TIJOSÏEBÏROEfilNG. ZALM IN BLIK I groot blik 653228 Firma H. WESTERHOF De kachel TROMP Sneek. No. 58 Eerste Blad OltnaveKIEZEBRINK Co Officieel Orgaan der Gemeente Sneek. Zaterdag 24 April 1937. OFFICIEEL GEDEELTE. RECLAME KOLOM. NIEUWSTIJDINGEN. In verband met de wet tot tijds- vervroeging zal op 22 MEI 1937, des voormiddags te twee uur, de torenklok één uur worden vooruit gezet. JOH. VAN AKKEREN 53e Jaargang Onzuivere huid? Pijnlijke voeten? vero verpakt in een luxe blikje I HNSDAGS KLE1NZAND 5—7 Bureau S.NEEl TELEFOON 2200 1.30— 2.30 2.30— 3.30 3.30— 4-30 4-30—5-3°t 5.30—6.30 uur: uur: uur: Black BoysSneek Alc. VictrixESQ Pauze. SneekAlc. Victrix LSiCBlack Boys Hockey-wedstrijd S.M.H.G. (Sneek) R.A.P. LSCSneek BI. BoysAlc. Victrix Vergaderzaal De Boer. NIEUWE SIEEKEECOUEAÏÏI annex SHEERER OOURAHT m WVMBRITSERJIDEEL uur: uur: Advent-Gemeente. Zaterdag 3.003.30. Bijbelbespreking. 3.304.30. Prediking. en (Leeuwarden). Verschijnt en VRIJDAGSAVONDS Niet mee wi steeds. Zij kan Daèrvoor naar Pédicure Lid v.h. Ned. Genootschap tot Bevordering der Voetverzorging. Schapenplein 4, Sneek Tel. 2326 Abonnement: per jaar 2.50, fr. p. post 3.60. ftdv'ertentiën: 9 ct. p. regel. Ingezonden mededeelingen hooger. '\bonnement belangrijke korting. Advertentiën worden tevens gratis ge plaatst in de SNEEKER COURANT ■wachten, die kwaal verergert en dient verholpen. H 40—20—16 Leeuwenburg Tel. 2051 Vetwormpjes, pukkels en uitslag verdwijnen en de huid wordt jeugdig-frisch, gezond en fluweelzacht door de huidzulverende, huid- genezende en huidvoedende kracht van Purol. Gebruik voor gelaatsverzorging witte Purol. Deze is na inwrijving onzichtbaar op de huid, daarom zeer geschikt voor gebruik overdag. In doozen van 30, Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten. Vrijzinnig Democratische Bond. De afd. Sneek van deze bond hield Dinsdagavond een goed bezochte openbare vergadering in het Gebouw voor Christe lijke Belangen, waar ais spreker optrad Z. Exc. minister mr. P. J. Oud. De vooiz, de heer Pijpker, heette allen welkom, in het bijzonder den spre ker en hen die van buiten zijn gekomen. Spx. deelt mede dat er geen gelegenheid tot debat wordt gegeven omdat de heer Oud niet als Kamerlid optreedt, doch nog minister is. Excellentie mr. Oud, met applaus be groet, zal in het eerste gedeelte zijner rede spreken over de regeermgspolitiek in het algemeen, in het tweede over een paar be langrijke punten daaruit. De politiek sedert Mei 1933 gevoterd door het kabinet-Colijn, waarin ook 2 v.d. zitting namen, is bekend geworden als de politiek van de aanpassing. Als zoodanig wordt ze uit het s.d. kamp nogal ernstig bestreden. Het heeft sj)r. echter verbaasd dat men een politiek van aanpassing be strijdt, omdat aanpassing de normale taak van een regeering js; altijd moet zij een aanpassingspolitiek bevorderen. De wereld staat immers niet stil, er zijn altijd veran deringen, zij het dan nu buitengewoon groote. Het maatschappelijk leven is ech ter een doorloopend ontwikkelings-pro- ces en het spreekt dat wij ons aan de zich steeds wijzigende omstandigheden moeten aanpassen. De regeering heeft daarbij een belangrijke taak, zij kan niet alles, er wer ken ook een groot aantal andere krachten die hun invloed hebben op de ont wikkeling der maatschappij, de overheid is echter daarbij een belangrijke kracht, wel ke mede te zorgen heeft dat de .aanpassing zoo normaal en vlug mogelijk verloopt. Regeeren is vooruitzien, de regeering moet dus het oog houden op de toekomst om tijdig bij de maatschappij-ontwikkeling aan te kunnen passen. Dat nu is aanpassings politiek, en deze kan dus geen verwijt zijn aan de regeering; aanpassing is noodzake- gaat aanstonds weg en daarmede opent zich weer het probleem van 't drooghouden van Sigaren. 