It. 80 Bente Bled
annex SNEEKER COURANT (81e Jaargang)
Officieel Orgaan
der Gemeente Sneek
Uïtgare KIEZEBHIM S Co.
Woensdag 27 April 1988
S4e Jaargang
Dit No. bestaat uit 2 bladen.
NIEUWSTIJDINGEN.
te
<H
’1?
I L’
NIEUWE SNEEKER COURANT
Alle Advertenties worden in belde bladen opgeaaomen
die
propageert
betrett, w.jSt spreekster op de vervlochten
De
En
dingen
worden
van
zeggers zijn. Le ja-zeggers moeten rugge-
Begelprljs 9 eent. Abonnementen belangrijke korting
wbw—ww—o»
PWWOL g&n&est en&ui/Vdii de fuiid
Vrijdags te Hommerts, Jutrijp, Tirns, Goënga, Gauw, Sijbrandaburen, Offingawier, Terzool, Abbega,
Oosthem, Deersum, Scharnegoutum, Roodhuis, Gaastmeer, Balk, Stavoren, Wyckel, Langweer, Bozuw
De NIEUWE SNEEKER COURANT is een aoonnementsorgaan, verschijnt Dinsdags en Vrijdags. Abonnementsprijs in de stad f2.50, naar buiten fr. per post f3.60. De SNEEKER COURANT is een Advertentieblad
en wordt gratis bezorgd bij allen die te Sneek geen abonnê zijn op de Nieuwe Sneexer Courant en bovendien huis-aan-huis verspreid:
D i n s d a g s te Woudsend, Heeg, Nijezijl, Folsgare, Nijland, Oppenhuizen, Uitwellingerga, Oudega (W.),
IJsbrechtum, Wolsum, Harich, Hemelum, Bakhuizen, Nijemirdum, Sondel, Sloten, Tjerkgaast, Spannen
burg, Poppingawier, Warns, Rauwerd
Coatrole op de oplaag toegestaan.
de
meer
om
aan-
net
mp
ou
den, de neen-zeggers ook om geen kanke
raars te worden. En dan zijn er de broe
ders en zusters van barmhartigheid, waar
toe de vrouwen misschien wel het meest
behooren. Het zijn dezulken die in een sfeer
van harmonie de ja- en neen-zeggers tot
onderling begrijpen willen brengen. Alle
drie groepen doen op hun wijze hun best
en raken op hun wijze in de schuld. Want
hoe wij de vraagstukken van het leven van
mensch en volk ook aanpakken steeds
blijft er een tragische kant. Vroeger heeft
spr. wel eens gedacht, dat dienstweigering
t allerbeste middel was oorlog te voor
komen, maar ook daarvan zag spr. tragi-
che gevolgen. Het leven is vol tragiek en
dat maakt ’t den mensch hopeloos moeilijk
te blijven beseffen dat hij door een macht
van liefde tot ’t leven is geroepen. Wij heb
ben een strijd te vechten, die eeuwen zal
duren, eeuwen zullen wij en zij die na ons
komen blijven worstelen ook met het oor-
logsvraagstuk, meenend het goede te doen
en later misschien toch te vragen: „Was
het juist?” Slechts dan zal het den mensch
in dezen strijd goed zijn als hij kan zeg
gen: ,,Ik mocht niet anders, het moest voor
mijn geweten en ik was bereid het offer te
brengen”, Als wij dat durven zeggen kun-
H. B. M. Louw mans, f
In den ouderdom van 70 jaar is alhier
overleden de heer H. B. M. Louwmans,
sedert 1 Jan. 1930 lid van het college van
armvoogden van ’t Burgerlijk Armbestuur.
nen wij ook in de uiterst moeilijke strijd
voor de vrede beseften dat God ons riep
voor deze taak. Wij moeten dus beginnen
met te zijn uiterst deemoedig en smeeken
om inzicht en bidden om kracht. Op vele
avonden als deze doen dat tallooze vrou
wen over heel de wereld.
Spr. leest tot slot zoo n gebed 4 maanden
geleden door een Hindoe-vrouw uitgespro
ken.
Na de pauze beantwoordde spreekster
enkele vragen en droeg eenige toepasselijke
gedichten voor.
aanwezig. Dit is het belangrijke van 4e
Bellamy-beweging, wij staan op de vaste
grond van de werkelijkheid.
