Hitler spreekt te München
NIEUWSTIJDINGEN.
Met Duitschland tegen
het bolsjewisme
Duitschland strijdt voor
Europa.
Ie Jaargang
No. 8.
NOORD WOLDE.
en
4
-
DINSDAG 11 NOVEMBER 1941
November
November
November
Bureau
Grootzand 55, Sneek
Tel. 3005
Uitgave
firma’s E.J. Drijfhout
en (iezebrink Co.
Aan de landfrpnten in Noord- en Oost-
waarin vereenigdt DRIJFHOUT’s NIEUWSBLAD, 38e Jaargang, en NIEUWE SNEEKER COURANT en SNEEKER COURANT, 82e Jaargang
Officieel Orgaan van de gemeenten: SNEEK - WYMBRITSERADEEL - IJLST - HINDELOOPEN - STAVOREN - HEMELUMER OLDEPHAERT
November 8.55
November 8.56
November 8.58
V
1
f
HET DUITSCHE WEER
MACHTSBERICHT.
17-53
17-52
17-5°
DE NEOEliLANöSCHE
LANDSTAND.
DENK OM HET VERDUISTEREN.
Zon onder:
12
13
14
Zon op:
12
13
14
Spreekuur burgemeester.
De burgemeester van Sneek is wegens
ambtelijke bezigheden verhinderd op 13 en
14 November spreekuur te houden.
die in convooi voeren, onder meer een
groote tankboot, met tezamen een inhoud
van 38.000 b.r.t. tot zinken hebben ge
bracht. Bij aanvallen aan het Kanaal en
op West-Duitschland verloor het Britsche
luchtwapen totaal 34 vliegtuigen.
Winterhulp Nederland.
Op 13 November ’s avonds te 7.30 uur
precies, zal er te Sneek in Amicitia een
openbare vergadering van de Winterhulp
gehouden worden, waar de Provinciale
Directeur, de heer L. Dekker en de Lande
lijke Scholingsleider, de heer H. J. Surink,
het woord zullen voeren.
De Landstandpersdienst meldt:
Alhoewel de verordening van den Rijiks-
commissaris betreffende de oprichting van
den Nederlandschen Landstand en de daar
op gegeven toelichtingen zeer duidelijk zijn
geweest, blijkt bij sommigen toch nog geen
recht begrip omtrent het karakter van den
Nederlandschen Landstand aanwezig te zijn.
Hier en daar heerscht blijkbaar de meening.
dat de Landstand een nieuwe boerenorgani
satie is in den geest van de tot nog toe be
staande, dus geboren uit het particulier
initiatief van de een of andere groep van
de boerenbevolking, waarvan men al dan
niet, naar persoonlijk gevoelen, lid kan wor
den.
Artikel I van de Verordening 196/41 zegt
in het eerste lid, dat de Nederlandsche Land
stand is een openbaar lichaam in den zin
van artikel 152 van de Grondwet. En lid
2 verklaart, dat de Nederlandsche Land
stand verordenende bevoegdheid heeft in den
zin van artikel 153 van de Grondwet. Dit
artikel 152 is destijds in de Grondwet op
genomen als de ontsluiting van de mogelijk
heid in Nederland tot de zoo lang bepleite
en verhoopte publiekrechlelijke bedrijfs-orga-
nisatie te komen. Jarenlang is daarover ge
schreven en gesproken, totdat eindelijk de
Volksvertegenwoordiging in meerderheid er
voor gewonnen was. Bij democratischen gang
van zaken zou de uitvoering zeker ook
in dit geval langen tijd, zoo niet jaren op
zich hebben laten wachten, docli bij de
snelle werkwijze, welke Wij mogen vast
stellen, komt thans de ordening van onze ge-
heele sociaal economische samenleving in
een vlot tempo tot stand: Tot heil van de
bedrijfsgroepen, die nu zelf voor een goed
deel hun wel en wee in handen kunnen ne
men.