50 stuks voor f 1.-heft die moei lijkheid op I Neemt zoon blikje in huis. Uw winkelier heeft ze. Engros HET adres voor Wederverkoopers in Tabaksfabrikaten. Na de pauze .behandelde spr. eenjge punten welke hier jn Friesland veel be langstelling wekken. Het eerste speciale, belangrijke punt dat spr. wil behandelen is het onderwijs. Op allerlei terrein moest bezuinigd, geen enkele regeering doet dat met plezier en neemt een aantal maatregelen waarbij men veel terugneemt van wat met gropte toe wijding is opgebouwd. In de jaren pa de oorlog zette de be- groo-ting zich echter gterk uit, ze werd 2^/2 maal zoo hoog als voor den oorlog; voor al kwam dit „sociale uitgaven" en „onder wijs" ten goede. Een verheugend verschijn sel dat het volk zijn meerdere inkomsten voor dit doel uitgaf. Maar toen bezuinigd moest, sprak het dat op de meest uitgezette hoofdstukken ook sterk bezuinigd moest. Het lager onderwijs nu is door zijn om vang het meest belangrijke, 95 pet. der Nederlandsche kinderen krijgt niets anders dan dit en dus eischt het lx>. de grootste uitgaven. Met dit lx>. hebben wij de laatste brengen. Dat proces begon al een jaar of acht, negen geleden; in 1928 zijn over deze zaak uitvoerige debatten gevoerd, waaraan spr. actief heeft deelgenomen en gepleit voor het staatspensioen. Ook toen stond men voor de vraag: kunnen wij dat beta len. Op dat oogenblik zou het ons gekost hebben rond 55 millioen gulden; in de ver- zekeringsfondsen stortten wij echter elk jaar 50 milliioen gulden, als men nu, zooals spr. toen bepleitte, een ander verzekerings stelsel invoerde zou men dat geld voor die fondsen niet behoeven en zouden deze 50 millioen vrijkomen voor staatspensioende staat behoefde er dan dus maar 5 i 6 millioen bij te doen. Maar dat bedrag van 50 millioen dat we in 1928 in de fondsen stortten, is door de crisis sterk verlaagd, hoogstens is het nu geworden een millioen of 7, 8. Dus wilden we nu het volle staats pensioen invoeren, dan zou, mede met het oog op de groei van het aantal ouden van dagen sedert 1928, dat een bedrag vorde ren van boven de 60 millioen. En dat bedrag is in de naaste toekomst niet te vinden, dat erkent iedereen die verantwoor delijkheidsgevoel heeft. Beteekent dat dan dat de onverzorgde ouden van dagen aan hun lot moeten overgelaten Neen, dat be hoeft het niet te beteekenen. Het volledige staatspensioen is een af doende oplossing maar die kunnen wij in de naaste toekomst niet invoeren. Maar kunnen wij niet op een tijdelijke oplossing aansturen door de ouden van dagen te verzorgen die op het oogenblik niet verzorgd zijn? Dan komt men met 12 mill, al een heel eind met deze noodoplossing waarvoor men dan ook de medewerking zal kunnen krijgen van de rechtsche partijen, die tegen het volledige staatspensioen zijn, doch geen principieele bezwaren hebben tegen een voorziening voor de thans onverzorgden. Wij moeten practisch zijn en dus op deze tijdelijke oplossing het oog gericht houden. De toestand lijkt wat beter, de staatsfinan ciën vloeien wat ruimerwe hebben de hoop dat in de naaste toekomst weer iets zal kunnen gebeuren, en dan zal een der eerste dingen moeten zijn deze noodoplos sing. 1 Als straks hier de menschen komen, die meer beloven, zijn het dezelfden die van de regeeringspolitiek der laatste 4 jaar niets hebben willen weten. Maar wat zou er geworden zijn van de verzorging der ouden van dagen als we bij de ruïne onzer