1 i. i A i i Installatie Nederlandsche Kultuurraad. 1 a r?j I I 1 9 ■.■v,9e: '1 Duitschland strijdt voor Europa. Officieel Orgaan van de gemeenten: SNEEK - WYMBRITSERADEEL - IJLST - HINDELOOPEN en STAVOREN De redevoeriuflen van den Rijkscommissaris en prof. dr. Snijder. EO 1 DINSDAG 17 FEBRUARI 1942 No* 14. X I NIEUWE SNEEKER SNEEKER COURANT, 82e Jaargang en SNEEK 1 biilvrA/ilÜÜ CAflXUltiiiijKl*. SLAG IN HET KANAAL EN DE NOORDZEE. Bureau Grootzand 55, Sneek Tel. 3005 ii&WI I Uitgave^ firma’s E.J. Drijfhout en Kiezebrink S Co. COURANT en 2e Taarqang i j maarin vereentgcT: DRIJFHOUT’t NIEUWSBLAD, 38e Jaargang, ben. Ik verleen feüA aldus de. Füh.i£r, de den düor iorpedetieffgrs zwaar beschadigd. VERSCHIJNT t DINSDAGS. EN VRIJDAGSAVONDS V Ij 14 1 Zon spionnage en Zon nog den Oostelijken uit- Successen van Duitsche duikbooletj- verlies s VISCHRECHT ALLEEN AAN BEROEPSVISSCHERS. 8 51 8.49 8.47 van zons*. GEMEENSCHAPSZIN. Mannen, die een kleins volk groot maakten. 18 58 19 19 02 I Het opperbevel van de Duitsche weermacht deelde 14 Februari mede: Duikbooten brachten bij aanvallen op kon vooien op den Atlantischen Oceaan een korvet en drie vijandelijke koopvaardijschepen van 26.500 brt. in totaal tot zinken, waaronder een ANAMBASEILANDEN BEZET Het D.N.B. meldt uit Sjanghai: Jn het te Batavia uitgegeven communiqué wordt gezegd, dat de Anarnbas-eilariden, die ongeveer 300 kilometer ten Noordoosten van Singapore liggen, door de japanners bezet zijn. w BEKENDMAKING Nederlanders ter dood veroordeeld. Het bureau van dtn Weermachts- bevelhebber in Nederland deelt mede: Een Duitsche krijgsraad heeft twee Nederlanders weger twee andere wegens begunstiging van den vijand en verbóden wapenbezit ter dood veroordeeld. De vonnissen zijni met den kogel voltrokken. en deel te nemen aan den opbouw van de Groot- Aziatische welvaartssfeer. Japan verwacht, aldus de premier, dat Voor-Indië de status van Indië voor de Indiërs, waarop het land recht heeft, zal herstellen en dat het het verleenen van steun aan de patriottische Indiërs niet schuwen zal. Tojo verzekerde voorts, dat Japan ook de wen- schen en tradities van de bevolking in Ned.- Indië zal respecteeren indien deze de bedoelin gen van Japan begrijpt en bereid is aan de op bouw van een grooter Oost-Azië mee te werken. TOKIO, 16 Februari. (D.N.B.) de Tenno heeft hedenochtend in zijn paleis de officieren van den gemalen staf van het leger en de marine ont vangen en bij deze gelegenheid den opperbevel hebber in het Zuiden der Stille Zuidzee, graaf Terautsji, benevens den bevelhebber van alle marinestrijdkrachten, admiraal Yamamoto, on derscheiden. o i»i i.r.j onder 18 Februari 19 Februari 20 Februari op: 18 Februari 19 Februari 20 Februari Men is verplicht te verduisteren ondergang tot zonsopgang. TOKIO, 16 Februari. (D.N.B.) Hedenmorgen 8 uur Japansche tijd zijn de eerste gesloten Japansche colonnes, de tankformatie Kitajama aan de spits de stad Singapore binnengerukt. Op het vroegere paleis van den Britschen gou verneur en talrijke andere belangrijke gebouwen wappert reeds de Japansche vlag. TOKIO, 16 Februari. De premier Tojo heeft in een uitvoerige verklaring in den Rijksdag zijn standpunt bepaald omtrent de situatie in Oost- Azië na de capitulatie van Singapore. Tojo merkte voorts op, dat Voor-Indië thans de beste gelegenheid heeft om het meedoogenlooze Zooals wij reeds in ons vorig nummer mee deelden is Woensdag te Den Haag de Neder- landsche Kultuurraad plechtig geïnstalleerd door den Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss- Inquart. Dr. TODT TEN GRAVE GEDRAGEN. Tijdens