annex SHEERER COURANT (81e Jaargang)
Officieel Orgaan
der Gemeente Sneek
Geineentebegrooting 1938
Uitgave KIEZEBRINK Co.
So. 23 Eerste Blad
tU'e Jaargang
Zaterdag 18 December 1987
Regelprijs 9 cent. Abonnementen belangr££E:e korting
Alle Advertentiën worden in beide bladen opgenomen
NIEUWSTIJDINGEN.
SNEEK, 7 December 1937.
Aan de Gemeenteraad.
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een abonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs
en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonné zijn op de
D i n s <1 a g s te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.).
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen
bui g, Poppingawier, Warns, Raywerd
Controle op de oplaag toegestaan.
De sectie-rapporten en het antwoord van B. en W.
No. X 07.352.11(24).
Rapport van de le sectie uit de gemeente
raad betreffende het onderzoek van de ge
meentebegroting voor 1938.
De le sectie uit de gemeenteraad voor het onderzoek
der gemeentebegroting voor 1938 bestond uit de heren
H. Tromp, Voorzitter, F. Boeijenga, G. L. Dokkum, J. de
Groot, A. Hogeveen, M. Oppenhuizen en P. van der Veen.
Rapporteur: L. Rasterhoff.
in de stad f2.50. naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advcrteniichi
Nieuwe Snccuer Courant cn bovendien huis-aan-huis verspreid:
Vrijdags te Hommerts, Jutrjjp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Tcrzool, Abbega
Oosthem. Decrsum, Scharnegoutum, Roodhuis. Gaastmcer, Balk, Stavoren, Wyckcl, Langweer, Bozum
BEGROTING ELECTRIC1TE1TSBEDRIJF.
Volgno 1 der buten. Een lid gaf burgemeester en wet
houders in overweging het batig saldo van dit bedrijf zo
laag mogelijk te houden en thans de prijs van de stroom,
betrokken volgens het algemeen tarief, weer met 1 cent
per k.W.h. te verlagen. De baten zullen daardoor dalen
met ƒ2500.zodat aangezien het saldo thans op
J2900.is becijferd voor 1938 dan op een winst kan
worden gerekend van ongeveer ƒ400.
Andere leden zouden zich met een dergelijke tariefs
verlaging kunnen verenigen.
Een dier leden zou nog gaarne van burgemeester en
wethouders vernemen of hun ook bekend is of er bij het
P.E.B. plannen bestaan om de stroomprijzen, welke aan
distributiebedrijven in rekening worden gebracht, te ver
lagen. Gelet op de zware lasten, waaronder het bedrijfs
leven gebukt gaat, acht dit lid het van groot belang dat
de tarieven zo laag worden gehouden als in verband met
de eisen van een goed bedrijfsbeheer verantwoord is.
BEGROTING GASBEDRIJF.
Volgno. 2 der baten. Een lid bracht in herinnering de in
de raadsvergadering van 28 December 1936 aangenomen
motie-Sijtema, betreffende het beschikbaar stellen van
goedkope cokes voor werklozen. Deze motie is door bur
gemeester en wethouders niet uitgevoerd, omdat daar
tegen van hogerhand bezwaren zijn gerezen. Achten bur
gemeester en wethouders, zo vroeg dit lid, het juist, dat
het gemeentebestuur zich zonder meer bij het standpunt
van den minister neerlegt? Het is toch een onbillijkheic
dat de werkloze^ die uit hoofde van hun financiële positie
des zomers niet van de lagere cokesprijzen kunnen profi
teren, alleen daarom meer voor hun brandstof moeten be
talen dan de iets beter gesitueerden.
BEGROTING WATERLEIDINGBEDRIJF.
Volgno. 1 .der baten. Enkele leden meenden, gezien de
hoge winsten welke dit bedrijf de laatste jaren afwerpt,
te moeten opmerken, dat h. i. tot tariefsverlaging moet
worden overgegaan zodra de financiële toestand der ge
meente dit maar enigszins mogelijk maakt.
BEGROTING WONINGBEDRIJF.
Een lid verklaarde onvoldaan te zijn over het negatief
esultaat van het bij de behandeling van de vorige ge
meentebegroting, en ook later, in de raad gevoerde debat
over het woningvraagstuk, al ontkent hij niet, dat ook
lat een probleem is. De hier en daar in de stad nog voor
komende krotwoningen zijn hem een doorn in het oog.
