De Nederlandsche Cultuurkamer ingewijd. F Duitschland strijdt voor Europa. Officieel Orgaan van de gemeenten: SNEEK WYMBRITSERADEEL Hoofdred. L. KIEZEBRINK Bloemstraat 31 Sneek No. 44. 2e Jaargang IJLST tlifgave t firma’s E.J. Drijfhout en Kiezebrink Co. Bureau» Grootzand 55, Sneel Tel. 3005 DINSDAG 2 JUNI 1942- tï führer. weermachi SNEEKER COURANT, 82e Jaargang HINDELOOPEN en STAVOREN waartn vereenlgds DRIJFHOUT’» NIEUWSBLAD, 38e Jaargang, en NIEUWE SNEEKER COURANT en VERSCHIJNT* DINSDAGS. EN VRIJDAGSAVONDS Denk om het verduisteren. Zon REDEVOERINGEN VAN DEN R1JKSCOMMISSARIS EN PROF. DR. GOEDEWAAGEN. Zon van t VERBETERING BINNENV1SSCJIERIJ. Si 1 CORRESPONDENTIE - i i i V VICTORIE DUITSCHLAND WINT VOOR EUROPA OP ALLE FRONTEN. eetF de 21.52 21.53 21.54 SNEEKERNIEUWSBLAD GEMEENTELIJKE AANGELEGENHEDEN. Verbetering vaarweg StroobosIjsselmeer. De Burgemeester van Sneek heeft, waar nemende de taak van den gemeenteraad, behou dens goedkeuring van den Commissaris der provincie Friesland, ten behoeve van de ver- breeding van het kanaalvak Modderige Geeuw Sneekermeer, als onderdeel van de werken tot verbetering van de vaarweg StroobosIjssel meer, besloten te verkoopen aan de provincie Friesland gedeelten van de perceelen, kad. be kend gem. Scharnegoutum, sectie E, no. 153 en 148, resp. groot plm. 5 are en 22 are, 60 cen tiare. P1.V.V. Hoofdredacteur C. SMIT, Kloosterstraat 17 Sneek WEDEROM 22 SCHEPEN VERNIETIGD. HÖOFDKWARTIER VAN DEN FÜHRER, 31 Mei. Het opperbevel der weermacht deelt in een extra bericht mede: Op den dag der herdenking van den slag in het Skagerrak kan de Duitsche marine nieuwe successen melden.'Bij de onvermoeide voortzet ting van den strijd tegen de vijandeiijke ravitail- leeringsscheepvaart hebben duikbooten in het Westen van den Atlantischen Oceaan wederom 22 schepen met een gezamenlijken inhoud van 106.800 ton tot zinken gebracht. Daarmede heeft alleen al de duikbootvloot in Mei van dit jaar 140 sóhepen met een gezamenlijken inhoud van 767.400 ton tot zinken gebracht. SLAG OM CHARKOV TEN EINDE. Groote verliezen van de Sovjet-troepen; 240.000 gevangenen; tallooze hoeveelheden buitgemaakt oorlogstuig. Het opperbevel van de Duitsche weermacht maakte Zaterdag in een extra-bericht bekend: De groote slag om Charkov is ten einde. In den sector van generaal-veldmaarschalk' von Bock hebben de legers van den kol.-generaal von Kleist en van den generaal der pantsertroepen Paulus den afweer van zeer zware vijandelijke groote aanvallen omgezet in een trotsche ver- nietigingsoverwinning. Een Roemeensch leger corps onder leiding van generaal Cornelio Dra- galina en een Hongaarsche, een Italiaansche en een Slowaaksche formatie hebben zijde aan zijde met de Duitsche troepen gestreden en nieuwen roem aan hun vlaggen gehecht. De formaties van het luchtwapen van kol.-generaal Löhr en van den generaal der vliegers Pflugbeil hebben in meedoogenloozen strijd de gevechten van het leger gesteund in den afweer zoowel als bij den aanval en hebben het vijandelijke luchtwapen uit het veld geslagen. Het bolsjewistische zesde, negende en 57-ste leger, tezamen met rond 20 divisies infanterie, zeven divisies cavalere en 14 tankbrigades zijn vernietigd. Het aantal gevan genen is gestegen tot 240.000. De bloedige ver liezen van den tegenstander zijn buitengewoon groot. Het aantal’ van het buitgemaakte of in den strijd vernietigde oorlogstuig bedraagt 1249 tanks, 2026 kanonhen, 538 vliegtuigen en tal looze hoeveelheden andere wapens en oorlogs tuig. onder 3 Juni 4 Juni 5 Juni op: 1 drukking gebracht, dat men in Nederland sedert jaren den cultureelen wederopbouw heeft ge volgd en daarbij tot de overtuiging is gekomen, dat de ontw.kxeling in