1
i.
i
A
i
i
Installatie Nederlandsche Kultuurraad.
1
a
r?j
I
I
1
9
■.■v,9e:
'1
Duitschland strijdt voor
Europa.
Officieel Orgaan van de gemeenten: SNEEK - WYMBRITSERADEEL - IJLST - HINDELOOPEN en STAVOREN
De redevoeriuflen van den Rijkscommissaris en prof. dr. Snijder.
EO
1
DINSDAG 17 FEBRUARI 1942
No* 14.
X
I
NIEUWE SNEEKER
SNEEKER COURANT, 82e Jaargang
en
SNEEK
1
biilvrA/ilÜÜ CAflXUltiiiijKl*.
SLAG IN HET KANAAL
EN DE NOORDZEE.
Bureau
Grootzand 55, Sneek
Tel. 3005
ii&WI
I
Uitgave^
firma’s E.J. Drijfhout
en Kiezebrink S Co.
COURANT en
2e Taarqang
i j
maarin vereentgcT: DRIJFHOUT’t NIEUWSBLAD, 38e Jaargang,
ben. Ik verleen feüA aldus de. Füh.i£r, de
den düor iorpedetieffgrs zwaar beschadigd.
VERSCHIJNT t DINSDAGS. EN VRIJDAGSAVONDS
V Ij 14 1
Zon
spionnage en
Zon
nog
den Oostelijken uit-
Successen van Duitsche duikbooletj-
verlies
s
VISCHRECHT ALLEEN AAN
BEROEPSVISSCHERS.
8 51
8.49
8.47
van zons*.
GEMEENSCHAPSZIN.
Mannen, die een kleins
volk groot maakten.
18 58
19
19 02
I
Het opperbevel van de Duitsche weermacht
deelde 14 Februari mede:
Duikbooten brachten bij aanvallen op kon
vooien op den Atlantischen Oceaan een korvet
en drie vijandelijke koopvaardijschepen van
26.500 brt. in totaal tot zinken, waaronder een
ANAMBASEILANDEN BEZET
Het D.N.B. meldt uit Sjanghai:
Jn het te Batavia uitgegeven communiqué
wordt gezegd, dat de Anarnbas-eilariden, die
ongeveer 300 kilometer ten Noordoosten van
Singapore liggen, door de japanners bezet
zijn.
w
BEKENDMAKING
Nederlanders ter dood veroordeeld.
Het bureau van dtn Weermachts-
bevelhebber in Nederland deelt mede:
Een Duitsche krijgsraad heeft twee
Nederlanders weger
twee andere wegens begunstiging van
den vijand en verbóden wapenbezit
ter dood veroordeeld.
De vonnissen zijni met den kogel
voltrokken.
en deel te nemen aan den opbouw van de Groot-
Aziatische welvaartssfeer. Japan verwacht, aldus
de premier, dat Voor-Indië de status van Indië
voor de Indiërs, waarop het land recht heeft, zal
herstellen en dat het het verleenen van steun
aan de patriottische Indiërs niet schuwen zal.
Tojo verzekerde voorts, dat Japan ook de wen-
schen en tradities van de bevolking in Ned.-
Indië zal respecteeren indien deze de bedoelin
gen van Japan begrijpt en bereid is aan de op
bouw van een grooter Oost-Azië mee te werken.
TOKIO, 16 Februari. (D.N.B.) de Tenno heeft
hedenochtend in zijn paleis de officieren van den
gemalen staf van het leger en de marine ont
vangen en bij deze gelegenheid den opperbevel
hebber in het Zuiden der Stille Zuidzee, graaf
Terautsji, benevens den bevelhebber van alle
marinestrijdkrachten, admiraal Yamamoto, on
derscheiden.
o i»i i.r.j
onder
18 Februari
19 Februari
20 Februari
op:
18 Februari
19 Februari
20 Februari
Men is verplicht te verduisteren
ondergang tot zonsopgang.
TOKIO, 16 Februari. (D.N.B.) Hedenmorgen
8 uur Japansche tijd zijn de eerste gesloten
Japansche colonnes, de tankformatie Kitajama
aan de spits de stad Singapore binnengerukt.
Op het vroegere paleis van den Britschen gou
verneur en talrijke andere belangrijke gebouwen
wappert reeds de Japansche vlag.
