annex SNEEKER COURANT (Sle Jaargang)
Uit onze Raadzaal.
ff o. 38 Eerste Blafi
Uitgave KIEZEBRM Co.
Woensdag 9 Februari 1938
54e Jaargang
Dit No. bestaat nit 2 bladen.
NIEUWSTIJDINGEN.
.t I
1 1
1 I
1 J
NIEUWE SNEEKER COURANT
I
3e.
I
Oppenhuizerdwars-
Vroom. en Drees-
le.
2e.
De heer Tromp wil zich gaarne aansluiten bij de hulde,
die de heer Boeijenga bracht aan het bestuur der oude inrich
ting; in een tijd waarin aanpassing allernoodzakelijkst is zullen
wij het ten zeerste waarderen, dat nu het oude moet worden
prijsgegeven, het goede daarin wordt overgebracht op het
nieuwe. Spr. is het eens met B. en W., dat een goede zwem
inrichting hier, zo niet onmisbaar, dan toch zeer nuttig is en
brengt de commissie gaarne hulde voor de goede plannen. Spr.
had zich willen aansluiten bij punt 3 van het amendement-
Boeijenga, doch nu dat door B. en W. is overgenomen, is dat
overbodig. Spr. zou gaarne vernemen in hoeverre tegemoet
gekomen zal worden aan het gebruik der inrichting door werk
lozen en minvermogenden.
Wat het principiële punt van den heer Boeijenga betreft, de
kwestie der Zondagssluiting, dit gaat ons wel wat te ver, wat
niemand verwonderen zal, want het katholieke standpunt is
algemeen bekend, nl. dat wij gepaste ontspanning op die dag
niet afwijzen, al willen wij dat daarvan zo weinig mogelijk
gebruik gemaakt wordt, al zou het alleen maar zijn om het
personeel rust te gunnen.
Wat punt 2 van het amendement betreft, nl. dat inzake
gemengde baden, spr. wil niet verhelen, dat hij zich te dezen
opzichte van harte kan aansluiten bij den heer Boeijenga; als
wij ooit dicht bij elkaar hebben gestaan, dan is het wel nu. Spr.
zou zich in dezen wel willen verlaten op het goede voorbeeld
van het verleden, doch gezien de risico’s, zou hij van den be
ginne alle afwijking in dezen willen weerstaan en hij vraagt
dat B. en W. in dezen waarborgen zullen ontvangen voor de
financiële steun verwezenlijkt wordt.
de beperking dat weigering alléén mag plaats hebben, wanneer
tarieven en huren niet in overeenstemming zijn met de eisen
van een voorzichtig financieel beheer.
Spr. stelt B. en W. deze vraag: is het D. B. ook van oordeel
dat deze inrichting, die voor een groot deel steunt op de finan
ciën van de gemeente, niet zoveel mogelijk moet worden dienst
baar gemaakt voor een breede volkskring? De kleine man
moet er ook gebruik van kunnen maken. Het ontworpen tarief
is op zichzelf niet hoog, maar zal toch een grote categorie uit
sluiten. Ik denk aan de grote gezinnen en aan de minst draag
krachtige groepen. De rechtsgrond voor het verlenen van ge-
meente-subsidie is vooral gelegen in het helpen der zwakken.
Is deze zaak reeds door B. en W. en het Voorlopige Bestuur
onder het oog gezien?
Dan is in het begin reeds door spr. opgemerkt dat de oude
zweminrichting des Zondags gesloten was, en dat ook in ander
opzicht een goede traditie werd gehandhaafd. Ik denk met name
aan de kwestie gemengde baden, de houding tegenover foto
grafen, enz. Hebben deze dingen reeds een punt van bespreking
uitgemaakt?