Wie zijn lid Landstand?
Wie zijn nu lid van den Nederlandschen
Landstand?
Artikel 3 lid I van de Verordening zegt:
Allen, die deel hebben aan het productief
maken van den Nederlandschen bodem met
inbegrip van binnen- en kustwateren. Een
volgend lid betrekt tevens alle familieleden
van voorgenoemden daarin. Dit zijn dus
alle boeren met hunne gezinnen, alle vis
schers met hun gezinnen, al degenen, die in
min of meer verwijderd verband met boe
ren en visschers te maken hebben. Het en
kelvoudige feit dus, dat men boer is, dat
men visscher is, doet iemand van nature
tot den Landstand behooren. Hij is Nederlan
der en daarnaast lid van den Landstand. Van
zich al of niet aanmelden is dus geen sprake.
Aan het boer-zijn zit onafscheidelijk de
plicht lid van den Landstand te zijn.
Op ander terrein geschiedt hetzelfde: men
is thans eveneens reeds een heel eind gevor
derd in de publiekrechtelijke ordening van
het bedrijfsleven. Elk, die een bedrijf uit
oefent, zal straks als uitvoerder van een be
paald bedrijf van nature lid van zijn be
drijfsgroep zijn.
Zoo komen wij eindelijk tot die ordening
van de maatschappelijke wereld, welke on
ze knapste sociologen tientallen van jaren
hebben bepleit, en welke voor zooveel
betreft de Roomsch-Katholieke boeren en
visschers in Pauselijke Encyclieken als
de eenige juiste ordening van het chaoti
sche maatschappelijke leven is aangegeven
en welke ook door het Nederlandsche Epis
copaat in zijn Mandement van 1933 is aan
bevolen.
Afrika niets van beteeekenis. Duitsche
vliegtuigen hebben verdedigingswerken van
Tobroek met goed gevolg aangevallen.
Een Italiaansche duikboot, die onder be
vel van kapitein-ter-zee Giuliano Prini ope
reerde, heeft drie vijandelijke koopvaarders
met een gezamenlijken inhoud van 25.000
ton tot zinken gebracht. Daarmede hebben
onze duikbooten op den Atlantischen Oce
aan meer dan 500.000 ton vijandelijke
koopvaardijscheepsruimte in den grond ge
boord.
„TWEE WEEZEN”.
In de Harmonie trad Zondagavond de Ned.
Tooneelgroep op (o.d. leiding van Alb. Ger
lach) met het vermaarde tooneelsluk „Twee
weezen”.
We hebben wel eens gemeend, dat de
oude romantiek geen vat meer op het pu
bliek heeft, dat stukken als „Twee wee
zen” tot een tijdperk behooren, dat heelt
afgedaan.
HET ITALIAANSCHE WEERMACHTS
BERICHT.
ROME, 10 Nov. (Stefani). Het Italiaan
sche weermachtsbericht luidt:
Een onzer in de Middellansche Zee va
rende convooien is in den nacht van 8 op 9
November aangevallen door een Britsch
vlooteskader. De getroffen koopvaardijsche
pen zijn na elkander gezonken. Van onze
torpedojagers, die het convooi begeleidden
en tot torpedoaanvallen overgingen, zijn er
twee tot zinken gebracht. Een derde werd
getroffen en keerde zonder ernstige schade
in een haven terug. Een groot deel der
schipbreukelingen is gered. Bij het aanbre
ken van den dag vielen Italiaansche tor-
pedovliegtuigen onder bevel van de eerste
luitenants Ardito Christiani, Emilio Juzzo-
lini en Adone Venturini de vijandelijke
schepen aan. Zij troffen met twee torpedo’s
een kruiser en met één een torpedojager.
Voorts schoten zij twee vliegtuigen, die het
vijandelijke eskader beschermden, neer.