TOKIO, 16 Februari. De premier Tojo heeft
in een uitvoerige verklaring in den Rijksdag zijn
standpunt bepaald omtrent de situatie in Oost-
Azië na de capitulatie van Singapore. Tojo
merkte voorts op, dat Voor-Indië thans de beste
gelegenheid heeft om het meedoogenlooze
Zooals wij reeds in ons vorig nummer mee
deelden is Woensdag te Den Haag de Neder-
landsche Kultuurraad plechtig geïnstalleerd door
den Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss-
Inquart.
Dr. TODT TEN GRAVE GEDRAGEN.
Tijdens de plechtigheid in de nieuwe Rijks-
kanselarij te Berlijn ter nagedachtenis aan
dr. Todt, heeft de Führer zelf in warme be
woordingen uiting gegeven aan den diepen
rouw van het geheele Duitsche volk.
Hitler zeide voorts, reeds eerder het plan
gehad te hebben, een Duitsche orde te stich
ten ter erkenning van de hoogste verdiensten
nieuwe orde aan dr. Todt als eerste, den
inspecteur-generaal onzer wegen, den bouwer
van onzen Westwall, den organisator van
wapening en munitie in den grootsten oor
log, dien het Duitsche volk ooit voor zijn
vrijheid en zijn toekomst heeft gevoerd.
Op Vrijdag 27 en Zaterdag 28 Februari
zal Winterhulp Nederland weer een beroep
doen op den gemeenschapszin van ons volk.
Gemeenschapszin en offervaardigheid zijni
begrippen, welke ons volk niet vreemd zijn,
De geschiedenis kent treffende voorbeel
den van mannen, die door die eigenschap*
pen ons land hebben helpen groot maken:
Willem de Zwijger, Michiel de Ruyter, Johan;
de Witt en ook Rembrandt en Vondel. Het is
daarom een gelukkig denkbeeld van Winter
hulp geweest, ditmaal voor de collecte speld
jes uit te geven van deze groole mannen
die uit liefde en trouw ons volk hebben ge
diend.
Het is deze zelfde liefde en trouw waar
mede Winterhulp haar werkzaamheden ver
richt en die ook de vele collectanten met de
mode bussen doet rondgaan, die hen de
kracht zal geven in weer en wind, de kou
trotseerend, op de hoeken der straten in
onze steden en dorpen te gaan staan.
I
TOKIO, 15 Februari. (D.N.B.) Domei meldt
uit Singapore, dat de Britsche strijdkrachten
aldaar om 14 uur 30 het Japansche hoofd
kwartier hebben medegedeeld, dat het leger
van Singapore bereid is zich over te geven.
Een later bericht zegt, dat Singapore on
voorwaardelijk heeft gecapituleerd.
De „Staatscrt.” van 12 Febr. bevat eert
besluit van den secretaris-generaal van
landbouw en visscherij, het eerste uitvoerings
besluit behoorende bij hetPachtbesluit Visch-
i’cclit 1941
Blijkens dit besluit is volgens art. 2 (lid
1 en 2) uitgifte van vischrecht op andere,
wijze dan door het aangaan van een pacht
overeenkomst verboden. I
Uitgifte van vischrecht aan anderen dan;
beroepsvisschers of vereenigingen van be-
roepsvisschers is verboden.
Het bovenstaande vindt geen toepassing
in de gevallen, waarin de secretaris-generaal;
ontheffing heeft verleend.
Voorts heeft de secretaris-generaal be
paald, dat het voorgeschrevene in art. 2, lid
1 en lid 2, tot wederopzegging, doch uiler-
lijk tot 1 Maart 1943, niet van toepassing H
op een vischrecht, dat 9 Mei 1940 niet was
verpacht, noch in het tijdvak tusschen ge-
Hoofdkwartier van den Führer, 13 Febr.
(D.N.B.) Het opperbevel der weermacht maakt
bekend
In het Oosten heeft de vijand zijn aanval
len op talrijke plaatsen van het front voort
gezet en hierbij opnieuw zware, bloedige
verliezen geleden. Aan het Donetz-front maak
te onze aanval in weerwil van taaien, vijan-
delijken tegenstand, nieuwe vorderingen. In
de wateren ten Oosten van de Krim heeft
de luchtmacht met bommen een groot trans
portschip beschadigd.