Een finantiële overeenkomst is zeker nodig. Maar er zijn
waarden in het leven die ten slotte op hoger plan liggen dan
de materiële. Het komt spr. voor dat de gemeenteraad deze
dingen moeilijk buiten beschouwing kan laten. Het D. B. zal
misschien verwijzen naar de toelichting bij het voorstel, waar
staat: „het vast te stellen huishoudelijk reglement, waarin o.a.
regelen moeten worden opgenomen omtrent de openstelling
van de inrichting voor het publiek, is aan onze goedkeuring
onderworpen”. Mij komt het voor dat te dezer zake de Raad
zelf richtlijnen behoort aan te geven. Daarom ziet spr. ook
hierover met belangstelling het antwoord van B. en W. tege
moet.
Resumerend komt spr. tot de conclusie dat in deze voor
stellen te veel macht door de Raad aan het D. B. wordt ge
delegeerd. Hier zijn in het geding: 1. de benoeming van- com
missarissen; 2. de goedkeuring der plannen; 3. de toestemming
inzake gebruik van terreinen en gebouwen voor andere doel
einden; 4. de tarieven-kwestie, met name ten opzichte van de
minder-bedeelden; 5. het Zondagsvraagstuk, en in het alge
meen de ethische zijde van de kwestie.
Spr.’s critiek is in wezen opbouwend. Met sympathie zien wij
de N.V. Zwembad Sneek opkomen. Het is onze wens dat het
overleg dit resultaat mag hebben, dat de Gemeenteraad en de
burgerij in al haar geledingen, zonder bezwaar deze instelling
kan steunen. Voor haar opbouw en instandhouding heeft zij
trouwens aller medewerking dringend nodig.
Op grond van al deze overwegingen heeft spr., namens de
a.-r. en c.-h. fracties, een voorstel geformuleerd, dat, althans
de hoofdzaken omvat, van onze wensen. Spr. doet dan mede
deling van het hierboven opgenomen amendement.
VERGADERING van de RAAD der gemeente SNEEK op
MAANDAG 7 FEBRUARI 1938, s avonds 7% uur.
Voorzitter de heer L. Poppinga, burgemeester.
Secretaris de heer P. Sikkes.
Aanwezig alle (15) leden.
De heer Kracht vraagt en verkrijgt verlof om na behan
deling der agenda een vraag tot B. en W. te richten inzake de
aanleg in werkverschaffing van een stuk weg naar het pavil
joen.
Aan de orde is:
Punt 1. Ingekomen stukken:
a. Verslagen omtrent de bijzondere gesubsidieerde
scholen voor voorbereidend lager onderwijs over 1937.
(1.851.11 B).
Voor kennisgeving aangenomen.
Punt II. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
verhuring van de woning Molen de Hen no. 8 en een
perceel weiland, deel uitmakende van het perceel kadas
traal bekend gemeente Sneek, Sectie D, no. 1128 (oud D
954 ged.) aan J. P. van der Laan. (Bijlage 7; dossierno.
X 07.351.32(58)).
De heer Smeding zegt dat hier een huurverhoging voor
dit land wordt voorgesteld. De huur wordt van f 175.op
f 185.gebracht en de man krijgt al voor f 10.land minder
en moet een voldoende afrastering maken. Spr. vindt het on
billijk, dat de huur nu nog verhoogd wordt, deze gaat al
automatisch f 10.omhoog door de andere voorwaarden. Spr.
stelt voor de huur op f 175.te laten. Spr. twijfelt er ook aan
of v. d. Laan wel bekend is met deze verhoging.
De Voorzitter zegt dat B. en W. menen, dat de heer
v. d. Laan hiermede wel bekend is, de opzichter moet zich
hierover verstaan hebben met den huurder.
De heer Smeding gelooft, dat hier een misverstand is, de
man meent volgens zijn schrijven voor hetzelfde te kunnen
inhuren.
De Voorzitter: Dan is het eigenaardig, dat hij, nadat hij
kennis nam van het voorstel, zich niet verstaan heeft met B.
en W. Hem is de huur schriftelijk meegedeeld en als antwoord
is een stuk ingekomen, waarin hij verklaart te willen inhuren.
