De Nederlandsche Cultuurkamer ingewijd.
F
Duitschland strijdt voor Europa.
Officieel Orgaan van de gemeenten: SNEEK WYMBRITSERADEEL
Hoofdred. L. KIEZEBRINK
Bloemstraat 31 Sneek
No. 44.
2e Jaargang
IJLST
tlifgave t
firma’s E.J. Drijfhout
en Kiezebrink Co.
Bureau»
Grootzand 55, Sneel
Tel. 3005
DINSDAG 2 JUNI 1942-
tï
führer.
weermachi
SNEEKER COURANT, 82e Jaargang
HINDELOOPEN en STAVOREN
waartn vereenlgds DRIJFHOUT’» NIEUWSBLAD, 38e Jaargang, en NIEUWE SNEEKER COURANT en
VERSCHIJNT* DINSDAGS. EN VRIJDAGSAVONDS
Denk om het verduisteren.
Zon
REDEVOERINGEN VAN DEN R1JKSCOMMISSARIS EN PROF. DR. GOEDEWAAGEN.
Zon
van
t
VERBETERING BINNENV1SSCJIERIJ.
Si
1
CORRESPONDENTIE
-
i i
i
V VICTORIE DUITSCHLAND WINT
VOOR EUROPA OP ALLE FRONTEN.
eetF
de
21.52
21.53
21.54
SNEEKERNIEUWSBLAD
GEMEENTELIJKE AANGELEGENHEDEN.
Verbetering vaarweg StroobosIjsselmeer.
De Burgemeester van Sneek heeft, waar
nemende de taak van den gemeenteraad, behou
dens goedkeuring van den Commissaris der
provincie Friesland, ten behoeve van de ver-
breeding van het kanaalvak Modderige Geeuw
Sneekermeer, als onderdeel van de werken tot
verbetering van de vaarweg StroobosIjssel
meer, besloten te verkoopen aan de provincie
Friesland gedeelten van de perceelen, kad. be
kend gem. Scharnegoutum, sectie E, no. 153 en
148, resp. groot plm. 5 are en 22 are, 60 cen
tiare.
P1.V.V. Hoofdredacteur C. SMIT,
Kloosterstraat 17 Sneek
WEDEROM 22 SCHEPEN VERNIETIGD.
HÖOFDKWARTIER VAN DEN FÜHRER,
31 Mei. Het opperbevel der weermacht deelt
in een extra bericht mede:
Op den dag der herdenking van den slag in
het Skagerrak kan de Duitsche marine nieuwe
successen melden.'Bij de onvermoeide voortzet
ting van den strijd tegen de vijandeiijke ravitail-
leeringsscheepvaart hebben duikbooten in het
Westen van den Atlantischen Oceaan wederom
22 schepen met een gezamenlijken inhoud van
106.800 ton tot zinken gebracht. Daarmede
heeft alleen al de duikbootvloot in Mei van dit
jaar 140 sóhepen met een gezamenlijken inhoud
van 767.400 ton tot zinken gebracht.
SLAG OM CHARKOV TEN EINDE.
Groote verliezen van de Sovjet-troepen;
240.000 gevangenen;
tallooze hoeveelheden buitgemaakt oorlogstuig.