financiën stonden, door de politiek te volgen die zij in deze 4 jaar aanbeva len Wij zijn met groote zorg en kommer vervuld voor de ouden van dagen die nu niets hebben; ipaar wat zou er dan van tien geworden zijn, die de uitkeering nu wel hebben, als spr. niet het uiterste had gedaan om te zorgen dat bij de financieele maatregelen die moesten worden genomen, niet aan de pensioenen dier ouden werd geraakt. Dat dit niet is geschied is een ■der redenen tot sprekers groote voldoening over zijn eigen beleid in die 4 jaar. Spreker wil nu nog iets zeggen over het algemeen aspect der verkiezingen, dat is dat wij het democratisch staatsbestel moeten verdedigen tegen hen, die daarvan niet willen weten, n.l. de uiterste richtin gen: de communisten en de nationaal so cialisten en fascisten. De nationaal socia- listen zeggen de eenigen te zijn, die Ne derland van de communisten kunnen red den, de communisten zeggen de eenigen te zijn die Nederland van het nationaal so cialisme kunnen redden. Er schijnt dus een groote tegenstelling in wezen te zijn tusschen die twee, doch in werkelijkheid ^ijn het loten van dezelfde stam, met als doel vernietiging der democratie en de staat de almachtige. Democratie echter ziet lijk omdat de zich wijzigende omstandig- 1 heden dat eischen. De groote moeilijkheid in de afgeloopen periode was echter dat wij groote veranderingen in de economi sche structuur kregen, gevolg van hetgeen er gebeurd is in en na de wereldoorlog. Deze had tengevolge een belemmering, soms afsluiting, van het internationale han delsverkeer. Aanvankelijk hebben wij ge dacht dat als de oorlog voorbij was de oude handelsverhoudingen terug zouden keeren en de welvaart weer zou stijgen. Het is anders gegaan; het normale eco nomische herstel bleef weg, al waren er eenige jaren van sclyjnwelvaart. De han- delsbelemmeringen breven en er kwamen moeilijkheden in het betalingsverkeer met Duitschland en eigenlijk alle landen waar mede we van oudsher in handelsverhouding stonden. De handel kromp in en elke tak van bedrijf geraakte min of meer in die druk, de welvaart nam zienderoogen af en allerlei steunmaatregelen moesten geno men voor landbouw, voor industrie, scheepvaart enz. Het economisch leven moest met die steunmaatregelen zoo goed mogelijk in stand gehouden worden, niet om het onveranderd >te handhaven, want de taak der overheid Was immers aanpassing, doch die maatregelen moesten de overgang naar andere verhoudingen mogelijk maken een omschakeling die nog jaren zal vorde ren. Dit is de eene kant der aanpassing, op de andere zijde er van wordt echter voor al kritiek uitgeoefend. Dip andere zijde was, dat nu 'het volksinkomen zienderoogen daalde, (de inkomstenbelasting leverde in 1930 90 millioen op en in 1936 45 mil- lióenl) het vanzelf sprak dat als bij elke particulier, ook de staatsuitgaven moesten aangepast aan het verminderde inkomsten- peil; zoowel de loonen en salarissen van hen die in de overheidsbedrijven werken als die jn de particuliere bedrijven, moes ten verlaagd enz. Op dit proces wordt vooral door de soc. dem. scherpe kritiek geoefend; zij beweren dat de koopkracht van het volk er door verminderde, terwijl de regeering de koopkracht juist moest verhoogen. Dat klinkt in z’n algemeenheid juist, en spx. is het er mee eens dat de re geering inderdaad moet trachten de volks welvaart op hooger plan te brengen, doch ■dat is iets geheel anders, dan dat de ver tering moet voortgezet op het oude peil terwijl de inkomsten gedaald zijn. Men zegt dan dat de regeering een te éénzijdige aanpassingspolitiek gevolgd heeft, de sala