De heer Stoelwinder: Voor „hetzelfde” schrijft hij.
De heer Smeding: Laat men toch de huur op f 175.
brengen.
De Voorzitter wil zich houden aan het advies van den
opzichter en dus het voorstel handhaven. Is de heer v. d. Laan
Het spiritisme is ook een beweging, die
niet in één bepaalde richting zich be
weegt. Er zijn onderscheidene stroomingen.
Het eerste feit, dat aan
denken, is te vinden in de bijbel, n.l. het
spiritisme doet
bijbel, n.l. het
oproepen van de geest van Samuel door de
heks van Endor. Spr. betoogt, dat deze
verschijning niet heeft kunnen plaats vin
den, gezien het aardrijkskundig verschil in
afstand.
Spr. geeft dan een schets, hoe het spiri
tisme in Amerika in het jaar 1840 is „ont
dekt”. De bijbel geeft ook omtrent deze
beweging weer opheldering. In het boek
Job wordt gezegd, dat de ziel van een ge
storvene niets meer weet. Zoo zijn er meer
dere bewijsstukken aan te wijzen. Wat is
dan het spiritisme? De bijbel leert, dat de
satan met het derde deel der engelen op
de aarde is geworpen. Deze engelen ver-
toonen zich in de gedaante van een engel
des lichts; zij zijn het die de geest des
menschen voorstellen en doen alsof zij zijn
geest zijn. Doordat zij den mensch verlei
den, hebben zij hem in hun macht en
weten zij dus alles van hem af.
De spiritisten leeren, dat er geen wet
behoeft te zijn. De goede mensch heeft
geen wet noodig, omdat hij goed is, en de
kwade heeft haar niet noodig, omdat hij
dan te veel gebonden zou rijn.
De heer Hogeveen zegt, dat het enge keurslijf, dat de
heer Boeijenga de inrichting wil aantrekken, bezwaren
voor spr.’s fractie heeft. Wij leven in een democratisch land
en wij gunnen ieder z’n vrijheid, maar eisen die dan ook voor
ons zelf op, er zij eenheid in verscheidenheid. Laat ons ieder
op zijn wijze de Zondag vieren, wie naar de kerk wil gaan,
het zal hem niet worden belet, doch wie een bad wil nemen,
belette men dat ook niet. Het strandleven heeft hier in deze
inrichting geen plaats, uitwassen zijn hier uitgesloten, waar er
steeds toezicht is. Spr. acht dus de beperkende bepaling inzake
gemengde baden niet op zijn plaats. Ook in deze late men
zekere vrijheid. Laat de heer Boeijenga het stokpaard van de
Zondagsrust even snel weer op stal zetten als hij het er uit
haalde.
Met de amendementen-De Groot gaat spr. accoord. Overigens
verenigt spr. zich gaarne met de plannen en beveelt aanneming
daarvan aan.
De heer De Groot zegt, dat zijn eerste indruk van de
voorstellen was, dat het stichten van een zweminrichting geen
gemakkelijke taak is. Na een half jaar van allerlei overleg
hebben we nu hier een voorstel inzake een voor de volks
gezondheid zo nuttige en voor onze stad onontbeerlijke in
richting. Spr. heeft met instemming doch ook wel met enige
verwondering ontdekt, dat het D. B. financiëel behoorlijk uit
de hoek komt, zij het onder tal van scherpzinnige voorwaarden
om de risico’s te beperken. Spr. heeft zich afgevraagd of het
bestuur van het nieuwe zwembad niet hetzelfde gevoel heeft
als een gemeentebestuur, dat voor het eerst onder de sanerings-
bepalingen komt. Doch hét stellen dezer voorwaarden zal wel
nodig zijn, nu de gemeente 80 der raming van de bouw
kosten eigenlijk beschikbaar stelt in een of andere vorm. De
vraag rijst, als men dit overweegt, waarom B. en W. niet bij
de raad kwamen om de wenselijkheid te bespreken van de
stichting van een gemeentelijk zwembad. De gemeente staat
immers nu ook voor f50.000.de rest bracht de burgerij
bijeen; het mag overigens gewaardeerd worden, dat voor een
zaak, die geen grote dividenden belooft, nog zoveel belang
stelling van particuliere zijde bestond. De hoofdzaak is wel,
dat de gemeente voor een tekort van f 1025.bij de exploi-
atie garant is en naar spr. meent, was onder deze omstandig
heden de stichting van eep gemeentelijk zwembad gerecht
vaardigd geweest.
