Hitler spreekt te München NIEUWSTIJDINGEN. Met Duitschland tegen het bolsjewisme Duitschland strijdt voor Europa. Ie Jaargang No. 8. NOORD WOLDE. en 4 - DINSDAG 11 NOVEMBER 1941 November November November Bureau Grootzand 55, Sneek Tel. 3005 Uitgave firma’s E.J. Drijfhout en (iezebrink Co. Aan de landfrpnten in Noord- en Oost- waarin vereenigdt DRIJFHOUT’s NIEUWSBLAD, 38e Jaargang, en NIEUWE SNEEKER COURANT en SNEEKER COURANT, 82e Jaargang Officieel Orgaan van de gemeenten: SNEEK - WYMBRITSERADEEL - IJLST - HINDELOOPEN - STAVOREN - HEMELUMER OLDEPHAERT November 8.55 November 8.56 November 8.58 V 1 f HET DUITSCHE WEER MACHTSBERICHT. 17-53 17-52 17-5° DE NEOEliLANöSCHE LANDSTAND. DENK OM HET VERDUISTEREN. Zon onder: 12 13 14 Zon op: 12 13 14 Spreekuur burgemeester. De burgemeester van Sneek is wegens ambtelijke bezigheden verhinderd op 13 en 14 November spreekuur te houden. die in convooi voeren, onder meer een groote tankboot, met tezamen een inhoud van 38.000 b.r.t. tot zinken hebben ge bracht. Bij aanvallen aan het Kanaal en op West-Duitschland verloor het Britsche luchtwapen totaal 34 vliegtuigen. Winterhulp Nederland. Op 13 November ’s avonds te 7.30 uur precies, zal er te Sneek in Amicitia een openbare vergadering van de Winterhulp gehouden worden, waar de Provinciale Directeur, de heer L. Dekker en de Lande lijke Scholingsleider, de heer H. J. Surink, het woord zullen voeren. De Landstandpersdienst meldt: Alhoewel de verordening van den Rijiks- commissaris betreffende de oprichting van den Nederlandschen Landstand en de daar op gegeven toelichtingen zeer duidelijk zijn geweest, blijkt bij sommigen toch nog geen recht begrip omtrent het karakter van den Nederlandschen Landstand aanwezig te zijn. Hier en daar heerscht blijkbaar de meening. dat de Landstand een nieuwe boerenorgani satie is in den geest van de tot nog toe be staande, dus geboren uit het particulier initiatief van de een of andere groep van de boerenbevolking, waarvan men al dan niet, naar persoonlijk gevoelen, lid kan wor den. Artikel I van de Verordening 196/41 zegt in het eerste lid, dat de Nederlandsche Land stand is een openbaar lichaam in den zin van artikel 152 van de Grondwet. En lid 2 verklaart, dat de Nederlandsche Land stand verordenende bevoegdheid heeft in den zin van artikel 153 van de Grondwet. Dit artikel 152 is destijds in de Grondwet op genomen als de ontsluiting van de mogelijk heid in Nederland tot de zoo lang bepleite en verhoopte publiekrechlelijke bedrijfs-orga- nisatie te komen. Jarenlang is daarover ge schreven en gesproken, totdat eindelijk de Volksvertegenwoordiging in meerderheid er voor gewonnen was. Bij democratischen gang van zaken zou de uitvoering zeker ook in dit geval langen tijd, zoo niet jaren op zich hebben laten wachten, docli bij de snelle werkwijze, welke Wij mogen vast stellen, komt thans de ordening van onze ge- heele sociaal economische samenleving in een vlot tempo tot stand: Tot heil van de bedrijfsgroepen, die nu zelf voor een goed deel hun wel en wee in handen kunnen ne men. Wie zijn lid Landstand? Wie zijn nu lid van den Nederlandschen Landstand? Artikel 3 lid I van de Verordening zegt: Allen, die deel hebben aan het productief maken van den Nederlandschen bodem met inbegrip van binnen- en kustwateren. Een volgend lid betrekt tevens alle familieleden van voorgenoemden daarin. Dit zijn dus alle boeren met hunne gezinnen, alle vis schers met hun gezinnen, al degenen, die in min of meer verwijderd verband met boe ren en visschers te maken hebben. Het en kelvoudige feit dus, dat men boer is, dat men visscher is, doet iemand van nature tot den Landstand behooren. Hij is Nederlan der en daarnaast lid van den Landstand. Van zich al of niet aanmelden