Oproepingskaarten en Verhuizing.
Uw Zenuwen
p.
OUD MrRJ. h4
(D-E)
Eerste Blad
No. 66
UitgaveKIEZEBRINK 8 Co
Verhindering om te stemmen.
STEMMING.
I
Klnl Orgaan der taeenli Snaak.
F;
VAN LIJST G
O® JFanrgnng
9
Zaterdag 22 Mei 1087.
amraa SMEEKKR OOURAMT an WYWBR1TSERADEEL
OFFICIEEL GEDEELTE.
kan
Wie vooruitstrevendheid en
en
van
r
NIEUWSTIJDINGEN.
Oproepingskaarten voor schippers enz.
Verouderd
conservatisme
Nederland niet tot nieuwe
bloei brengen. Noodzakelijk is een
vooruitstrevend beleid, met open
oog voor nieuwe mogelijkheden,
dat tevens rekening houdt met de
werkelijkheid.
Landboüwdag De Jongerein.
inzicht voor de eisen van de
nieuwe tijd met werkelijk
heidsbesef vereenigt
regeerkracht waardeert,
stemt op Mr. P. J. OUD,
No. 1 van 1 ij st i
de lijst der Vrijzinnig g
Democraten. j»
DINSDAGS
Bureau:
SNEEK
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
'tn'i
4
DIENSTPLICHT.
KLEINZAND 5—7
- TELEFOON 2200
Na een gezamenlijke koffiemaaltijd werd
het congres geopend door den voorzitter,
den heer W. Th. Zwart, die er op aandrong
dat men meer tijd en bezieling aan ’t orga-
nisatieleven zou geven, weinigen moeten nu
het werk op dat gebied doen, velen blijven
aan de kant staan. Het blijkt echter dat er
meer en meer belangstelling voor ons stre
ven komt, nl. liefde te kweeken voor het
bedrijf, maar ook voor alles wat Friesch en
Friesland is.
Samen werd nu onder leiding van den
heer Krips het nieuwe bondslied ingestu
deerd en gezongen, aan de piano nam tij
dens deze muzikale prestatie van het con
gres plaats de componist van het lied, de
heer Willem Zonderland, de woorden zijn
van den heer D. H, Kiestra,
worden gekalmeerd
en gesterkt en Uw
slaap wordt weer rustig door het gebruik van
Mijnhardt’s Zenuwtabletten.
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
gemeenschap, een nieuwe groep treedt dan
naar voren, die van de arbeiders. Deze
brengt sociale idealen naar voren. Maar
dat schip raakt ook in de branding, de
nieuwe gemeenschap kwam niet nader, vele
leiders verburgerlijkten, en in de gelederen
was veel vervlakking. Nu is een derde groep
Verschijnt
en VRIJDAGSAVONDS
HERKEURING.
De BURGEMEESTER van SNEEK
vestigt de aandacht van belanghebbenden
op de aan het Stadhuis aangeplakte open
bare kennisgeving, betreffende de zitting
van de Herkeuringsraad voor de ingeschre
venen der lichting 1938, welke zitting zal
worden gehouden te Leeuwarden, Voor
streek 106, op Dinsdag 1 Juni a.s., voorm.
11 uur.
SNEEK, 19 Mei 1937.
De BURGEMEESTER van SNEEK
verzoekt de kiezers dier gemeente, die een
geldige reden van verhindering hebben om
op Woensdag 26 Mei a.s. deel te nemen aan
de stemming ter verkiezing van de leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,
van die verhindering terstond na de dag
van stemming aan hem of aan de secretarie
2e afdeling schriftelijk of mondeling ken
nis te geven.
SNEEK, 18 Mei 1937.
De BURGEMEESTER van SNEEK
brengt ter kennis van de in vaartuigen of
woonwagens wonende kiezers der gemeen
te Sneek, dat indien de oproepingskaarten
voor de a.s. stemming ter verkiezing van de
leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal niet in hun bezit mochten komen,
deze alsnog op de dag der stemming (26
Mei) aan het stembureau no. 1 aan de
Marktstraat kunnen worden afgehaald.
SNEEK, 18 Mei 1937.
ANNO 1753 V
Kiezers uit de gemeente Sneek, die Za
terdag 22 Mei 1937 nog niet hebben ont
vangen een oproepingskaart voor de a.s.
stemming ter verkiezing van de leden van
de Tweede Kamer, wordt aangeraden na
te gaan of de oproepingskaart misschien
op het vorig adres is bezorgd.
Het is nl. gebleken, dat niet alle personen
van hun adresverandering terstond aangifte
doen ter secretarie, 2e afdeling.