Spreker komt thans tot zijn amendement, dat als volgt luidt:
Ondergetekende stelt U voor in het a.s. Maandag te nemen
raadsbesluit inzake het verlenen van financiële medewerking
aan de stichting van een Zweminrichting, zoals dit in concept
voorkomt in bijlage 9, op dé navolgende plaatsen de woorden
„Burgemeester en Wethouders” te vervangen door: „de Ge
meenteraad’.
II: 3o, 4o a en b;
III: 2o (aanhef), d (2e alinea), uitgezonderd dus in f.
IV: 2o aanhef, d (le alinea), 4o (le alinea);
V: aanhef, lo, 3o (2 maal), 5o (le alinea).
De woorden „door Burgemeester en Wethouders”, voor
komende in het onder III 4o bepaalde kunnen dan worden ge
schrapt
Doel van dit amendement is, aldus spr., in de hoofdlijnen het
zwaartepunt bij de raad te brengen inplaats van bij B. en W.
Terecht wees in een vorige vergadering de heer Boeijenga er
reeds op, dat de raden al zozeer beknot worden in hun vrijheid
en rechten, dat zij eigenlijk niets meer van wat ze nog hebben
moeten prijs geven. Spr. heeft niet ook de goedkeuring van de
plannen door de raad gevraagd om verder uitstel van de uit
voering daarvan te voorkomen, doch het spijt hem, dat deze
plannen niet bij de stukken lagen; zelfs naar de plaats waar
de inrichting precies komt, moeten wij raadsleden eigenlijk
raden. Waar wij deze plannen niet geheel onder ogen krijgen
en spr. verhinderd was de vergadering in Amicitia bij 'te
wonen, waar de plannen zijn toegelicht, wil spr. nog opmerken,
dat om de inrichting een betonmuur is ontworpen. Spaart ons
echter beton, er is geen lelijker bouwstof, het zal de omgeving
bederven daar in het De Hooppark, waar het zo mooi is. Als
er een muur om de inrichting moet, laat men er dan een maken
meer in overeenstemming met ons aesthetisch gevoel.
Ook is even genoemd de kwestie der schoolbaden. Deze zijn
hier geweest en later is men er om financiële overwegingen
mee opgehouden. Nu is er een goede gelegenheid‘ze op een
goedkope wijze weer in te voeren. Misschien zullen enkele
lidmaatschappen daardoor verloren gaan, doch de instelling van
schoolzwemmen zal het zwemmen stimuleeren, als het eerst
een verlies voor de inrichting is zal het op den duur toch een
winst worden, daar 't het gebruik der zweminrichting in de
hand zal werken. Spr. beveelt B'. en W. aan het instituut
schoolbaden op de voorgrond te houden bij de verdere bespre
kingen met het bestuur, opdat alle kinderen onderricht krijgen
en allen op den duur gebruik kunnen maken van de inrichting.