de plechtigheid in de nieuwe Rijks- kanselarij te Berlijn ter nagedachtenis aan dr. Todt, heeft de Führer zelf in warme be woordingen uiting gegeven aan den diepen rouw van het geheele Duitsche volk. Hitler zeide voorts, reeds eerder het plan gehad te hebben, een Duitsche orde te stich ten ter erkenning van de hoogste verdiensten nieuwe orde aan dr. Todt als eerste, den inspecteur-generaal onzer wegen, den bouwer van onzen Westwall, den organisator van wapening en munitie in den grootsten oor log, dien het Duitsche volk ooit voor zijn vrijheid en zijn toekomst heeft gevoerd. Op Vrijdag 27 en Zaterdag 28 Februari zal Winterhulp Nederland weer een beroep doen op den gemeenschapszin van ons volk. Gemeenschapszin en offervaardigheid zijni begrippen, welke ons volk niet vreemd zijn, De geschiedenis kent treffende voorbeel den van mannen, die door die eigenschap* pen ons land hebben helpen groot maken: Willem de Zwijger, Michiel de Ruyter, Johan; de Witt en ook Rembrandt en Vondel. Het is daarom een gelukkig denkbeeld van Winter hulp geweest, ditmaal voor de collecte speld jes uit te geven van deze groole mannen die uit liefde en trouw ons volk hebben ge diend. Het is deze zelfde liefde en trouw waar mede Winterhulp haar werkzaamheden ver richt en die ook de vele collectanten met de mode bussen doet rondgaan, die hen de kracht zal geven in weer en wind, de kou trotseerend, op de hoeken der straten in onze steden en dorpen te gaan staan. I TOKIO, 15 Februari. (D.N.B.) Domei meldt uit Singapore, dat de Britsche strijdkrachten aldaar om 14 uur 30 het Japansche hoofd kwartier hebben medegedeeld, dat het leger van Singapore bereid is zich over te geven. Een later bericht zegt, dat Singapore on voorwaardelijk heeft gecapituleerd. De „Staatscrt.” van 12 Febr. bevat eert besluit van den secretaris-generaal van landbouw en visscherij, het eerste uitvoerings besluit behoorende bij hetPachtbesluit Visch- i’cclit 1941 Blijkens dit besluit is volgens art. 2 (lid 1 en 2) uitgifte van vischrecht op andere, wijze dan door het aangaan van een pacht overeenkomst verboden. I Uitgifte van vischrecht aan anderen dan; beroepsvisschers of vereenigingen van be- roepsvisschers is verboden. Het bovenstaande vindt geen toepassing in de gevallen, waarin de secretaris-generaal; ontheffing heeft verleend. Voorts heeft de secretaris-generaal be paald, dat het voorgeschrevene in art. 2, lid 1 en lid 2, tot wederopzegging, doch uiler- lijk tot 1 Maart 1943, niet van toepassing H op een vischrecht, dat 9 Mei 1940 niet was verpacht, noch in het tijdvak tusschen ge- Hoofdkwartier van den Führer, 13 Febr. (D.N.B.) Het opperbevel der weermacht maakt bekend In het Oosten heeft de vijand zijn aanval len op talrijke plaatsen van het front voort gezet en hierbij opnieuw zware, bloedige verliezen geleden. Aan het Donetz-front maak te onze aanval in weerwil van taaien, vijan- delijken tegenstand, nieuwe vorderingen. In de wateren ten Oosten van de Krim heeft de luchtmacht met bommen een groot trans portschip beschadigd. Op 12 Februari ontstond in het kader van operaties van Duitsche zeestrijdkrachten in het Kanaal, alsmede in het Westelijke ge deelte van de Noordzee gevechtscontact met Engelsche strijdkrachten. Door de formatie onder bevel van vice-admiraal Ciliax, be staande uit de slagschepen „Scharnhorst”, despotisme van Groot-Brittannië af te schudden „Gneisenau” en den kruiser „Prinz Eugen”, werd volgens de tot dusver ontvangen be richten een Engelsche torpedojager tot zin ken gebracht en een andere Britsche torpedo jager in brand geschoten, De