De vijand heeft luchtaanvallen gedaan op
de Campagna en op Sicilië. Te Napels zijn
10 menschen om het leven gekomen en 25
gewond. Een vijandelijk vliegtuig werd
door den afweer getroffen en stortte in zee.
Te Messina zijn verscheidene personen ge
wond.
Belangrijk knooppunt Tichwin
genomen.
Hoofdkwartier van den Führer,
10 Nov. (D.N.B.). Het opperbevel
van de weermacht maakt bekend:
Op de Krim werden ten Oosten
van Sebastopol en ten Westen van
Kertsj taaien tgenstand biedende
vijandelijke achterhoeden verder te
rug gedreven. Krachtige luchtaan
vallen werden bij dag en nacht op
Sebastopol gericht. In olietanks en
opslagplaatsen ontstonden bran
den, die een grooten omvang aan
namen. In de haven der zeevesting
werden een Sovjet-kruiser en een
groot koopvaardijschip door bom-
treffers zwaar beschadigd.
Tusschen Donetz en Wolga
in de streek rondom Moskou ver
nielde de luchtmacht een groot
aantal transporttreinen der Sov
jets. Sterke gevechtsvliegtuigfor-
maties bestookten Moskou met bri
sant- en brandbommen.
Bij de tusschen het Ilmenmeer
en het Ladogameer en voorbij Wol-
tsjov gevoerde operaties hebben
infanterie- en tankformaties, zooals
reeds in een extra-bericht is ge
meld, in den nacht van 8 op 9 No
vember door een verrassenden aan
val het belangrijke verkeersknoop
punt Tichwin ingenomen. Talrijke
gevangenen en een groote buit
werden hierbij binnengebracht. De
staf van het vierde Sovjetleger
ontkwam slechts aan gevangenne
ming door auto’s en belangrijke
militaire documenten achter te la
ten.
In de gevechten aan dezen front
sector werden sedert 16 October
ongeveer 20.000 gevangenen bin
nengebracht en 96 tanks, 179 ka
nonnen, een pantsertrein en tal
rijk ander oorlogsmateriaal buit
gemaakt. Ongeveer 6000 mijnen
werden opgeruimd.
Het totale aantal bij den veld
tocht in het Oosten binnengebrach
te krijgsgevangenen is gestegen tot
3.632.000 man.
Voor de Schotsche Oostkust
boorde de luchtmacht in den nacht
van 9 op 10 November een vracht
schip van 2000 b.r.t. in den grond.
Een ander handelsschip werd door
bommen beschadigd. Stuka’s bom
bardeerden aan dë Engelsche
Zuidoostkust het havengebied van
Margate. Uitgebreide branden en
krachtige ontploffingen toonden
de resultaten van den aanval aan.
In Noord-Afrika vielen afdeelin-
gen Duitsche gevechtsvliegtuigen,
met goede uitwerking, Britsche
steunpunten aan bij Mersa Matroe
en kazematstellingen bij Tobroek.
De vijand heeft in den afgeloo-
pen nacht met vrij zwakke krachten
bommen geworpen op eenige
plaatsen in Noord-west-Duitsch-
iand, in het bijzonder op woonwij
ken in Hamburg. De burgerbevol
king leed verliezen aan dooden en
gewonden. Twee Britsche bommen
werpers werden neergeschoten.
De 1ste luitenant Lent behaalde
zijn 20ste nachtjachtoverwinning.
Churchill dreigt Japan.
Naar het D.N.B. uit Stockholm meldt
heeft Churchill in een rede gesproken van
„pogingen van de Vereenigde Staten om
den vrede in den Stillen Oceaan te bewa
ren”. Zouden deze pogingen mislukken, zoo
meende Churchill, dan maak ik van deze
gelegenheid gebruik om te verklaren, dat
voor het geval de Vereenigde Staten in een
oorlog met Japan gewikkeld zou raken, de
Britsche oorlogsverklaring binnen een uur
zal volgen. De Britsche minister-president
waarschuwde Japan voor het „zeer ge
waagde avontuur” om zich nutteloos in een
strijd tusschen de werelden te storten
is de eenige, die gehoorzaam is geweest
aan God. God gaf Christus over aan de
machten van den afgrond. Als God ons
verstoot begrijpen wij dat en moeten wij dat
aanvaarden, dan hebben wij Hem slechts
te loven, want wij weten: het is verdiend.