Een ander lid kon zich met dit betoog verenigen. Dat
lid kan niet aannemen, dat de het vorig jaar uit de raad
aan burgemeester en wethouders gerichte verzoeken om
het woningvraagstuk nog eens van alle kanten te bekijken,
zo serieus door dit college zijn behandeld als verwacht
had mogen worden. Reeds enige malen is bij burgemeester
en wethouders op de bouw van goedkope woningen aan
gedrongen. Dit college verklaarde telkens geen kans te
zien woningen te bouwen met lagere huren dan thans
gelden, welke zich zelf zouden kunnen bedruipen. In de
loop van dit jaar is echter door particulieren een woning
complex gesticht met huren van ƒ3.a ƒ3.50 per week.
Het lid, hier aan het woord, kon zich niet begrijpen, dat
hetgeen particulieren uit een oogpunt van geldbelegging
ondernemen, van gemeentewege niet kan geschieden.
Van andere zijde werd betoogd, dat inderdaad in deze
gemeente behoefte bestaat aan goede woningen met een
weekhuur, welke ƒ3.- niet ver overschrijdt. Doch wanneer
verwacht kan worden, dat in die behoefte van particuliere
zijde zal worden voorzien, acht dit lid hier geen taak voor
de gemeente weggelegd. Het is wel gewenst, dat de ge
meente deze aangelegenheid in het oog houdt en de
woningbehoefte peilt om, wanneer het particulier initiatief
in gebreke mocht blijven, op dit terrein te kunnen optreden.
Een lid, dat nog niet van zijn mening had doen blijken,
meende, dat de verbetering van de volkshuisvesting zoveel
mogelijk door de gemeente zelf moet geschieden. Het par
ticulier initiatief is in dit opzicht jarenlang in gebreke
gebleven. Thans, nu er op dit gebied weer iets valt te
verdienen, gaat zij zich weer met de bouw van volks
woningen bemoeien. Het gevolg is dat alleen een bepaald
burgemeestersbenoeming, op grond van een zedelijke
plicht, zijn zetel ter beschikking stelde van de raad, wart
deze leden niet bekend.
Een ander lid, dat verklaarde niet onder alle omstan
digheden te willen vasthouden aan het beginsel dat het
collegevan burgemeester en wethouders een volmaakte
afspiegeling moet zijn van de samenstelling van de raad,
meende toch dat één van de wethouders, zonder dat er
voor hem een zedelijke plicht behoefde te bestaan, ge
dachtig aan het gezegde, dat er een tijd is van komen en
van gaan, de komst van een nieuwen burgemeester had
kunnen aangrijpen als een geschikte gelegenheid om terug
te treden.
Een lid kon de in de memorie van toelichting voorko
mende passage, dat bij het beheer der gemeentelijke geld
middelen de uiterste behoedzaamheid moet worden be
tracht enz., geheel onderschrijven. Dit lid was zelfs teleur
gesteld, dat B. en W. nog niet scherper naar voren hebben
doen komen, dat zij het vaste voornemen hebben het beleid
zo te voeren, dat sanering wordt voorkomen of, mocht dat
onverhoopt niet mogelijk blijken, in elk geval zo lang
mogelijk wordt uitgesteld.
Een ander lid vond in dit betoog aanleiding op te mer
ken, dat hij zich achter de mening van burgemeester en
wethouders omtrent het te voeren beleid kan scharen. Hij
verheugt zich er over, dat tot nog toe gered is wat te
redden viel en hij zou het betreuren indien in sterkere
mate dan is geschied, bezuinigingen zouden worden toe
gepast. Er zijn nog veel onvervulde wensen en verlangens,
aan verwezenlijking waarvan thans helaas nog niet kan
worden gedacht. Hij zou het sociale en culturele werk, dat
de gemeente thans reeds verricht, slechts in de alleruiterste
noodzaak willen prijsgeven.
UITGAVEN.
Hoofdstuk III. Een lid heeft de indruk dat het toezicht
van de gemeentepolitie op de naleving van de arbeidswet
de laatste tijd is verslapt. Hij drong op verscherping van
de contröle aan.
Een ander lid wees er op, dat door het toenemend snel
verkeer de gevaren op de openbare weg steeds toenemen.
In verband hiermede gaf dit lid burgemeester en wethou
ders in overweging, in overleg met de hoofden der open
bare lagere scholen de vraag onder de ogen te zien of het
niet wenselijk is aan de scholen onderwijs te doen geven
in de verkeersregelen. De Commissaris van politie zou
daarbij goede diensten kunnen bewijzen. Wanneer tot het
geven van dit onderricht wordt overgegaan, zou ook de
medewerking van besturen van bijzondere scholen kunnen
worden ingeroepen.