Nederland is een rijk land. Niet in
wat
op zijn eigen belang uit is; zelfs de Volken
bond had daarmede te kampen tijdens de
ontwapeningsconferentie te Genève, toen
Shearer voor de Amerikaansche wapen
fabrikanten trachtte gedelegeerden te be
werken, opdat dezen die conferentie zouden
tegenwerken. Maar de Volkenbond als cen
trum van informatie en internationaal con
tact is onze aandacht ten volle waard. Er
zijn er die den bond willen doen aansturen
op ’n internationaal leger en sancties tegen
over een staat-overtreder. Spr. is persoon
lijk daartegen, maar men denke daarover
zelf na en bepale zijn standpunt.
Neen, zegt spr., wij willen geen oorlog,
maar er zijn ook menschen, die wel oorlog
willen. Dat zijn bv. zij voor wie in vredestiju
het leven zoo’n hel is, dat de oorlog hun
de eenige uitredding schijnt uit een leven
dat hun ondraaglijk lijkt. Daarvan merkt
men hier gelukkig minder, in landen die
onder oorlogsellende gebukt zijn geweest en
waar het volk onder geestelijke onderdruk
king leeft, merkt men er meer van. En daar
om is de strijd voor den vrede zoo onlos
makelijk verbonden met de strijd voor een
wereld met minder sterke tegenstellingen
tusschen arm en rijk, een wereld waarin
geen plaats is voor een verdrag van Ver
sailles en voor kneveling als bv. 't Japan-
sche volk heeft ondergaan, dat ook uit
wanhoop de strijd tegen China begon.
Zoolang er geestelijke en stoffelijke nood
is, zullen wrok en wantrouwen blijven en
dat zijn de ergste vijanden van den vrede.
L/aarom moeten wij strijden voor een betere
«ureiu, maar niet alleen uit medelijden en
medegevoel, neen, de strijd voor die wereld
vu den vrede moet een heilige nood-
ji, een kwestie van t geweten dus.
uoe Krijgen we dat? In sprekers taa<
•>...jovii we dat door God, misschien noemt
INTERNATIONALE VEREENIGING
BELLAMY.
Voor de afd. Sneek van de Internatio-
nale vereeniging Bellamy sprak gister
avond in „Onder de Linden" de heer G.
J. Zwertbroek over het onderwerp: „Is
armoede noodzakelijk".
De voorz., de heer M einsma, sprak
een kort openingswoord en verleende dein
spreker het woord.
De spreker begon met het geven
God. En zij, die zich zoo heroïsch willen Laat ons ten opzichte van den oorlog neen
verzetten tegen een aanvaller, dienen te be
seffen, dat het niet alleen om hen zelf gaat,
maar ook om het lijden der vrouwen en
kinderen en ouden van dagen.
Spreekster gelooft ook niet, dat een oor
log gevoerd wordt om hoogere motieven,
het gaat om winstbejag. Spr. beweert bv.
dat in 1914 het bekken van Briey, waar de
Fransche ijzermijnen lagen, door toedoen
van de Fransche en Duitsche industrieelen,
die het met elkaar eens waren, door de
Franschen zoo zwak verdedigd is om de
Duitschers in staat te stellen het te ver
overen om dezen het ijzer te bezorgen, dat
hen in staat zou stellen de oorlog vol te
houden. Oorlog is niet meer dan een vuil
zaakje. Bovendien is oorlog overbodig nu
wij de Volkenbond en het Hof van Arbitrage
hebben; zij kunnen op het oogenblik mis
schien niet veel doen voor den vrede, maar
via het hygiënisch en economisch werk van
den Bond is er hier gelegenheid voor con
tact tusschen de volken, dat verder kan
groeien. Inderdaad ontbreekt echter nog te
veel de wil tot samenwerking bij de volken,
men wil nog te weinig opgeven van zijn
eigen belangen, waarom Stanley Jones zegt,
dat Europa één dier in zijn wapenschild
ontbreekt, nl. „een zwijn”, want het is een
zwijnenboel in Europa omdat ieder alleen
Mei-optocht op Zondag niet toegestaan.