is dus geen sprake. Aan het boer-zijn zit onafscheidelijk de plicht lid van den Landstand te zijn. Op ander terrein geschiedt hetzelfde: men is thans eveneens reeds een heel eind gevor derd in de publiekrechtelijke ordening van het bedrijfsleven. Elk, die een bedrijf uit oefent, zal straks als uitvoerder van een be paald bedrijf van nature lid van zijn be drijfsgroep zijn. Zoo komen wij eindelijk tot die ordening van de maatschappelijke wereld, welke on ze knapste sociologen tientallen van jaren hebben bepleit, en welke voor zooveel betreft de Roomsch-Katholieke boeren en visschers in Pauselijke Encyclieken als de eenige juiste ordening van het chaoti sche maatschappelijke leven is aangegeven en welke ook door het Nederlandsche Epis copaat in zijn Mandement van 1933 is aan bevolen. Afrika niets van beteeekenis. Duitsche vliegtuigen hebben verdedigingswerken van Tobroek met goed gevolg aangevallen. Een Italiaansche duikboot, die onder be vel van kapitein-ter-zee Giuliano Prini ope reerde, heeft drie vijandelijke koopvaarders met een gezamenlijken inhoud van 25.000 ton tot zinken gebracht. Daarmede hebben onze duikbooten op den Atlantischen Oce aan meer dan 500.000 ton vijandelijke koopvaardijscheepsruimte in den grond ge boord. „TWEE WEEZEN”. In de Harmonie trad Zondagavond de Ned. Tooneelgroep op (o.d. leiding van Alb. Ger lach) met het vermaarde tooneelsluk „Twee weezen”. We hebben wel eens gemeend, dat de oude romantiek geen vat meer op het pu bliek heeft, dat stukken als „Twee wee zen” tot een tijdperk behooren, dat heelt afgedaan. HET ITALIAANSCHE WEERMACHTS BERICHT. ROME, 10 Nov. (Stefani). Het Italiaan sche weermachtsbericht luidt: Een onzer in de Middellansche Zee va rende convooien is in den nacht van 8 op 9 November aangevallen door een Britsch vlooteskader. De getroffen koopvaardijsche pen zijn na elkander gezonken. Van onze torpedojagers, die het convooi begeleidden en tot torpedoaanvallen overgingen, zijn er twee tot zinken gebracht. Een derde werd getroffen en keerde zonder ernstige schade in een haven terug. Een groot deel der schipbreukelingen is gered. Bij het aanbre ken van den dag vielen Italiaansche tor- pedovliegtuigen onder bevel van de eerste luitenants Ardito Christiani, Emilio Juzzo- lini en Adone Venturini de vijandelijke schepen aan. Zij troffen met twee torpedo’s een kruiser en met één een torpedojager. Voorts schoten zij twee vliegtuigen, die het vijandelijke eskader beschermden, neer. De vijand heeft luchtaanvallen gedaan op de Campagna en op Sicilië. Te Napels zijn 10 menschen om het leven gekomen en 25 gewond. Een vijandelijk vliegtuig werd door den afweer getroffen en stortte in zee. Te Messina zijn verscheidene personen ge wond. Belangrijk knooppunt Tichwin genomen. Hoofdkwartier van den Führer, 10 Nov. (D.N.B.). Het opperbevel van de weermacht maakt bekend: Op de Krim werden ten Oosten van Sebastopol en ten Westen van Kertsj taaien tgenstand biedende vijandelijke achterhoeden verder te rug gedreven. Krachtige luchtaan vallen werden bij dag en nacht op Sebastopol gericht. In olietanks en opslagplaatsen ontstonden bran den, die een grooten omvang aan namen. In de haven der zeevesting werden een Sovjet-kruiser en een groot koopvaardijschip door bom- treffers zwaar beschadigd. Tusschen Donetz en Wolga in de streek rondom Moskou ver nielde de luchtmacht een groot aantal transporttreinen der Sov jets. Sterke gevechtsvliegtuigfor- maties bestookten Moskou met bri sant- en brandbommen. Bij de tusschen het Ilmenmeer en het Ladogameer en voorbij Wol- tsjov gevoerde operaties hebben infanterie- en tankformaties, zooals reeds in een extra-bericht is ge meld, in den nacht van 8 op 9 No vember door een verrassenden aan val het