Zij die nalatig bleven worden verzocht,
alsnog de adresverandering mede te delen
aan de secretarie, 2e afdeling.
SNEEK, 18 Mei 1937.
De Burgemeester van Sneek,
POPPINGA.
1 1
damenten zijn alom verzakt. De massageest
dér twintigste eeuw heeft veler leven los
gemaakt van de vertrouwde dorpssfeer en
van de gebondenheid aan den grond. Zij
loopen mede in de parade dezer eeuw, zoo-
als zij trekt langs de asfaltstraten der
wereldsteden.
De boerenstand van heden is door de
geschetste maatschappelijke veranderingen
meegesleurd. Niet alleen in technisch op
zicht door het invoeren der wetenschappe
lijke bedrijfsvoering. Maar tegelijkertijd is
gebleken dat het velen hun krachten te
boven is gegaan om het oude en nieuwe op
harmonieuze wijze te doen samengaan. Het
echte type van den boer ging veelal ver
loren tengevolge der veramerikaniseering,
die hem persoonlijk tot een soort fabrieks-
chef maakte en de vaderlijke hoeve tot een
zaak. De landelijke bouwkunst moest ont
aarden in luxe of koud-zakelijke behuizin
gen, die als een aanklacht in het landschap
staan te midden der oude boerderijen, waar
de cultuur afdruipt. Een generatie groeide
op, die onbekend is met de boerengeschie
denis, het boerenlied, de oude zeden en ge
bruiken en de taal der eeuwen, zooals ze
in versieringen, het landschap, benamingen
enz. tot ons komt, niet meer verstaat. Het
één zijn met de natuur en met de dorps
gemeenschap ging verloren. Het leven op
het land is zoo doodsch geworden, kil en
onbezield. Daardoor heeft de zuiging der
internationaal gerichte stedelijke leefwijze
vat gekregen op talloos vele jongeren.
Naast het cultureele vacuum constateeren
wij een toespitsen der sociale tegenstellin
gen en een versplintering op organisato
risch terrein. Aan beteekenis in het volks
leven heeft de boerenstand door een en
ander veel ingeboet, terwijl de rechtmatige
belangen der vrije boerschap worden mis
kend en vertreden.
Wil de boerenstand blijven de behoeder
van onze ongebroken volkskracht, dan zul
len op velerlei gebied nieuwe waarden in
de plattelandsgemeenschap moeten gaan
doorbreken. In technisch opzicht zal onze
landbouw ongetwijfeld zich kunnen hand
haven. De her-agrariseering van het tech
nische Wekten zal aan ons niet voorbij
gaan. Tot het materieele welzijn der ko
mende generatie zal de scheikundige revo
lutie waarschijnlijk evenveel bijdragen als
de technische revolutie in de laatste halve
eeuw heeft gedaan. De in de Vereenigde
Staten van Amerika ingestelde Chemische
Landbouw Raad wijst sterk in deze rich
ting. De agrarische productie zal noodig
blijven zoolang er menschen op aarde
leven. Door de, industrialisatie der grond
stoffenlanden zijn de verhoudingen in de
wereld dusdanig gewijzigd, dat de dreiging
van een industrieel Westen met een over-
zeesch voedselfundament, als geweken kan
worden beschouwd.
Het is een levensvraag, hoe de boeren
stand in de toekomst deze organische pro
ductie zal leiden. Noodig is een degelijke
troef, een wereld schijnt te naderen, waar
in de boer drager van de volkscultuur moet
zijn, de boer wordt geheven op een podium,
dat nauwelijks rekening houdt met de wer
kelijkheid, men hoort dat op de boeren
groep, op hun bloed en bodem alles rust;
ook hier is een waarschuwing noodig, op
dat het schip niet in de branding omslaat.
Hoe zal het platteland nu zijn schip uit
rusten om die branding te trotseeren. De
techniek van het boerenbestaan moet in
orde zijn, maar er moet onder de boeren
ook eensgezindheid zijn, en eenzelfde tem
po van voortgang, er moet ook vertrouwen
zijn in de hoogste waarden die er in
het leven zijn. Techniek, karakter en cul
tuur, en ook diepe geest die voortkomt uit
de allerhoogste dingen van het leven, dat
alles behoeft de plattelandsbevolking om
haar rol te spelen. Daarom moeten wij onze
vereenigingen vervolmaken, om de gevaren
van de branding te overwinnen.