aanvallende sterke formaties van de Engelsche lucht macht werden met zware verliezen afgesla gen, Slechts een Duitsche torpedoboot werd door bomtreffers licht beschadigd. Een pa trouillevaartuig is gezonken, nadat het het aanvallende vliegtuig “had neergeschoten. De operaties van onze zeestrijdkrachten werden door sterke formaties van de lucht macht, onder het opperbevel van generaal- veldmaarschalk Sperrler ondersteund. De ver liezen van de vijandelijke luchtmacht bedra gen, volgens de tot dusver ontvangen be richten, 43 vliegtuigen, waarvan het mee- rendeel door Duitsche jagers en de overige door de luchtdoelartillerie van de zeestrijd krachten en de luchtmacht werden ueerge- schoten. Tijdens de hevige luchtgevechten gingen zeven eigen vliegtuigen verloren. Aan de Engelsche Zuidkust hebben ge1 vechtsvliegtuigen in scheervlucht havenwer ken en vliegvelden met bommen van zwaar kaliber bestookt. In Noord-Afrika wederzijdsohe activiteit van verkenners. Duitsche gevechtsvliegtuigen en duikbommenwerpers wierpen bij aanvallen over dag en des nachts voor den oorlog be langrijke installaties van de haven Tobroek in brand en stelden door bomvoltreffers bat terijen luchtdoelgeschut buiten gevecht. Op Britsche vliegvelden in de Marmarica werden verscheidene vliegtuigen op den grond vernield of beschadigd. Tijdens luchtgevech ten verloor de vijand nog vijf vliegtuigen. Bij aanvallen van Duitsche gevechtsvlieg tuigen op lucht- en vlootsteunpunten op Malta schoten de ter bescherming meevlie gende Duitsche jagers twee vijandelijke vlieg tuigen neer. Nader deelde het opperbevel der Duitsche weermacht nog mede: Bij het zeegevecht aan gang van het Kanaal op 12 Februari vielen Duitsche torpedobootjagers en motortorpedo- booten Britsche motortorpedobooten aan, waar van er twee tot zinken werden gebracht. Een mijnenlegger redde 35 overlevenden van het ge zonken patrouillevaartuig, dat het eenige bij deze gevechten verloren gegane Duitsche schip is. De verliezen der Britsche luchtmacht bij den strijd ter zee en in de lucht, die 12 dezer in het Kanaal werd geleverd, zijn tot 49 vliegtuigen gestegen. Verwacht mag worden, dat in deze luchtgevechten nog 13 andere vijandelijke toe stellen zijn neergeschoten. Bij deze gevechten onderscheidden zich de formaties onder het op perbevel van generaal-veldmaarschalk Sperrler, aangevoerd door generaal-vlieger Cöler en kolo nel Galland. HET DUITSCHE WEERMACHTS- BERICHT. Zware Bolsjewistische en Britsche vliegtuigverliezen. UIT HET HOOFDKWARTIER VAN DEN FüHRER, 16 Febr. Het opper bevel van de weermacht maakt be kend: In den centralen sector van het Oostelijk front werd een der ingeslo ten vijandelijke formaties vernietigd, 800 gevangenen en 42 kanonnen vie len ons in handen. Ook in de andere frontsectoren leed de vijand nieuwe zware verliezen. In den strijd tegen de bolsjewis tische luchtstrijdkrachten werden gis teren bij 2 eigen verliezen 46 vijan delijke vliegtuigen vernield. In het Kanaalgebied plaatste een blokkadebreker in een gevecht met vijandelijke motortorpedobooten ver scheidene treffers. De ondergang van een Britsche motortorpedoboot is waarschijnlijk. In Noord-Afrika hadden plaatselijke aanvallen van Duitsch-ltaliaansche strijdkrachten een geslaagd verloop. Op Malta werden door bomtreffers van Duitsche formaties gevechtsvlieg tuigen aanzienlijke vernielingen onder de militaire installaties en kade-inrich- ringen van de haven van La Valetta aangericht. Bij luchtaanvallen op vliegvelden van het eiland werden 3 op den grond staande Britsche bom menwerpers vernield en benzinedepots in brand