Wat de tarieven betreft zegt spr. dat in sommige plaatsen
dergelijke inrichtingen enkele uren zijn opengesteld tegen ge
reduceerde prijzen. Spr. is echter verheugd, dat de heer Boeijen
ga aandrong op soepele tarieven, de hier genoemde zijn niet
aan de hoge kant, maar toch te hoog voor allen; laat men nu
geen systeem van volksbaden volgen, dat scheidt de ene mens
van den andere; wij moeten zulke algemene tarieven hebben,
dat ieder er kan komen zwemmen in de gewone uren. Als B.
en W. nog nader met het bestuur overleg plegen over deze
tarieven, hoopt spr., dat B. en W. ook daarop zullen aandringen.
Wat de Zondag en de gemengde baden betreft, spr. is niet
voor werken op Zondag en is verheugd, dat een der commissie
leden hem gezegd heeft, dat het niet de bedoeling is de inrich
ting op Zondag open te houden. Doch laat men dit nu niet zo
onherroepelijk vastleggen, en neme men met een bepaling 111
het huishoudelijk reglement genoegen.
Nu de gemengde baden. Er is in ons land en ook in onze
gemeente onzedelijkheid, doch spr. gelooft, dat er in onze
zweminrichting geen onzedelijkheid zal zijn. Onzedelijkheid
ligt er niet in als twee mensen van verschillende kunne in zo’r
inrichting in een badpak lopen, onzedelijkheid ligt er wel in
éénkamerwoningen, onzedelijkheid wordt wel veroorzaakt door
lage lonen, slechte levensomstandigheden en ook door het
bezit van al te veel geld. Onzedelijkheid ligt er in het kapita
lisme. De zedelijkheid moet bevorderd en de onzedelijkheid
bestreden, maar dat behoeft niet in een inrichting, waar allen
elkaar controleren. Men ziet de zaak van het gemengd baden
werkelijk te donker. Laat men door opvoeding der kinderen en
door de armoede en overgrote weelde te bestrijden, onzedelijk
heid trachten te voorkomen, dat zijn daarbij voorname punten.
Den heer V i s heeft het van den beginne af aan gespeten,
dat door de omstandigheden gedwongen, de oude inrichting, die
heeft gewerkt tot genoegen van iedereen, gesloten moest wor
den. Naar sprekers inzicht was met veel geringer kosten een
hygiënisch goede inrichting te maken 'geweest van de oude,
doch napleiten helpt niet. Spr. heeft bij de inzage der plannen
de indruk gekregen, dat uitermate degelijk werk is gedaan,
hij gelooft echter, dat het geraamd aantal abonnés, nl. 1500
a f3.50 gemiddeld, voorlopig in onze gemeente niet te bereiken
is. Het is echter een verheugend feit, dat men onder de burgerij
f17000.aandelenkapitaal heeft kunnen plaatsen, hetgeen be
wijst, dat deze burgerij met de nieuwe inrichting sympathiseert.
Spr. meent dat dit kapitaal uit alle richtingen der burgerij komt
en als hij goed is ingelicht, is het dan ook de bedoeling van
het voorlopig bestuur aan de aandeelhoudersvergadering voor
te stellen de inrichting als regel op Zondag gesloten te houden,
en spr. gelooft dat de partij van den heer Boeijenga met deze
GEVONDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het bureau van politie,
Martiniplein, en aldaar te bevragen op alle
werkdagen, de navolgende voorwerpen als
gevonden gedeponeerd op 47 Febr.
Alpinomuts Jongenspet Kindennuts
Oud heerenrijwiel Muziekhouder
Vat Petroleum met sleutel Mantelknoop
Heerenrijwiel Paar ledige benzine-
vaten Kinderwant.
Aanwezig en te bevragen bij de pavol-
gende ingezetenen, onderstaande voorwer
pen, als gevonden aangegeven op 47
Febr.: Vloerveger, A. Kroles, Napjusstraat
32; Klein hondje, G. Troost, Salverda-
straat 7; Beursje met inh., S. Schermer,
Maria Louisestraat 5; Rijw.bel.merk, W.