Op 12 Februari ontstond in het kader van
operaties van Duitsche zeestrijdkrachten in
het Kanaal, alsmede in het Westelijke ge
deelte van de Noordzee gevechtscontact met
Engelsche strijdkrachten. Door de formatie
onder bevel van vice-admiraal Ciliax, be
staande uit de slagschepen „Scharnhorst”, despotisme van Groot-Brittannië af te schudden
„Gneisenau” en den kruiser „Prinz Eugen”,
werd volgens de tot dusver ontvangen be
richten een Engelsche torpedojager tot zin
ken gebracht en een andere Britsche torpedo
jager in brand geschoten, De aanvallende
sterke formaties van de Engelsche lucht
macht werden met zware verliezen afgesla
gen, Slechts een Duitsche torpedoboot werd
door bomtreffers licht beschadigd. Een pa
trouillevaartuig is gezonken, nadat het het
aanvallende vliegtuig “had neergeschoten.
De operaties van onze zeestrijdkrachten
werden door sterke formaties van de lucht
macht, onder het opperbevel van generaal-
veldmaarschalk Sperrler ondersteund. De ver
liezen van de vijandelijke luchtmacht bedra
gen, volgens de tot dusver ontvangen be
richten, 43 vliegtuigen, waarvan het mee-
rendeel door Duitsche jagers en de overige
door de luchtdoelartillerie van de zeestrijd
krachten en de luchtmacht werden ueerge-
schoten. Tijdens de hevige luchtgevechten
gingen zeven eigen vliegtuigen verloren.
Aan de Engelsche Zuidkust hebben ge1
vechtsvliegtuigen in scheervlucht havenwer
ken en vliegvelden met bommen van zwaar
kaliber bestookt.
In Noord-Afrika wederzijdsohe activiteit van
verkenners. Duitsche gevechtsvliegtuigen en
duikbommenwerpers wierpen bij aanvallen
over dag en des nachts voor den oorlog be
langrijke installaties van de haven Tobroek
in brand en stelden door bomvoltreffers bat
terijen luchtdoelgeschut buiten gevecht.
Op Britsche vliegvelden in de Marmarica
werden verscheidene vliegtuigen op den grond
vernield of beschadigd. Tijdens luchtgevech
ten verloor de vijand nog vijf vliegtuigen.
Bij aanvallen van Duitsche gevechtsvlieg
tuigen op lucht- en vlootsteunpunten op
Malta schoten de ter bescherming meevlie
gende Duitsche jagers twee vijandelijke vlieg
tuigen neer.
Nader deelde het opperbevel der Duitsche
weermacht nog mede:
Bij het zeegevecht aan
gang van het Kanaal op 12 Februari vielen
Duitsche torpedobootjagers en motortorpedo-
booten Britsche motortorpedobooten aan, waar
van er twee tot zinken werden gebracht. Een
mijnenlegger redde 35 overlevenden van het ge
zonken patrouillevaartuig, dat het eenige bij
deze gevechten verloren gegane Duitsche
schip is.
De verliezen der Britsche luchtmacht bij den
strijd ter zee en in de lucht, die 12 dezer in het
Kanaal werd geleverd, zijn tot 49 vliegtuigen
gestegen. Verwacht mag worden, dat in deze
luchtgevechten nog 13 andere vijandelijke toe
stellen zijn neergeschoten. Bij deze gevechten
onderscheidden zich de formaties onder het op
perbevel van generaal-veldmaarschalk Sperrler,
aangevoerd door generaal-vlieger Cöler en kolo
nel Galland.
HET DUITSCHE WEERMACHTS-
BERICHT.
Zware Bolsjewistische en Britsche
vliegtuigverliezen.
UIT HET HOOFDKWARTIER VAN
DEN FüHRER, 16 Febr. Het opper
bevel van de weermacht maakt be
kend:
In den centralen sector van het
Oostelijk front werd een der ingeslo
ten vijandelijke formaties vernietigd,
800 gevangenen en 42 kanonnen vie
len ons in handen.
Ook in de andere frontsectoren leed
de vijand nieuwe zware verliezen.
In den strijd tegen de bolsjewis
tische luchtstrijdkrachten werden gis
teren bij 2 eigen verliezen 46 vijan
delijke vliegtuigen vernield.
In het Kanaalgebied plaatste een
blokkadebreker in een gevecht met
vijandelijke motortorpedobooten ver
scheidene treffers. De ondergang van
een Britsche motortorpedoboot is
waarschijnlijk.