belangrijke verkeersknoop punt Tichwin ingenomen. Talrijke gevangenen en een groote buit werden hierbij binnengebracht. De staf van het vierde Sovjetleger ontkwam slechts aan gevangenne ming door auto’s en belangrijke militaire documenten achter te la ten. In de gevechten aan dezen front sector werden sedert 16 October ongeveer 20.000 gevangenen bin nengebracht en 96 tanks, 179 ka nonnen, een pantsertrein en tal rijk ander oorlogsmateriaal buit gemaakt. Ongeveer 6000 mijnen werden opgeruimd. Het totale aantal bij den veld tocht in het Oosten binnengebrach te krijgsgevangenen is gestegen tot 3.632.000 man. Voor de Schotsche Oostkust boorde de luchtmacht in den nacht van 9 op 10 November een vracht schip van 2000 b.r.t. in den grond. Een ander handelsschip werd door bommen beschadigd. Stuka’s bom bardeerden aan dë Engelsche Zuidoostkust het havengebied van Margate. Uitgebreide branden en krachtige ontploffingen toonden de resultaten van den aanval aan. In Noord-Afrika vielen afdeelin- gen Duitsche gevechtsvliegtuigen, met goede uitwerking, Britsche steunpunten aan bij Mersa Matroe en kazematstellingen bij Tobroek. De vijand heeft in den afgeloo- pen nacht met vrij zwakke krachten bommen geworpen op eenige plaatsen in Noord-west-Duitsch- iand, in het bijzonder op woonwij ken in Hamburg. De burgerbevol king leed verliezen aan dooden en gewonden. Twee Britsche bommen werpers werden neergeschoten. De 1ste luitenant Lent behaalde zijn 20ste nachtjachtoverwinning. Churchill dreigt Japan. Naar het D.N.B. uit Stockholm meldt heeft Churchill in een rede gesproken van „pogingen van de Vereenigde Staten om den vrede in den Stillen Oceaan te bewa ren”. Zouden deze pogingen mislukken, zoo meende Churchill, dan maak ik van deze gelegenheid gebruik om te verklaren, dat voor het geval de Vereenigde Staten in een oorlog met Japan gewikkeld zou raken, de Britsche oorlogsverklaring binnen een uur zal volgen. De Britsche minister-president waarschuwde Japan voor het „zeer ge waagde avontuur” om zich nutteloos in een strijd tusschen de werelden te storten is de eenige, die gehoorzaam is geweest aan God. God gaf Christus over aan de machten van den afgrond. Als God ons verstoot begrijpen wij dat en moeten wij dat aanvaarden, dan hebben wij Hem slechts te loven, want wij weten: het is verdiend. Maar als God zijn Kind aan het Kruis brengt en doet lijden als geen ander op aarde geleden heeft, dan bespeuren wij als wij alleen daarnaar'zien, geen zin, begrijpen wij van dat lijden noch van God iets. Maar het Boek van het lijden van Christus heeft een vervolg, dat lijden is niet het laatste. De bijbel gaat verder en vertelt van Paschen; Jezus Christus is opgestaan uit de dooden. Van Paschen uit, krijgt Chris tus’ lijden zin. Nu is er triomf; de volle losprijs is betaald, de vrijbrief afgegeven. Dat is de zin van Christus’ lijden, de zin, welke niet wij er aan geven, maar God zelf, want óp Paschen zegt God: „Hij leeft en gij zult leven”. Het lijden van Christus was dus niet een lijden zonder meer, men mag het nooit vergelijken met het lijden van eenig mensch. Met Zijn zoenoffer redde Christus ons lichaam en onze ziel van de verdoemenis. De zin van het lijden van Christus kunnen wij zelf niet ontdekken, maar God wijst ons die zin aan, een zin die ons leert Hem te prijzen en te zeggen: Geloofd zij Jezus Christus, halleluja! Hierna ging de spreker voor in dankge bed, waarna nog gezamenlijk gezongen werd lied nr. 272 van den liederbundel van het N.J.V, Wijdingsavond Ned. Jongelingsverbond. J.l. Donderdag werd bovengenoemde avond in het Gebouw voor Chr. Belangen gehouden. Het publiek was in grooten ge tale opgekomen om te luisteren naar de sprekers de h.h. H. Gordeau, vice-voorzitter van het