Op het verzoek van het Mei-comité al
hier tot het houden van de Mei-demonstra-
tie heeft burgemeester Poppinga, naar het
/olksblad meldt, als volgt geantwoord:
„De Burgemeester van Sneek, gelezen het
?erzoQk van het 1 Mei-comité te Sneek, ge
vormd uit de besturen der afdeeling Sneek
van de S.D.A.P., de Sneeker Bestuurders-
)ond en de sociaal-democratische Vrou-
venclub, om vergunning tot het houden van
jen optocht met muziek eh ontplooide ba
Heren op Zondag 1 Mei 1938; overwegen
dat de Zondagsrust zooveel mugelijk
dient te worden bevorderd, dat er voort1-
laar moet worden gestreefd met name o,
,e ublieke weg, des Zondags een rustige
sfeer te scheppen, dat door het houden van
iptuchten daarop inbreuk wordt geina kt
oe luit: de gevraagde vergunning te wei
geren.
heid, die daar achter verborgen was, wist
te zien.
Bellamy was dan ook allerminst een
utopist, zijn later gepubliceerde werken
„in het jaar 2000" en „Gelijkheid voor
allen”, waarin hij voorspellingen doet om
trent de toekomst van een maatschappelijk
stelsel als het onze met productie door en
ten bate van den enkeling. Bellamy was
van meening dat een dergeÏÏjk stelsel nood
wendig aan zichzelf ten onder zou gaan
en leiden tot het stelsel waarvoor wij thans
propaganda maken.
Lang voordat de Bellamy-beweging als
zoodanig opkwam, golden Bellamy’s wer
ken als belangrijk studiemateriaal; als ro
man zijn deze werken een mislukking.
De voorspellingen van Bellamy omtrent
de factoren, die een vernietiging van het
huidige economische stelsel, zooals bijv,
het oorlogsgevaar zullen meebrengen, zijn
alle uitgekomen, daarom achten wij het
van belang, wat Bellamy omtrent de maat
schappij die uit de chaos geboren zal wor
den, voorspelt.
De Bellamy-beweging propageert dan
ook de gedachte, dat de economische en
technische voorwaarden voor de vorming
van een goede maatschappij aanwezig zijn
en slechts de goede wil van de mensen
heid om daaraan mede te werken, nog
aangekweekt dient te worden.
die gemeenschap,
plicht om aan di<
mogen d1
ook geen recht, maar een plicht.
Uitschakeling van de rol van het geld
is voorts noodzakelijk. Het geld schept
door zijn vele functies een zoo grenzelooze
verwarring, dat het uit het binnenlandsch
verkeer dient te verdwijnen.
De totale productie van het Neder-
landsche volk kost een bepaalde hoeveel
heid arbeid. Hierop gebaseerd komen we
tot een nieuwe eenheid. Ieder kan zijn
gelijk aandeel daarvan ontvangen in de
vorm van een tegoed op een soort giro-
dan materieel ideëel getroffen door het
gevoel van te leven in een wereld, die
naar niet meer noodig heeft.
Echter de middelen en krachten
ieder het noodige te verschaffen zijn
wezig, doch worden niet gebruikt. Vele
handen worden gedwongen te rusten, zij
alleen zouden reeds in staat zijn de ar
moede in welvaart te doen verkeeren.
Wij denken te leven in een tijd van cul
tuur, het nageslacht zal echter weten, dat
onze tijd een barbaarsche is.
Aan de vruchten kent men de boom;
de vruchten van deze maatschappij zijn ar
moede ellende en oorlogsgevaar, daarom
moet deze boom omgeworpen en verbrand
worden.
Verandering van deze maatschappij-
vorm is echter heel wel mogelijk, God
heeft den mensch de vrijheid gegeven in
naastenliefde te leven, tot het verbeteren
van de maatschappij is ook bij den mensch
wel degelijk de goede wil aanwezig. Veel
slechtheid wordt geboren uit de economi
sche omstandigheden, uit de bestaanson-
zekerheid. Veelal komt de plicht van broe
derschap en naastenliefde m strijd met de
strijd om het bestaan.
De grondoorzaak van de slechte toestan
den is dan ook het ontbreken van een
goede organisatie van de productie. Ieder
systeem ontbreekt in dit opzicht en dit is
juist het eerste waarvoor gezorgd moet
worden, aan de zorg voor het levensonder
houd dient aandacht besteed te worden.
Dit is geen materialisme; ook voor de
geestelijke en cultureele vorming is aller
eerst noodig het materieele leven te ver
zorgen; de organisatie van de middelen
voor het levensonderhoud zal ons in staat
stellen ter wille van het geestelijke het
materialistische te vergeten.