Het opperbevel van de Duitsche weermacht
maakte Zaterdag in een extra-bericht bekend:
De groote slag om Charkov is ten einde. In
den sector van generaal-veldmaarschalk' von
Bock hebben de legers van den kol.-generaal von
Kleist en van den generaal der pantsertroepen
Paulus den afweer van zeer zware vijandelijke
groote aanvallen omgezet in een trotsche ver-
nietigingsoverwinning. Een Roemeensch leger
corps onder leiding van generaal Cornelio Dra-
galina en een Hongaarsche, een Italiaansche en
een Slowaaksche formatie hebben zijde aan zijde
met de Duitsche troepen gestreden en nieuwen
roem aan hun vlaggen gehecht. De formaties
van het luchtwapen van kol.-generaal Löhr en
van den generaal der vliegers Pflugbeil hebben
in meedoogenloozen strijd de gevechten van het
leger gesteund in den afweer zoowel als bij den
aanval en hebben het vijandelijke luchtwapen
uit het veld geslagen. Het bolsjewistische zesde,
negende en 57-ste leger, tezamen met rond 20
divisies infanterie, zeven divisies cavalere en 14
tankbrigades zijn vernietigd. Het aantal gevan
genen is gestegen tot 240.000. De bloedige ver
liezen van den tegenstander zijn buitengewoon
groot. Het aantal’ van het buitgemaakte of in
den strijd vernietigde oorlogstuig bedraagt 1249
tanks, 2026 kanonhen, 538 vliegtuigen en tal
looze hoeveelheden andere wapens en oorlogs
tuig.
onder
3 Juni
4 Juni
5 Juni
op:
1 drukking gebracht, dat men in Nederland sedert
jaren den cultureelen wederopbouw heeft ge
volgd en daarbij tot de overtuiging is gekomen,
dat de ontw.kxeling in Nederland moest ge-
schieden van hetzelfde platform. Deze conclusie,
waartoe gij zijt gekomen, wortelt niet in een
toevallige vriendschap of in de" persoonlijke
I sympain.e van enkelen dan zou ik op dezen
grondslag niet mijn besluit hebben genomen
doch op de nauwe verbondenheid in bloed en
cultuur met het Kijk. Hoe verscheiden ook voor
1 den óorlog nog de sociologische vormen in Ne-
derland en het Rijk zijn geweest, onder de op-
pervlakte werken toch ook in de Nederlanden
reeds dezehde krachten.
Deze gemeenschappelijke levenskrachten, ge-
1 meenschappelijk uit ue verwantschap van bloed
en cultuur, dringen thans tot een ontwikkeling
in gelijke vormen van het leven der gemeen-
schap. Derhalve heeft.het een diepen grond, dat
de Nederlandsche Cultuurkamer de Reichskul-
turkammer tot voorbeeld heeft genomen. Het
zelfde geldt ook voor de andere inrichtingen,
welke in Nederland nieuw zijn opgebouwd. Wie
hier spreekt van overnemen of nabootsen, sluit
de oogen voor den niet te miskennen dieperen
samennang. Wij bootsen met na, wanneer wij uit
gelijken wortel tot gelijken vorm komen.
Hiermede, mijnheer de president, zou ik de
woorden willen beantwoorden, welke gij in het
begin van uw rede tot mij hebt gericht. Ik ben
nïet het uitvaardigen van de verordening over de
Nederlandsche Cultuurkamer niet alleen tege
moet gekomen aan de wenschen van vele Neder
landers, doch ook aan de volksche wet van onze
gemeenschappelijke Germaansche ruimte.
Ik hoop thans, dat deze nieuwe instelling tot
het welzijn van de Nederlandsche kunstenaars
en daarmede tot zegen van de Nederlandsche
cultuur moge zijn en het u, mijnheer de
president, en uw. medewerkers zal gelukken te
voldoen aan de hooge verwachtingen, welke de
Nederlandsche kunstenaars aan de cultuurkamer
mogen stellen. Gij hebt een taak vol verant
woordelijkheid op u genomen, alsmede een
groote arbeidstaak. Weest u steeds bewust van
deze verantwoordelijkheid en handelt steeds vol
gens het nationaal-socialistische beginsel, dat
niet het volk er is voor onze organsatie, doch
dat wij, met pnze organisaties, het volk moeten
dienen.
Gij hebt zelf, mijnheer de president, tevoren
een woord van den Führer aangehaald, dat de
staat slechts de voorwaarde, doch niet de oor
zaak is tot het scheppen van een hoogere cul
tuur. Dit zou ik nu nadrukkelijk willen herhalen.