Verschillende leden achten de toestand op de hoek Oos-
terdijkJousterkade, waar geregeld samenscholingen
voorkomen, in het belang van de veiligheid van het ver
keer zeer onbevredigend. Zij drongen aan op aanvulling
van de algemene politieverordening met een bepaling, op
grond waarvan aan deze toestand een einde kan worden
gemaakt.
Gevraagd werd of krachtens een bepaling van de Alge
mene politieverordening open mestpramen niet uit de
stadsgrachten kunnen worden geweerd. Zo niet, dan
wenste een lid op aanvulling van de verordening met een
dergelijke bepaling aan te dringen.
Een lid oordeelde de afsluiting aan de waterkant tegen
over de Bloemstraat, bij de huidige situatie onvoldoend
en bepleitte doortrekking van die afsluiting in de richting
van de Koninginnebrug.
Volgno. 274. Verschillende leden zouden het niet onrede
lijk vinden indien aan den te benoemen derden hoofdagent
terstond één periodieke verhoging werd toegekend. Hoewel
deze zaak ter beoordeling van den burgemeester staat,
meenden zij deze gelegenheid te kunnen aangrijpen om van
hun mening te doen blijken.
Volgno. 283. Een lid wees op de onvoldoende verlichting
van de buitenwijken. Zo is bv. in het nieuwe gedeelte van
de Frederik Hendrikstraat maar- één lantaarn geplaatst.
Het lid, dat deze opmerking maakte, zou het op prijs stel
len indien burgemeester en wethouders een en ander nog
eens onder de ogen zagen.
Volgno. 290. Een lid achtte het in het belang van de
veiligheid van het verkeer indien het Groot Klooster, de
verbinding vormende tussen de Oude Koemarkt en het
Zuidend, gesloten wordt verklaard voor het rijwielverkeer.
Hoofdstuk IV. In verband met de mededelingen in de
plaatselijke pers vroeg een lid of burgemeester en wet
houders ook nadere inlichtingen kunnen verschaffen om
trent de plannen tot stichting van een nieuwe zwem
inrichting.
Volgno. 305. Enkele leden wensten het subsidie aan de
vereniging tot bestrijding van de tuberculose, dat indertijd
evenals tal van andere subsidies met 10 werd verlaagd,
terug te brengen op het oorspronkelijk bedrag, nl. ƒ500.
Andere leden hadden er in verband met de h. i. daaraan
verbonden consequenties bezwaar tegen, dat ten aanzien
van een enkele subsidie de indertijd toegepaste verlaging
wordt ongedaan gemaakt. Ook de financiële positie der
gemeente geeft daartoe allerminst aanleiding.
Hoofdstuk VI. Een lid vestigde er de aandacht op, dat
de uitgaven van dit hoofdstuk met pl.m. ƒ5000.— zijn
gestegen. Deze omstandigheid gaf dit lid aanleiding te
1 soort woningen, nl. die welke winst kunnen afwerpen,
wordt gebouwd en dat voor grotere gezinnen geen behoor-
lijke woningen beschikbaar komen. Wanneer iedereen op
de bouw van arbeiderswoningen wordt losgelaten vreest
het lid, wiens betoog hier wordt weergegeven, een terug
keer naar toestanden, welke reeds lang achter ons behoren
te liggen. De toestand waarin nog niet zo lang geleden
gebouwde woningen in het Sperkhem nu reeds verkeren,
zij in dit opzicht een waarschuwend voorbeeld.
Een ander lid merkte hieromtrent op, dat door het ver
zwaren van eisen en het verscherpen van het toezicht toch
voldoende waarborgen kunnen worden verkregen, dat ook
door particulieren op behoorlijke wijze wordt gebouwd.
Ten slotte konden verscheiden leden er zich mee ver
enigen, dat aan burgemeester en wethouders werd ge
vraagd of zij bereid zijn, zo nodig in overleg met de. com
missie voor de gemeentewoningen, een onderzoek in te
stellen naar:
lo. de in de gemeente bestaande behoefte naar goed
kope arbeiderswoningen;
2o. het aantal woningen, dat voor onbewoonbaarver-
klaring in aanmerking komt;
3o. de mogelijkheid van de bouw van gemeentewege
van goedkope, ook voor een aantal grote gezinnen ge
schikte, arbeiderswoningen, welke een sluitende exploitatie
zullen opleveren;
4o. de mogelijkheid van de bouw en de exploitatie van
gemeentewege van arbeiderswoningen, bestemd voor hen
die zich thans met krotwoningen moeten behelpen en toch
een betere woning waard zijn.