rissen en loonen wel verlaagd, doch het kapitaal en de groote inkomens buiten schot gelaten. Reeds de genoemde cijfers der inkomstenbelasting bewijzen echter dat de particuliere inkomens zeer sterk zijn gedaald, ook het kapitaal leed zeer groote verliezen; tal van kapitalen in bedrijven be legd moesten worden afgeschreven of sterk verminderd. Zeer zeker heeft de regeering salaris-verlaging van baar personeel door gevoerd, doch zij moest dat wel doen, ge zien de gedaalde inkomsten; ook heeft zij inderdaad wel voorgeschreven dat als een bedrijf gesteund werd, de loonen niet moch ten stijgen boven zeker peil, maar met name in de landbouw, deed zij het tegenge stelde en schreef zij voor dat de loonen niet lager dan een bepaald peil mochten dajen. En met het Werkfonds heeft de regee ring tal van bedrijven uit de moeilijkheden geholpen, doch daaraan als voorwaarde verbonden dat de menschen die er kapitaal in hadden gestort, zich zeer belangrijke offers moesten getroosten.. De regeering voerde dus geen eenzijdige aanpassings-poiitiekhet grootste bewijs daarvoor is wel dat de regeering het groo te apparaat van de werkloozensteun in wer king stelde, dat meer dan 100 millioen per jaar eischt van staat en gemeenten. Als de regeering dit niet had gedaan zouden de werklooze menschen bereid zijn, geweest voor zeer lage loonen te werken, doch ge lukkig is dat standpunt niet meer van deze tijd; op de overheid wil men: de ge meenschap rust een groote taak jegens menschen, die slachtoffer zijn van maat schappelijke omstandigheden waaraan zij niets kunnen veranderen. De regeering had de werkloozen en de bedrijven aan hun lot kunnen overlaten, doch dan zou de aan passing er gekomen zijn door een zee van ellende en ten koste van die werkloozen, den landbouw, de industrie en dein middenstand, welke het alleen goed gaan kan als het ook de andere groepen goed gaat. Daarom mag men onze aanpassingspolitiek niet een zijdig noemen, al kan men van oordeel zijn ■dat de regeering niet genoeg heeft gedaan. Doch dan dient men zich bewust te zijn van de groote moeilijkheden, ook finan- deel, waarvoor de regeering stond. Het verwijt dat de aanpassing éénzijdig was, wijst spreker echter zeer beslist terug. Men stelde tegenover de politiek van de aanpassing die van de verhooging van de koopkracht, zooals die dan vooral be lichaamd is in het s.d. Plan van den Ar beid. Spr. heeft voor dit werk, met de beste bedoelingen opgezet, alle eerbied, doch naar sprekers stellige overtuiging kan het niet leiden tot het doel dat he|t beoogt, omdat het beginsel der kunstma tige verhooging van de koopkracht wel eenige jaren lucht kan geven, maar dan tot een grootere inzinking moet leiden. Koopkrachtvcrhooging heeft alleen zin als de welvaart van ons volk er blijvend door wordt verhoogd, niet lijdelijk. In de dagen der Fransche revolutie is van dergelijke experimenten door een Fransch afgevaardigde eens gezegd „dat de uedojeLing 'was de rijken te dooden, doch hot gevolg zou zijn dat die armen gedood werden", daar is veel waars in. Nu zegt men wel dat dit systeem van de koopkrachtvcrhooging nog niet is toega- past, zoodat men het maar niet op theore tische grondslagen kan veroordeelen en Vertellen dat het zulke slechte gevolgen heeft. Tot een jaar geleden kon men dat zeggen, maar nu niet meer, want men kan zich nu spiegelen aan een ander. Men zie naar Frankrijk, waar de regeering tot ver leden voorjaar ook de aanpassingspolitiek volgde en waarschuwde tegen de theorie der kunstmatige koopkrachtvcrhooging via loons- en sialarisverhooging en verkorting van de arbeidsduur. Wij