geworpen. In luchtgevechten boven Malta en het Oostelijk deel van Cyrenaica scho ten Duitsche jagers zonder eigen ver liezen 15 Britsche vliegtuigen neer. In het slagen van de doorbraak onzer zeestrijdkrachten door het Ka naal hebben de onder bevel van kapi tein ter zee, kommodore Ruge, staan de mijnenvegers, alsmede escortevaar. tuigen, een groot aandeel gehad. -- 9 H*9 Hoofdred. L. KIEZEBRINK VERSCHIJNT: DINSDAGS. EN VRIJDAGSAVONDS Hoofdredacteur C. SMIT, Bloemstraat 31 Sneek Kloosterstraat 17 Sneek HUI III glJ.HI II HI II Illi Hill IWI Spr. wijst er op, dat men in Duitschland reeds een ontwikkeling heeft doorgemaakt, waarna spr. een kultuur-historische beschouwing geelt van den toestand in het algemeen. Spr. wijst er dan op dat hetgeen in ’t verleden echt en waar devol was, niet verloren gaat, integendeel: wij winnen het opnieuw, doordat wij het uit alle onoprechtheid opheffen en aan dit onverganke lijk kultuurgoed de hem toekomende plaats en rang verzekeren Evenmin als echte kuituur uit de politieke conjunctuur kan groeien, evenmin kan zij ook als het ware van boven af bevolen worden. Zij moet van onder af groeien. De kunstenaar, die niet zooveel scheppende intuïtie, d.w.z. diep in zicht in het wezen der dingen en der ontwikke ling heeft, dat hij uit eigen beweging de teeke- nen des tijds begrijpt en de toekomst spelt, zal ook niet van buiten af tot het beleven van zijn tijd gebracht kunnen worden. Op de taak van den kunstenaar wijzend zegt spr., dat het deze is: het nageslacht, dat deze tijd niet zelf mede- beleeft, de grootheid van dezen tijd uit artistieke vormgeving te kunnen doen navoelen. Komende tot de taak van de Kultuurraad, zegt spr. dat deze is kritiek en initiatief, als hoogste instantie. De Kultuurraad heeft geen andere be langen te vertegenwoordigen, dan die van het geheele Nederlandsche kultureele leven. In deze positie heeft de Kultuurraad het karakter van een niet onder een bepaald ministerie staanden raad van bijstand, die uit hoofde van zijn erva ring en zijn verantwoordelijkheidsgevoel het geheele staatsbestuur en daarenboven alle Ne derlandsche Kultuurinstellingen adviseerend ter zijde staat, die van haar kant den Kultuurraad de mogelijkheid van waarneming, advies en initiatief hebben te verleenen. Spr. besluit zijn rede met de vraag te stellen, wat hem, als vertegenwoordiger der bezettende overheid in dit land, aanleiding heeft gegeven tot de instelling van den Ned. Kultuurraad. Spr. antwoordt hierop, dat de bezettende over heid belang heeft bij een geregelde voortgang van het leven. De diepere beteekenis is echter, wanneer gij hem niet als een bestuursmaatregel der bezettende overheid beschouwt, maar indien gij mij daarnaast als den vertegenwoordiger van het Duitsche rijk als het Germaansche kern land ziet. Als zoodanig heb ik u gezegd, dat wij u niet alleen de practische maar ook de diepere en essentieele ervaringen ter beschikking willen stellen, waarbij ik, als vertegenwoordiger uitsluitend van de bezettende overheid, nauwe-' lijks een interesse zou kunnen laten gelden. Wanneer de instelling van den Nederlandschen Kultuurraad in de toekomst werkelijk een mijl paal in de ontwikkeling van het Nederlandsche kultureele leven beteekent, wanneer zijn arbeid er toe bijdraagt, dat de Nederlandsche kuituur uit den voedingsbodem van het ras en het volks- eigene vruchtbaar groeit, dan opent deze daad tegelijk en noodzakelijkerwijs ook den weg naar de gemeenschap van het gelijke bloed, die reeds heden door de gebeurtenissen der laatste jaren tot een uiterlijke lotsgemeenschap is geworden. In