Natuurlijk moeten de technische vraag
stukken in de jongerein worden besproken,
ons landbouwonderwijs dient dan ook nog
meer bezocht te worden. Doch dan is er
de cultureele taak, cultuur is gebonden aan
het geheele volk, daarom hoort de boer in
dezen samen te werken met den arbeider,
die op ontwikkelingsgebied nog al te zeer
buiten de boerengemeenschap staat, deze
arbeider vinde dus ook zijn plaats in de
jongerein, doch ook de jonge afgestudeer
de, de jonge onderwijzer, dokter, candi-
daat-notaris, ook de ambachtsman.
Zoo wil spr. het schip bemand zien dat
in de branding zal gaan.
Wat beslist nu de strijd in de branding;
uitsluitend of wij van binnen zelf sterk zijn,
dus of wij ons ontplooid hebben, dezulken
slechts kunnen uit eigen innerlijke kracht
overwinnen. Gij zijt gekomen, aldus spr.,
op een punt waarop straks ook een oor
deel over U zal worden uitgesproken.
In ’t Friesche volkskarakter zijn goede
elementen als ’t diepe gevoelsleven, dat zoo
rijk vaak ontplooit, doch ook ’t gevaar van
de snelle gevoelsomslag van enthousiasme
naar kille berusting. Het individualisme
speelde dit volk al te dikwijls parten. Daar
om moet het jongerein-leven ontplooid
onder scherpe zelfkritiek. Laat vooral de
wereld der techniek de jongeren toch niet
geheel veroveren, doch laten zij ook een
eigen leven op cultureel gebied ontplooien.
ring. Meer nog dan de technische of
schoon ook deze belangrijk zijn moeten
in deze organisatie de maatschappelijke en
geestelijke vraagstukken de aandacht heb
ben, men legge zich vooral toe op vorming
van de persoonlijkheid, de grondslag voor
een hechte volksgemeenschap, gebaseerd op
sociale rechtvaardigheid.
Dit program stelt zich dus in op een
zelfwerkzaam leven van techniek, cultuur
en geest, om daardoor niet alleen te bou
wen aan de eigen persoon, doch ook aan
de gemeenschap.
vaktechnische scholing, zooveel mogelijk
door middelbaar landbouwonderwijs, voor
de zeer kleine bedrijven en de arbeiders
door inrichtingen voor lager landbouw
onderwijs. Voor bepaalde gebieden zal in
een nabij verschiet de kwestie van ’t geven
van vakonderwijs aan het personeel der
hoeve aan de orde komen, vooral tenge
volge van de toenemende mechanisatie.
Het benauwende tekort aan cultureele en
historische scholing, het gebrek aan alge-
meene ontwikkeling moet door een nieuw
instituut van plattelandsonderwijs worden
weggewerkt. Na landbouwschool of huis
houdschool dient een studie van minstens
een half jaar op een Volkshoogeschool te
volgen, waardoor het saamhoorigheidsge-
voel zal worden versterkt, de geestesge
steldheid veranderd en breedere opvattin
gen gekweekt zuilen worden. Een sterke
landelijke inslag der Volkshoogescholen is
daarvoor noodig. Aan de boerensport zal in
deze cultureele en sociale vormingsperiode
aandacht moeten worden besteed. De bes
ten der boerenjongeren kunnen daarna zit
ting nemen in de Academie voor Volks
cultuur, waarin een groep menschen veree-
nigd is met ’t doel een nieuwe plattelands-
samenleving op te bouwen.
Voor de verwerkelijking van dit alles is
noodig een sterk geestelijk fundament.
Slechts nieuwe, door God geleide menschen
kunnen een nieuw platteland opbouwen.
Het is een levenskwestie voor onzen boe
renstand of er genoeg geestelijke kracht
aanwezig zal zijn om in de komende epoche
een nieuw voorjaar te brengen op onze
vlakke velden. Dan zal de disharmonie tus-
schen de geestelijke en zedelijke ontwikke
ling eenerzijds en de technische anderzijds,
welke de verwoeste wereld van heden ken
merkt, morgen verdwenen zijn. Voor dit
alles zijn sterke menschen noodig, die den
strijd niet schuwen. Een strijd, die vreugde
en leed, winst en verlies zal brengen. Maar
onversaagd zal ons platteland blijven wor
stelen tegen storm en golven in, zooals de
leeuw in het Zeeuwsche wapen. Dan zal de
fiere spreuk: „Luctor et Emergo” in ver
vulling gaan. Ik worstel en kom boven.
De Jongerein, bond van vereenigingen
van Landbouwjongeren in Friesland, hield
Woensdag zijn goedbezochte Landboüwdag
in het Gebouw voor Christelijke Belangen
alhier.