Nederland moest ge- schieden van hetzelfde platform. Deze conclusie, waartoe gij zijt gekomen, wortelt niet in een toevallige vriendschap of in de" persoonlijke I sympain.e van enkelen dan zou ik op dezen grondslag niet mijn besluit hebben genomen doch op de nauwe verbondenheid in bloed en cultuur met het Kijk. Hoe verscheiden ook voor 1 den óorlog nog de sociologische vormen in Ne- derland en het Rijk zijn geweest, onder de op- pervlakte werken toch ook in de Nederlanden reeds dezehde krachten. Deze gemeenschappelijke levenskrachten, ge- 1 meenschappelijk uit ue verwantschap van bloed en cultuur, dringen thans tot een ontwikkeling in gelijke vormen van het leven der gemeen- schap. Derhalve heeft.het een diepen grond, dat de Nederlandsche Cultuurkamer de Reichskul- turkammer tot voorbeeld heeft genomen. Het zelfde geldt ook voor de andere inrichtingen, welke in Nederland nieuw zijn opgebouwd. Wie hier spreekt van overnemen of nabootsen, sluit de oogen voor den niet te miskennen dieperen samennang. Wij bootsen met na, wanneer wij uit gelijken wortel tot gelijken vorm komen. Hiermede, mijnheer de president, zou ik de woorden willen beantwoorden, welke gij in het begin van uw rede tot mij hebt gericht. Ik ben nïet het uitvaardigen van de verordening over de Nederlandsche Cultuurkamer niet alleen tege moet gekomen aan de wenschen van vele Neder landers, doch ook aan de volksche wet van onze gemeenschappelijke Germaansche ruimte. Ik hoop thans, dat deze nieuwe instelling tot het welzijn van de Nederlandsche kunstenaars en daarmede tot zegen van de Nederlandsche cultuur moge zijn en het u, mijnheer de president, en uw. medewerkers zal gelukken te voldoen aan de hooge verwachtingen, welke de Nederlandsche kunstenaars aan de cultuurkamer mogen stellen. Gij hebt een taak vol verant woordelijkheid op u genomen, alsmede een groote arbeidstaak. Weest u steeds bewust van deze verantwoordelijkheid en handelt steeds vol gens het nationaal-socialistische beginsel, dat niet het volk er is voor onze organsatie, doch dat wij, met pnze organisaties, het volk moeten dienen. Gij hebt zelf, mijnheer de president, tevoren een woord van den Führer aangehaald, dat de staat slechts de voorwaarde, doch niet de oor zaak is tot het scheppen van een hoogere cul tuur. Dit zou ik nu nadrukkelijk willen herhalen. De kunstenaar schept zijn kunstwerken uit de waarde van zijn ras. Wij kunnen hem door onze maatregelen slechts in de gelegenheid stellen, zijn roeping als kunstenaar zoo onbekommerd en vrij mogelijk te volgen. Dient met de Nederlandsche Cultuurkamer den Nederlandschen kunstenaar, dan dient gij de Nederlandsche kunst en daarmede uw ge- heele volk. Dit is de taak, welke ik allen mede werkers van de Nederlandsche Cultuurkamer zie opgelegd en het is mijn wensch, dat uw werk tot zegen moge zijn van de Nederlandsche cul tuur in de Germaansche levensruimte. Aan deze plechtige inwijding was in den voor middag voorafgegaan een bijeenkomst in de werkkamer van den Rijkscommissaris, waar prof. Goedewaagen, de president der Cultuurkamer, de gildeleiders aan dezen voorstelde, nl. de hee- ren Jan Bakker, leider van het gilde Beeldende Kunsten, Max Blokzijl, leider van het Persgilde, H. Rijnbergen, leider van het Muziekgilde, Jan Teunissen, leider van het Filmgilde, Jan C. de Vos, leider van het gilde voor Theater en Dans en prof. dr. Jan de Vries, vice-president en lei der van het Letterengilde. Bij de inwijding zelve waren vele autoriteiten aanwezig. Het Concertgebouworkest heeft de bijeenkomst opgeluisterd. Onder den dirigent Toon Verhey werden uitgevoerd de Sympho- nische Proloog van Henk Badings en de ouver ture „Egmont” van Beethoven. 