De kunstenaar schept zijn kunstwerken uit de
waarde van zijn ras. Wij kunnen hem door onze
maatregelen slechts in de gelegenheid stellen,
zijn roeping als kunstenaar zoo onbekommerd
en vrij mogelijk te volgen.
Dient met de Nederlandsche Cultuurkamer
den Nederlandschen kunstenaar, dan dient gij
de Nederlandsche kunst en daarmede uw ge-
heele volk. Dit is de taak, welke ik allen mede
werkers van de Nederlandsche Cultuurkamer zie
opgelegd en het is mijn wensch, dat uw werk
tot zegen moge zijn van de Nederlandsche cul
tuur in de Germaansche levensruimte.
Aan deze plechtige inwijding was in den voor
middag voorafgegaan een bijeenkomst in de
werkkamer van den Rijkscommissaris, waar prof.
Goedewaagen, de president der Cultuurkamer,
de gildeleiders aan dezen voorstelde, nl. de hee-
ren Jan Bakker, leider van het gilde Beeldende
Kunsten, Max Blokzijl, leider van het Persgilde,
H. Rijnbergen, leider van het Muziekgilde, Jan
Teunissen, leider van het Filmgilde, Jan C. de
Vos, leider van het gilde voor Theater en Dans
en prof. dr. Jan de Vries, vice-president en lei
der van het Letterengilde.
Bij de inwijding zelve waren vele autoriteiten
aanwezig. Het Concertgebouworkest heeft de
bijeenkomst opgeluisterd. Onder den dirigent
Toon Verhey werden uitgevoerd de Sympho-
nische Proloog van Henk Badings en de ouver
ture „Egmont” van Beethoven.
3 Juni 5.24
4 Juni - 5,23
5 Juni 5.23
Men is verplicht te verduisteren
zonsondergang tot zonsopgang.
Steunverleening B.
De Burgemeester van Sneek heeft, waar
nemende de taak van den gemeenteraad, beslo
ten: I. beschikbaar te stellen voor het jaar 1942
voor het verstrekken van extra steun aan werk-
loozen (steunverleening B), 1836.II. van
het Rijk onder de daarvoor gestelde voorwaar
den te aanvaarden een bijdrage in de kosten van
de onder I bedoelde steunverleening van
1296—.
bibliotheken, o.a. aan de invoering van
leeszegel, die ten goede zal komen aan
auteurs der uit te leenen boekwerken en hun
inkomsten geeft, die hun thans nog worden ont
houden.
Op organisatorisch gebied blijft er nog een
groot project over, nl. de instelling van provin
ciale bureaux der Nederlandsche Cultuurkamer
om het bijzondere cultureele karakter van de
verschillende gouwen van ons land tot zijn recht
te laten komen, waardoor een eind kan worden
gemaakt aan de in ons land te eenzijdige oriën
tatie der cultuur op het Westen.
Als straks een net zal worden gespannen over
heel ons lanö, waardoor de schilder, de archi
tect, de journalist, de schrijver in contact kun
nen komen, in hun eigen gouw, met de Cultuur
kamer, dan zal menigeen, die nu wellicht nog
vreemd tegenover ons streven staat, zich afvra
gen, wat hem toch eigenlijk heeft weerhouten,
zijn medewerking te verleenen. Trouwens, de
beste en vruchtbaarste werving ligt niet in
woorden en verklaringen, doch in de daad. De
Cultuurkamer is gesticht om journalist, filmwer-
ker, musicus, schrijver, tooneelspeler, schilder,
beeldhouwer en bouwmeester een verzekerde
basis voor hun scheppingsdrang te geven, hun
belangen in economischen zin te verzorgen, hen
sociaal in een steviger positie te brengen, hun
vakkundigheid te verhoogen en daarmee onze
cultuur te dienen. Het is terra nova, die voor
ons ligt en als pionier gaan wij, die leiding moe
ten geven, het voor een deel ongekende gebied
tegemoet. Zonder hartstocht, heeft Hegel ge
zegd, is niets grootsch in de wereldgeschiedenis
tót stand gebracht. Om dien hartstochtelijken
wil gaat het en niet om de zekerheid, het doel
te bereiken. "Wat wil men eigenlijk? Wie zeker
heid van slagen wenscht, make zich uit onze
rijen los en blijve burger. Wie zonder die zeker
heid toch op zijn doel afgaat alleen hij is
vrij. Onze generatie is zoo gelukkig, het beeld
van een groot man voor zich te hebben, ja vlak
bij te hebben, die die vrijheid bezit. Een man,
die te allen tijde van zichzelf zeker is. Zoo willen
ook wij arbeiden in den geest van den Führer.