De heer B. J. B o o t s m a, voorz. van de
afd. Sneek, sprak het woord van’welkom
tot hoofdbestuur, den burgemeester van
Wymbritseradeel, den heer H. M. Martens,
directeur en leeraren van de landbouw
school, den directeur van de C.A.F., direc
teuren van diverse zuivelfabrieken, be
stuur en leden der afd. Sneek Friesche Mij.
van Landbouw. Spr. meent dat er eenige
opleving in het boerenbedrijf is te consta
teeren en hoopt, dat als inderdaad een
betere tijd aanbreekt, de jongerein uit deze
tijden van druk zal meenemen het besef dat
naast de taak, welke deze op technisch ge
bied heeft, hij ook een zeer belangrijke cul
tureele en moreele taak heeft.
Nadat staande gezamenlijk gezongen
was het eerste couplet van het Friesche
Volkslied, gaf de voorzitter de hamer over
aan den bondsvoorzitter, den heer W. Th.
Zwart, die ’t plichtsbesef en de opofferings
gezindheid der afd. Sneek roemde, die in
1936 de eer om de landboüwdag te ontvan
gen, ten bate van Wolvega afstond; moge
dat plichtsbesef en die opofferingsgezind
heid alle leden van Jongerein en B. v. O. L.
doordringen en moge deze derde land-
bouwdag in Sneek de beide voorgaande in
succes nog overtreffen.
Spr. geeft dan het woord aan ir. L. J. A.
de Jonge, te Drachten, 'die spreekt over „De
boerenstand heden en morgen”.
De werkelijkheid voor onze generatie is
het heden. Een heden dat begonnen is op
de puinhoopen van de wereldoorlog, waar
door Europa in een chaos is achtergeble
ven, Een economische oorlog bracht alom
een schrijnende verarming, waardoor ar
moede en werkloosheid ons tijdsgewricht
kenmerken, ondanks den goederenrijkdom
tengevolge eener ongekend groote produc-
tievermeerdering. Ook de geestelijke fun-
Een koortje van de B.V.O.L. afd. Sneek
zong nu eenige liederen onder leiding van
mej Heeringa.
De presidente van de afd. Sneek van de
B.V.O.L., mevrouw H. HeeringaElzinga,
hield een toespraak waarin zij dank bracht
voor de uitnoodiging mede als gastvrouw te
mogen optreden en de nadruk legde op de
beteekenis van ontwikkeling voor de jon-
geren en van hun organisaties, Als weaken, en strandden in de burgerlijkheid,
doordrongen zijn van de waarheid van het {Maar sommigen gaven hun arbeid aan de
gezegde dat in het werk de kracht ligt, zul-
len zoowel Jongerein als B.V.O.L. zich
krachtig ontwikkelen.
Abonnement; j 2^, tf.
post 3.60.
Advertentlën: 9 ct. p. regel.
Ingezonden mededeelingen hooger.
Abonnement belangrijke korting.
Advertentiën worden tevens gratis ge
plaatst in de SNEEKER COURANT
Ook is noodig het scheppen van een
nieuw ontspanningsleven, dat stijl heeft en
artistiek verantwoord is, wij moeten in ons
dorpsleven de strijd kunnen aanvaarden
tegen het vervlakkende Amerikanisme. De
jongerein dient al dit werk met kracht ter
hand te nemen. Spr. concludeert dat de
jongerein moet zijn een organisatie die
ieder, die in de landbouw werkzaam is,
moet kunnen omvatten, om zoodoende ook
te komen tot grooter onderlinge waardee-
Mevrouw T. Casteleinv. d. Hem, van
hier, sprak alsnu over: „Ideaal en werke
lijkheid”.
Het is heden de dag, waarop de leden
van den Bond van Laudbouwhuishoudon-
derwijis en, de „Jongerein” bijeenkomen om
te luisteren naar hen,. die4 ouder en wijzer,
als padwijzers voor ons van groote betee
kenis kunnen zijp.
Ideaal en werltelijkheid. De werkelijk
heid kent elk van ons. Is die dat ze
ons in alles bevredigt ep voélen we ook de
tekorten van onze medemenschen niet, dan
laten we pms met de groote vraagstukken
van het leven dikwijls niet in. Maar wan
neer die werkelijkheid zooi is, dat we veel
te kort komen, dan hunkeren W® naar an
dere en betere verhoudingen, dan vormen
we een ideaal, ontstaan door de werke
lijkheid, een lichtdoej, waarnaar gestreefd
wordt.