3 Juni 5.24 4 Juni - 5,23 5 Juni 5.23 Men is verplicht te verduisteren zonsondergang tot zonsopgang. Steunverleening B. De Burgemeester van Sneek heeft, waar nemende de taak van den gemeenteraad, beslo ten: I. beschikbaar te stellen voor het jaar 1942 voor het verstrekken van extra steun aan werk- loozen (steunverleening B), 1836.II. van het Rijk onder de daarvoor gestelde voorwaar den te aanvaarden een bijdrage in de kosten van de onder I bedoelde steunverleening van 1296—. bibliotheken, o.a. aan de invoering van leeszegel, die ten goede zal komen aan auteurs der uit te leenen boekwerken en hun inkomsten geeft, die hun thans nog worden ont houden. Op organisatorisch gebied blijft er nog een groot project over, nl. de instelling van provin ciale bureaux der Nederlandsche Cultuurkamer om het bijzondere cultureele karakter van de verschillende gouwen van ons land tot zijn recht te laten komen, waardoor een eind kan worden gemaakt aan de in ons land te eenzijdige oriën tatie der cultuur op het Westen. Als straks een net zal worden gespannen over heel ons lanö, waardoor de schilder, de archi tect, de journalist, de schrijver in contact kun nen komen, in hun eigen gouw, met de Cultuur kamer, dan zal menigeen, die nu wellicht nog vreemd tegenover ons streven staat, zich afvra gen, wat hem toch eigenlijk heeft weerhouten, zijn medewerking te verleenen. Trouwens, de beste en vruchtbaarste werving ligt niet in woorden en verklaringen, doch in de daad. De Cultuurkamer is gesticht om journalist, filmwer- ker, musicus, schrijver, tooneelspeler, schilder, beeldhouwer en bouwmeester een verzekerde basis voor hun scheppingsdrang te geven, hun belangen in economischen zin te verzorgen, hen sociaal in een steviger positie te brengen, hun vakkundigheid te verhoogen en daarmee onze cultuur te dienen. Het is terra nova, die voor ons ligt en als pionier gaan wij, die leiding moe ten geven, het voor een deel ongekende gebied tegemoet. Zonder hartstocht, heeft Hegel ge zegd, is niets grootsch in de wereldgeschiedenis tót stand gebracht. Om dien hartstochtelijken wil gaat het en niet om de zekerheid, het doel te bereiken. "Wat wil men eigenlijk? Wie zeker heid van slagen wenscht, make zich uit onze rijen los en blijve burger. Wie zonder die zeker heid toch op zijn doel afgaat alleen hij is vrij. Onze generatie is zoo gelukkig, het beeld van een groot man voor zich te hebben, ja vlak bij te hebben, die die vrijheid bezit. Een man, die te allen tijde van zichzelf zeker is. Zoo willen ook wij arbeiden in den geest van den Führer. REDE VAN DEN RIJKSCOMMISSARIS. De Rijkscommissaris, Rijksminister dr. Seyss- Inquart, beantwoordde deze rede als volgt: Gij- richt de Nederlandsche Cultuurkamer Op in een tijd van den zwaarsten strijd met de wapenen. Gij geeft u moeite, een nieuwen grond slag voor de Nederlandsche cultuur te leggen, terwijl in alle deelen der wereld een strijd op leven en dood is ontbrand. Er zullen niet wei nigen zijn, die dit overbodig, niet opportuun of willekeurig achten; zeker zullen er velen zijn, die meenen, dat de Nederlanders op het oogenblik toch andere zorgen hebben, dan juist nu voor het welzijn van de kunstenaars te zorgen. Wie zoo denkt, heeft den dieperen zin van dezen oorlog nog niet begrepen. Hij is er zich nog niet van bewust geworden, dat in dezep strijd Europa strijdt met de machten van het verval om het bestaan van zijn cultuur. Wij staan aahgetreden tegen het materialisme van het Westen en tegen het bolsjewisme in het Oosten, ten slotte oijr geen andere reden, dan om onze cultuur van het avondland, welke in onze landen is geschapen en ontwikkeld door de prestaties van den Germaanschen geest, te behouden. De Führer heeft