tegenover de Farizeeërs, die
hinderend zijn weg kruisen. Tegen hen gaat
Paulus met felle taal in, temeer omdat hij
zelf ook onder die wet is opgegroeid en ge
bukt is gegaan. Pajilus is „een Farizeeër en
eens Farizeeërs zoon”, geheel anders dan
Jacobus, die opgegroeid is op het land en
de zoon is van de geloovige, godvreezende
Maria, behoorend tot de eerste wachtende
Adventsgemeente. Als een ijzeren ring om
greep de druk van de wet Paulus, tot mid
den in zijn ijveren daarvoor het groote won
der van Gods genade in hem gebeurde, en
bij hem kwam de geweldige ommekeer; hij
leerde de boodschap verstaan dat hij reeds
door Jezus gered was, Jezus, Dien hij ver
volgde, en met evenveel hartstocht als hij
eerst de wet trachtte te doen overwinnen,
jubelt hij nu van de genade Gods, die hem
een levende werkelijkheid werd door het
geloof in Jezus Christus. Paulus stond dus
tegenover de Jood, met diens uitwendige
wet en Luther tegenover de R.K. kerk met
haar wet en werken. Beide hebben dezelfde
tegenstander voor zich en daarom is het te
begrijpen, dat Luther zijn wapenen uit het
arsenaal van Paulus haalde. Beide staan zij
strijdend met de rug tegen dezelfde muur:
„de rechtvaardiging door ’t geloof alleen”.
En toch heeft ook Jacobus ’t volste recht,
hij brengt nl. ook een zijde der waarheid
naar voren, die het volle licht verdient. Voor
Jacobus is niet de Jood, de Farizeeër, met
wet en kunstig geweven leven, de tegen
stander, doch de Christen, dié de naam van
Jezus Christus op de lippen draagt, doch
Zijn geest niet in het hart draagt; de ortho-
Geheimzlnnige krachten uit de geestenwereld.
In de zaal De Boer trad Woensdagavond
de heer A. Schmutzler op, die sprak over:
„Geheimzinnige krachten uit de geesten
wereld”. Na gebed releveerde spr. vorige
lezingen over het niet bewust voortbestaan
van de ziel na den dood. Reeds bij de oude
Israëlieten leefde dit geloof; zij waren zich
bewust ten laatsten dage weder te zullen
worden opgewekt. Ondanks de duidelijke
mededeelingen van Jezus Christus, dat dood
dood is, is er een streven naar meer weten
schap
het bl_
tisme in deze richting. Het materialisme
heeft geleerd, dat met den dood alles uit is
en daardoor is de vraag geboren, waarvoor
wij dan leven. Is al de moeite en ellende die
„Het geloof, indien het de werken niet
heeft, is bij zichzelve dood”, dat is de kern
van Jacobus’ boodschap. Ook hem gaat het
daarbij om het behoud van menschenzielen,
niet minder dan Paulus en toch die tegen
stelling en toch Jacobus en Paulus, samen
het Woord van God, dat de Kerk Is toever
trouwd, verkondigend de boodschap van
redding en behoud uit de wereldbrand door
Jezus Christus. Hoe kan dit nu? Dat kan,
zegt spr., omdat hier slechts in schijn tegen
stelling is; een andere beschouwing zou
onduldbaar voor het Woord van God zijn.
Spr. ziet wat Jacobus en Paulus verkondig
den als 2 schepen, die in tegenovergestelde
koers varen en die toch dezelfde bestem
ming hebben, en dat kan wanneer ze een
verschillend uitgangspunt hebben. Het uit
eindelijke doel: de verkondiging om men-
•chen te brengen tot het waarachtig, zalig-
IEDERE GOEDE OPLOSSER
ONTVANGT EEN PRIJS
WAARONDER F. 5000
AAN GELDPRIJZEN
Predikbeurten Advent Gemeente.
Predikbeurten: Zaterdags van 3 tot 4 uur
Gebouw: Tempelierenhuis.