dezen zin heb ik als vertegenwoordiger van het Duitsche rijk tot u gesproken en de wen- schen voor een vruchtbaren en succesvollen ar beid, die ik u zou willen medegeven, zijn wen- schen uit het diepst van mijn hart, want hun vervulling is een vervulling voor ons allen. Het antwoord van prof. dr. Snijder. In antwoord op de rede van den Rijkscom missaris sprak hierna prof. dr. G. A. S. Snijder, president van den Nederl. Kultuurraad. Spr. zei de, dat wij met het Duitsche volk onze aard en ons bloed deelen. De geschiedenis van het Duitsche volk is echter slechts ten deele ook de onze en juist de laatste eeuwen hebben geleid tot een toenemende verwijdering, die een ver vreemding is geworden. Hierop schetste spr. hoe juist deze vervreemding tot een bovenmatige waardeering van het begrip „staat” leidde, ten gevolge waarvan de beteekenis van het volk miskend werd. Spr. ziet het als de voornaamste taak, het volksche bewustzijn van den Nederlan der weer aan te kweeken en aan te sterken. Daartoe zal het in de eerste plaats noodig zijn, den Nederlander te bevrijden uit zijn kramp achtige op den staat ingestelde bewustzijnsver nauwing en hem terug te leiden tot de ruime binding aan zijn volk. Ook daarom is het van belang, de verbondenheid als volk, die tusschen het Duitsche en het Nederlandsche volk aan deze en gene zijde der staatsgrenzen bestaat, weer tot bewustzijn te brengen. Dat wil geenszins zeggen, dat wij een versmelting be- oogen. Een dergelijke oplossing van het pro bleem zou een groot verlies beteekenen en ook niet in den zin van den Führer zijn. Deze ver zekering onzer kultureele zelfstandigheid, welke de leider der N.S.B. als kostbaar geschenk van den Führer onlangs heeft bekrachtigd, zullen wij hoog schatten en behouden. Spr. zegt, dat men van hem geen concrete plannen zal verwachten. Wij zullen steeds dat doen, wat ons dienstig schijnt tot het hoogere doel en in overeenstemming met de richting van het geheel. Daardoor hoopt de N.K.R. het best het Nederlandsche volk en dat niet alleen te dienen. Dat u den N.K.R. hebt ingesteld om de belangen van de Nederlandsche kuituur te behartigen, is ons een bewijs, dat ook gij over tuigd zij t, dat voor het nieuwe Europa een zelf standige Nederlandsche kuituur een waardevol en onontbeerlijk bestanddeel zal zijn. In deze overtuiging vatten wij onze taak op, vertrouwend, dat het Nederlandsche volk, wan neer het eenmaal zijn weg gebaand, zijn plaats in de nieuwe gemeenschap veroverd heeft, den Führer, die ons allen de nieuwe wegen wijst en thans het lot van Europa in zijn sterke handen houdt en u, mijnheer de Rijkscommissaris, ais den voltrekker van zijn wil, dankbaar zal zijn. Hierna begroette prof. Snijder de generaal- kommissarissen en de secretarissen-generaal en richtte hij meer in het bijzonder het woord tot de leden van den eind 1940 door hem opbe richten Ned. Kuiiuurkrina. Rede Rijkscommissaris. Spr. wees er op, dat de instelling van een Kultuurraad geen onbeteekenende gebeurtenis is, waarna 'spr. een uiteenzetting gaf van de functie van de Kuituur in de gemeenschap. Het belang rijkste principe van onze kultuuropvatting is, dat elke echte kultuurprestatie slechts uit den grond en uit het leven van het volk kan voortkomen en dat zij daarom ook aan dit volk weer verplich tingen heeft, dat dus de kuituur haar oorsprong evenals haar taak altijd vindt in den dienst aan het leven van het volk. Kuituur is niets anders dan de gezamenlijke uitdrukking der scheppende krachten, welke in een volk leven en door den scheppenden enkeling naar voren worden ge bracht en gebruikt om het