hebben hier gezegd: onze aanpas singspolitiek is die van de lange baan, op den duur komen wij er mee uit de moei lijkheden. In Juni j.l. kwam nu in Frank rijk de nieuwe regeering-Blum, die de po litiek der koopkrachtverhooging ging vie ren, salarissen en looms verhoogingen, kwa men er, verkorting van den arbeidsduur, een vacanitieregeling enz.; alle maatrege len, ons, v.d., yit het hart gegrepen ajs het maar kon! Maar bet kon hier niet en het kon in Frankrijk niet, enkele maanden na dien ging de Fransche frank al van het goud af, Zwitserland yojgde, en toen kon den wij onze gulden ook niet meier aan het goud verbonden houden. Er waren in elke partij hier voor- en tegenstanders van gpudwaarde vermindering. Over die kwes tie pleit spr. dan ook niet na, n.l. of d& regeering het goed zag door zoo lang mo gelijk aan de vastgestelde goudwaarde vast te houden, of dat de tegenstanders het goed zagen, doch de regeering en spr. persoonlijk stonden op het standpunt dat één ding vast stond, dat n.l. naarmate de aanpassingspolitiek langer volgehouden zou zijn, onze positie, als we de gulden zouden moeten verlagen, des te gunstiger zou zijn. En duidelijk is gebleken da,t dit goed gezien was, .want bij ons in Neder land is bet moeilijkste geleden, de prijsstij ging is binnen enge grenzen gehouden, ons staatscrediet is hechter dan ooitl En ziet daartegenover naar Frankrijk, waar de prijzen met sprongen omhoog gingen, en menig arbeider zich afvraagt of hij verle den jaar met lager loon niet beter af was dan nu met hooger loon. De Fran sche regeering moest enkele wekjen gele den een adempauze ,voox haar politiek vragen, en ze moest leenen h 41/2 °/o en er dan nog een .wisselkoers garantie bijgeven! Wanneer men dan nog de ruist in Neder land vergelijkt met de onrust in Frank rijk, is het duidelijk dat onze regeering het ‘moeilijkste pad dat der aanpassing volgende, toch ook ,de goede weg nam welke tot geleidelijk herstel van de wel vaart leidt. Ook de tegenstanders van onze politiek moeten nu erkennen dat het beter gaat met het .bedrijfsleven, met de finan ciën en de werkloosheid. Doch het bedroe vende is dat die tegenstanders dan niet erkennen dat ze het verkeerd hebben ge zien, doch zeggen dat het nu beter gaat in Nederland, ondanks de politiek der re geering! Met zoo’n ledeneering kan men het altijd winnen. Doch dit is heel jammer, omdat wij allen, politieke partijen op de mocratische grondslag staande, elkaar zoo noodig hebben in .dezen tijd om dit staats bestel te handhaven. Tegen de extreme richtingen van com munisten, nationaal socialisten en fascis ten ga onze gezamenlijke strijd. Het is jammer dat de s.d. groep, voor welke spr. vaak waardeering heeft gehad, zich thans niet kan opwerken tot het standpunt van de erkenning dat de regeering gelijk heeft gehad met haar politiek en dat zij niet bereid is daaraan nu mee te werken om samen ons volk ,heen te leiden door de ver dere moeilijkheden naar een betere toe komst, welke reeds .wenkt. BELASTING BETALEN. De Ontvanger der Directe Belastingen te Sneek brengt ter kennis van belangheb benden dat vervolging is te wachten, als niet vóór 12 Mei a.s. is betaald op: Grondbelasting 1937: op alle aanslagen gedagteekend Febr. 1937 minstens x/6 ge deelte. Personeele belasting 1936: aanslagen ge dagteekend November 1936, geheel. Inkomsten belasting 19307’37aanslagen gedagteekend Juni tot en met November 1936 geheel; gedagteekend Februari 1937, minstens 2/6 gedeelte. Doode hand 1936/'37: aanslagen gedag teekend Febr. 1937, minstens 2/6 gedeelte. SPORT EN LIEFDADIGHEID. Woensdagavond had