VRIJZ. DEM. TOONEELCLUB.
De, door ziekte, uitgestelde opvoering van
de Vrijz. Dem. Tooneelclub is nu vastge
steld op Woensdag 27 Januari a.s. De
keuze is ditmaal gevallen op. een blijspel,
n.l. ,,’n Partijtje Poker”.
Voor Verdere bijzonderheden verwijzen
wij naar de in dit blad voorkomende adver
tentie.
Geslaagd voor het diploma Engel-
sche Handelscorrespondentie de heer D.
Feenstra te Bolsward, opgeleid door den
heer M. Postma alhier.
BEËEDIGING.
In de civiele zitting van het hof te Leeu
warden werd beëedigd als advocaat en pro
cureur mr. H. J. van Bottenburg te Sneek.
Spr. trekt nu nog een parallel tusschen
wat Jezus heeft gezegd en wat Jacobus in
zijn brief zegt en concludeert éen treffende
overeenkomst. Jacobus is dus met zijn brief
in goed gezelschap, de tegenstelling met
Paulus valt geheel weg. Straks hooren we
van Paulus het: „Maar het geloof door de
liefde werkendehier immers reikt Pau
lus Jacobus de hand, als deze zegt: „gelijk
het lichaam dood is zonder geest, zoo is
ook het geloof zonder de werken dood.”
Dat is nu de kern van Jacobus’ brief, de
rest is slechts toelichting. Spr. staat even
stil bij het onvruchtbaar medelijden, tegen
de werkelijkheid waarvan Jacobus strijdt.
Als Jacobus echter spreekt van „de werken”
moet men daaruit niet alleen verstaan de
eisch weldadigheid te doen; ja, dat natuur
lijk ook, dat heeft de gemeente ter harte te
nemen, doch ook dit: zichzelf onbesmet te
bewaren van de wereld. Hier raakt hij al
uit boven de goede werken in engeren zin,
doch er komt bok nog de eisch van de ge
hoorzaamheid des geloofs, in de dienst der
liefde, in waarheid, oprechtheid, vergevens
gezindheid, en buiten dat alles ook gehoor
zaamheid als 't gaat om het offer, ook als
wij van dat offer zelf de zin niet verstaan.
En dan komt Jacobus tot de kern van zijn
boodschap als hij spreekt van ’t offer van
Abraham, de vader der geloovigen, die zijn
geloof beleefde en in overgave, in volle ge
hoorzaamheid en bereidheid tot de daad zijn
eenige zoon op het altaar ten offer heeft
neergelegd.
Dat is nu het waarachtig werkend en ge
hoorzamend geloof, dat hem wordt toegere
kend als gerechtigheid, ’t Is als de knop van
een bloem, die gesloten blijvend, tot niets
wordt, maar zich ontplooiend tot volle heer
lijkheid en vrucht komt. Zoo is het ook met
I het geloof, dat zich ontwikkelt in de werken
en tot volmaking kan komen in de werken.
Zonder de ontplooiing in de daden des
levens is het geloof een dood geloof.
Spr. constateert dat deze brief een bood
schap van groote ernst inhoudt. Jacobus
schreef zijn brief niet voor niets; er is in
de wereld der kerk veel lichaam zondei
geest, veel uitwendig geloof. Hoe is het nu
met ons, met uw persoonlijk geloof? Is het
slechts alleen het dragen van de naam van
Christus op de lippen of is het door de liefde
werkende? Weet het in de kléine dingen van
het leven en ook in de groote te doen de
liefdewil van Christus, weet gij dat te doen?
Weliswaar met strijd en struikeling en ne
derlaag, maar toch zoo, dat de wereld ziet
uw levend geloof, dat in de liefde is werken
de? Als dat zoo is, zal ook de twijfel, de
moeite, de zorg en de bezwaardheid minder
worden, want dan is er ook de wasdom van
’t geloof door de werken, groei naar boven.