N.J.V. te Bussum en ds. J. N. de Ruiter van hier. Eerstgenoemde opende met het doen zingen van lied nr. 1 van de lieder bundel van het N.J.V., las uit Galatiers 4 2231 en ging voor in gebed, waarna gemeenschappelijke zang van lied nr. 98 .uit meergenoemden bundel volgde. Nadat de heer Gordeau enkele zakelijke mededee- lingen had gedaan, richtte hij zich tot een der beide nog levende oprichters van de afd. hier van het N.J.V., den heer Chr. Schotanus, dien spr. hartelijk gelukwensch- ite met zijn juist heden plaats hebbenden 74sten verjaardag. Het dameskoor „Bel Canto” zong vervolgens onder leiding van zijn dirigent, den heer IJ. S. Rusticus, een tweetal liederen. De heer Gordeau zeide alsnu, dat al 90 jaar lang over de wereld een gebedsweek voor jonge menschen wordt gehouden. Nu bidden weer honderd duizenden jonge menschen en nu in deze tijden dringt vooral de vraag daarbij naar voren: „Wat beteekent dat lijden toch alle maal? Wat wil al dat leed?” Het ontstaat op het moment dat er scheiding komt tus schen God en mensch, tusschen het licht van Gods lieflijke zon en het door tranen beneveld menschelijk oog. Een scheiding door den mensch en den duivel veroorzaakt. De les is: „Mensch probeer de scheiding te overwinnen, dan verdwijnt ook het leed weer”. Eén manier om dat te bereiken is het geweld, een andere echter troost te zoeken. En deze is alleen bij Jezus Christus te vinden. Wij zouden niet zoo wanhopig zijn, als wij niet altijd trachtten te zeggen: „het moet anders” en zelf trachtten den weg te wijzen, omdat men niet wil wach ten. Menigeen is ook in dezen tijd al klaar met zijn middel, zijn plaats en zijn tijd om verbetering te brengen. Zouden wij niet liever wachten op Gods middel, plaats en tijd? Het is niet noodig Gods bestuur te begrijpen, het eenig noodige is er in te ge- looven. Als spreker een strook uit een donkere partij van Rembrandt’s Nacht wacht zou kunnen knippen en zoo’n strook aan zijn publiek voorhouden en vragen wat het was, zou niemand het als een deel van de Nachtwacht herkennen. Welnu, God is vandaag den dag bezig zwart te schilde ren, hij heeft een donkere partij in de menschheidsgeschiedenis onder handen, Straks zal men zien dat die donkere partij de contouren van zijn Heerlijkheid slechts te lichtender zal doen uitkomen. Alles ligt tenslotte rustig in Gods groote hand, mis schien is er nog veel leed en lijden voor ons weggelegd, maar laat Hem rustig be sturen, eens zal Hij ’t goed met ons maken. Als wij dat werkelijk gelooven en beleven, zullen ook wij rustig zijn. Nadat gemeenschappelijk gezongen was nr. 155 van den liederbundel, zong „Bel Canto” opnieuw een tweetal liederen. Ds. ilj. N. de Ruiter spreekt dan over den zin van het lijden van Christus. Zijn geheele leven stond onder de signatuur van het lij den. Men heeft het scherpe en wreede er wel af willen nemen en slechts een harmo nisch leven willen zien, een sterke held, maar Gods Woord leert ons dieper zien, Christus’ leven was vol teleurstelling. Hij werd misverstaan door zijn jongeren, ge haat door velen, het was één lijden te Bethlehem begonnen, eindigend op Golgo- itha. Heeft dat lijden nu zin voor ons? Er zijn toch ook vele anderen die leden, en vaak zegt men dan: deze zijn voor het on geluk geboren. Is Christus dan ook daar voor geboren? Hier moeten wij goed onder scheiden. Christus is Zoon van God, wij daarentegen zijn afvallige Adamskinderen, die straffen verdiend hebben. Hij, Christus Het bleek niet zoo te zijn. De Harmonie was goed bezet met een publiek, dat met volle aandacht de acht tooneeien volgde, waarin de lotgevallen van de „twee weezen” worden uitgebeeld. Lielde, haat, list, ver raad, schuld, onschuld, die beurtelings op en neer duiken en die bij een rijke