in hotel Hanen burg de loting plaats in welke volgorde de deelnemende clubs op Hemelvaartsdag 6 Mei a.s. elkaar zullen bekampen. De uitslag was als volgt: 10.0011.00 uur: 11.00 12.00 uur: De groote partijen van rechts willen de weg der verzekering, welk stelsel het ver antwoordelijkheidsgevoel zou versterken. Wij hebben tegen die verzekering geen principieele bezwaren en zouden volkomen bereid zijn een stelsel van verzekering te acoepteeren als men daardoor tot een op lossing zou komen, n.l. dat practisch ieder een zich zou verzekeren en de premie zou kunnen betalen. De ervaring wees echter uit, dat dit niet gelukt, omdat er talloo- zen zijn die zich niet verzekeren of de pre mie niet kunnen betalen. Spr. gaat de historie der ouderdomsverzekering na, de loonarbeiders zijn gedwongen verzekerd, de niet loonarbeiders kunnen zich vrijwillig verzekeren, als overgangsmaatregel kregen in 1919 alle boven 65-jarigen het staats pensioen, een stelsel, dat echter langzamer hand omgezet werd in een volledig verze keringsstelsel. Wij hebben er direct op ge wezen, dat er velen zouden zijn die zich niet zouden verzekeren, van de rechterzijde werd dit echter bestreden; men verwijt van die zijde de Bond v. Staatspensionneering nu dat hij door zijn actie het verzekerings stelsel heeft doen mislukken, doch spr. ontkent dit; deze bond heeft juist loyaal meegewerkt aan dit stelsel, zich zijn ver antwoordelijkheid jegens de ouden van da gen bewust. Doch het stelsel is mislukt, er kwamen geleidelijk veel onveraekerden, de crisis leidde tot veel werklooze arbeiders voor wie niet geplakt werd, tal van kleine zelfstandigen konden de premie niet op- 40 of vijftig jaar groote resultaten bereikt. Wij stonden hier nu voor het moeilijke pro bleem van de verhouding tusschen bij zonder en openbaar l.o. Wij', v.d., zijn en blijven overtuigde voorstanders van het openbaar onderwijs en zouden niets liever zam dan dat deze school weer de eenige aigemeene volksschool zou kunnen zijn. Uoch wij hebben er altijd bij gezegd dat dit alleen kan ai.s dit door de overtuiging van ons volk werd gedragen, men mag hier met werkeh met dwang, dan zouden wij handelen in strijd met de grondbeginselen der vrijzinnigheid en der democratie. Wij voelen in onze tijd de waardeering vooi vrijheid en democratie nog een beetje beter dan vroeger, nu elders de vrijheid vertre den wordt en we de gevolgen daarvan zien. Terwille nu van die vrijheid en die demo cratie achten wij het redelijk dat ook de bijzondere school bekostigd wordt uit de openbare kas; onze grondwet schrijft ech ter voor dat nummer één is de openbare school omdat deze is in de eerste plaats de school der kinderen van ouders, die geen ander onderwijs willen, doch in de tweede plaats ook de school is voor de kinderen wier ouders wel de bijzondere school de voorkeur geven, doch niet die welke in hun plaats gevestigd is; de open bare school is dus ook vluchtheuvel. Nu stond men bij de bezuiniging voor de vraag hoe komt men tot een concentratie van het onderwijs in een geringer aantal scholen. Voor het openbaar onderwijs kon daarbij richtingsverschil nooit een rol spe len, al bestonden er groote bezwaren van afstand enz., waarover de regeering niet licht heenstapte. Maar bij de bijzondere school stond de zaak veel moeilijker, want daarbij ging het over het probleem dat de Qyerheid zich aanmatigen ging zeker gezag over de gevoelens van de voorstanders dier school. De regeering kan zeggen „die en die school verschillen niet zooveel in rich ting, dat ze niet zouden kunnen concen- treeren”, maar denken de ouders er ook