Maar als God zijn Kind aan het Kruis
brengt en doet lijden als geen ander op
aarde geleden heeft, dan bespeuren wij als
wij alleen daarnaar'zien, geen zin, begrijpen
wij van dat lijden noch van God iets. Maar
het Boek van het lijden van Christus heeft
een vervolg, dat lijden is niet het laatste.
De bijbel gaat verder en vertelt van
Paschen; Jezus Christus is opgestaan uit
de dooden. Van Paschen uit, krijgt Chris
tus’ lijden zin. Nu is er triomf; de volle
losprijs is betaald, de vrijbrief afgegeven.
Dat is de zin van Christus’ lijden, de zin,
welke niet wij er aan geven, maar God zelf,
want óp Paschen zegt God: „Hij leeft en
gij zult leven”. Het lijden van Christus was
dus niet een lijden zonder meer, men mag
het nooit vergelijken met het lijden van
eenig mensch. Met Zijn zoenoffer redde
Christus ons lichaam en onze ziel van de
verdoemenis. De zin van het lijden van
Christus kunnen wij zelf niet ontdekken,
maar God wijst ons die zin aan, een zin
die ons leert Hem te prijzen en te zeggen:
Geloofd zij Jezus Christus, halleluja!
Hierna ging de spreker voor in dankge
bed, waarna nog gezamenlijk gezongen
werd lied nr. 272 van den liederbundel
van het N.J.V,
Wijdingsavond Ned. Jongelingsverbond.
J.l. Donderdag werd bovengenoemde
avond in het Gebouw voor Chr. Belangen
gehouden. Het publiek was in grooten ge
tale opgekomen om te luisteren naar de
sprekers de h.h. H. Gordeau, vice-voorzitter
van het N.J.V. te Bussum en ds. J. N. de
Ruiter van hier. Eerstgenoemde opende met
het doen zingen van lied nr. 1 van de lieder
bundel van het N.J.V., las uit Galatiers
4 2231 en ging voor in gebed, waarna
gemeenschappelijke zang van lied nr. 98
.uit meergenoemden bundel volgde. Nadat
de heer Gordeau enkele zakelijke mededee-
lingen had gedaan, richtte hij zich tot een
der beide nog levende oprichters van de
afd. hier van het N.J.V., den heer Chr.
Schotanus, dien spr. hartelijk gelukwensch-
ite met zijn juist heden plaats hebbenden
74sten verjaardag. Het dameskoor „Bel
Canto” zong vervolgens onder leiding van
zijn dirigent, den heer IJ. S. Rusticus, een
tweetal liederen. De heer Gordeau zeide
alsnu, dat al 90 jaar lang over de wereld
een gebedsweek voor jonge menschen
wordt gehouden. Nu bidden weer honderd
duizenden jonge menschen en nu in deze
tijden dringt vooral de vraag daarbij naar
voren: „Wat beteekent dat lijden toch alle
maal? Wat wil al dat leed?” Het ontstaat
op het moment dat er scheiding komt tus
schen God en mensch, tusschen het licht
van Gods lieflijke zon en het door tranen
beneveld menschelijk oog. Een scheiding
door den mensch en den duivel veroorzaakt.