In Noord-Afrika hadden plaatselijke
aanvallen van Duitsch-ltaliaansche
strijdkrachten een geslaagd verloop.
Op Malta werden door bomtreffers
van Duitsche formaties gevechtsvlieg
tuigen aanzienlijke vernielingen onder
de militaire installaties en kade-inrich-
ringen van de haven van La Valetta
aangericht. Bij luchtaanvallen op
vliegvelden van het eiland werden 3
op den grond staande Britsche bom
menwerpers vernield en benzinedepots
in brand geworpen.
In luchtgevechten boven Malta en
het Oostelijk deel van Cyrenaica scho
ten Duitsche jagers zonder eigen ver
liezen 15 Britsche vliegtuigen neer.
In het slagen van de doorbraak
onzer zeestrijdkrachten door het Ka
naal hebben de onder bevel van kapi
tein ter zee, kommodore Ruge, staan
de mijnenvegers, alsmede escortevaar.
tuigen, een groot aandeel gehad.
-- 9
H*9
Hoofdred. L. KIEZEBRINK VERSCHIJNT: DINSDAGS. EN VRIJDAGSAVONDS Hoofdredacteur C. SMIT,
Bloemstraat 31 Sneek Kloosterstraat 17 Sneek
HUI III glJ.HI II HI II Illi Hill IWI
Spr. wijst er op, dat men in Duitschland reeds
een ontwikkeling heeft doorgemaakt, waarna
spr. een kultuur-historische beschouwing geelt
van den toestand in het algemeen. Spr. wijst er
dan op dat hetgeen in ’t verleden echt en waar
devol was, niet verloren gaat, integendeel: wij
winnen het opnieuw, doordat wij het uit alle
onoprechtheid opheffen en aan dit onverganke
lijk kultuurgoed de hem toekomende plaats en
rang verzekeren
Evenmin als echte kuituur uit de politieke
conjunctuur kan groeien, evenmin kan zij ook
als het ware van boven af bevolen worden. Zij
moet van onder af groeien. De kunstenaar, die
niet zooveel scheppende intuïtie, d.w.z. diep in
zicht in het wezen der dingen en der ontwikke
ling heeft, dat hij uit eigen beweging de teeke-
nen des tijds begrijpt en de toekomst spelt, zal
ook niet van buiten af tot het beleven van zijn
tijd gebracht kunnen worden. Op de taak van
den kunstenaar wijzend zegt spr., dat het deze
is: het nageslacht, dat deze tijd niet zelf mede-
beleeft, de grootheid van dezen tijd uit artistieke
vormgeving te kunnen doen navoelen.
Komende tot de taak van de Kultuurraad, zegt
spr. dat deze is kritiek en initiatief, als hoogste
instantie. De Kultuurraad heeft geen andere be
langen te vertegenwoordigen, dan die van het
geheele Nederlandsche kultureele leven. In deze
positie heeft de Kultuurraad het karakter van
een niet onder een bepaald ministerie staanden
raad van bijstand, die uit hoofde van zijn erva
ring en zijn verantwoordelijkheidsgevoel het
geheele staatsbestuur en daarenboven alle Ne
derlandsche Kultuurinstellingen adviseerend ter
zijde staat, die van haar kant den Kultuurraad
de mogelijkheid van waarneming, advies en
initiatief hebben te verleenen.
Spr. besluit zijn rede met de vraag te stellen,
wat hem, als vertegenwoordiger der bezettende
overheid in dit land, aanleiding heeft gegeven
tot de instelling van den Ned. Kultuurraad.
Spr. antwoordt hierop, dat de bezettende over
heid belang heeft bij een geregelde voortgang
van het leven. De diepere beteekenis is echter,
wanneer gij hem niet als een bestuursmaatregel
der bezettende overheid beschouwt, maar indien
gij mij daarnaast als den vertegenwoordiger
van het Duitsche rijk als het Germaansche kern
land ziet. Als zoodanig heb ik u gezegd, dat
wij u niet alleen de practische maar ook de
diepere en essentieele ervaringen ter beschikking
willen stellen, waarbij ik, als vertegenwoordiger
uitsluitend van de bezettende overheid, nauwe-'
lijks een interesse zou kunnen laten gelden.