Of geldt het andere voor u, hebt gij geloof
zonder de werken? Wel behoorend bij de
gemeente, wel dragend op de lippen ae
naam van den Christus, doch niet de kleine
en groote geloofsdaden uitdragend in het
leven? Als dat zoo is, moet het in uw bin
nenste koud zijn als in een sterfhuis, want
dan draagt gij in u een dood geloof, een lijk
en zijt gij zonder Jezus Christus, het Leven,
dat God aan deze donkere wereld gaf tot
verheerlijking van Zijn naam. Dan zijt gij
dood, omdat gij zijt zonder de levenvernieu-
wende geest van Jezus Christus.
Truffels Kwatta,
Tonnema’s Croquante Melange,
Paré’s Hoest-, Cocos- en
Roomcaramels,
Van Melle's Cellomints,
Gesorteerde Chocolade melk
en vanille,
BELASTING BETALEN.
De ontvanger der Directe Belastingen
te Sneek brengt ter kennis van belangheb
benden dat vóór 5 Februari a.s. moet zijn
betaald op:
Inkomstenbelasting 1936-’y], gedagtee-
kend Augustus 1936 6/s gedeelte.
Inkomstenbelasting 1936-’37gedagtee-
kend November a/p gedeelte.
Inkomstenbelasting I935-’3Ó, gedagtee-
kend Augustus geheel.
Ver. van Rechtzinnig Hervormden.
Deze vereeniging hield Woensdag een bij
eenkomst in het Gebouw voor Christelijke
Belangen, waar als spreker optrad ds.
Langman van Hommerts over het onder
werp: „De brief van den apostel Jacobus”.
De v o o r z., de heer W. N a u t a, opende,
na samenzang (Psalm 25 2) met het lezen
van Jacobus 2 1426 en gebed, en be
toogde daarna dat er een onlosmakelijk ver
band is tusschen boom en vrucht in het na
tuurlijke leven en zoo dient het ook te zijn
in 't geestelijk leven tusschen belijden en
beleven. Daarop wijst ook de brief van Ja
cobus en het is verheugend, dat ds. Lang
man zich bereid verklaarde over dit onder
werp te spreken. Velen immers zitten wel
eens met deze brief, omdat ze er een tegen
spraak in zien met het Paulinische: „Dooi
het geloof alleen
Ds. Langman zegt dat de Brief van
den apostel Jacobus feitelijk in 12 practi-
sche vermaningen uiteen valt, aan elke
waarvan wel een uitvoerig betoog zou kun
nen worden verbonden, doch spr. zal slechts
trachten zijn auditorium in aanraking te
brengen met de hoofdinhoud van deze brief,
nl. met wat hij ons persoonlijk te zeggen
heeft.
Jacobus, de broeder Van Jezus, wordt
aangenomen als de schrijver van deze brief,
hij is dus opgevoed door dezelfde moeder
die Jezus opvoedde. Daardoor krijgt dit
epistel bijzonder gewicht. Temeer nog om
dat deze Jacobus ’t hoofd werd der moeder-
gemeente van Jeruzalem en daardoor groote
invloed kreeg in andere gemeenten; hij is
een der „zuilapostelen”, zegt Paulus, en
men noemt hem ook wel Jacobus de recht
vaardige; hij genoot niet alleen hoog aan
zien in de gemeenten, doch ook achting bij
de Farizeeërs. „Aan de 12 stammen in de
verstrooiing”, eigenlijk de Christenheid, is
dit schrijven gericht; aan de gemeente, die
reizende en trekkende is en uitziet naar het
Jeruzalem, dat boven is. En toch, ondanks
.dit alles, neemt deze brief geen groote
plaats in in de Christenheid; er wordt zei
den uit gepreekt; weinig waardeering heeft
hij gevonden. Luther had er buitengewoon
weinig mee op, hoogstens 2 of 3 keer in
zijn lange leven als prediker ontleende hij
er een tekst aan. Luther zag nl. in deze brief
altijd weer een scherpe tegenstelling met
Paulus, aan wiens woord hij zich -zoo vaak
verkwikte. Luther heeft zelfs niet de moeite
willen nemen een verklaring bij deze brief
te schrijven, al vertaalde hij hem wel.