Bakker, Prinsengracht 8Majitelceintuur,
H. Elsinga, Wal. Dijkstrastr. 10; Beursje
met inh., J. v. d- Woude, ze Oosterkade
20; Zakmesje, R. A. v. d. Sluis, Stations
straat 44; Bloemenbakje, Tj. Kootje, 3e
Steenklipstraat 13; Rijw.bel.merk en Kin-
dermuts, J. Meijer, ie
straat 6; Heerenrijwiel,
mann, Schapenplein.
MORMONISME? SPIRITISME?
ADVENTISME?
In het zaaltje van den heer De Boer
sprak Maandagavond de heer Jac. de
Vries, evangelist, over bovenstaand onder
werp. _l I 1
Na opening met gebed, ving spr. aan
met op te merken, dat bovengenoemde drie
groepen een belangrijke rol in de wereld
hebben gespeeld. Is er veel dat op een
zekere overeenkomst wijst, in deze stroo
mingen zijn ook geweldige tegenstellingen
te bespeuren.
Allereerst behandelt spr. het ontstaan
v«"*i de secte der Mormonen, wier stichter
Joseph Smit, in de gevangenis stierf, of
zooals anderen zeggen, door het gepeupel
vermoord werd. Over de wording van zijn
boek, „Het Boek van Mormon zijn tal
van gissingen, maar spr. wil zich daarin
niet verdiepen, doch alleen de vraag be
handelen: „Wat is waarheid?”
Allereerst schetst spr. hoe Joseph Smit
tot de ontdekking van het boek van Mx>r-
mon kwam, dat in een kist lag, bedolven
in een heuvel. Het boek was in een vreem
de taal geschreven, maar dank zij de Urim
en de Thummim, welke eveneens in de
kist waren, was hij op een zeer bijzondere
wijze in staat dit geschrift te vertalen.
Toch was Joseph Smit niet geleerd; ja
er zijn bewijzen dat hij zeer ongeleerd was.
Uit de aanhef van het boek Nephi blijkt,
dat zijn profetie geheel anders werd samen
gesteld dan die van de profeten van hé»
Oude Testament.
De Miormonen hebben tal van leeringen,
die in strijd rijn met den bijbel, oa. die van
de veelwijverij. Door een scheuring in de
beweging zijn er nu twee Stroomingen,
waarvan de eene wel, de andere niet aan
veelwijverij doet. Doch nergens in den
bijbel leest men, dat een man meerdere
vrouwen mag nemen. Een ander punt der
Mormonen is de doop der dooden. Men
heeft daarbij het plaatsvervangend stelsel:
de doode is van zijn zonden niet bevrijd
kunnen worden, omdat hij niet gedoopt is,
waarom een ander voor hem, na diens
sterven, in de plaats treedt. Weer iets an
ders is de bewering, dat Jezus nogmaals
op aarde is geweest, wat wederom in strijd
is met de bijbel.
Doch ook him bijbel zelf is niet gelijk
aan de onze. Tal van boeken zijn uitge-
breid, o.a. het boek Genesis; weer andere
hoofdstukken zijn langer gemaakt. Deze
toevoegingen zijn zeer begrijpelijk in het
belang van de leeringen van Joseph Smit.
In de leeringen van dezen stichter komen
natuurlijk ook gezichten voor. Hoe tegen
strijdig deze rijn, bewijst spr. uit de mede-
deeling, dat Joseph Smit eerst een open
baring kreeg de Zondag te vieren, 10 jaar
later ontving hij de opdracht de sabbath
weer in te voeren.
DE NIEUWE ZWEMINRICHTING.
Punt lil. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot
het verlenen van financiële medewerking aan de stichting
van een zweminrichting. (Bijlage 9; dossierno. 1.778.41).
De Voorzitter stelt voor eerst algemene beschouwingen
te houden, waarbij het amendement-Boeijenga aan de orde
komt. Dit amendement luidt:
VIL de in dit besluit aangegeven financiële steun te verlenen
onder voorwaarde:
dat de inrichting des Zondags is gesloten;
dat in deze inrichting geen gelegenheid wordt gegeven
tot het nemen van gemengde baden;
dat de gemeenteraad het recht verkrijgt in de raad van
Commissarissen der N.V. Zwembad Sneek twee leden te be
noemen.