costu- ineering en enkele heel goede decors, het publiek bevangen houden. Werd er over het geiieel zeer goed ge speeld in het bijzonder kan dit worden ge zegd van de 88-jarige mevrouw E. Vink, die de rol van madame Frochard speelde, met een vuur, dat men niet achter een vrouw van deze respectabele leeftijd zou hebben gezocht. Het heeft haar én de an dere spelers, dan ook niet aan hartelijk ap plaus ontbroken. G., Smit. UIT VORIGE DUITSCHE WEERMACHTSBERICHTEN. In het weermachtsbericht van 8 No vember wordt o.a. meegedeeld dat de vijand 's nachts op vele plaatsen Duitsch rijksgebied binnenvloog. Door bommen op woonwijken, o.a. ook in de rijkshoofdstad, leed de burgerbevolking geringe verliezen aan dooden en gewonden. De aangerichte schade is van geen belang. Daartegenover heeft het Britsche luchtwapen zware verlie zen geleden: 27 van de aanvallende bom menwerpers vielen aan de Duitsche afweer ten offer. Op den Atlantischen Oceaan hebben duikbooten vier vijandelijke koopvaarders met tezamen 28.000 b.r.t. tot zinken ge bracht. Het weermachtsbericht van 9 Novem ber meldt o.a.: op de Krim hebben de Duitsche en Roem&ensche troepen de ver volging van den verslagen vijand langs de Zuidkust en op het schiereiland Kertsj met succes voortgezet, Jalta werd ingenomen. Voorts wordt meegedeeld dat gevechts vliegtuigen voor de oostkust van Engeland eu ikhuiiand .6 viiandalüke koopvaarders. onbenullig, zoo verklaarde hij, dan dat hij zich met dergelijke kinderachtigheden en domheden ernstig zou kunnen bezighouden. Het interesseerde hem niet welke soorten godsdiensten er op de wereld bestaan en hoe de volkeren zich tot deze godsdiensten verhouden. In het Duitsche rijk kan een ieder volgens onze opvatting op zijn eigen manier zalig worden. De Führer wees hier bij op ’n verschil tusschen Duitschland en de Ver. Staten, t.w., dat in Duitschland de kerken bijna negen millioen R.M. van den staat krijgen, terwijl haar in Amerika van staatswege niets gewordt. In Duitsch-, land is ook nooit een priester wegens ge loofsdogma’s vervolgd. De Führer vestigde vervolgens zijn aan dacht op de Sovjet Unie en zei, dat de Duitsche soldaten in een land, waar de vruchtbaarheid zoo maar uit de aarde op welt, in een land, waar met een fractie van het werk, dat bij ons verricht moet wor den, een veelvoud aan opbrengst kan wor den bereikt, hebben gezien, dat de men- schen daar ternauwernood zooveel bezit ten, dat zij ook slechts een pan hun eigen dom kunnen noemen, dat zij in ellendige hutten wonen, verkommerd, onder onge dierte en vuil. In het Sovjet-paradijs be staat werkelijk het misérabelste slavendom, dat deze wereld ooit heeft gezien, mil- lioenen benauwde, onderdrukte, verkom merde menschen, half verhongerd. Daarbo ven staat dan een regime van commissaris sen, voor negentig procent van joodsche afkomst, dat dezen geheelen troep slaven dirigeert. Het zal voor Europa een ware verlossing zijn als niet alleen dit gevaar verdwijnt, maar ook de vruchtbaarheid van deze streken ten goede komt aan heel Europa. Dat is een geweldige taak, die ons is gesteld. Wij hebben een doel. Dit omvat dit continent, primair ons vaderland, maar daarenboven ook allen, die in eenzelfden Rijkskanselier Adolf Hitler heeft ook dit jaar, aan den vooravond van den negen den November in den Löwenbraukeller te München een rede gehouden tot de oude strijdmakkers van de nationaal-socialistische beweging. In die rede schetste hij de politieke en militaire situatie van het oogenblik, waarbij hij uiteraard in het bijzonder stilstond bij de jongste ontwikkeling door den strijd tegen de Sovjet-Unie en verder bij de hou ding van de Vereenigde Staten. Den strijd tegen de bolsjewisten karakte riseerde de Fünrer als een worsteling, die niet alleen voor Duitschland, maar voor geheel Europa een strijd is om het zijn of niet zijn. Bij den veldtocht in het Oosten spelen prestige-overwegmgen geen rol; het gaat om de vernietiging van ue vijandelijke strijdkrachten en in de tweede plaats om de bezetting van de bewapenings- en voed- selbases van den vijand. 