gezegd: „Geen volk leeft langer dan de documenten van zijn cul tuur”. Voor ons is dit de hoogste wet van onzen strijd, de hoogste wet evenwel niet alleen voor ons Duitschers, doch voor alle Germaansche volken, welke gedurende de eeuwen hun beste krachten hebben gebruikt voor datgene, wat wij thans cultuur noemen. Voor het behoud van onze cultuur strijden wij thans en geven wij ons bloed. Ook het Nederlandsche volk draagt reeds bij aan dit bloedoffer. Het is dus geen toeval of willekeur, wanneer gij thans begint aan iets, als het oprichten van de .Nederlandsche Cultuurkamer, iiMgendeel, dit staat in nauwe, zij het dan niet onmiddellijke betrekking tot den oorlog. Ik heb derhalve onmiddellijk mijn toestem ming gegeven, toen kort na het begin van ons gemeenschappelijk opbouwiverk mijn Nederland sche en Duitsche medewerkers voorstelden, een Nederlandsche Cultuurkamer op te richten. Voor mij was daarbij van belang, dat het eerste voorstel van Nederlandsche zijde kwam, want hieruit kon ik zien, dat de denkbeelden en de taak welke ten grondslag liggen aan onze natio naal-socialistische cultuurpolitiek, ook hier in Nederland werden erkend. En gij, mijnheer de president, hebt ook vandaag wederom tot uit- De R uit de maandde Aal en Paling in het land. De palingrookerijen in Volendam hebben hun werkzaamheden hervat en leveren weer hun gerookte Aal af, welke grooten aftrek vindt. Zoo uit de rookerij. (V.P.B.-FQlygQOk-iOgylOfflaker-s^ HET DUITSCHE WEERMACHTSBERICHT VAN ZONDAG. HOOFDKWARTIER VAN DEN 31 Mei. Het opperbevel van- de deelt mede: In de centrale en de Noordelijke zone van het Oostelijk front brachten eigen .plaatselijke aan- valsoperaties succes. Achter de linies zijn vrij sterke bolsjewistische benden in gevechten, welke twee weken duur den, door Hongaarsche afdeelingen vernietigd. De vijand verloor daarbij behalve een aantal gevangenen, meer, dan 4300 dooden, 21 stukken geschut, 97 granaatwerpers en machinegeweren, alsmede een hoeveelheid handvuurwapens en munitfe. In den slag bij Charkov heeft een Kroatiscli regiment zich bijzonder onderscheiden. Van de rest van het vijandelijke konvooi in de Noordelijke Ijszee, dat de laatste dagen reeds herhaaldelijk zwaar was getroffen door de aan vallen van luchtmacht en vlootstrijdkrachten, zijn wederom vier groote koopvaardijschepen door bommen zwaar beschadigd. Bij deze aan vallen kwam het tot luchtgevéchten, waarbij zes vijandelijke jagers van de typen Tomahawk en Hurricane werden neergeschoten. In Noord-Afrika duurt de striji, voort. Duit sche en Italiaansche jacht- en gevechtsvliegtui gen schoten 25 Britsche vliegtuigen neer. Aan de Kanaalkust heeft de Britsche lucht macht bij aanvallen van jagers gisteren overdag twee vliegtuigen verloren. Voor de Nederland sche kust werden bij een aanval op een Duitsch konvooi acht vijandelijke vliegtuigen door be- schermingsstrijdkrachten der marine neergescho ten. Britsche bommenwerpers hebben in den.-afge- loopen nacht een terreuraanval op de binnen stad van Keulen ondernomen, waarbij door ontploffing en brand, vooral in woonwijken, groote schade aangericht werd aan verscheiden openbare gebouwen, waaronder drie kerken en twee ziekenhuizen. Bij dezen uitsluitend op de burgerbevolking gerichten aanval leed de Brit sche luchtmacht buitengewoon zwaje verliezen. Nachtjagers en luchtdoelgeschut schoten 36 der aanvallende bommenwerpers neer. Aan de kust werd bovendien een bommenwerper door ma- rine-artillerie neergeschoten. Een afdeeling nachtjagers, onder bevel van luitenant-generaal Kammhuber, behaalde hier haar 600ste overwinning. Kapitein Streib be haalde zijn 25ste nachtelijke overwinning in de lucht, de eerste-luitenant Knacke zijn 20ste. Aan