De Voorzitter deelt nog mede, dat B. en W. bereid zijn
sub 3e van dit amendement over te nemen, zodat bespreking
J daarvan niet meer nodig is.
De heer Boeijenga zegt alsnu het volgende:
Spr. wil eerst een enkel woord wijden aan wijlen onze oude
Sneeker Zweminrichting. Het is jammer dat deze populaire en
uitnemend bestuurde inrichting, om redenen van hygiënische
aard moest worden gesloten, ’t Was wel niet wat men noemt
een moderne inrichting, maar zij heeft op behoorlijke wijze
voorzien in de behoefte. Zij werd economisch goed beheerd,
bedroop zich zelf, behoefde geen steun van de Gemeente
en was niettemin in staat tarieven vast te stellen en regelingen
te treffen, die óók voor den kleinen man geen al te groot be
zwaar waren. Ieder Sneker,-van welke levensopvatting ook, kon
deze vereniging van harte steunen. De Zondag werd geëerbie
digd. En ook in ander opzicht was zij niet geneigd allerlei
moderne allures aan te nemen.
Spr. kan niet nalaten vanaf deze plaats een woord van
waardering uit te spreken voor de veeljarige arbeid van deze
Vereniging, niet het minst voor de nooit verflauwde toewijding
van haar Voorzitter, den heer Bakker. Hij heeft het er inge
hamerd: in ons waterland moet ieder jong mens leren zwem
men. Hier is dus een goede grondslag gelegd, waarop naar wij
hopen zal worden voortgebouwd.
Spr. wil gaarne beginnen met onze nieuwe N.V. „Zwembad
Sneek”, welwillend tegemoet te treden. Nu wij een nieuwe
inrichting moeten hebben, ligt het voor de hand, dat deze aan
bepaalde eisen moet voldoen. Er is geen bezwaar dat de ge
meente, die sociaal-hygiënisch een taak heeft, het particulier
initiatief steunt, vooral omdat de kosten tamelijk hoog zijn.
Maar er zijn grenzen. Grenzen die mede bepaald worden door
de financiële positie van de gemeente. En al is onze positie
niet bepaald slecht, de begroting 1938 heeft wel doen zien dat
voorzichtigheid eis is. Daarom moet de steun van de gemeente
daarmee niet tevreden, dan kan hij zich tot B. en W. of de [werpen: vaststelling en wijziging van tarieven en huren, met
raad wenden.
De heer Smeding: Het is niet duidelijk wat hij schrijft.
De Voorzitter: Ons voorstel is duidelijk genoeg. De
vraag is slechts of ’s mans schrijven duidelijk is, maar als hij
niet tevreden is kan hij zich tot B. en W. wenden.
De heer Hogeveen meent dat uit het schrijven van v. d.
Laan blijkt, dat hij met de nieuwe regeling accoord gaat.
De heer D o k k u m beveelt aan in het vervolg dergelijke
r e..sen een formulier te laten tekenen dat zij zich met het voor-
accoord verklaren.
De Voorzitter: Dit geval doet zich practisch nooit voor,
zodat zo iets niet nodig is.
De heer De Groot acht een misverstand wel mogelijk, dat
kan nl. ook door het schrijven van den opzichter ontstaan zijn.
Dat was spr. tenminste niet duidelijk.
De Voorzitter leest het schrijven van B. en W. aan v.
d. Laan, dat heel duidelijk f 185.als huur noemt
De heer M a s e 1 a n d zou juridisch de positie van den huur
der zeer zwak achten, als hij zich na dit schrijven en zijn ant
woord aan zijn bod zou onttrekken.
De heer Smeding stelt voor de huur op f 175.te be
palen.