Wanneer de instelling van den Nederlandschen
Kultuurraad in de toekomst werkelijk een mijl
paal in de ontwikkeling van het Nederlandsche
kultureele leven beteekent, wanneer zijn arbeid
er toe bijdraagt, dat de Nederlandsche kuituur
uit den voedingsbodem van het ras en het volks-
eigene vruchtbaar groeit, dan opent deze daad
tegelijk en noodzakelijkerwijs ook den weg naar
de gemeenschap van het gelijke bloed, die reeds
heden door de gebeurtenissen der laatste jaren
tot een uiterlijke lotsgemeenschap is geworden.
In dezen zin heb ik als vertegenwoordiger van
het Duitsche rijk tot u gesproken en de wen-
schen voor een vruchtbaren en succesvollen ar
beid, die ik u zou willen medegeven, zijn wen-
schen uit het diepst van mijn hart, want hun
vervulling is een vervulling voor ons allen.
Het antwoord van prof. dr. Snijder.
In antwoord op de rede van den Rijkscom
missaris sprak hierna prof. dr. G. A. S. Snijder,
president van den Nederl. Kultuurraad. Spr. zei
de, dat wij met het Duitsche volk onze aard en
ons bloed deelen. De geschiedenis van het
Duitsche volk is echter slechts ten deele ook de
onze en juist de laatste eeuwen hebben geleid
tot een toenemende verwijdering, die een ver
vreemding is geworden. Hierop schetste spr. hoe
juist deze vervreemding tot een bovenmatige
waardeering van het begrip „staat” leidde, ten
gevolge waarvan de beteekenis van het volk
miskend werd. Spr. ziet het als de voornaamste
taak, het volksche bewustzijn van den Nederlan
der weer aan te kweeken en aan te sterken.
Daartoe zal het in de eerste plaats noodig zijn,
den Nederlander te bevrijden uit zijn kramp
achtige op den staat ingestelde bewustzijnsver
nauwing en hem terug te leiden tot de ruime
binding aan zijn volk. Ook daarom is het van
belang, de verbondenheid als volk, die tusschen
het Duitsche en het Nederlandsche volk aan
deze en gene zijde der staatsgrenzen bestaat,
weer tot bewustzijn te brengen. Dat wil
geenszins zeggen, dat wij een versmelting be-
oogen. Een dergelijke oplossing van het pro
bleem zou een groot verlies beteekenen en ook
niet in den zin van den Führer zijn. Deze ver
zekering onzer kultureele zelfstandigheid, welke
de leider der N.S.B. als kostbaar geschenk van
den Führer onlangs heeft bekrachtigd, zullen wij
hoog schatten en behouden.
Spr. zegt, dat men van hem geen concrete
plannen zal verwachten. Wij zullen steeds dat
doen, wat ons dienstig schijnt tot het hoogere
doel en in overeenstemming met de richting van
het geheel. Daardoor hoopt de N.K.R. het best
het Nederlandsche volk en dat niet alleen
te dienen. Dat u den N.K.R. hebt ingesteld om
de belangen van de Nederlandsche kuituur te
behartigen, is ons een bewijs, dat ook gij over
tuigd zij t, dat voor het nieuwe Europa een zelf
standige Nederlandsche kuituur een waardevol
en onontbeerlijk bestanddeel zal zijn.
In deze overtuiging vatten wij onze taak op,
vertrouwend, dat het Nederlandsche volk, wan
neer het eenmaal zijn weg gebaand, zijn plaats
in de nieuwe gemeenschap veroverd heeft, den
Führer, die ons allen de nieuwe wegen wijst en
thans het lot van Europa in zijn sterke handen
houdt en u, mijnheer de Rijkscommissaris, ais
den voltrekker van zijn wil, dankbaar zal zijn.
Hierna begroette prof. Snijder de generaal-
kommissarissen en de secretarissen-generaal en
richtte hij meer in het bijzonder het woord tot
de leden van den eind 1940 door hem opbe
richten Ned. Kuiiuurkrina.
Rede Rijkscommissaris.