het Oostelijk front heeft Feldwebel Steinbatz zijrf 83ste overwinning in de lucht behaald. HET DUITSCHE WEERMACHTS BERICHT. UIT HET HOOFDKWARTIER VAN DEN FüHRER, 1 Juni. Het opperbevel van de weer macht maakt bekend: Aan het Oostelijk front werden eigen plaatse lijke aanvallen met succes uitgevoerd. Enkele aanvallen van den tegenstander werden afge slagen. De luchtmacht bestookte met krachtige uit- werking militaire doelen in de stad en haven van Sebastopol. In de wateren van Moermansk beschadigden duikbommenwerpers twee groote vrachtschepen door bomtreffers. In Noord-Afrika werden Britsche tegenaan vallen onder zware verliezen voor den vijancj afgeslagen. Duitsche en Italiaansche jagers schoten gisteren in luchtgevechten 24 Britsche vliegtuigen neer. In den loop der verwoede gevechten, die tot dtféver zijn geleverd, hebben Duitsche en Itali aansche troepen meer dan 2000 gevangenen binnen gebracht en meer dan 350 pantser wagens, 53 kanonnen en een groote hoeveelheid ander oorlogsmater.aal vernietigd of buitge maakt. Aan de Kanaalkust verloor de vijand gisteren 19 vliegtuigen. Als vergelding voor de terrori- seeringsaanval van de Britsche luchtmacht op de binnenstad van Keulen hebben sterke for maties gevechtsvliegtuigen in den afgeloopen nacht de bisschopsstad Canterbury in Z.-U. En geland met duizenden brisant- en brandbommen aangevallen. De op geringe hoogte en bij goed zicht vliegende formaties namen groote branden waar. Enkele Britsche vliegtuigen ondernamen, in den nacht van 31 Mei op 1 Juni nuttelooze storingsvluchten naar het West-Duitsche. gebied De strijd tegen de ravitailleeringsscheepvaarl van Groot-Brittannië en de Ver. Staten was in de maand Mei bijzonder succesvol. Marine- en luchtmacht brachten 170 vijandelijke scheper met een gezamenlijken inhoud van 924.000 b.r.t tot zinken. Bovendien werden 66 schepep door bom- of torpedotreffers ten deele. zwaar bescha digd. In deze successen heeft het duikbootwa- pen, dat, zooals reeds in een extra bericht is meegedeeld, 140 schepen met een gezamenlijken inhoud van 767.400 b.r.t. tot zinken heeft ge- bracht, een bjjzonder aandeel. Bij de laatste gevechten op het schiereiland Kertsj heeft Obergefreiter Entian zich bijzonder onderscheiden, toen hij in het gebied van een steengioeve, ondanks het hevige vijahdelijk vuur, alleen een grot binnendrong en door deze op te blazen de gevangenneming van 9 officieren en 650 man mogelijk maakte. Bij de succesvolle operaties van Duitsche duikbooten voor de Amerikaansche kust heeft de duikboot van luitenant-ter-zee le klasse Win ter zich bijzonder onderscheiden. Bij den Britschen luchtaanval^op Keulen heb ben de daar dienstdoende mannen van den lucht beschermingsdienst zonder acht te slaan op eigen verliezen, door bun krachtdadig optreden en’ bijzondere moed verdere uitbreiding ytn de branden verhinderd. Er zal een bijdrage van alle visschers, wórden gevraagd. In de Nederlandsche Staatscourant van 29 en 30 Mei verscheen een nieuw besluit op ’t gebied van de binnenvisscherij onder bovenstaanden titel. De bedoeling daarvan is de productiviteit onzer binnenwateren te verhoogen, door het kweeken, aankoopen en uitzetten van pootvisch, het besarijuen van waterverontreiniging en een aantal niet na der aangeduide middelen, welke er toe kun nen bijdragen het vischwater te verbeteren. Voor dit doel is echter geld noodig, meer geld, dan tot dusver jaarlijks onder al’dee- ïing visscherij van het 11de hoofdstuk der rijksbegrooting kan worden uitgetrokken. Daarom zal thans van eiken direct belang hebbende bij een goeden visch stand eene bijdrage worden gevorderd/ Hij, die vis- schen wil, krachtens een akte, zal bij het in ontvangst nemen