3.6 Millioen bolsjewisten zijn krijgsge vangen gemaakt. Volgens de ervaringen uit den wereldoorlog komen 3.6 millioen ge vangenen minstens met hetzelfde aantal ge sneuvelden overeen. Aannemende, dat op één gesneuvelde, drie tot vier gewonden voorkomen, aldus Hitler, dan volgt hieruit een volstrekt verlies van 8 tot 10 millioen man, afgezien van de lichtgewonden. Geen leger ter wereld kan zich daarvan herstel len. Verder is tot dusverre een gebied -van 1.670.000 K.M.2 bezet, derhalve een op pervlakte van ongeveer vijfmaal de grootte van Engeland. In dit gebied liggen onge veer 60 tot 75 pct. van alle industrieën en grondstofgebieden, welke de Sovjet Unie bezit. In net bijzonder beschreef Hitler de situatie bij Leningrad: de stad is ingeslo ten, niemand zal haar meer bevrijden, zij nood leven als wij. En dan ben ik de over valt in ónze handen. Daarnaast wees de Führer er op, dat de weermacht ook in het Westen overal vol doende strijdkrachten heeft om te allen tijde paraat te zijn. De beweringen der vijandelijke propa ganda over de mogelijkheid van onlusten en opstanden in Duitschland en de bezette gebieden noemde Adolf Hitler absurd. Al les is denkbaar, slechts één ding niet, n.l. dat Duitschland ooit zal capituleeren. De strijd kan duren zoolang hij wil, maar het laatste bataljon op dit slagveld zal een Duitsch bataljon zijn. Ten aanzien van Amerika merkte de Führer op: president Roosevelt heeft zijn schepen bevel gegeven te schieten, zoodra zij Duitsche schepen zien. Ik heb den Duit- schen schepen bevolen, wanneer zij Ame- rikaansche zien, er niet op te schieten, maar zich te verweren, zoodra zij geatta queerd worden. In korte, scherpe bewoordingen wees Hitler de vervalschmgen van de hand, die Roosevelt heeft samengeflanst met zijn landkaart over z.g. Duitsche plannen tot verdeeling van Zuid-Amerika. De Führer kenmerkte dit alles als de domste verval- schingen. Ook de bewering, dat Duitsch- land alle godsdiensten wil oplossen is te tuiging toegedaan, dat dit continent niet het tweede van de wereld zal zijn, maar dat het evenals voorheen het eerste zal blij ven. En als de heer Willkie verklaart, dat er slechts twee mogelijkheden zijn, name lijk, dat Berlijn of Washington de hoofd stad der wereld wordt, dan kan ik slechts zeggen: Berlijn wil in het geheel niet de hoofdstad der wereld zijn en Washington zal het nooit worden. Ten aanzien van de bewapening zeide Hitler: Ik spreek niet van getallen, doch wijs slechts op dit eene: U zult u verbazen over datgene, waarmede wij op zekeren dag zullen komen. De Führer eindigde: Wij kunnen aan het einde van dit jaar wel zeggen, dat door het front van Duitschland en zijn bondgenooten het grootste gevaar reeds is afgewend. In dezen tijd wordt over het lot van Europa in de eerstvolgende duizend jaren beslist. Tot slot herdacht de Führer de gesneu velden, inzonderheid de dooden van den wereldoorlog. Het uur zal komen, zoo ver klaarde Hitler, dat wij ons voor de graven der gesneuvelden uit den grooten oorlog opstellen en kunnen zeggen: kameraden, ook gij zijt niet tevergeefs gevallen. Gij hebt toch gezegevierd.” SNEEKER NIEUWSBLAD Hoofdred. L. KIEZEBRINK VERSCHIJNT: DINSDAGS- EN VRIJDAGSAVONDS Phv-v- Hoofdredacteur C. SMIT, Bloemstraat 31 Sneek Kloosterstraat 17 Sneek Men is verplicht te verduisteren van zons ondergang tot zonsopgang.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1941 | | pagina 1