Spr. wees er op, dat de instelling van een
Kultuurraad geen onbeteekenende gebeurtenis is,
waarna 'spr. een uiteenzetting gaf van de functie
van de Kuituur in de gemeenschap. Het belang
rijkste principe van onze kultuuropvatting is, dat
elke echte kultuurprestatie slechts uit den grond
en uit het leven van het volk kan voortkomen en
dat zij daarom ook aan dit volk weer verplich
tingen heeft, dat dus de kuituur haar oorsprong
evenals haar taak altijd vindt in den dienst aan
het leven van het volk. Kuituur is niets anders
dan de gezamenlijke uitdrukking der scheppende
krachten, welke in een volk leven en door den
scheppenden enkeling naar voren worden ge
bracht en gebruikt om het bestaan zijn vorm
te geven. Deze omschrijving is eensdeels zeer
ruim, anderzijds gaat zij ook niet diep genoeg,
want het volkseigene zelf als den voedingsbo
dem van elke kuituur, is reeds een bijzondere
uitdrukking van het samenwerken der machten
van het bloed, dus van de soort en het ras, en
van den bodem, derhalve van de ruimte en het
landschap, waarin een bepaald ras bepaalde
vormen van de in haar levende werkelijkheid I
uitgedrukt heeft, welke in al haar veelvuldigheid)
en verscheidenheid voor altijd en onverbrekelijk
uit den eersten oorsprong van het ras zijn ge
sproten en slechts daardoor in leven blijven.
Waar deze samenhang verloren gaat of over-
heerscht wordt door invloeden van vreemd
soortige, derhalve rassisch vreemde levenswet
ten, daar wordt de echte, n.l. nog met haar
oorsprong verbonden kuituur ziek en ’t geheele
volksche leven wordt aangetast. Aan dit gevaar
is het Griekendom bezweken, en dezelfde wor
tel heeft de ziekte, waaraan Europa bijkans
sedert eeuwen lijdt en welke het avondland tot
ontbinding dreigde te brengen, totdat men ze
door het leeren kennen van haar oorsprong,
heeft kunnen overwinnen. Naar mate wij de ge
meenschap als den oorsprong van ons leven
hebben teruggevonden, ontvangen wij ook haar
kracht en sterkte. Deze ontwikkelingsgang moet
en zal zich krachtens een reeds heden duidelijk
zichtbare levende en historische wetmatigheid in
het geheele gebied van ons door het Noordsch-
Germaansch element bepaalde ras voltrekken,
overal waar de wil tot gezond worden en tot ’t
nieuwe leven nog werkzaam is.
Spr. schetst dan de invloed van den Staat op
de kultureele uitingen. De Staat is de vorm, die
de natie zich geeft, om zichzelf tot de hoogste
macht en de in haar sluimerende krachten tot
de grootste vruchtbaarheid en tot een welge-
ordenden inzet voor het gemeenschappelijk
welzijn te brengen. Spr. noemt vervolgens 3
arbeidsgebieden voor de kultuurpolitiek van den
Staat: In de eerste plaats heeft hij het kultu
reele leven van alles te reinigen, wat kennelijk
ziekte of ziektekiem of reeds uitwas als gevolg
der ontbinding en vernietiging van de nationale
kuituur is. Dit is overal het geval, waar zich
parasieten van een vreemd ras binnen het
lichaam der nationale kuituur hebben vastgezet.
B.v. is in ’t bijzonder de uitschakeling der Joden
en der typisch Joodsche kultuurproducten de
eerste maatregel, aangezien ’n Jood, al doet hij
nog zoo Duitsch of Nederlandsch, nooit Duitsche
of Nederlandsche kuituur kan voortbrengen.
Daar echte kuituur slechts uit den voedings
bodem van het uit het bloed gegroeide volk kan
ontstaan en elke vermenging, die in strijd met
’t ras is, ontaarding beteekent, kan een Duit-
scher of Nederlander onder den invloed van een
geest en levenshouding, die in strijd is met het
ras, ook geen werkelijk Duitsche of Nederland
sche kuituur scheppen. Wel echter zal ook hij
den weg tot de bronnen der nationale kuituur
kunnen terugvinden, wanneer elke vreemde in
vloed is uitgeschakeld. Deze moeilijkheden be
staan echter slechts voor een overgangstijdperk.
Aangezien wij zeker zijn van de waarde van ons
bloed vertrouwen wij ook op dit bloed. De
maatregelen tot uitschakeling van het Jodendom
uit het Nederlandsche kultureele leven, welke
op wettige wijze en met de oprichting der Ne
derlandsche Kultuurkamer zijn genomen, zijn
van ons uit wel in de eerste plaats als de uit
schakeling van onze geboren vijanden uit het
gebied der kuituur gedacht, welke uitschakeling
in dezen totalen, alle levensgebieden omvatten-
den oorlog noodzakelijk is. Voor ons is zij der
halve een politieke maatregel, aan u geeft zij
evenwel door haar indirecte uitwerking de mo
gelijkheid tot een kultuurpolitiek van staatswege.