Voor dit amendement stemmen de leden Greidanus, Van der
Veen, Stoelwinder, Smeding en De Groot.
Tegen stemmen de leden Vis, Blok, Zuiderbaan, Hogeveen,
Maseland, Kracht, Oppenhuizen, Tromp, Boeijenga en Dokkum.
D.t amendement is dus verworpen met 10 tegen 5 st.; het
voorstel van B. en W. wordt z. h. s. aangenomen.
zó worden gezien, dat zij, wat de hoofdzaken betreft tijdelijk
van aard is en dat er naar moet worden gestreefd dat de
gemeente zich van lieverlede weer naar een bepaalde grens
kan terugtrekken. De toelichting op het voorstel van B. en W.
is gelukkig in deze toon gezet. De steun die van de gemeente
gevraagd wordt, is overigens niet gering: 1. deelname voor
f500.in het maatschappelijk kapitaal; 2. het afstaan van de
benodigde grond; 3. borgstelling voor f25.000.te lenen van
het O.B.W. (rente en aflossing bouwkosten); 4. een lening van
f 1200.5. een jaarlijkse bijdrage van f 1500.(later f 1025);
6. een lening van f20.000.Een en ander, zoals in het voor
stel nader is omschreven.
Alles samen genomen een belangrijke finantiële steun, die
bij goea beheer en finantieel gunstige exploitatie, tot een
minimum kan worden beperkt, maar waarin toch wel wat
risico zit. Het is daarom goed gezien dat B. en W. in hun voor
stel een reeks bepalingen hebben opgenomen, die medezeggen
schap waarborgen, opdat de gemeente behoorlijke invloed
heeft op de gang van zaken.
Hierbij is evenwel nog wel een enkele kanttekening te maken.
Wordt dit voorstel ongewijzigd aangenomen, dan geeft de raat
vrijwel alles over in handen van B. en W. Spr. heeft daartegen
bezwaar. Over hoofdzaken moet de raad beslissen. Delegatie
van macht moet worden beperkt tot het noodzakelijke, ’t Is
al eerder opgemerkt: er is tegenwoordig van bovenaf een nei
ging om de autonomie van de gemeente al meer te beperken,
zowel van de zijde van de Regering als van Ged. Staten, ter
wijl de Dag. besturen in tal van gemeenten er nog een schepje
boven op doen, in deze zin, dat zij op hun beurt de invloed van
de gemeenteraad beknotten. Tekenend voor dit streven stellig
onopzettelijk bedoeld is b.v. de bepaling in het ontwerp
statuten der N.V. Zwembad Sneek, waarin aan B. en W. is
toebedeeld de benoeming van twee commissarissen, die na
mens de gemeente zitting zullen hebben in de raad van com
missarissen. Waarom zou het nu voorkeur verdienen, dat B. ei
W. benoemen inplaats van de Raad? In dit verband wijst spr.
er op, dat de vertegenwoordigers van de gemeente bij gesub
sidieerde lichamen als de Ambachtsschool, de Huishoudschool
en de Handelscursus, door de gemeenteraad worden benoemd.
Het doet spr. genoegen dat de Voorzitter zoeven heeft mede
gedeeld, dat aan het door hem geopperde bezwaar is tegemoet
gekomen.
Bij punt 2 maakte spr. de kanttekening dat de plannen voot
bouw en inrichting door B. en W. moeten worden goedge
keurd. De Raad wordt uitgeschakeld. Gaat dat niet te ver?
Krijgen wij zelfs geen inzage van de plannen? Verder: de toe
stemming om het terrein en de inrichting mede voor andere
doeleinden te gebruiken berust uitsluitend bij B. en W. Spr.
stelt zich voor dat bij een of andere ingrijpende reorganisatie
toch de Raad behoort gekend te worden. In punt 3 staat o.a.
dat de N.V. aan de goedkeuring van B. en W. moet onder-
J