REDE VAN DEN RIJKSCOMMISSARIS.
De Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss-
Inquart, beantwoordde deze rede als volgt:
Gij- richt de Nederlandsche Cultuurkamer Op
in een tijd van den zwaarsten strijd met de
wapenen. Gij geeft u moeite, een nieuwen grond
slag voor de Nederlandsche cultuur te leggen,
terwijl in alle deelen der wereld een strijd op
leven en dood is ontbrand. Er zullen niet wei
nigen zijn, die dit overbodig, niet opportuun of
willekeurig achten; zeker zullen er velen zijn, die
meenen, dat de Nederlanders op het oogenblik
toch andere zorgen hebben, dan juist nu voor
het welzijn van de kunstenaars te zorgen.
Wie zoo denkt, heeft den dieperen zin van
dezen oorlog nog niet begrepen. Hij is er zich
nog niet van bewust geworden, dat in dezep
strijd Europa strijdt met de machten van het
verval om het bestaan van zijn cultuur. Wij
staan aahgetreden tegen het materialisme van
het Westen en tegen het bolsjewisme in het
Oosten, ten slotte oijr geen andere reden, dan
om onze cultuur van het avondland, welke in
onze landen is geschapen en ontwikkeld door
de prestaties van den Germaanschen geest, te
behouden. De Führer heeft gezegd: „Geen volk
leeft langer dan de documenten van zijn cul
tuur”. Voor ons is dit de hoogste wet van onzen
strijd, de hoogste wet evenwel niet alleen voor
ons Duitschers, doch voor alle Germaansche
volken, welke gedurende de eeuwen hun beste
krachten hebben gebruikt voor datgene, wat wij
thans cultuur noemen. Voor het behoud van
onze cultuur strijden wij thans en geven wij ons
bloed. Ook het Nederlandsche volk draagt reeds
bij aan dit bloedoffer.
Het is dus geen toeval of willekeur, wanneer
gij thans begint aan iets, als het oprichten van
de .Nederlandsche Cultuurkamer, iiMgendeel, dit
staat in nauwe, zij het dan niet onmiddellijke
betrekking tot den oorlog.
Ik heb derhalve onmiddellijk mijn toestem
ming gegeven, toen kort na het begin van ons
gemeenschappelijk opbouwiverk mijn Nederland
sche en Duitsche medewerkers voorstelden, een
Nederlandsche Cultuurkamer op te richten. Voor
mij was daarbij van belang, dat het eerste
voorstel van Nederlandsche zijde kwam, want
hieruit kon ik zien, dat de denkbeelden en de
taak welke ten grondslag liggen aan onze natio
naal-socialistische cultuurpolitiek, ook hier in
Nederland werden erkend. En gij, mijnheer de
president, hebt ook vandaag wederom tot uit-
De R uit de maandde Aal en Paling in het land.
De palingrookerijen in Volendam hebben hun werkzaamheden hervat en
leveren weer hun gerookte Aal af, welke grooten aftrek vindt. Zoo uit de
rookerij.
(V.P.B.-FQlygQOk-iOgylOfflaker-s^
HET DUITSCHE WEERMACHTSBERICHT
VAN ZONDAG.
HOOFDKWARTIER VAN DEN
31 Mei. Het opperbevel van- de
deelt mede:
In de centrale en de Noordelijke zone van het
Oostelijk front brachten eigen .plaatselijke aan-
valsoperaties succes.