De resultaten van dat onderzoek zouden t. z. t. ter
kennis van de raad moeten worden gebracht
BEGROTING REINIGINGSBEDRIJF.
Gevraagd werd, mede in verband met de toezegging
gedaan in de raadsvergadering van 28 Dec. 1936, of bur
gemeester en wethouders in verband met de kanaal- en
wegplannen nadere mededelingen kunnen doen omtrent de
mogelijkheid van een gehele of gedeeltelijke verplaatsing
van het terrein der gemeentereiniging, eventueel met mede
werking van het Werkfonds 1934.
Een lid, dat de verplaatsing van de gemeentereiniging
wel gewenst achtte en tegen het stellen van de vraag in
de gekozen vorm geen bezwaar had, meende toch te
moeten opmerken, dat de financiële toestand der gemeente
op het ogenblik weinig mogelijkheden biedt voor de uit
voering van kostbare werken.
GEMEENTEBEGROTING.
Algemeene beschouwingen.
Een lid wees op het gewestelijk en het plaatselijk belang
van de aansluiting van de Noord-Oostpolder bij de pro
vincie Friesland. Geïnspireerd door hetgeen hij over deze
aangelegenheid dezer dagen las in het dagblad „Ons
Noorden”, wenste dit lid aan burgemeester en wethouders
en in het bijzonder aan den burgemeester in overweging
te geven, in overleg te treden met de andere gemeente
besturen in ons gewest, ten einde daar waar eens de
beslissing omtrent dit punt zal vallen, invloed uit te oefe
nen. Hiermede dient naar de mening van het lid, dat dit
onderwerp ter sprake bracht, niet mq^r te worden gewacht
nu de arbeidsinspectie van Overijsel en niet die van Fries
land te Lemmer zetelt.
Het in de sectie vertegenwoordigd lid van de R.K.
raadsfractie merkte op,- dat ten opzichte van de benoemin
gen hem is gebleken, dat bij de betreffende instanties ziel
een veranderd inzicht baan breekt ten aanzien van de
wensen en rechten der Rooms Katholieken. Daarom zal
hij voorlopig een afwachtende houding aannemen, daarbij
vooral zijn vertrouwen stellende op den burgemeester.
Een ander lid wenste aan burgemeester en wethouders
te vragen of zij kennis hebben genomen van het voornemen
der Nederlandse spoorwegen om met ingang van de
zomerdienstregeling 1938 verschillende stations aan de
spoorlijn SneekLeeuwarden op te heffen. Dit lid vreest
dat verschillende aan of in de nabijheid van deze lijn
gelegen plaatsen, zoals Mantgum, Wieuwerd en Britswerd,
door de opheffing het bestaande contact met Sneek zullen
verliezen, zeer tot nadeel van onze stad. Hij achtte het
van belang dat bovenbedoelde plaatsen niet van een be
hoorlijke verbinding met Sneek verstoken blijven. Is het
mogelijk, zo vroeg dit lid, dat burgemeester en wethouders
hun invloed daartoe aanwenden?
Hetzelfde lid zou gaarne van burgemeester en wethou
ders vernemen of ook zij niet van oordeel zijn, dat in de
samenstelling van hun college verandering moet worden
gebracht in verband met het feit, dat de tegenwoordige
samenstelling, nu de nieuwe burgemeester de anti-revolu-
tionaire beginselen is toegedaan, niet in overeenstemming
is met de politieke verhoudingen in de raad. Daar de be
noeming van de wethouders indertijd niet geheel is ge
schied zoals te doen gebruikelijk is, wenste het lid zijn
vraag in dit geval rechtstreeks tot burgemeester en wet
houders te richten. Een ander lid kon zich hiermede geheel
verenigen.
Van andere zijde werd geoordeeld, dat het stellen van
een dergelijke vraag aan burgemeester en wethouders mis
plaatst is. Dit college zou terecht kunnen antwoorden, dat
de Raad zelf de tegenwoordige samenstelling heeft gewild
Voorbeelden, dat een wethouder naar aanleiding van een
NATUURKUNDIG
GENOOTSCHAP.
Voor het Natuurkundig Genootschap
sprak Woensdagavond in de foyer van
Amicitia dr. J. H. de Boer uit Eind
hoven over „Fluorescentie eneeni-
ge harer toepassingen”.