Het voornaamste middel voor deze kultuur
politiek ligt op het tweede gebied van werk
zaamheid, n.l. om den kultuurscheppenden, en
hier in het bijzonder wederom de jongere gene
raties, op taken te wijzen, die uit de gemeen
schap voortkomen en die voor de gemeenschap
moeten worden vervuld. Dit is een gebied,
waarop men door ge- en verboden weinig, door
werkelijke begunstiging ook van materieelen
aard, door raad en voorlichting en door begrij
pende zorg voor de als echt en vruchtbaar er
kende waarden buitengewoon veel bereiken kan.
Een derde gebied van kultuurpolitieke werk
zaamheid voor den Staat vloeit voort uit ’t ka
rakter van den staat als nationale opvoedings-
instantie. Gij zult u misschien de vraag hebben
gesteld, of wij heden ten dage in Nederland
geen dringender en belangrijker taken ie ver
vullen hebben. Zeker is het heden noodiger dan
ooit, dat alle krachten, die bereid en in staat
zijn verantwoording voor haar eigen volk en
volkskarakter te aanvaarden, deze verantwoor
ding in de eerste plaats op zuiver politiek ge
bied op zich nemen en hieraan voldoen. Spr.
Iaat echter uitkomen, dat de Kultuurkamer er:
Kultuurraad er moeten toe bijdragen, dat de
Nederlandsche kuituur zonder belangrijk verlies
aa" haar gezonde substantie den weg tot haar
volkschen oorsprong en haar bronnen en daar
mede den weg door de geestelijke en politieke
omwenteling van onzen tijd vindt.
DE OORLOG IN NEDERLANDSCH-
INDIË.
Valschermtroepen bezetten vliegveld van
Palembang.
Stérke Japansche valschermtroepen zijn
Zaterdag geland bij Palembang op Sumatra
en hebben het vliegveld aldaar bezet, zoo
meldt het D.N.B. uit Tokio.
Het keizerlijk hoofdkwartier deelt
mede, dat valschermtroepen van het leger
Zaterdag om 11 uur 26 in Palembang zijn
geland en het vliegveld benevens andere
sleutelposities bezet hebben. De valscherm
troepen staan op het punt hun operaties
uit te breiden. Deelen van het luchtwapen,
die bij deze operatie bijstand leverden, heb
ben reeds Zondagochtend hun standplaats
ingenomen op het vliegveld van Palembang.
Palembang is het centrum van het groot
ste olieveld op Sumatra.
Het D.N.B. meldt uit Sjanghai dat Zon
dagmorgen een Japansche transportvloot ten
O. van Palembang tot een grootscheepsche
landing is overgegaan.
CHURCHILL OVER DEN VAL
TAN SINGAPORE.
STOCKHOLM, 15 Februari. (A.N.P.). Vol
gens den Britschen berichtendienst heeft
Churchill in zijn Zondagavond gehouden
radiorede medegedeeld, dat Singapore was
gevallen.
Terwijl hij zich richtte tot „de geheele
Britsche wereld, tot onze trouwe vrienden
in Britsch-Indië en Burma, tot onze bond-
genooten in Rusland en tot onze stamver
wanten in de Vereenigde Staten”, zeide hij:
„Ik spreek tot u allen in de schaduw
van een zware militaire nederlaag van
groote beteekenis. Het is een nederlaag
voor Engeland en voor het Britsche rijk.
Singapore is gevallen. Het geheele Maleische
schiereiland is onder den voet geloopen.
Andere gevaren omringen ons.”
DE CAPITULATIEVOORWAARDEN
TOKIO, 16 Februari. (D.N.B.). De Japan
sche voorwaarden voor de capitulatie van
Singapore waren de volgende:
1. De Britsche troepen staken hun vuur
Zondagavond om 10 uur.
2. De Britsche troepen worden terstond
in hun stellingen ontwapend.
3. Ter handhaving van de orde te Singa
pore kunnen duizend gewapende Britsche
politiebeambten in dienst blijven.
Generaal Percival heeft tdeze voorwaarden
zonder verdere discussie onderteekend.