De les is: „Mensch probeer de scheiding
te overwinnen, dan verdwijnt ook het leed
weer”. Eén manier om dat te bereiken is
het geweld, een andere echter troost te
zoeken. En deze is alleen bij Jezus Christus
te vinden. Wij zouden niet zoo wanhopig
zijn, als wij niet altijd trachtten te zeggen:
„het moet anders” en zelf trachtten den
weg te wijzen, omdat men niet wil wach
ten. Menigeen is ook in dezen tijd al klaar
met zijn middel, zijn plaats en zijn tijd om
verbetering te brengen. Zouden wij niet
liever wachten op Gods middel, plaats en
tijd? Het is niet noodig Gods bestuur te
begrijpen, het eenig noodige is er in te ge-
looven. Als spreker een strook uit een
donkere partij van Rembrandt’s Nacht
wacht zou kunnen knippen en zoo’n strook
aan zijn publiek voorhouden en vragen wat
het was, zou niemand het als een deel van
de Nachtwacht herkennen. Welnu, God is
vandaag den dag bezig zwart te schilde
ren, hij heeft een donkere partij in de
menschheidsgeschiedenis onder handen,
Straks zal men zien dat die donkere partij
de contouren van zijn Heerlijkheid slechts
te lichtender zal doen uitkomen. Alles ligt
tenslotte rustig in Gods groote hand, mis
schien is er nog veel leed en lijden voor
ons weggelegd, maar laat Hem rustig be
sturen, eens zal Hij ’t goed met ons maken.
Als wij dat werkelijk gelooven en beleven,
zullen ook wij rustig zijn.
Nadat gemeenschappelijk gezongen was
nr. 155 van den liederbundel, zong „Bel
Canto” opnieuw een tweetal liederen. Ds.
ilj. N. de Ruiter spreekt dan over den zin
van het lijden van Christus. Zijn geheele
leven stond onder de signatuur van het lij
den. Men heeft het scherpe en wreede er
wel af willen nemen en slechts een harmo
nisch leven willen zien, een sterke held,
maar Gods Woord leert ons dieper zien,
Christus’ leven was vol teleurstelling. Hij
werd misverstaan door zijn jongeren, ge
haat door velen, het was één lijden te
Bethlehem begonnen, eindigend op Golgo-
itha. Heeft dat lijden nu zin voor ons? Er
zijn toch ook vele anderen die leden, en
vaak zegt men dan: deze zijn voor het on
geluk geboren. Is Christus dan ook daar
voor geboren? Hier moeten wij goed onder
scheiden. Christus is Zoon van God, wij
daarentegen zijn afvallige Adamskinderen,
die straffen verdiend hebben. Hij, Christus
Het bleek niet zoo te zijn. De Harmonie
was goed bezet met een publiek, dat met
volle aandacht de acht tooneeien volgde,
waarin de lotgevallen van de „twee weezen”
worden uitgebeeld. Lielde, haat, list, ver
raad, schuld, onschuld, die beurtelings op
en neer duiken en die bij een rijke costu-
ineering en enkele heel goede decors, het
publiek bevangen houden.
Werd er over het geiieel zeer goed ge
speeld in het bijzonder kan dit worden ge
zegd van de 88-jarige mevrouw E. Vink,
die de rol van madame Frochard speelde,
met een vuur, dat men niet achter een
vrouw van deze respectabele leeftijd zou
hebben gezocht. Het heeft haar én de an
dere spelers, dan ook niet aan hartelijk ap
plaus ontbroken. G., Smit.
UIT VORIGE DUITSCHE
WEERMACHTSBERICHTEN.
In het weermachtsbericht van 8 No
vember wordt o.a. meegedeeld dat de
vijand 's nachts op vele plaatsen Duitsch
rijksgebied binnenvloog. Door bommen op
woonwijken, o.a. ook in de rijkshoofdstad,
leed de burgerbevolking geringe verliezen
aan dooden en gewonden. De aangerichte
schade is van geen belang. Daartegenover
heeft het Britsche luchtwapen zware verlie
zen geleden: 27 van de aanvallende bom
menwerpers vielen aan de Duitsche afweer
ten offer.