Spr. houdt eerst enkele beschouwingen
over het licht. Als licht op een stof valt
kan het er door heen gaan, het kan er ook
door gereflecteerd worden, en het kan
er ook door geabsorbeerd worden. Met het
laatste verschijnsel zullen wij ons vanavond
bezig houden. Het licht is een golfbewe
ging met verschillende golflengte, de
snelheid is echter steeds dezelfde n.l.
300.000 K.M. per seconde- Het voor ons
zichtbare licht maakt slechts een kleine
fractie uit van het geheele golfverschijnsel,
het ligt tusschen golflengten van 4000
AE.7000 AE., d.w.z. violet tot rood, met
alle schakeeringen van kleuren daar-
tusschen. Beneden de 4000 AE. komen
we bij het dus voor ons oog niet waar
neembare ultraviolet en wel eerst 'bij het
„nabije” ultraviolet (3660 AE.) en een
heel eind verder tprug treffen we de Rönt
genstralen aan met golflengten van een
paar AE. tot een fractie van die eenheid.
Aan de kant der langere golflengten ligt
de warmtestraling en liggen ook de radio
golven.
Als het Echt zich met een snel
heid van 300000 K.M. per seconde ver
plaatst komen op de afgeiegde afstand een
bepaald aantal golven voor, er zijn dus een
bepaald aantal triLingen per seconde. Ook
is het Echt op te vatten als een stroom
van kleine deeltjes; de energie van een
dergelijk deeltje wordt dan een quant
genoemd. Als nu Echt geabsorbeerd wordt,
absorbeert één molecuul stof één licht-
quant. Door Echtabsorpüe stopt men dus
energie in de stof. Nadat spr. in een zeer
belangrijke theoretische beschouwing heeft
uiteengezet waarom Echt van kortere golf
lengte grootere energie voorstelt dan van
langere, stelt hij de vraag wat er kan ge
beuren als Echt door een stof geabsorbeerd
wordt. De stof kan warmer worden, de toe
gevoegde energie wordt dan dus in warm
te omgezet, een andere mogelijkheid is, dat
door absorptie van Echtenergie chemische
reacties optreden, dit is het gebied der
fotochemie; in principe is iedere stof tot
fotochemische reactie geschikt. Een derde
mogelijkheid is dat de stof Echt absorbeert
en dan ook weer Echt afgeeft, dat is de
fluorescentie of in het algemeen de lu-
miniscentie.
Spr. staat dan stil bij de Echtabsorptie
door atomen; de atomen vaneen bepaald
element absorbeeren zeer specifieke golf
lengten; men krijgt na de absorptie een
„aangeslagen” atoom dat energierijker is,
het komt dus op, wat de energie betreft,
hooger niveau. Het kan dan hetzelfde Echt
weer uitzenden en valt dan weer terug op
het oude niveau, het uitgezonden licht is
echter anders dan 't ingezonden licht
verstrooid in alle richtingen, men spreekt
dan van resonantie fluorescentie. Het is
echter ook mogelijk dat het geabsorbeerde
Echt in stappen terugkomt, en dus het
oude energie-niveau van het atoom eerst in
etappes oereiKt worm, net dan teruggege
ven Echt is van kleinere energie dan het
ingezondene, en dus van langere golfleng
te, het uitgestraalde Echt is dus verschoven
naar het roode; reeds in 1852 vond Stokes
de wetten betreffende deze atoomuitstra-
Eng. Doch ze is veel algemeener, ze geldt
ook voor moleculen, waarbij dus het atoom
dat Echt absorbeert ook beïnvloed wordt
door de andere atomen van dat molecuul.
Spr. bewees in een theoretische beschou
wing waarom ook in dit geval de uitge
straalde energie kleiner is dan de inge
straalde, zoodat het uitgestraalde Echt van
langere golflengte is dan het ingestuurde,
de rest der energie wordt als warmte afge
geven.
Spr. gaf daarna tal van zeer interessante
demonstraties van bij ultra-violet licht fluo-
resceerende oplossingen en stoffen, zoowel
anorganische als organische. Van practi-
sche beteekenis is de fluorescentie bij het
waren-onderzoek. Spr. toonde een 10 da
gen oud ei dat geheel anders fluoresceerde
dan een versch ei, ook voor de mineralo
gie en geologie heeft de fluorescentie
groote beteekenis, Amerikaansch zinksiE-
caat kan daardoor bjjv. onderscheiden
worden van Europeesch, het eerste
fluoresceert zeer sterk groen, het twee
de niet. Ook in de criminologie en de che
mie (bijv, bij het titreeren) maakt men
van het fluorescentie verschijnsel gebruik.
NIEUWE SNEEKER COURANT