Luther proefde er nu eenmaal te veel de leer
der Roomsche Kerk in, de rechtvaardigma-
king niet door het geloof maar door de
werken. En hoe zou hij, de groote strijder
daartegen niet in verzet komen? Jacobus
en Paulus zijn immers vaak in lijnrechte te
genspraak en de reformatie was juist een
teruggrijpen naar Paulus. Zie eens naar de
ontzaglijke tegenstelling van Jacobus 2
1426 en van wat Paulus zeide in Rom. 3
28, Rom. 4 en in de Galatenbrief.
-
nog betrekkelijk jongen datum. In Amerika is, men een plaats krijgt in het hiernamaals,
waren eenige meisjes, die allerlei vreemde Al dat gepraat over zonde is overbodig; de
geluiden hoorden, waaruit zij ten slotte ver- mensch is van nature goed, doch de omstan-
stonden, dat er een geest van een man was,digheden brengen hem vaak in de noodza-
kelijkheid verkeerd te doen. Als wij dus de
zonden, door de omstandigheden ontstaan,
i aftrekken, zijn wij goed. Spr. leest dan een
beoordeeling over wat goed en kwaad is,
'I waaruit o. a. zou blijken, dat tusschen He-
rodes en Jezus geen verschil is.
Als de zedewet zoo met voeten getreden
j wordt, dan verbaast het allen, dat nog
zoovele menschen aanhangers van deze be-
I weging zijn. Welke onbenullige dingen
worden meegedeeld op seances; vooraan-
staande grootheden uit vroeger eeuwen,
waarvan men groote openbaringen zou mo-
j gen verwachten, kunnen niet anders dan
banale dingen vertellen.
Het resultaat van het spiritisme is dan
ook, dat het zenuwachtige, prikkelbare men
schen geeft. Een Duitsch dokter heeft ge
zegd, dat het spiritisme voor heel wat men
schen gevaarlijk is.
Waar nu deze beweging zich aanmeldt
als christelijk, mag zij aan de bijbel getoetst
worden. En deze verbiedt in Deuterono-
mium uitdrukkelijk deze dingen te zoeken.
Zulks is den Heere een gruwel en hij die
zulks deed moest in Israël gedood worden.
In de Schrift lezen wij voorts, dat wij de
geesten zullen beproeven of zij uit God zijn.
En deze geest is niet uit God en dus ver
werpelijk.
Spr. projecteert dan een serie foto’s van
geesten, die onzichtbaar zijn als ze gefoto
grafeerd worden, doch bij de ontwikkeling
van de plaat aan het licht komen.
Wat zijn nu deze foto’s? Zijn het geesten
of niet? Er zijn geesten; de bijbel spreekt
van gedienstige geesten, ten dienste van
hen, die de zaligheid zullen beërven. Ook
zijn er kwade geesten; satan is niet een idee
fixe, maar een beslist bestaande geest. Wat
doet nu deze geest? Hij verandert zich met
zijn trawanten in engelen des lichts, om de
menschen te verleiden en de wereld tot zich
te trekken. Satan is nog steeds bezig zijn
leuze te verkondigen: Gij zult den dood niet
sterven. Nog is hij in opstand, doch wij heb
ben te luisteren naar Gods Woord, dat ver
biedt te hooren naar de guichelaars; als er
wat is te vragen dienen wij onzen God te
vragen, zegt Jesaja.
Spr. eindigt daarna met dankzegging.
F
I
Parkeerende auto'» op
rijwielpaden... pratende
voetganger» en flet«er»
op den rijweg... op die
manier móeten er lm-
men ongelukken gebeu-
ren. Wat zoudt u hier-
van denken i IEDER OP
ZIJN EIGEN WEGI
NIEUWE SNEEKER COURANT
annex MEEKER COURANT en WYMBRITSERADEEL
"O--