zoo over Hier dreigde een eerste stap in de richting der gelijkschakeling. Maar nu kreeg men toch het gevoel dat de gelijke behandeling van openbaar en bijzonder on derwijs geweld werd aangedaan, aan een bijzondere school met 40 leerlingen kon niemand raken dan het schoolbestuur, doch een openbare school met 40 leerlingen kon buiten het gemeentebestuur om door Ged. Staten of de regeering opgeheven worden. En de groote grief, die spr. niet ontkent, was, dat er tal van openbare scholen zijn opgeheven met meer leerlin gen, dan de bijzondere scholen op dezelfde plaats hadden. Een wetsontwerp om hierin verandering te brengen werd geen wet en toen stonden de vrijzinnige ministers voor de vraag of zij moesten uittreden en zoo de regeering doen vallen, wat allerlei moeilijkheden zou geven en ook dit vraagstuk niet zou op lossen. Wij hebben toen gezegd, het is in 't belang van ons volk dat links en rechts alsnog zullen zoeken naar een oplossing, 'waarvoor dan een staatscommissie kwam, waarin alle groote partijen, ook de s.d., zitting hadden. Het spreekt dat bij een oplossing zoowel links als rechts zouden moeten geven en nemen. En er is een oplossing gevonden die in die commissie aanvaard is door de vertegenwoordigers van alle zes groote par tijen. Er is nu dit verkregen, dat scholen, die boven het minimum van 50 leerlingen liggen, alleen opgeheven kunnen worden door het schoolbestuur of het ge meentebestuur, hooger gezag zal dus de handen thuis moeten houden., Dat is het eerste belangrijke resultaat. Het tweede is dat scholen beneden dat minimum alleen kunnen opgeheven als er binnen 4 K.M. een zelfde school is; als die gelegenheid er voor een minimum van 25 kinderen niet is, moet de school blijven bestaan. Voorts wordt onverzwakt bij deze regeling gehandhaafd het artikel der l.o.- wet dat er genoegzaam gelegenheid moet zijn voor openbaar onderwijs in een ge meente. Waar de laatste jaren al zorgvuldig is nagegaan of er nog openbare scholen opgeheven konden worden, kan men er zeker van zijn dat bijna alle nu bestaan de openbare scholen gehandhaafd zullen worden, vrees voor verdere opheffing be hoeft er niet te bestaan. Spr. wijst er met nadruk op dat niet alleen de regeerings- partijen, doch ook de s.d., in de staatscom missie vertegenwoordigd door de h.h. Al- barda en Thijssen, zich met deze regeling hebben vereenigd; de laatste, de onderwijs- I specialiteit der s.d.a.p., heeft herhaaldelijk verklaard dat dit voorstel in ’t belang is van de openbare school. Ons onderwijs heeft door de bezuiniging ernstig geleden. Wij hopen dat in betere tijden veel zal kunnen worden hersteld en dan zal het van belang zijn dat niet weer de strijd tusschen openbare en bijzondere school, waarin het onderwijs het meest leed, herleeft. Die strijd moet, uit de we reld gehouden en samen moet gestreden voor verbetering van het onderwijs zelve en daartoe werkt dit voorstel mede. Het tweede onderwerp dat spr. behan delen wil betreft de verzorging van onze ouden van dagen. Dit vraagstuk leeft sterk in ons volk. De v.d. partij en spr. persoonlijk staan nog op hetzelfde principieele standpunt dat ze 20 a 30 jaar geleden innamen, n.l. dat een afdoende oplossing alleen maar is te verkijgen langs den weg der premievrije ouderdomsverzorging, het staatspensioen. Van dit principieele standpunt gaan wij niet af. Dat is ons ideaal. Op dit punt is er dus een belangrijk beginseiverschil tus schen de partijen ter linker en rechterzijde, al zijn daar enkele kleine partijen ook voor staatspensioen.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1937 | | pagina 1