Alhoewel dit vraagstuk toch eigenlijk
het voornaamste zou moeten zijn voor re-
geering en volksvertegenwoordiging is het
het eenige, dat vrijwel nooit ter sprake
komt. Dit is allerminst een fout van per
sonen, doch het systeem deugt niet. De
voortbrenging van de middelen voor het
levensonderhoud dient slechts voor
de winst van den enkeling, elke invloed
van dc vertegenwoordiging van het Ne-
derlandsche volk ontbreekt in dit opzicht.
Daarom trekken zich steeds meerderen van
de politiek af, bij de laatste verkiezingen
bedroeg het aantal niet-stemmers 10 pet.
van het totaal aantal.
Willen we tot betere toestanden ge-
-er, kon per auto naar zijn woning worden
leed, die zeggers komen, dat hun neen-zeggen om- gebracht. De politie stelt eerj verder under-
leuzen gezet wordt in een positieve daad, omdat ?-oek in. Vast staat, dat er met een zeer
misleiden zijn, doen wij zonde tegenover aan hun protest wordt tegemoet gekomen, matige gang gereden werd.
Nader vernemen wij, dat de toestand van
Dethmers bevredigend is. Er bestaat ge
graaf hebben om geen~ja-broers te wör- gronde hoop op een volledig herstel.
De toestand van den 10-jarige R. Dam-
sma was hedenmorgen nog vrij ernstig.
De laatste berichten luiden dat ds. Deth
mers het goed maakt. Hij is rustig en bij het
volle bewustzijn, aldus meldt het Friesch
Dagblad.
Van het jongetje Damsma is het bewust-
Hn nog niet teruggekeerd.
De spreker begon met het geven van
een kort overzicht van het leven van Bel
lamy.
Edward Bellamy werd in 1851 als zoon
van een predikant in Amerika geboren. Op
18-jarige leeftijd maakte hij een studiereis
naar Europa. Over deze reis heeft hij later
geschreven en het bleek daarbij, dat Bel
lamy dóór de schoone schijn de werkelijk-
Ernstig verkeersongeluk te Huizum.
Maandagmiddag reed een luxe auto, be
stuurd door den heer A. L. J. Wijtzes, ditec
ceur der Chr. Kweekschool alhier, in ut
.uiting Leeuwarden. Mede inzittenden wa
ren de heeren ds. H. Dethmers, em. pred.
uv.. Ger. Kerk van Sneek en R. Feitsma,
curatiehouder bij de Boaz-Bank te
oiieek.
1 er hoogte van de Hempensche weg te
.uizum ieed plotseling een drietal knapen,
a,e kr.jgertje speelden op de fiets, de
traatweg, een voorrangsweg. op. De heer
Wijtzes probeerde alles om de jongens te
omwijken, maar tevergeefs en zelf vloog de
wagen tegen de boomen op. Ds. Dethmers
bekwam een ernstige wonde aan het voor
hoofd. De beide andere heeren kwamen e.
goed af.
Minder was het met de jongens. De 10-
jarige R. Damsma van Huizum was er zoc
g a 11 toe, dat de pastoor hem terstond
als een klein volk wordt neen-zeggers zijn zij, die onverdroten hun de H.H. Sacramenten toediende, daarna
aangevallen zal het, hoe rustiger het zich protest doen hooren tegen elke leugen, het werd hij vervoerd naar het St. Bonifacius
neergeeft onder de overwinnaars, des te zijn zij wier geweten is wakker geworden, aosj itaai; het jongetje Jan Kramer weru
gereeder de dingen worden gelaten, zij staan in protest tegen het leelijke in imt Ds. Dethmers naar het Diaconessen
waarop het prijs stelt: taal, zekere vrij- de werkelijkheid die de ja-zeggers bouwen, huis vervoerd; het derde jongetje, Sint Vis
heden enz. Door gewapend verzet doen zij hebben 't moeilijk, tot er zooveel neen
wij ook onze medemenschen 1
ons aanvallen en slechts door
mensch het instinct wakker te 1
„neen” te zeggen, zoo gauw er sprake 1.
van oonog, uuk ai weet men het njne v-.
uc ivuen mt uoriug met, en uuk a<
ueze ouHug uns vourgehouuen «is te g a
om democratie, christendom enz. lnsi...e
tiei moet men „neen iceren zeggen.