daarvan beha.va dén akie- prijs tevens een bijdrage moeten voldoen, die nog door den secretaris-generaal van het de partement van Landbouw en Visscherij zal worden vast esleld. Doch ook hij. dia s e lis met één hengel vischt, zal zijn steende moe ten bijdragen. Al zal dit ook voor ieder slechts een bescheiden bedrag zijn, ’t groote aantal dezer sportliefhebbers zal toch een niet onaardig totaal leveren. Iedere henge laar, die 15 jaar en ouder is, zal het bewijs, dat hij de bijdrage voldaan heeft, tijdens het visschen steeds bij zich moeten hebben en het op eerste aanvraag moeten vertoonen aan de ambtenaren, met hét toezicht op de visscherij belast. De bijdrage moet worden betaald aah den burgemeester of den door dezen daartoe aan gewezen ambtenaar ter plaa.se waar de aan vrager woont. Aktebezitters zijn, ook al visschen zij met één hengel, van betaling der bijdrage voor hengelaars vrijgesteld, als zij slechts door ’t toonen van een geldige akte kunnen bewij zen, dat door hen reeds een bijdrage werd voldaan. Het besluit bevat verder nog de bepaling], dat een adviescommissie van drie personen zal worden ingesteld en een strafbepaling. Voor wat betreft het leveren van het bewijs, dat de bijdrage is voldaan, treedt dit besluit 1 Juli 1512 in .werking Zaterdagmiddag heeft in de Stadsschouwburg te ’s-Gravenhage de plechtige inwijding der Nederlandsche Cultuurkamer plaats gehad. Prof, dr. T. Goedewaagen hield daarbij een rede. REDE PROF. DR. GOEDEWAAGEN. Spr. ving zijn rede aan met tegenover den Rijkscommissaris namens zichzelf en al zijn medewerkers, aan wie deze direct of indirect den opbouw van de Cultuurkamer heeft toever trouwd, een getuigenis af te leggen van de ge voelens, waarmede zij deze niet lichte taak heb- jben aanvaard. Wij zijn het niet eens, aldus spr. mét diegenen onder onze volksgenooten, idie meenen, dat u als vertegenwoordiger der bezettende overheid met dit initiatief ten on rechte hebt ingegrepen in de zelfstandigheid pnzer vaderlandsche cultuur. Integendeel. De besten uit ons volk waren reeds lang'vóór 1940 overtuigd, dat onze cultuur, ondanks haar groote verleden, vooral sinds de laatste generatie ver strikt was in onoplosbare problemen, zoowel ten hanzien der kunstwerken en der kunstenaars, als ten aanzien van de pers, de film en van de Journalisten en filmwerkers. Wij 'zagen dit rftët leede oogen. Wij zagen met ontsteltenis, hoe ook bij ons het spook van het cultuurnihilisme, zij het Ook in mindere mate dan in het Duitsche Rijk vóór 1933, aan den horizon opdoemde en zochten naar uitwegen uit het intellectualisme der programma’s en polemieken, waaronder veel echte scheppingskracht verloren dreigde te gaan. Wij leefden onder den doem van onder gang der Europeesche cultuur van een lang zaam uitdooven der vitale krachten onzer kunst en haakten naar bevrijding uit die fatale stem ming en richtten reeds lang onze oogen naar .Wat in het Derde Rijk langzaam werd opge bouwd. Wij waren tot de overtuiging gekomen, dat het in Nederland, op de basis onzer eigen Volksche tradities, in dezelfde richting zou moe ten gaan, wilden wij niet ook geestelijk ver hongeren. Wij zijn het ook njet eens met hen, die meenen, dat een cultureele „Aufschwung” Slechts in vredestijden mogelijk is. Integendeel: onze eigen grootsche cultuuruitingen kwamen steeds tot stand in tijden van geweldige span ning naar binnen en naar buiten en toen wij In de achttiende eeuw de rust hadden gewon nen, bleek ons cultureel scheppingsvermogen igrootendeels uitgedoofd. Wij zien in uw initiatief «iet iets, dat vreemd is aan onzen volksaard, maar gedachtig aan wat gij herhaaldelijk over onze cultuur en haar eigen aard hebt verklaard, Zien wij