bestaan zijn vorm te geven. Deze omschrijving is eensdeels zeer ruim, anderzijds gaat zij ook niet diep genoeg, want het volkseigene zelf als den voedingsbo dem van elke kuituur, is reeds een bijzondere uitdrukking van het samenwerken der machten van het bloed, dus van de soort en het ras, en van den bodem, derhalve van de ruimte en het landschap, waarin een bepaald ras bepaalde vormen van de in haar levende werkelijkheid I uitgedrukt heeft, welke in al haar veelvuldigheid) en verscheidenheid voor altijd en onverbrekelijk uit den eersten oorsprong van het ras zijn ge sproten en slechts daardoor in leven blijven. Waar deze samenhang verloren gaat of over- heerscht wordt door invloeden van vreemd soortige, derhalve rassisch vreemde levenswet ten, daar wordt de echte, n.l. nog met haar oorsprong verbonden kuituur ziek en ’t geheele volksche leven wordt aangetast. Aan dit gevaar is het Griekendom bezweken, en dezelfde wor tel heeft de ziekte, waaraan Europa bijkans sedert eeuwen lijdt en welke het avondland tot ontbinding dreigde te brengen, totdat men ze door het leeren kennen van haar oorsprong, heeft kunnen overwinnen. Naar mate wij de ge meenschap als den oorsprong van ons leven hebben teruggevonden, ontvangen wij ook haar kracht en sterkte. Deze ontwikkelingsgang moet en zal zich krachtens een reeds heden duidelijk zichtbare levende en historische wetmatigheid in het geheele gebied van ons door het Noordsch- Germaansch element bepaalde ras voltrekken, overal waar de wil tot gezond worden en tot ’t nieuwe leven nog werkzaam is. Spr. schetst dan de invloed van den Staat op de kultureele uitingen. De Staat is de vorm, die de natie zich geeft, om zichzelf tot de hoogste macht en de in haar sluimerende krachten tot de grootste vruchtbaarheid en tot een welge- ordenden inzet voor het gemeenschappelijk welzijn te brengen. Spr. noemt vervolgens 3 arbeidsgebieden voor de kultuurpolitiek van den Staat: In de eerste plaats heeft hij het kultu reele leven van alles te reinigen, wat kennelijk ziekte of ziektekiem of reeds uitwas als gevolg der ontbinding en vernietiging van de nationale kuituur is. Dit is overal het geval, waar zich parasieten van een vreemd ras binnen het lichaam der nationale kuituur hebben vastgezet. B.v. is in ’t bijzonder de uitschakeling der Joden en der typisch Joodsche kultuurproducten de eerste maatregel, aangezien ’n Jood, al doet hij nog zoo Duitsch of Nederlandsch, nooit Duitsche of Nederlandsche kuituur kan voortbrengen. Daar echte kuituur slechts uit den voedings bodem van het uit het bloed gegroeide volk kan ontstaan en elke vermenging, die in strijd met ’t ras is, ontaarding beteekent, kan een Duit- scher of Nederlander onder den invloed van een geest en levenshouding, die in strijd is met het ras, ook geen werkelijk Duitsche of Nederland sche kuituur scheppen. Wel echter zal ook hij den weg tot de bronnen der nationale kuituur kunnen terugvinden, wanneer elke vreemde in vloed is uitgeschakeld. Deze moeilijkheden be staan echter slechts voor een overgangstijdperk. Aangezien wij zeker zijn van de waarde van ons bloed vertrouwen wij ook op dit bloed. De maatregelen tot uitschakeling van het Jodendom uit het Nederlandsche kultureele leven, welke op wettige wijze en met de oprichting der Ne derlandsche Kultuurkamer zijn genomen, zijn van ons uit wel in de eerste plaats als de uit schakeling van onze geboren vijanden uit het gebied der kuituur gedacht, welke uitschakeling in dezen totalen, alle levensgebieden omvatten- den oorlog noodzakelijk is. Voor ons is zij der halve een politieke