Door alle tijden heen zijn er menschen
geweest met groote idealen. De bijbelsche
geschiedenis geeft ons voorbeelden te over
van figuren, die trouw bleven aan hun
opdracht. Ook de Vaderlandsche geschie
denis spreekt van mannen met groote ide
alen. Op ’t gebied van de politiek wijten
groote geesten een weg, die leidt naar een
lichtere toekomst. Friesche dichters en
schrijvers waien idieaaldragecrsn aan wie wij
veel te danken hebben.
In den tegenwoordigen tijd zijn nieuwe
bewegingen waar te nemen, die ook de
menschheid willen opvoeren. Daar is de
BeUamy vereeniging, de Oxford beweging.
De jeugd, die eerst alleen oog had voor
het stoffelijke, begint al spoedig te besef
fen dat er ook andere rijkdommen be
staan, rijkdommen van de geest. Doch de
harde werkelijkheid eischt hen op. Reeds
vroeg moeten de onzen de handen uit de
mouw steken; de tijden zijn donker; uit
zicht op verbetering bestaat niet. Met
moeite wordt behouden iets van wat men
had. Groote offers zijp door Friesche boe
renstand en plattelandsbevolking gebracht.
Lange en zware arbeidstijden eenerzijds
werkloosheid anderzijds; werk genoeg; han
den te over; geldgebrek houdt alles tegen.
Als de toekomst zoo hopeloos schijnt,
moeten we ons dan nog inspannen en
idealen vormen? Zou ’t niét beter zijp het
leven maar te nemen zooals ’t voor ons
ligt? Ja, voor hem, die niet nadenken wil
en de diepste verlangens van zijp ziel zoo
diep mogelijk verbergen wil achter deze
valsche schijp. Maar hij, die begint in te
zien, dateendergelijke levensopvatting den
mensch onwaardig is en niet zijn levens
opdracht kan zijp, zal zoeken naar andere
en vertrouwder paden. Tegenover de drang
naar bevrediging van lusten moet komen
de wil om té gehoorzamen aan wat ons
beste innerlijke «ons oplegt. Paden met
richtingaanwijzers zijp steeds te vinden, als
ze maar gezocht worden, ’t Is nu de kunst
gemeenschappelijk rijen weg te gaan, die
naar ’t groote Echte doel leidt. Het per
soonlijke 'streven hangt pauw samen met de
innerlijke gesteldheid. De kans van slagen
zal afhangen van de trouw, de toewijding.
Bij het algemeen streven steunen we,
zonder evenwel een dood nummer te wor
den. Op vele vragen stuiten we, als we
ons ideaal willen na jagen. Teleurstelling
zal dikwijls zijp deel zijn. Doch het komt in
het leven er niet op aan hoe lang en hoe
hoog wij bouwen, het komt er slechts op
aan met trouw en toewijding te werken
voor God en d.e menschheid.
Wie zonder houvast, zonder ernst werkt,
zal bij de 'geringste tegenslag zijp ideaal
verliezen.
Gij, jongeren, kunt nog bouwen aan een
ideaal, ge voelt, dat er nog toestanden be
staan, die anders en beter konden zijp;
istandig wor-
heb ik mee
schuld daaraan, en wat kan ik tot verbe-
ge moet niet berusten; niet-op:
den, maar vragen: welk deel
tering doen? Ér is nog zooveel wantrou
wen, valsche schaamte, afgunst, schijn on
der ons; die moeten verdwijnen. Hoeveel
gunstiger staat de jeugd van heden er niet
voor vergeleken bij een 20 jaar terug?
Onderwijs aan verschillende cursussen, de
radio, tijdschriften, dagbladen, helpen mee
aan de ontwikkeling waaraan wij door onze
organisaties voortdurend steunverleenen.
Dr. H. G. W. v. d. Wielen, Bakkeveen,
sprak over: „De Jongerein in de Branding”,
d.w.z. over de plaats van de jongerein: ligt
ze nog aan de kust, is ze reeds in de bran
ding, of is ze reeds in de wijde zee. Er zijn
reeds schepen de jongerein vooruitgegaan,
spr. ziet zoo 50 jaar geleden dat het schip
der intellectueelen zee koos dat de leiding
van ons volk zou nemen.
De student werd als de toekomstige lei
der beschouwd, velen vergaten later echter
hun vak gemeengoed van het volk te ma-
1. en strandden in de burgerlijkheid.
77™
^7
VRIJZINNIG
Aan
BOND
VRIJZINNIG DEMOCRATISCHE
IIÏM SMET WBIÏÏ
WO
I
Naam---
50