Spr. verdeelt haar rede in een aantai
punten, zij constateert d«t een oorlog krank
zinnig en uveroodig is; hue xunnen w„ hem
verhinderen; welke maatschappelijke en
persoumijke phchten hebben wij in dezen
en hoe komt het, dat wij daarbij zuo vel
schillende wegen gaan.
Vrouwen- Vredesgang.
In de Harmonie werd gisteravond door
het comité Sneek voor de Vrouwen-Vredes
gang een openbare vergadering gehouden,
waar als spreekster optrad mej. da. C. A.
Elink Schuurman.
De voorzitster mevrouw M e i n d e r-
s m aK o r v e r sprak een woord van
welkom tot de talrijke aanwezigen namens
het comité Sneek voor de Vrouwen-Vredes
gang, een gaf het woord aan de spreekster.
Mej. docta. C. Elink Schuurman
spreekt over het onderwerp: „Wat kunnen
wij vrouwen voor den vrede doen?” Op 18
Mei 1938, de dag van goeden wille, wordt
niet alleen in Nederland, ook in Frankrijk,
Zwitserland en Schotland een Vrouwen-
Vredesgang gehouden, dat is een vooruit
gang, want wij in Nederland zijn eenige
jaren de eenigen geweest, die gedreven door
medegevoel met de tallooze onschuldige
slachtoffers van den oorlog, een Vrouwen-
Vredesgang hielden, waar de vrouwen zon
der onaerscheid van godsdienstige overtui
ging of politieke gezindheid getuigden van
haar vredeswil. Die dag wordt echter niet
goed, als de deelneemsters zich er tevens
geen rekenschap van geven, wat haar pc.
suomijke taak ten opzichte van de vrede.,
gedachte is. Aan regeeringen en Volken
bond wordt op zoo n dag gevraagd ook hun
uiterste kracht in te spannen voor den
vrede, maar zij besus^e.. ten slotte ui i m
de wereld, dat doen w ij, persoon voor Fei
soon. De Engeische viedesvneuu ruimuim.
heeft eens gezegd: Ik zou wenochen in ieder leen ander het anders, maar als het geweten
roepen geraakt wordt, weet men dat men bepaalde
dingen niet mag doen, en een daarvan is
meedoen aan oorlogvoeren. Als van ons
volk een ieder persoonlijk in zijn geweten
geraakt was, zou dat volk geen geweld wil
len, doch slechts broederlijkheid en barm
hartigheid. Als wij bezield zijn door liefde
tot ons vaderland, en dat is een mooie lief
de, zoo edel, dat men deze niet bezoedelen
wn met de leugens en wreedheid van een
oorlog, uit zich onze vaderlandsliefde zoo
als bij den Engelschman Blake, die zeide
met geestelijke wapenen zoolang te willen
j stnjüeii tot een Jeruzalem op de groene
Wat het k.ankzuimge van d.n oonog veiden van zijn land zou zijn gevestigd.
betrett, Wi,st spreekster op de vervlochten Maarom kunnen leden van een zelfde
heid der vulkeren op economisch en ander volk echter vaak zoo weinig samenwerken?
geuieu in deze moderne uju; zoodot ais Dat komt omdat wij zoo verschillend zijn,
twee volkeren oorlog voe.en, be.ue hem fe>- Henriëtte Roland Holst spreekt van drie
tehjk zullen verliezen, zooals Barbusse groepen: de ja-zeggers, de neen-zeggers en
zegt: Als twee legers oorlog voeren is het de broeders en zusters van barmhartigheid,
't zelfde of één leger zelfmoord pleegt Alle drie zijn noodig. De ja-zeggers zijn de
Broedermoord en zelfmoord is oorlog, bpr. bouwers, die andere menschen ook wekken
gelooft ook niet dat een volksbestaan gered tot hun verantwoordelijkheid en die zich
wordt door oorlogvoeren en betoogt dat aanpassen aan het leven, waaraan zij hun
oorlog ook niet gevoerd wordt om het bijdrage leveren. Laat ons ten opzichte van
bestaan van kleine volken, om democra- de vredesbeweging ja-zeggers zijn.
tie enz. En 1
ment dat organisatie over een geheel land
niet mogelijk Is wordt wel voldoende .weer
legd door te wijzen op de groote fabrie
ken, spoorwegen enz., waarbij een perfect
functionneerende organisatie in het groot
bestaat. Verder blijkt het wel mogelijk een
volk in oorlogstijd te organiseeren, spr.
vraagt zich af of dit voor vredelievende
doeleinden n'et mogelijk zou zijn.