maatregel, aan u geeft zij evenwel door haar indirecte uitwerking de mo gelijkheid tot een kultuurpolitiek van staatswege. Het voornaamste middel voor deze kultuur politiek ligt op het tweede gebied van werk zaamheid, n.l. om den kultuurscheppenden, en hier in het bijzonder wederom de jongere gene raties, op taken te wijzen, die uit de gemeen schap voortkomen en die voor de gemeenschap moeten worden vervuld. Dit is een gebied, waarop men door ge- en verboden weinig, door werkelijke begunstiging ook van materieelen aard, door raad en voorlichting en door begrij pende zorg voor de als echt en vruchtbaar er kende waarden buitengewoon veel bereiken kan. Een derde gebied van kultuurpolitieke werk zaamheid voor den Staat vloeit voort uit ’t ka rakter van den staat als nationale opvoedings- instantie. Gij zult u misschien de vraag hebben gesteld, of wij heden ten dage in Nederland geen dringender en belangrijker taken ie ver vullen hebben. Zeker is het heden noodiger dan ooit, dat alle krachten, die bereid en in staat zijn verantwoording voor haar eigen volk en volkskarakter te aanvaarden, deze verantwoor ding in de eerste plaats op zuiver politiek ge bied op zich nemen en hieraan voldoen. Spr. Iaat echter uitkomen, dat de Kultuurkamer er: Kultuurraad er moeten toe bijdragen, dat de Nederlandsche kuituur zonder belangrijk verlies aa" haar gezonde substantie den weg tot haar volkschen oorsprong en haar bronnen en daar mede den weg door de geestelijke en politieke omwenteling van onzen tijd vindt. DE OORLOG IN NEDERLANDSCH- INDIË. Valschermtroepen bezetten vliegveld van Palembang. Stérke Japansche valschermtroepen zijn Zaterdag geland bij Palembang op Sumatra en hebben het vliegveld aldaar bezet, zoo meldt het D.N.B. uit Tokio. Het keizerlijk hoofdkwartier deelt mede, dat valschermtroepen van het leger Zaterdag om 11 uur 26 in Palembang zijn geland en het vliegveld benevens andere sleutelposities bezet hebben. De valscherm troepen staan op het punt hun operaties uit te breiden. Deelen van het luchtwapen, die bij deze operatie bijstand leverden, heb ben reeds Zondagochtend hun standplaats ingenomen op het vliegveld van Palembang. Palembang is het centrum van het groot ste olieveld op Sumatra. Het D.N.B. meldt uit Sjanghai dat Zon dagmorgen een Japansche transportvloot ten O. van Palembang tot een grootscheepsche landing is overgegaan. CHURCHILL OVER DEN VAL TAN SINGAPORE. STOCKHOLM, 15 Februari. (A.N.P.). Vol gens den Britschen berichtendienst heeft Churchill in zijn Zondagavond gehouden radiorede medegedeeld, dat Singapore was gevallen. Terwijl hij zich richtte tot „de geheele Britsche wereld, tot onze trouwe vrienden in Britsch-Indië en Burma, tot onze bond- genooten in Rusland en tot onze stamver wanten in de Vereenigde Staten”, zeide hij: „Ik spreek tot u allen in de schaduw van een zware militaire nederlaag van groote beteekenis. Het is een nederlaag voor Engeland en voor het Britsche rijk. Singapore is gevallen. Het geheele Maleische schiereiland is onder den voet geloopen. Andere gevaren omringen ons.” DE CAPITULATIEVOORWAARDEN TOKIO, 16 Februari. (D.N.B.). De Japan sche voorwaarden voor de capitulatie van Singapore waren de volgende: 1. De Britsche troepen staken hun vuur Zondagavond om 10 uur. 2. De Britsche troepen worden terstond in hun stellingen ontwapend. 3. Ter handhaving van de orde te Singa pore kunnen duizend gewapende Britsche politiebeambten in dienst blijven. Generaal Percival heeft tdeze voorwaarden zonder verdere discussie onderteekend.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1942 | | pagina 1