Op den Atlantischen Oceaan hebben
duikbooten vier vijandelijke koopvaarders
met tezamen 28.000 b.r.t. tot zinken ge
bracht.
Het weermachtsbericht van 9 Novem
ber meldt o.a.: op de Krim hebben de
Duitsche en Roem&ensche troepen de ver
volging van den verslagen vijand langs de
Zuidkust en op het schiereiland Kertsj met
succes voortgezet, Jalta werd ingenomen.
Voorts wordt meegedeeld dat gevechts
vliegtuigen voor de oostkust van Engeland
eu ikhuiiand .6 viiandalüke koopvaarders.
onbenullig, zoo verklaarde hij, dan dat hij
zich met dergelijke kinderachtigheden en
domheden ernstig zou kunnen bezighouden.
Het interesseerde hem niet welke soorten
godsdiensten er op de wereld bestaan en
hoe de volkeren zich tot deze godsdiensten
verhouden. In het Duitsche rijk kan een
ieder volgens onze opvatting op zijn eigen
manier zalig worden. De Führer wees hier
bij op ’n verschil tusschen Duitschland en
de Ver. Staten, t.w., dat in Duitschland
de kerken bijna negen millioen R.M. van
den staat krijgen, terwijl haar in Amerika
van staatswege niets gewordt. In Duitsch-,
land is ook nooit een priester wegens ge
loofsdogma’s vervolgd.
De Führer vestigde vervolgens zijn aan
dacht op de Sovjet Unie en zei, dat de
Duitsche soldaten in een land, waar de
vruchtbaarheid zoo maar uit de aarde op
welt, in een land, waar met een fractie van
het werk, dat bij ons verricht moet wor
den, een veelvoud aan opbrengst kan wor
den bereikt, hebben gezien, dat de men-
schen daar ternauwernood zooveel bezit
ten, dat zij ook slechts een pan hun eigen
dom kunnen noemen, dat zij in ellendige
hutten wonen, verkommerd, onder onge
dierte en vuil. In het Sovjet-paradijs be
staat werkelijk het misérabelste slavendom,
dat deze wereld ooit heeft gezien, mil-
lioenen benauwde, onderdrukte, verkom
merde menschen, half verhongerd. Daarbo
ven staat dan een regime van commissaris
sen, voor negentig procent van joodsche
afkomst, dat dezen geheelen troep slaven
dirigeert. Het zal voor Europa een ware
verlossing zijn als niet alleen dit gevaar
verdwijnt, maar ook de vruchtbaarheid van
deze streken ten goede komt aan heel
Europa. Dat is een geweldige taak, die ons
is gesteld. Wij hebben een doel. Dit omvat
dit continent, primair ons vaderland, maar
daarenboven ook allen, die in eenzelfden
Rijkskanselier Adolf Hitler heeft ook
dit jaar, aan den vooravond van den negen
den November in den Löwenbraukeller te
München een rede gehouden tot de oude
strijdmakkers van de nationaal-socialistische
beweging.
In die rede schetste hij de politieke en
militaire situatie van het oogenblik, waarbij
hij uiteraard in het bijzonder stilstond bij
de jongste ontwikkeling door den strijd
tegen de Sovjet-Unie en verder bij de hou
ding van de Vereenigde Staten.
Den strijd tegen de bolsjewisten karakte
riseerde de Fünrer als een worsteling, die
niet alleen voor Duitschland, maar voor
geheel Europa een strijd is om het zijn of
niet zijn. Bij den veldtocht in het Oosten
spelen prestige-overwegmgen geen rol; het
gaat om de vernietiging van ue vijandelijke
strijdkrachten en in de tweede plaats om
de bezetting van de bewapenings- en voed-
selbases van den vijand.