Achter de linies zijn vrij sterke bolsjewistische
benden in gevechten, welke twee weken duur
den, door Hongaarsche afdeelingen vernietigd.
De vijand verloor daarbij behalve een aantal
gevangenen, meer, dan 4300 dooden, 21 stukken
geschut, 97 granaatwerpers en machinegeweren,
alsmede een hoeveelheid handvuurwapens en
munitfe.
In den slag bij Charkov heeft een Kroatiscli
regiment zich bijzonder onderscheiden.
Van de rest van het vijandelijke konvooi in
de Noordelijke Ijszee, dat de laatste dagen reeds
herhaaldelijk zwaar was getroffen door de aan
vallen van luchtmacht en vlootstrijdkrachten,
zijn wederom vier groote koopvaardijschepen
door bommen zwaar beschadigd. Bij deze aan
vallen kwam het tot luchtgevéchten, waarbij zes
vijandelijke jagers van de typen Tomahawk en
Hurricane werden neergeschoten.
In Noord-Afrika duurt de striji, voort. Duit
sche en Italiaansche jacht- en gevechtsvliegtui
gen schoten 25 Britsche vliegtuigen neer.
Aan de Kanaalkust heeft de Britsche lucht
macht bij aanvallen van jagers gisteren overdag
twee vliegtuigen verloren. Voor de Nederland
sche kust werden bij een aanval op een Duitsch
konvooi acht vijandelijke vliegtuigen door be-
schermingsstrijdkrachten der marine neergescho
ten.
Britsche bommenwerpers hebben in den.-afge-
loopen nacht een terreuraanval op de binnen
stad van Keulen ondernomen, waarbij door
ontploffing en brand, vooral in woonwijken,
groote schade aangericht werd aan verscheiden
openbare gebouwen, waaronder drie kerken en
twee ziekenhuizen. Bij dezen uitsluitend op de
burgerbevolking gerichten aanval leed de Brit
sche luchtmacht buitengewoon zwaje verliezen.
Nachtjagers en luchtdoelgeschut schoten 36 der
aanvallende bommenwerpers neer. Aan de kust
werd bovendien een bommenwerper door ma-
rine-artillerie neergeschoten.
Een afdeeling nachtjagers, onder bevel van
luitenant-generaal Kammhuber, behaalde hier
haar 600ste overwinning. Kapitein Streib be
haalde zijn 25ste nachtelijke overwinning in de
lucht, de eerste-luitenant Knacke zijn 20ste. Aan
het Oostelijk front heeft Feldwebel Steinbatz zijrf
83ste overwinning in de lucht behaald.
HET DUITSCHE WEERMACHTS
BERICHT.
UIT HET HOOFDKWARTIER VAN DEN
FüHRER, 1 Juni. Het opperbevel van de weer
macht maakt bekend:
Aan het Oostelijk front werden eigen plaatse
lijke aanvallen met succes uitgevoerd. Enkele
aanvallen van den tegenstander werden afge
slagen.
De luchtmacht bestookte met krachtige uit-
werking militaire doelen in de stad en haven
van Sebastopol.
In de wateren van Moermansk beschadigden
duikbommenwerpers twee groote vrachtschepen
door bomtreffers.
In Noord-Afrika werden Britsche tegenaan
vallen onder zware verliezen voor den vijancj
afgeslagen. Duitsche en Italiaansche jagers
schoten gisteren in luchtgevechten 24 Britsche
vliegtuigen neer.
In den loop der verwoede gevechten, die tot
dtféver zijn geleverd, hebben Duitsche en Itali
aansche troepen meer dan 2000 gevangenen
binnen gebracht en meer dan 350 pantser
wagens, 53 kanonnen en een groote hoeveelheid
ander oorlogsmater.aal vernietigd of buitge
maakt.