daarin een consequentie van wat wij Zelf willen en verlangen ten aanzien onzer cul tuur. Daarom hebt gij ons bereid gevonden, tegen veel onverstand en onwil in, te volbren gen, wat gij ons hebt opgedragen. Spr. wendde zich vervolgens tot de aanwe zigen met te zeggen dat hij het feit onder oogen iwil zien dat een deel van de Nederlandsche cultuurscheppers en -bemiddelaars nog argwa nend tegenóver den nieuwen gang van zaken staat. Zij vreezen een overdréven staatsbemoei ing met de cultuur, staatsabsolutisme, staats- dwang, alsof men in de cultuur meer zou kun nen doen dan leiden om met liefde te kweeken en te telen, wat vanzelf reeds groeikracht in zich bergt. De lijfspréuk van den nieuwen mensch, den nieuwen staat en de nieuwe cul tuur is: dat de mensch (er niet is om gediend te worden, doch om zelf te dienen. Dit is de mythe van den volkschen staat. Deze richt zich Sliet, zooals vroeger of tot dusver, naar den wil ,van kerk, vorst, adel of burgerij, maar naar den volkswil, waarvan de staat niet meer dan een orgaan is. Hier ligt de zorg voor de cultuur in de handen van het volk, dat zijn bemoeiingen op dit gebied aan den staat delegeert. Hier dient de staat in de cultuur heel het volk. Drie’ërlei taak heeft de volksche staat tegen- ovej de cultuur. Hij moet de cultuur steunen, stuwen, zuiveren, ordenen en op haar toezien; zijn socialistische taak is het brengen der cul tuur Hot heel het volk en de derde taak is de zorg voor hen die op cultureël gebied, hetzij scheppend, verspreidend of bemiddelend, hetzij zonder vakmanschap op leekenwijze werkzaam Zijn. De Nederlandsche Cultuurkamer nu heeft tot taak de beroepsgenooten bewust te maken |van hun verantwoordelijkheid tegenover de (volksgemeenschap en in dit licht hun vakkun dige, economische en maatschappelijke aange legenheden te regelen en overeenstemming te (brengen in het streven der verschillende groe pen. Dit brengt mede, dat alleen degenen, die xoncreet met de Nederlandsche cultuur verbon den zijn, voortaan cultureel in den ruimsten zin [werkzaam kunnen zijn, en dat Joden, die zich biet hun internationale levenshouding volgens ïiun eigen beginsel in alle volkeren der wereld, fels zij daartoe uit humanitaire overwegingen der betrokken overheid de kans krijgen, kunnen (neerlaten, hiervan uitgesloten worden. Een volk ïs als een gezin, waarin men geboren wordt. De zes deelorganisaties der Cultuurkamer, de ’gilden, zijn staatsorganen, verplicht aan de over heid, maar door haar met ruime bevoegdheden pekleed, maar ook met een eigen ethos en eigen socialistisch sentiment. Daarom moeten allen, ■die in de Cultuurkamer werkzaam zijn, ook Socialisten zijn; de belangentegenstellingen van ^verschillende groepen door de Cultuurkamer in ®én organisatie samen gebracht, worden daar Inet elkaar in overeenstemming gebracht. De kunstenaar heeft recht op een redelijke basis, mits zijn werk hem dat recht geeft. De (Cultuurkamer is geen bedeelingsinstituut. Zif Oerstaat het cultuursocialisme niet als weldadig heid, maar in den zin van loon naar werk, maar goed en degelijk werk, naar vakkundig werk, (waarin een mensch met gaven en degelijk» forming zijn vollen hartstocht, toewijding en werkkracht heeft neergelegd. Beunhazen heeft fens volk niet noodig, ook niet als zij oude en eerlijke politieke strijders voor de nieuwe orde »>jn- Spr. gaf vervolgens een aantal voorbeelden toan wat er reeds door de Cultuurkamer was gedaan, waarbij hij o.a. mededeelde dat het Letterengilde bezig is aan de saneering der lees- -W-. Eenige verslagen en nieuwsberichten mo» ten wegens gebrek aan plaatsruimte tot het volgend no,, blijven staan.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1942 | | pagina 1