3.6 Millioen bolsjewisten zijn krijgsge
vangen gemaakt. Volgens de ervaringen uit
den wereldoorlog komen 3.6 millioen ge
vangenen minstens met hetzelfde aantal ge
sneuvelden overeen. Aannemende, dat op
één gesneuvelde, drie tot vier gewonden
voorkomen, aldus Hitler, dan volgt hieruit
een volstrekt verlies van 8 tot 10 millioen
man, afgezien van de lichtgewonden. Geen
leger ter wereld kan zich daarvan herstel
len. Verder is tot dusverre een gebied -van
1.670.000 K.M.2 bezet, derhalve een op
pervlakte van ongeveer vijfmaal de grootte
van Engeland. In dit gebied liggen onge
veer 60 tot 75 pct. van alle industrieën en
grondstofgebieden, welke de Sovjet Unie
bezit. In net bijzonder beschreef Hitler de
situatie bij Leningrad: de stad is ingeslo
ten, niemand zal haar meer bevrijden, zij nood leven als wij. En dan ben ik de over
valt in ónze handen.
Daarnaast wees de Führer er op, dat de
weermacht ook in het Westen overal vol
doende strijdkrachten heeft om te allen
tijde paraat te zijn.
De beweringen der vijandelijke propa
ganda over de mogelijkheid van onlusten
en opstanden in Duitschland en de bezette
gebieden noemde Adolf Hitler absurd. Al
les is denkbaar, slechts één ding niet, n.l.
dat Duitschland ooit zal capituleeren. De
strijd kan duren zoolang hij wil, maar het
laatste bataljon op dit slagveld zal een
Duitsch bataljon zijn.
Ten aanzien van Amerika merkte de
Führer op: president Roosevelt heeft zijn
schepen bevel gegeven te schieten, zoodra
zij Duitsche schepen zien. Ik heb den Duit-
schen schepen bevolen, wanneer zij Ame-
rikaansche zien, er niet op te schieten,
maar zich te verweren, zoodra zij geatta
queerd worden.
In korte, scherpe bewoordingen wees
Hitler de vervalschmgen van de hand, die
Roosevelt heeft samengeflanst met zijn
landkaart over z.g. Duitsche plannen tot
verdeeling van Zuid-Amerika. De Führer
kenmerkte dit alles als de domste verval-
schingen. Ook de bewering, dat Duitsch-
land alle godsdiensten wil oplossen is te
tuiging toegedaan, dat dit continent niet
het tweede van de wereld zal zijn, maar
dat het evenals voorheen het eerste zal blij
ven. En als de heer Willkie verklaart, dat
er slechts twee mogelijkheden zijn, name
lijk, dat Berlijn of Washington de hoofd
stad der wereld wordt, dan kan ik slechts
zeggen: Berlijn wil in het geheel niet de
hoofdstad der wereld zijn en Washington
zal het nooit worden.
Ten aanzien van de bewapening zeide
Hitler: Ik spreek niet van getallen, doch
wijs slechts op dit eene: U zult u verbazen
over datgene, waarmede wij op zekeren dag
zullen komen.
De Führer eindigde: Wij kunnen aan
het einde van dit jaar wel zeggen, dat
door het front van Duitschland en zijn
bondgenooten het grootste gevaar reeds is
afgewend. In dezen tijd wordt over het
lot van Europa in de eerstvolgende duizend
jaren beslist.
Tot slot herdacht de Führer de gesneu
velden, inzonderheid de dooden van den
wereldoorlog. Het uur zal komen, zoo ver
klaarde Hitler, dat wij ons voor de graven
der gesneuvelden uit den grooten oorlog
opstellen en kunnen zeggen: kameraden,
ook gij zijt niet tevergeefs gevallen. Gij
hebt toch gezegevierd.”
SNEEKER NIEUWSBLAD
Hoofdred. L. KIEZEBRINK VERSCHIJNT: DINSDAGS- EN VRIJDAGSAVONDS Phv-v- Hoofdredacteur C. SMIT,
Bloemstraat 31 Sneek Kloosterstraat 17 Sneek
Men is verplicht te verduisteren van zons
ondergang tot zonsopgang.