Aan de Kanaalkust verloor de vijand gisteren
19 vliegtuigen. Als vergelding voor de terrori-
seeringsaanval van de Britsche luchtmacht op
de binnenstad van Keulen hebben sterke for
maties gevechtsvliegtuigen in den afgeloopen
nacht de bisschopsstad Canterbury in Z.-U. En
geland met duizenden brisant- en brandbommen
aangevallen. De op geringe hoogte en bij goed
zicht vliegende formaties namen groote branden
waar.
Enkele Britsche vliegtuigen ondernamen, in
den nacht van 31 Mei op 1 Juni nuttelooze
storingsvluchten naar het West-Duitsche. gebied
De strijd tegen de ravitailleeringsscheepvaarl
van Groot-Brittannië en de Ver. Staten was in
de maand Mei bijzonder succesvol. Marine- en
luchtmacht brachten 170 vijandelijke scheper
met een gezamenlijken inhoud van 924.000 b.r.t
tot zinken. Bovendien werden 66 schepep door
bom- of torpedotreffers ten deele. zwaar bescha
digd. In deze successen heeft het duikbootwa-
pen, dat, zooals reeds in een extra bericht is
meegedeeld, 140 schepen met een gezamenlijken
inhoud van 767.400 b.r.t. tot zinken heeft ge-
bracht, een bjjzonder aandeel.
Bij de laatste gevechten op het schiereiland
Kertsj heeft Obergefreiter Entian zich bijzonder
onderscheiden, toen hij in het gebied van een
steengioeve, ondanks het hevige vijahdelijk
vuur, alleen een grot binnendrong en door deze
op te blazen de gevangenneming van 9 officieren
en 650 man mogelijk maakte.
Bij de succesvolle operaties van Duitsche
duikbooten voor de Amerikaansche kust heeft
de duikboot van luitenant-ter-zee le klasse Win
ter zich bijzonder onderscheiden.
Bij den Britschen luchtaanval^op Keulen heb
ben de daar dienstdoende mannen van den lucht
beschermingsdienst zonder acht te slaan op
eigen verliezen, door bun krachtdadig optreden
en’ bijzondere moed verdere uitbreiding ytn de
branden verhinderd.
Er zal een bijdrage van alle visschers,
wórden gevraagd.
In de Nederlandsche Staatscourant van
29 en 30 Mei verscheen een nieuw besluit
op ’t gebied van de binnenvisscherij onder
bovenstaanden titel. De bedoeling daarvan is
de productiviteit onzer binnenwateren te
verhoogen, door het kweeken, aankoopen en
uitzetten van pootvisch, het besarijuen van
waterverontreiniging en een aantal niet na
der aangeduide middelen, welke er toe kun
nen bijdragen het vischwater te verbeteren.
Voor dit doel is echter geld noodig, meer
geld, dan tot dusver jaarlijks onder al’dee-
ïing visscherij van het 11de hoofdstuk der
rijksbegrooting kan worden uitgetrokken.
Daarom zal thans van eiken direct belang
hebbende bij een goeden visch stand eene
bijdrage worden gevorderd/ Hij, die vis-
schen wil, krachtens een akte, zal bij het in
ontvangst nemen daarvan beha.va dén akie-
prijs tevens een bijdrage moeten voldoen, die
nog door den secretaris-generaal van het de
partement van Landbouw en Visscherij zal
worden vast esleld. Doch ook hij. dia s e lis
met één hengel vischt, zal zijn steende moe
ten bijdragen. Al zal dit ook voor ieder
slechts een bescheiden bedrag zijn, ’t groote
aantal dezer sportliefhebbers zal toch een
niet onaardig totaal leveren. Iedere henge
laar, die 15 jaar en ouder is, zal het bewijs,
dat hij de bijdrage voldaan heeft, tijdens
het visschen steeds bij zich moeten hebben
en het op eerste aanvraag moeten vertoonen
aan de ambtenaren, met hét toezicht op de
visscherij belast.