Spr. zet dan uiteen hoe een Bellamy-Ne-
derland, volgens de Bellamy-gedachte in
gericht zou moeten zijn. Daartoe is dan
allereerst noodig de centralisatie van de
voortbrengingalle productiemiddelen
moeten zijn gemeenschapsbezit. Hierbij is
niet spraxe van een persoonlijke kwestie
tegenover den kapitalist, belangrijk is
slechts, dat door het particulier bezit or
ganisatie onmogelijk wordt gemaakt.
Verder heeft iedere Nederlander, die
als lid van de Nederlandsche volksgemeen
schap geboren is, recht op onderhoud van
waar tegenover staat de
_ie voortbrenging naar ver
deel te nemen. De arbeid is dan
Bij de behandeling van zijn eigenlijk
onderwerp begint spr. met als feit te stel
en, dat er armoede heerscht.
Armoede en welvaart zijn echter geen
absolute, doch relatieve begrippen; het is
niet mogelijk het begrip armoede afhanke
lijk te stellen van een zeker inkomen. Als
armoede wordt gevoeld, datgene wat men
minder heeft dan vroeger. De tijd waarin
men leeft, in vergelijking met de tijd, waar
in men vroeger leefde, speelt dus een
belangrijke rol, terwijl daarnaast de omge
ving een factor is, die hierbij genoemd
moet worden; bij een verbetering van de
levenspositie, waarbij men overgaat naar
een nieuwe omgeving, past men ook zijn
behoefte bij deze omgeving aan, waardoor
gemakkelijk opnieuw een gevoel van on-
bevrediging, dus armoede optreedt.
Verder wordt in de tegenwoordige maat
schappij het gevoel van onbevredigdheid
op verschillende manieren aangewakkerd,
zooals door het feit, dat enkelen zich
kunnen veroorloven, wat de massa niet
kan en verder denke men aan de schreeu-
wende reclame op allerlei gebied, waarbij raken dan dient de voortbrenging van 4e
het geluk van den mensch afhankelijk levensbenoodigdheden van één centraal
wordt gesteld van eenig product. Daar PunJ ult geregeld te worden. De mogelijk-
door krijgt ieder tenslotte het gevoel van heid van centrale productie is nu .reeds
in armoede te leven, de tevredenheid, die
de kerk predikt wordt teniet gedaan door
de maatschappij zelve.
Het heeft daarom geen zin ons volk te
wijzen op toestanden in andere landen: 8^ doch in goederen en arbeid,
het gevoel van armoede is betrekkelijk, slechts ontbreekt is organisatie. Het argu-
wat men niet kent, mist men niet. De
Nederlandsche werklooze, die zijn goede
woning voor een krot moet verwisselen,
gevoelt dit veel heviger dan de arbeider
in Polen, die steeds onder de slechtste om
standigheden heeft geleefd.
Wij dienen de Nederlandsche volksge
meenschap bewoonbaar te maken, wanneer
men zich in de eerste plaats bemoeit met
wat over de grenzen gebeurt, stempelt men
zich tot onbekwaam op economisch gebied.
Spr. behandelt dan de toestand van
het Nederlandsche volk t.a.v. de economi
sche mogelijkheden van het land zelve.
In 1929 brak de crisis uit en spoedig
kwam de vraag, of deze crisis permanent
dan wel tijdelijk zou zijn. Nu, in 1938 is
men het er vrijwel over eens, dat er per
manent een groot aantal werkloozen zal
zijn. 400.000 gezinnen, dus ongeveer
2.000.000 menschen of t/< deel van ons
volk ondergaat permanent de directe in
vloed van de werkloosheid, lijdt armoede,
niet alleen in betrekkelijke, doch ook in
absolute zin, d.w.z., er heerscht gebrek
aan het allernoodigste.
Voorts is het verschil tusschen de
uitkeeringen bij werkloosheid en het loon
bij arbeid veelal niet groot genoeg1; ook
een groot deel van de werkenden lijdt ar
moede.
Ook de toestanden van de middenstan
der zijn thans zeer slecht; er heerscht een
noodtoestand onder alle lagen van de be
volking.
Verder is er het probleem van
jeugdwerkloosheid, de jeugd wordt
de
es-l
or-
ii-ih
e-l
e
I; k-