De bijdrage moet worden betaald aah den
burgemeester of den door dezen daartoe aan
gewezen ambtenaar ter plaa.se waar de aan
vrager woont.
Aktebezitters zijn, ook al visschen zij met
één hengel, van betaling der bijdrage voor
hengelaars vrijgesteld, als zij slechts door ’t
toonen van een geldige akte kunnen bewij
zen, dat door hen reeds een bijdrage werd
voldaan.
Het besluit bevat verder nog de bepaling],
dat een adviescommissie van drie personen
zal worden ingesteld en een strafbepaling.
Voor wat betreft het leveren van het
bewijs, dat de bijdrage is voldaan, treedt dit
besluit 1 Juli 1512 in .werking
Zaterdagmiddag heeft in de Stadsschouwburg
te ’s-Gravenhage de plechtige inwijding der
Nederlandsche Cultuurkamer plaats gehad. Prof,
dr. T. Goedewaagen hield daarbij een rede.
REDE PROF. DR. GOEDEWAAGEN.
Spr. ving zijn rede aan met tegenover den
Rijkscommissaris namens zichzelf en al zijn
medewerkers, aan wie deze direct of indirect
den opbouw van de Cultuurkamer heeft toever
trouwd, een getuigenis af te leggen van de ge
voelens, waarmede zij deze niet lichte taak heb-
jben aanvaard. Wij zijn het niet eens, aldus
spr. mét diegenen onder onze volksgenooten,
idie meenen, dat u als vertegenwoordiger der
bezettende overheid met dit initiatief ten on
rechte hebt ingegrepen in de zelfstandigheid
pnzer vaderlandsche cultuur. Integendeel. De
besten uit ons volk waren reeds lang'vóór 1940
overtuigd, dat onze cultuur, ondanks haar groote
verleden, vooral sinds de laatste generatie ver
strikt was in onoplosbare problemen, zoowel ten
hanzien der kunstwerken en der kunstenaars,
als ten aanzien van de pers, de film en van de
Journalisten en filmwerkers. Wij 'zagen dit rftët
leede oogen. Wij zagen met ontsteltenis, hoe ook
bij ons het spook van het cultuurnihilisme, zij
het Ook in mindere mate dan in het Duitsche
Rijk vóór 1933, aan den horizon opdoemde en
zochten naar uitwegen uit het intellectualisme
der programma’s en polemieken, waaronder
veel echte scheppingskracht verloren dreigde te
gaan. Wij leefden onder den doem van onder
gang der Europeesche cultuur van een lang
zaam uitdooven der vitale krachten onzer kunst
en haakten naar bevrijding uit die fatale stem
ming en richtten reeds lang onze oogen naar
.Wat in het Derde Rijk langzaam werd opge
bouwd. Wij waren tot de overtuiging gekomen,
dat het in Nederland, op de basis onzer eigen
Volksche tradities, in dezelfde richting zou moe
ten gaan, wilden wij niet ook geestelijk ver
hongeren. Wij zijn het ook njet eens met hen,
die meenen, dat een cultureele „Aufschwung”
Slechts in vredestijden mogelijk is. Integendeel:
onze eigen grootsche cultuuruitingen kwamen
steeds tot stand in tijden van geweldige span
ning naar binnen en naar buiten en toen wij
In de achttiende eeuw de rust hadden gewon
nen, bleek ons cultureel scheppingsvermogen
igrootendeels uitgedoofd. Wij zien in uw initiatief
«iet iets, dat vreemd is aan onzen volksaard,
maar gedachtig aan wat gij herhaaldelijk over
onze cultuur en haar eigen aard hebt verklaard,
Zien wij daarin een consequentie van wat wij
Zelf willen en verlangen ten aanzien onzer cul
tuur. Daarom hebt gij ons bereid gevonden,
tegen veel onverstand en onwil in, te volbren
gen, wat gij ons hebt opgedragen.
Spr. wendde zich vervolgens tot de aanwe
zigen met te zeggen dat hij het feit onder oogen
iwil zien dat een deel van de Nederlandsche
cultuurscheppers en -bemiddelaars nog argwa
nend tegenóver den nieuwen gang van zaken
staat. Zij vreezen een overdréven staatsbemoei
ing met de cultuur, staatsabsolutisme, staats-
dwang, alsof men in de cultuur meer zou kun
nen doen dan leiden om met liefde te kweeken
en te telen, wat vanzelf reeds groeikracht in
zich bergt. De lijfspréuk van den nieuwen
mensch, den nieuwen staat en de nieuwe cul
tuur is: dat de mensch (er niet is om gediend
te worden, doch om zelf te dienen. Dit is de
mythe van den volkschen staat. Deze richt zich
Sliet, zooals vroeger of tot dusver, naar den wil
,van kerk, vorst, adel of burgerij, maar naar den
volkswil, waarvan de staat niet meer dan een
orgaan is. Hier ligt de zorg voor de cultuur in
de handen van het volk, dat zijn bemoeiingen
op dit gebied aan den staat delegeert. Hier
dient de staat in de cultuur heel het volk.
Drie’ërlei taak heeft de volksche staat tegen-
ovej de cultuur. Hij moet de cultuur steunen,
stuwen, zuiveren, ordenen en op haar toezien;
zijn socialistische taak is het brengen der cul
tuur Hot heel het volk en de derde taak is de
zorg voor hen die op cultureël gebied, hetzij
scheppend, verspreidend of bemiddelend, hetzij
zonder vakmanschap op leekenwijze werkzaam
Zijn. De Nederlandsche Cultuurkamer nu heeft
tot taak de beroepsgenooten bewust te maken
|van hun verantwoordelijkheid tegenover de
(volksgemeenschap en in dit licht hun vakkun
dige, economische en maatschappelijke aange
legenheden te regelen en overeenstemming te
(brengen in het streven der verschillende groe
pen. Dit brengt mede, dat alleen degenen, die
xoncreet met de Nederlandsche cultuur verbon
den zijn, voortaan cultureel in den ruimsten zin
[werkzaam kunnen zijn, en dat Joden, die zich
biet hun internationale levenshouding volgens
ïiun eigen beginsel in alle volkeren der wereld,
fels zij daartoe uit humanitaire overwegingen der
betrokken overheid de kans krijgen, kunnen
(neerlaten, hiervan uitgesloten worden. Een volk
ïs als een gezin, waarin men geboren wordt.
De zes deelorganisaties der Cultuurkamer, de
’gilden, zijn staatsorganen, verplicht aan de over
heid, maar door haar met ruime bevoegdheden
pekleed, maar ook met een eigen ethos en eigen
socialistisch sentiment. Daarom moeten allen,
■die in de Cultuurkamer werkzaam zijn, ook
Socialisten zijn; de belangentegenstellingen van
^verschillende groepen door de Cultuurkamer in
®én organisatie samen gebracht, worden daar
Inet elkaar in overeenstemming gebracht.
De kunstenaar heeft recht op een redelijke
basis, mits zijn werk hem dat recht geeft. De
(Cultuurkamer is geen bedeelingsinstituut. Zif
Oerstaat het cultuursocialisme niet als weldadig
heid, maar in den zin van loon naar werk, maar
goed en degelijk werk, naar vakkundig werk,
(waarin een mensch met gaven en degelijk»
forming zijn vollen hartstocht, toewijding en
werkkracht heeft neergelegd. Beunhazen heeft
fens volk niet noodig, ook niet als zij oude en
eerlijke politieke strijders voor de nieuwe orde
»>jn-
Spr. gaf vervolgens een aantal voorbeelden
toan wat er reeds door de Cultuurkamer was
gedaan, waarbij hij o.a. mededeelde dat het
Letterengilde bezig is aan de saneering der lees-
-W-.
Eenige verslagen en nieuwsberichten mo»
ten wegens gebrek aan plaatsruimte tot het
volgend no,, blijven staan.